Module: Blauwe en groene soep - h45

Module: Blauwe en groene soep - h45

Blauwe en groene soep

Intro

De hoofdrolspeler in deze module is de blauwalg.
Maar wat is blauwalg eigenlijk?
Bekijk als inleiding de filmfragmenten en lees de artikelen. Vorm samen met een klasgenoot na het kijk en lezen een omschrijving voor het begrip 'blauwalg'.


Artikel Blauwalg levensgevaarlijk voor honden

Artikel Blauwalg

Hebben jullie een omschrijving kunnen vormen? Jullie docent verzamelt de verschillende omschrijvingen en bespreekt ze klassikaal.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module kun je:

  • voedselrelaties tussen organismen beschrijven;
  • relaties in een voedselketen benoemen;
  • in een voedselweb voedselketens herkennen;
  • de oorzaak en de gevolgen van accumulatie van schadelijke stoffen in een voedselketen uitleggen;
  • beschrijven wat onder een ecosysteem wordt verstaan en welke componenten daarvan deel uitmaken;
  • veranderingen van abiotische en biotische factoren in een ecosysteem beschrijven en de gevolgen daarvan;
  • beschrijven welke rol abiotische en biotische factoren spelen bij de instandhouding en ontwikkeling van een ecosysteem;
  • de rol van concurrentie binnen en tussen de populaties in een ecosysteem beschrijven;
  • beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelfregulatie van ecosystemen kan beïnvloeden.

Deelconcepten
Habitat, geboorte, sterfte, trofische niveaus, predatie, beperkende factor, tolerantie, optimum, persistent, producent, consument, reducent.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Organismen van dezelfde soort hebben een onderlinge relatie, maar ook organismen van verschillende soorten hebben met elkaar te maken. In deze stap bekijk je welke soorten relaties er zijn.
Stap 2 Binnen een bepaald gebied vormen organismen en omgevingsfactoren zoals klimaat en bodemgesteldheid een samenhangend geheel. In deze stap ontdek je wat van invloed is op een ecosysteem.
Stap 3 In een ecosysteem leven individuen, met allemaal hun eigen genetische kenmerken. Hoe ze samenleven hangt van veel factoren af.
Stap 4 Wat is de fysieke leefomgeving van een populatie en is deze dan ook gelijk aan de  plek waar het hele leven zich afspeelt? Daarover gaat stap 4.
Stap 5 De grootte van een populatie kan toenemen en afnemen door de invloed van abiotische factoren. Hierover praat je met een klasgenoot.
Stap 6 Te veel voedingsstoffen in het water kan leiden tot algenbloei.
Stap 7 Je ontdekt welke acties waterbeheerders uitvoeren om blauwalg te bestrijden.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Je maakt een krantenpagina over blauwe en groene soep.
Extra In overleg met je docent maak je deze extra opdracht over de verstoringen binnen ecosystemen. 
D-toets Met behulp van een d-toets test je je kennis over deze module.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Relaties

Relaties
Organismen van dezelfde soort hebben een onderlinge relatie, maar ook organismen van verschillende soorten hebben met elkaar te maken.
Ze zijn onderling van elkaar afhankelijk en beïnvloeden elkaar.

Daarnaast is ieder organisme afhankelijk van de omgeving waarin het leeft.
Op zijn beurt beïnvloedt een organisme de omgeving zelf ook weer.
Lees de volledige Kennisbank over het volgende onderwerp:

Relaties tussen soorten

 

Abiotische factoren
Organismen worden beïnvloed door andere organismen om hen heen, de biotische factoren.
De hoeveelheid voedingsstoffen (mineralen) in de bodem of het water, maar ook de beschikbaarheid van water en lucht zijn ook van levensbelang, dit zijn de abiotische factoren.
Bestudeer uit de Kennisbank:

Abiotisch of biotische factoren

 


Practicum
Wat is de invloed van zon en windrichting op plantengroei?
Maak een keuze uit opdracht A of B en werk hierbij in tweetallen.

Opdracht A. De vorm van de kruin van bomen.
Onderzoeksvraag: Heeft de windrichting invloed op de vorm van de kruin van een boom?

Materiaal:

Opdracht B. Zonnebladeren en schaduwbladeren.
Onderzoeksvraag: Wat is de invloed van licht op de groei van bladeren en/of naalden?

Materiaal:

Stap 2: Ecosystemen

Ecosystemen
Binnen een bepaald gebied vormen organismen en omgevingsfactoren zoals klimaat en bodemgesteldheid een samenhangend geheel.
Een dergelijk (min of meer) natuurlijk begrensd gebied noemen je een ecosysteem.
Een ecosysteem kan groot zijn, zoals een woestijn of oceaan, maar ook klein, zoals een sloot of een geïsoleerde boom.

Overleven in een ecosysteem
Bestudeer uit de Kennisbank:

Abiotisch of biotische factoren

Overlevingskansen


Examenvragen
Beantwoord de volgende twee eindexamenvragen:

Havo Biologie 2012-1 vraag 13

Havo Biologie 2011-1 vraag 15


Blauwalg
Werk in tweetallen
Sloten, kreken en plassen waarin blauwalgen voorkomen zijn ook ecosystemen.
Beantwoord de volgende vragen. Je kunt gebruik maken van de brochure Blauwenalgen.

  • Zoek afbeeldingen op van dit ecosysteem.
  • Welke biotische factoren hebben invloed op de populatie blauwalgen?
  • Welke abiotische factoren hebben invloed op de populatie blauwalgen?
    Denk daarbij aan: windkracht en -richting, zoutgehalte van water, temperatuur, voedingsstoffen (nutriënten).
  • Wat is de optimale temperatuur voor de groei van blauwalgen?
  • Verzamel afbeeldingen van minstens zes overige organismen die in het ecosysteem voorkomen, noteer daarbij de beperkende factoren.

Maak van de afbeeldingen en gegevens een (digitale) collage/poster waarin het ecosysteem duidelijk wordt gemaakt.
Kijk voor tips in de Gereedschapskisten hieronder. Overleg met je docent of de collage/poster wordt beoordeeld. Zo ja, vind je de beoordelingseisen in de desbetreffende Gereedschapskist.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Stap 3: Van ecosysteem naar individu

Van ecosysteem naar individu
Soorten bestaan uit individuen, ieder met hun unieke, genetisch vastgelegde kenmerken.
Individuen leven samen in groepen of populaties.

Individuen leven niet alleen, maar in groepen of populaties.
Dit zijn individuen van één soort die in een bepaald gebied leven en daaraan optimaal zijn aangepast.

De populaties van verschillende soorten vormen samen een leefgemeenschap.
Al deze organismen zijn van elkaar afhankelijk. Op hun beurt vormen verschillende leefgemeenschappen in hun natuurlijke omgeving samen een ecosysteem. Ook binnen een ecosysteem zijn de leefgemeenschappen van elkaar afhankelijk.

Voedselketen
Bestudeer uit de Kennisbank:

Relaties tussen verschillende soorten

Deelnemers aan een voedselketen en -web


Hoewel de naam doet vermoeden dat blauwalgen tot de algen behoren, is dat niet het geval.
Bestudeer zo nodig Kennisbank:

Energievoorziening


Of de brochure Blauwenalgen.

De populaties van algen en blauwalgen groeien sterk wanneer het fosfaatgehalte in het water hoog is. Ze belemmeren door hun sterke groei de ontwikkeling van andere soorten.

Door het gebruik van fosfaatvrije wasmiddelen is het fosfaatgehalte de afgelopen jaren in de Nederlandse wateren sterk gedaald.
Wanneer de concentratie fosfaat hoog blijft en het warm weer is, ontstaat algenbloei.
Grote hoeveelheden algen (vooral blauwalgen) komen tot ontwikkeling, de sloot verandert in een groene soep.

Maak de volgende oefening:

Stap 4: Habitat en niche

Habitat en niche
De fysieke leefomgeving van een populatie, noem je ook wel een habitat.
Een habitat is de werkelijke plaats waar een soort woont, maar daarnaast is het de plaats waar zich de niche (het 'beroep') van een soort zich bevindt.
In de habitat heerst het optimale microklimaat voor het organisme.

Bestudeer Kennisbank:

De leefomgeving van een dier


Bespreek met een klasgenoot het verschil tussen habitat en niche. Ga beide op zoek naar een voorbeeld en laat je klasgenoot dan beargumenteren of er sprake is van een habitat of een niche. 

Stap 5: Populaties

Populaties

Je hebt in de vorige stap al gezien dat de grootte van een populatie kan toenemen en afnemen door de invloed van abiotische factoren.
De leefomstandigheden van organismen veranderen voortdurend en daarmee ook de grootte van de populaties. De grootte van een populatie kan ook toe- of afnemen door biotische factoren. Tussen populaties van dezelfde soort, maar ook tussen populaties van verschillende soorten, bestaan relaties.
Beantwoord de volgende eindexamenvraag:

Havo Biologie 2012-1 vraag 14



Relaties tussen organismen van dezelfde populatie
Bekijk het filmfragment. Bespreek met een klasgenoot welke relaties er bestaan tussen de organismen van deze populatie?

Zoek na het kijken zelf een video (Youtube of andere bron) met daarin een voorbeeld. Deel de linkjes met je klasgenoten. Overleg met je docent welke video je klassikaal gaat bekijken.

Bestudeer Kennisbank en beantwoord dan de twee vragen:

Populatiegrootte en –dichtheid

Bestudeer Kennisbank:

Relaties binnen populaties


Groei van een populatie
Of een populatie daadwerkelijk kan groeien is afhankelijk van de beschikbaarheid van alles wat een organisme nodig heeft, zoals voedingsstoffen, zuurstof, andere organismen als voedsel, partner of als woonplaats of gastheer.
Onder ideale groeiomstandigheden zal een populatie binnen een bepaalde tijd verdubbelen.
De populatiegroei is exponentieel. Blijft een populatie dan maar groeien?
Lees hier meer over in de Kennisbank:

Beperkte en onbeperkte groei van een populatie

 

Stap 6: Blauwalgen en gif

Blauwalgen en gif
Teveel voedingsstoffen (nitraat, fosfaat) in het water (eutrofiëring), kan leiden tot algenbloei; een groene soep!
Het water wordt troebel wat een negatief effect heeft op de fotosynthese van ondergedoken waterplanten.
Het zuurstofgehalte in het water daalt en heeft effect op andere waterorganismen.
De blauwalgen profiteren van de situatie en de populatie groeit verder.
Voor de afbraak van de algen door reducenten is zuurstof nodig. Het probleem is nog complexer.
Blauwalgen produceren gifstoffen (toxines).
 

Zet bovenstaande tekst (eventueel aangevuld met wat je hebt geleerd in de vorige stappen) in een schema met oorzaak en gevolg. Bewaar het schema in je portfolio. 

 

Stap 7: In actie tegen blauwalgen

In actie tegen blauwalgen
Bestudeer de volgende bronnen en beantwoord daarna de vragen.

Bronnen:


Afsluiting

Samenvattend

Omstandigheden in een ecosysteem

Relaties tussen soorten

Populaties in een ecosysteem

Stabiliteit in een ecosysteem

Energievoorziening

Deelnemers aan een voedselketen en -web

Trofische niveaus in een ecosysteem

Eindopdracht

Je werkt deze eindopdracht in tweetallen. Samen maak je een krantenpagina over blauwalg. Je doelgroep is leerlingen onderbouw Havo/VWO.

  • Verwerk de informatie over blauwalgen die je in deze module hebt geleerd tot een krantenartikel met minimaal één grafiek en één afbeelding.
  • Je waarschuwt mensen voor het gevaar van zwemmen in blauwalg. Hierbij leg je ook uit waarom het gevaarlijk is.
  • Daarnaast verwerk je een artikel in eigen woorden over de informatie die je geleerd hebt in deze module. Het artikel sluit je af met een conclusie welke maatregel volgens jullie genomen dient te worden om het gevaar van blauwalgen te beperken voor mensen en honden.
  • Je voorziet de krantenpagina van bijpassende afbeeldingen.

Kijk voor je begint in de Gereedschapskisten hieronder voor tips.

Beoordeling
Je laat het eindproduct beoordelen door je docent.
Je docent gebruikt de volgende punten bij het beoordelen:

  • Zijn alle bovenstaande punten verwerkt in de krantenpagina?
  • Is de inhoud biologisch correct?
  • Is de uitleg duidelijk voor leerlingen uit 2 havo/vwo?
  • Ondersteunen de afbeeldingen de tekst?
  • Is de samenwerking goed verlopen waarin beide klasgenoten inbreng hebben gehad?

Krant maken

Een krant kun je natuurlijk hartstikke goed zelf maken! Je verzamelt foto’s, tekeningen, schema’s, tekststukjes en quotes over een bepaald onderwerp.

 

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Extra


Wij leven in een ecosysteem van mensen, dieren, planten en water.
Maar er zijn talloze ecosystemen op de wereld.
En iedereen is daarin afhankelijk van elkaar. Maar wat gebeurt er als dit verstoord wordt?

In de video en het artikel hieronder zie je de oorzaken en gevolgen van deze verstoring.
Maak samen met een klasgenoot een overzicht van mogelijke verstoringen in een ecosysteem. Noteer in een document welke verstoringen dit zijn en wat de invloed is van de mens op deze verstoring.
Noteer ook of deze verstoring terug te draaien is en ook weer wat dan de mogelijke bijdrage van de mens zou kunnen zijn.

Overleg met je docent of je dit document ook in moet leveren en zo ja, wat dan de beoordelingseisen zijn.

 

Lees het artikel: Lekker zwemmen in de groene soep?

D-toets

De opdracht sluit je af met het maken van een d-toets.
De toetsen bestaan uit verschillende soorten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 SLU met deze module bezig geweest.
    Klopte deze tijd met de daadwerkelijke tijd? Zo niet, wat kostte meer of minder tijd dan verwacht? En waarom?
  • Inhoud
    Ben je zelf wel eens, letterlijk of figuurlijk, in aanraking gekomen met blauwalg? Welke gevolgen had dat op dat moment voor jou? Hoe heb je dat op kunnen lossen?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om samen met een klasgenoot de krant te maken? Hoe verliep jullie samenwerking? Hebben jullie vooraf afspraken gemaakt over de taakverdeling of verliep dat als vanzelf tijdens het maken van de krant? Zijn jullie beide tevreden over de samenwerking? Als jullie niet dezelfde mening hebben over de samenwerking, waaraan ligt dat dan en hoe zouden jullie dat een eventuele volgende keer vooraf kunnen tackelen?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed? Heb je met de d-toets goed kunnen controleren of je de leerdoelen beheerst?
  • Het arrangement Module: Blauwe en groene soep - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-06-15 17:28:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit is thema ’Ecologie'. Het onderwerp van deze les is: blauwe en groene soep. Aan het eind van deze module kun je: voedselrelaties tussen organismen beschrijven; relaties in een voedselketen benoemen; in een voedselweb voedselketens herkennen; de oorzaak en de gevolgen van accumulatie van schadelijke stoffen in een voedselketen uitleggen; beschrijven wat onder een ecosysteem wordt verstaan en welke componenten daarvan deel uitmaken; veranderingen van abiotische en biotische factoren in een ecosysteem beschrijven en de gevolgen daarvan; beschrijven welke rol abiotische en biotische factoren spelen bij de instandhouding en ontwikkeling van een ecosysteem; de rol van concurrentie binnen en tussen de populaties in een ecosysteem beschrijven; beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelfregulatie van ecosystemen kan beïnvloeden.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Ecologisch denken; Dynamisch evenwicht; Biologie; Ecosysteem;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    8 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    abiotisch, accumulatie, arrangeerbaar, biologie, biotisch, ecosysteem, havo4/5, stercollectie, voedselketen, zelfregulatie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen