Aan de slag | ||
Stap | Inhoud | |
Stap 1 | ![]() |
Organismen van dezelfde soort hebben een onderlinge relatie, maar ook organismen van verschillende soorten hebben met elkaar te maken. In deze stap bekijk je welke soorten relaties er zijn. |
Stap 2 | ![]() |
Binnen een bepaald gebied vormen organismen en omgevingsfactoren zoals klimaat en bodemgesteldheid een samenhangend geheel. In deze stap ontdek je wat van invloed is op een ecosysteem. |
Stap 3 | ![]() |
In een ecosysteem leven individuen, met allemaal hun eigen genetische kenmerken. Hoe ze samenleven hangt van veel factoren af. |
Stap 4 | ![]() |
Wat is de fysieke leefomgeving van een populatie en is deze dan ook gelijk aan de plek waar het hele leven zich afspeelt? Daarover gaat stap 4. |
Stap 5 | ![]() |
De grootte van een populatie kan toenemen en afnemen door de invloed van abiotische factoren. Hierover praat je met een klasgenoot. |
Stap 6 | ![]() |
Te veel voedingsstoffen in het water kan leiden tot algenbloei. |
Stap 7 | ![]() |
Je ontdekt welke acties waterbeheerders uitvoeren om blauwalg te bestrijden. |
Afronding | ||
Onderdeel | ||
Kennisbank | ![]() |
Alle Kennisbankitems uit deze module. |
Eindopdracht | ![]() |
Je maakt een krantenpagina over blauwe en groene soep. |
Extra | ![]() |
In overleg met je docent maak je deze extra opdracht over de verstoringen binnen ecosystemen. |
D-toets | ![]() |
Met behulp van een d-toets test je je kennis over deze module. |
Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.