Thema: Biologie van de cellen - v456

Thema: Biologie van de cellen - v456

Thema Biologie van de cellen

Intro

We beginnen dit thema met de allerbelangrijkste cellen in je leven: de twee cellen waaruit jij bent ontstaan.
Eicel en zaadcel.
Na de bevruchting gaat de bevruchte eicel zich delen. De cellen zijn in aanleg allemaal hetzelfde, al snel ontstaan verschillen.
Die ene bevruchte eicel groeit uit tot een mens met ruim 200 verschillende celtypen en een totaal van 1010 cellen. Kijk maar eens naar de volgende video. Wat gebeurt er met de cellen in de video?

Na de bevruchting gaat de bevruchte eicel zich delen. De cellen zijn in aanleg allemaal hetzelfde, al snel ontstaan verschillen.
Die ene bevruchte eicel groeit uit tot een mens met ruim 200 verschillende celtypen en een totaal van 1010 cellen.

Als je de levensverschijnselen van organismen wilt begrijpen, moet je in ieder geval ook de cel en de onderdelen daarvan bestuderen.
In dit thema bestudeer je de bouw van planten, dieren, schimmels en bacteriën en je leert waarom virussen geen cellen zijn.

Bij celonderzoek is de microscoop onmisbaar. In de eerste module werk je zelf met de microscoop.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van dit thema:

  • beschrijf je de kenmerken van bacteriën en virussen.
  • benoem je delen waaruit een cel is opgebouwd en delen waardoor een cel kan zijn omgeven.
  • wijs je de delen van een cel of de omgeving van de cel aan in afbeeldingen of in modellen.
  • benoem je de functies van de delen van de cel.
  • beschrijf je een aantal verschillende typen cellen.
  • beschrijf je hoe cellen met hetzelfde DNA toch kunnen verschillen in vorm en functie.
  • beschrijf je dat cellen zichzelf reguleren en daarbij een dynamisch evenwicht in stand houden.
  • herken je de rol van het cytoskelet bij het transport binnen cellen.
  • beschrijf je dat celdifferentiatie tot stand komt doordat alleen bepaalde genen tot expressie komen.
  • leg je uit dat bepaalde stoffen door passief transport en andere door actief transport membranen kunnen passeren.
  • licht je toe dat de effecten van osmose verschillen bij plantaardige en dierlijke cellen.
  • beschrijf je de relatie tussen de osmotische waarde binnen en buiten een cel en de invloed daarvan op de stevigheid van de cel en het organisme.
  • beschrijf je hoe cellen zich op een gecontroleerde zich delen en daarbij verschillende fasen van doorlopen.
  • benoem je dat cellen zich ongecontroleerd kunnen gaan delen, dat er fouten in het DNA tot stand komen en hoe dat tot tumoren kan leiden.
  • benoem je dat cellen verouderen en afsterven en hoe dat gereguleerd is.
  • beschrijf je de bouw van DNA en RNA.
  • beschrijf je hoe de basenvolgerde van DNA bepaald kan worden.

Deelconcepten:
celkern, kernlichaampje, kernporie, chromosoom, vacuole, cytoplasma, grondplasma, cytoskelet, centriolen, mitochondrie, (ruw) endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, ribosoom, lysosoom, chloroplast, chlorofyl, 
diffusie, osmose, semi-permeabel membraan, selectief permeabel, receptoreiwit, fosfolipiden, ionentransport, isotonisch, hypotonisch, hypertonisch, plasmolyse, turgor, osmotische druk, osmotische waarde, actief transport, passief transport, endo- en exocytose, celplasmastroming, prokaryoot, eukaryoot, virus, bacterie, celmembraan, celwand, plastiden, ciliën, flagellen, nucleotiden, dubbelstrengs, chromatiden, celcyclus,polymerase, leading strand, lagging strand, primer, Okazaki fragmenten, herstelmechanismen, telomeren, celspecialisatie, stamcel, ontregelde groei.

Wat kan ik al?

Wat weet je al over Cellen?
Lees de volgende Kennisbanken uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Bouw van een cel - onderbouw

Cellen van bacteriën - onderbouw

Cellen van schimmels - onderbouw

Cellen en weefsels - onderbouw

Maak de oefening om je kennis te testen.

Wat ga ik doen?

Het thema Biologie van de cellen bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel SLU je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Microscopisch onderzoek

8

Module: Eukaryoot of prokaryoot

10

Module: Hetzelfde, en toch verschillend

8

Module: Transportfunctie v.d. celmembraan

7

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

38 a 39

Modules

Bij dit thema's horen de volgende modules.
Maak hieronder je keuze.

Module 1

Microscopisch onderzoek

Module 2

Eukaryoot of prokaryoot

Module 3

Hetzelfde en toch verschillend

Module 4

Transportfunctie v.d. celmembraan

Afsluiting

Samenvattend

Kennisbanken
Hieronder de Kennisbanken bij dit thema.

Bouw van cellen

Celorganellen en kern

Vorm en functie van cellen

Bouw en functie

De bouw van nucleïnezuren

Algemene bouw van nucleotiden

Nucleïnezuren, polymeren en nucleotiden

Celcyclus

Cellen van drie domeinen

Bacteriën

Virussen

Schimmels en bacteriën

Celmembraan

Verschillen tussen plantaardige en dierlijke cellen

Diffusie

Actief en passief transport

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Binnenkort vind je hier examenvragen van ExamenKracht om mee te oefenen.

Extra opdracht

Hieronder vind je meerdere extra opdrachten die passen bij dit thema.

 

Extra opdracht 2
Plaatjes kijken (in viertallen)
Elke lid van de groep zoekt enkele plaatjes (bijvoorbeeld op internet) van één van de vier onderwerpen uit dit thema:

  1. bouw van de eukaryote en prokaryote cel
  2. DNA en DNA replicatie
  3. levenscyclus van de cel en celspecialisatie
  4. transport de cel in en ui

Maak prints of kopieën en knip ze eventueel in (nog herkenbare) stukjes. Pak om de beurt een plaatje en vraag de andere leden van de groep een toelichting op het plaatje. Vul elkaar zo nodig aan.

Controleer de lijst met deelconcepten. Ken je de deelconcepten nog niet?
Bestudeer de onderdelen uit de Kennisbank die zijn genoemd in de modules.


Extra opdracht 3
Modellen maken.
Cellen zijn ruimtelijke vormen (3D). In leerboeken zie je meestal tekeningen (2D) van doorsneden van cellen of van de organellen die er in zitten.
Bouw een model van een plantaardige of een dierlijke cel.
Bedenk zelf hoe je de verschillende organellen wilt aangeven.
Kies zelf de materialen die je gebruikt.
Overleg met je docent of het model ook resultaten van elektronen- microscopisch onderzoek moet laten zien.
Overleg met de klas en de docent aan welke eisen ‘de cel’ moet voldoen.
Geef de verschillende onderdelen duidelijk aan.
Bewaar je model omdat het nog wel weer van pas zal komen.

Ga er even van uit dat het een eencellige is.
Zijn alle noodzakelijke structuren aanwezig?
Stel dat deze eencellige voorkomt in de Waddenzee.
Heb je alles ingebouwd om het organisme daar te laten overleven?

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 38 à 39 uur.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Je hebt in dit thema veel met anderen samengewerkt.
    Noteer voor jezelf een goede ervaring daarin en een minder goede.
    Probeer te achterhalen waardoor het de ene keer wel en de andere keer niet goed liep.
    Wat kun je de volgende keer doen om een minder goede ervaring te voorkomen?
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Biologie van de cellen - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-08-10 11:41:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Biologie van de cellen is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.
    Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit thema heet biologie van de cellen. Aan het eind van dit thema: beschrijf je de kenmerken van bacteriën en virussen. benoem je delen waaruit een cel is opgebouwd en delen waardoor een cel kan zijn omgeven. wijs je de delen van een cel of de omgeving van de cel aan in afbeeldingen of in modellen. benoem je de functies van de delen van de cel. beschrijf je een aantal verschillende typen cellen. beschrijf je hoe cellen met hetzelfde DNA toch kunnen verschillen in vorm en functie. beschrijf je dat cellen zichzelf reguleren en daarbij een dynamisch evenwicht in stand houden. herken je de rol van het cytoskelet bij het transport binnen cellen. beschrijf je dat celdifferentiatie tot stand komt doordat alleen bepaalde genen tot expressie komen. leg je uit dat bepaalde stoffen door passief transport en andere door actief transport membranen kunnen passeren. licht je toe dat de effecten van osmose verschillen bij plantaardige en dierlijke cellen. beschrijf je de relatie tussen de osmotische waarde binnen en buiten een cel en de invloed daarvan op de stevigheid van de cel en het organisme. beschrijf je hoe cellen zich op een gecontroleerde zich delen en daarbij verschillende fasen van doorlopen. benoem je dat cellen zich ongecontroleerd kunnen gaan delen, dat er fouten in het DNA tot stand komen en hoe dat tot tumoren kan leiden. benoem je dat cellen verouderen en afsterven en hoe dat gereguleerd is. beschrijf je de bouw van DNA en RNA. beschrijf je hoe de basenvolgerde van DNA bepaald kan worden.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Cel;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    38 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, basenvolgorde, biologie, cellen, cytoskelet, dna, passief transport, rna, stercollectie, vwo4/5/6