Wat ga ik leren?

Aan het eind van dit thema:
- beschrijf je de kenmerken van bacteriën en virussen.
- benoem je delen waaruit een cel is opgebouwd en delen waardoor een cel kan zijn omgeven.
- wijs je de delen van een cel of de omgeving van de cel aan in afbeeldingen of in modellen.
- benoem je de functies van de delen van de cel.
- beschrijf je een aantal verschillende typen cellen.
- beschrijf je hoe cellen met hetzelfde DNA toch kunnen verschillen in vorm en functie.
- beschrijf je dat cellen zichzelf reguleren en daarbij een dynamisch evenwicht in stand houden.
- herken je de rol van het cytoskelet bij het transport binnen cellen.
- beschrijf je dat celdifferentiatie tot stand komt doordat alleen bepaalde genen tot expressie komen.
- leg je uit dat bepaalde stoffen door passief transport en andere door actief transport membranen kunnen passeren.
- licht je toe dat de effecten van osmose verschillen bij plantaardige en dierlijke cellen.
- beschrijf je de relatie tussen de osmotische waarde binnen en buiten een cel en de invloed daarvan op de stevigheid van de cel en het organisme.
- beschrijf je hoe cellen zich op een gecontroleerde zich delen en daarbij verschillende fasen van doorlopen.
- benoem je dat cellen zich ongecontroleerd kunnen gaan delen, dat er fouten in het DNA tot stand komen en hoe dat tot tumoren kan leiden.
- benoem je dat cellen verouderen en afsterven en hoe dat gereguleerd is.
- beschrijf je de bouw van DNA en RNA.
- beschrijf je hoe de basenvolgerde van DNA bepaald kan worden.
Deelconcepten:
celkern, kernlichaampje, kernporie, chromosoom, vacuole, cytoplasma, grondplasma, cytoskelet, centriolen, mitochondrie, (ruw) endoplasmatisch reticulum, golgi-systeem, ribosoom, lysosoom, chloroplast, chlorofyl,
diffusie, osmose, semi-permeabel membraan, selectief permeabel, receptoreiwit, fosfolipiden, ionentransport, isotonisch, hypotonisch, hypertonisch, plasmolyse, turgor, osmotische druk, osmotische waarde, actief transport, passief transport, endo- en exocytose, celplasmastroming, prokaryoot, eukaryoot, virus, bacterie, celmembraan, celwand, plastiden, ciliën, flagellen, nucleotiden, dubbelstrengs, chromatiden, celcyclus,polymerase, leading strand, lagging strand, primer, Okazaki fragmenten, herstelmechanismen, telomeren, celspecialisatie, stamcel, ontregelde groei.