BYOD Lessons learned

BYOD Lessons learned

Visie en beleid

Het Mondriaan College is inmiddels gefuseerd, en heeft haar plaats gevonden binnen het Hooghuis. Het Mondriaan College richt zich inmiddels specifiek te richten op havo. Dat was nog niet het geval bij de start van BYOD. Daarnaast zijn we één van de scholen die in een  ‘Leerlab’ tranche 1 hebben gezeten vanuit het Doorbraakproject. 

Het ‘oude’ leermiddelenbeleidsplan is beschikbaar. Zie ‘relevante links’.

Dit beleidsplan is ontwikkeld door een werkgroep en getoetst aan een klankbordgroep. Eén van de uitkomsten van het leermiddelenbeleidsplan is de wens om aan te sluiten bij de moderne samenleving, de wereld van ‘buiten’ naar ‘binnen’ te halen en meer te kunnen differentiëren. Dit heeft geresulteerd in de eerste BYOD-pilot in schooljaar 2012-2013 met de eerste klassen hv en v.

Relevante links

VO-raad: leermiddelen
o.a. over digitaal leermateriaal en het Doorbraakproject

Traject opstellen leermiddelenbeleidsplan (2009 2011)
Het Mondriaan College heeft indertijd via ‘Leermiddelenvo’ ondersteuning gehad bij het opstellen van een leermiddelenbeleidsplan. De voorbeelden zijn weliswaar oud, maar wellicht is hier toch nog iets bruikbaars te vinden.

Professionalisering

Nadat bekend was (vanuit het leermiddelenbeleidsplan) dat we zouden gaan starten met een BYOD-traject als pilot in klas 1 havo/vwo en 1 vwo hebben we de volgende stappen ondernomen:

  1. Vraag aan secties welke collega’s in de byodklassen zouden gaan lesgeven
  2. Inventariseren opleidingsbehoefte
  3. Organiseren opleidingstraject
     

Relevante links

 

Dit is een voorbeeld van een BYOD-bulletin waarin artikeltjes staan en links naar online handleidingen en voorbeelden van ICT-gebruik.

1. Welke collega's

Start BYOD

We hebben de vraag neergelegd bij de secties welke docent(en) in klas 1 met BYOD zouden gaan starten. We hebben bewust getracht om niet uit te komen bij een hele groep voorlopers, maar in het team ook mensen op te nemen die wat kritischer tegenover het geheel stonden. Het idee erachter was dat hierdoor een heel team en dus ook flink wat vakken het device in de les zouden gaan gebruiken. Wij vonden dit belangrijk. Ouders financieren (minimaal voor een gedeelte) het device. Wordt het in de les maar sporadisch gebruikt dan zetten de ouders terecht vraagtekens bij hun investering.

Vervolg

Naarmate BYOD langer loopt en langzamerhand steeds meer jaarlagen en niveaus gaan meedoen wordt deze vraag natuurlijk steeds minder relevant.

De praktijk:

  • Het feit dat we door de secties hebben laten besluiten welke collega’s met BYOD zouden gaan starten werkte positief.
  • Goed was ook dat het eerste team inderdaad niet alleen voorlopers telde. Echter, de verdeling was wel wat scheef: de 'grote vakken' konden aan de collega's vragen wie zich geroepen voelden. Bij de kleinere vakken was er niet veel keus. We zagen daarom ook vooral voorlopers bij de grote vakken, 'gemiddelde' of terughoudende docenten bij de kleine.
  • Onvermijdelijk komen na een paar jaar ook alle collega’s aan bod die relatief terughoudend tegenover ICT in de klas staan. Je hoopt dan eigenlijk dat een sectie tegen die tijd een terughoudende collega heeft ‘meegekregen’ maar in de praktijk heeft dit niet zo gewerkt. Eigenlijk is het bij ons zo dat bij ons binnen de sectie relatief weinig ‘olievlekwerking’ optreedt binnen de sectie. Wellicht komt het doordat wij hoofdzakelijk in kernteams georganiseerd zijn? In ieder geval is dit iets om rekening mee te houden. Wij hebben met een aantal secties (Engels, Nederlands, wiskunde) een sessie gehouden begeleid door Kennisnet. We proberen ook te stimuleren dat secties onderling digitaal materiaal uitwisselen door bijvoorbeeld in eenzelfde arrangeeromgeving te werken, maar dit traject is nog sterk voor verbetering vatbaar.
  • Het is essentieel dat we met z’n allen het beleid van de school onderschrijven en uitvoeren. In de praktijk gaat dit bij ons niet vanzelf en is het ook niet voor iedereen vanzelfsprekend.
  • Collega’s gaan ook uit dienst. Veel collega’s van het eerste uur zijn inmiddels een schaal opgeschoven of zijn teamleider op een andere school. Winst voor de collega’s maar verlies voor ons: want nieuwe collega’s worden inmiddels geacht op een rijdende trein te springen en dat is niet altijd simpel. Er is in sommige gevallen sprake van een echt ‘gat’ dat de nieuwe collega heel snel moet zien te dichten. Dat kan heel erg lastig zijn en soms niet lukken. Wij merken nu dat we soms een stap terug moeten zetten om een nieuwe collega te kunnen laten aanhaken (‘terug’ kan dan bijvoorbeeld betekenen: terug naar de (digitale) methode van een uitgever).

 

2. Inventarisatie opleidingsbehoefte

Start BYOD

Binnen het team is via een digitale enquête geïnventariseerd op welk gebied/gebieden opleidingsbehoefte bestond. Het idee was om het opleidingstraject intern te verzorgen en tijdens het opleidingstraject de meest genoemde onderwerpen in de groep te bespreken. Voor wat betreft de andere onderwerpen zouden minimaal handleidingen ter beschikking komen.

Vanuit de enquête heeft iedereen daarna een 'persoonlijk opleidingssheet' teruggekoppeld gekregen met voor ieder genoemd onderwerp een link naar een online handleiding of cursus.

Vervolg

Van tijd tot tijd (in ieder geval 1x per jaar) wordt de opleidingsbehoefte geïnventariseerd.
 

De praktijk:

  • De digitale enquête werkte goed. Hieruit kwam een helder beeld naar voren. Veel collega’s bleken dezelfde opleidingsbehoefte te hebben. Hierdoor kon gemakkelijk een gezamenlijk programma worden samengesteld. Veel gehoorde onderwerpen waren:
    • werken met de elo (kwam overigens ook in collectieve studiedagen aan de orde),
    • digitale oefeningen of toetsen maken, variatie daarop: digitale quiz
    • werken met film in de klas/zelf filmen en monteren,
    • digitaal materiaal zoeken en ordenen.
  • Het ter beschikking stellen van digitale handleidingen werd behoorlijk gewaardeerd. In de praktijk bleek de drempel om zelfstandig op basis van een handleiding of cursus nieuwe vaardigheden te leren echter te hoog. Het terugkoppelen van persoonlijke opleidingsplannen met links was dus ook verloren moeite. Na het eerste jaar is dat dan ook niet meer gedaan. Uiteraard staan wel alle digitale handleidingen ter beschikking.

 

Relevante links

Enquete BYOD deelnemers m.b.t. te leren vaardigheden
Dit kun je zien als een voorbeeldje dat we bij ons op school hebben gebruikt om de interesse te peilen. Omdat de resultaten netjes in een spreadsheet beschikbaar komen heb je ook direct handvat voor je programma en voor evt. terugkoppeling.

3. Opleidingstraject

Start BYOD

Alle leden van het team hebben 4 avonden opleiding gevolgd. Doel was niet alleen om een tool te leren kennen maar vooral ook om elkaar te helpen en met elkaar te bepalen hoe de eerste weken van het volgende schooljaar eruit zouden komen te zien en ervaringen uit te wisselen.

Vervolg

  • Uiteindelijke doelstelling was en is om alle collega’s een basisniveau digitale vaardigheden en m.n. onderwijskundige inzet hiervan mee te geven. Dit wordt momenteel bereikt door de opleidingsbehoefte regelmatig te inventariseren en minimaal de nieuwe docenten een viertal cursusavonden aan te bieden.
  • Vanwege onderwijsontwikkelingen zoals de huidige aandacht voor gepersonaliseerd leren, nieuwe technische mogelijkheden én meer ingeburgerd raken van BYOD, blijft voortdurend bijblijven / jezelf ontwikkelen van belang.
  • Ook kennen we het BYOD-bulletin waarin bericht wordt over leuke initiatieven van collega’s en over eventuele ervaringen met tools of mogelijkheden om ICT in de klas in te zetten.
  • Daarnaast kunnen docenten uiteraard via de normale professionaliseringskanalen pro-actief cursussen aanvragen.

De praktijk:

  • Het klassikale programma werkte het eerste jaar zeer goed ondanks dat het als zwaar beleefd werd: de workshops vonden steeds plaats buiten schooltijden: van 17.00 – 20.30 uur.
  • In de volgende jaren werd het opleidingsprogramma minder effectief. Het gevoel van ‘zwaarte’ kreeg de overhand. BYOD werd steeds meer ‘gewoon’ en er speelden op school heel veel andere dingen die van iedereen aandacht vroegen. We hebben geprobeerd andere tijdstippen te kiezen maar kwamen in de problemen met alle andere dingen die georganiseerd werden. Bovendien geven collega’s ook steeds vaker aan geen opleidingsbehoefte te hebben. Begrijpelijk in de algehele drukte, maar erg spijtig. Dit traject is momenteel zeker voor verbetering vatbaar.
  • Onderwijskundige inzet van ICT vergt van iedereen behoorlijk wat energie en aandacht en dat niet even, maar voortdurend. Er zijn momenteel veel ontwikkelingen, denk bijvoorbeeld aan de aandacht voor gepersonaliseerd leren waar ICT een behoorlijke rol bij zou kunnen spelen. Het is wel van belang om daarbij te blijven aanhaken. Qua organisatie zou ik zeggen dat dit op collectieve studiedagen, bijvoorbeeld (gedeeltelijk) in carrousselvorm zou kunnen plaatsvinden. In de praktijk blijkt het daadwerkelijk incorporeren van ICT in het onderwijs nog steeds erg lastig.

 

 

Relevante links

Digitale vaardigheden docenten Mondriaan

Dit arrangement wordt regelmatig geactualiseerd en aangevuld. Het wordt gebruikt in workshops en (theoretisch) ook als collega's zelf iets willen leren/uitproberen.

Wifi en internetverbinding

Start BYOD

Voor de eerste BYOD-laptops hadden we al een wifi-netwerk. Dit is voor de introductie van BYOD doorgemeten op capaciteit en her en der aangepast. Het wifi-netwerk en snelle / brede verbinding met internet is noodzakelijk: 

  1. De elo is een internettoepassing. Dit is het vertrekpunt voor studiewijzers en het bereiken van digitaal leermateriaal
  2. Digitaal lesmateriaal van uitgevers wordt in praktisch alle gevallen via internet aangeboden.
  3. Ook open digitaal materiaal is vaak een internettoepassing.
  4. Filmpjes worden in praktisch alle gevallen bereikt via Youtube.
  5. Zoeken op internet is een belangrijke functionaliteit
  6. Digitale quizzen / mogelijkheden tot stemmen verlopen via internet
  7. Inleveren van opdrachten/plagiaatcontrole gebeurt via internet
  8. Samenwerkingsopdrachten worden vaak via internet ondersteund

Vervolg

Minimaal één keer per jaar maar in de praktijk veel vaker worden metingen verricht aan het netwerk en wordt de capaciteit vergroot. Er is één duidelijk punt in het jaar waarop de bordjes worden verhangen: momenteel komen er nog ieder jaar een flink aantal devices bij: laptops/tablets maar ook mobiele telefoons. Daarnaast wordt ook steeds meer gebruik gemaakt van digitaal materiaal. Vooraf wordt nagedacht over de benodigde capaciteit en na de start van het schooljaar wordt gemeten en eventueel bijgesteld.
 

De praktijk
  • Niets blijkt zo ontmoedigend in de klas als een falende of haperende internetverbinding. Veel collega's reageren niet met het inschakelen van ICT maar nemen het ongemak voor lief. Dit maakt proactief vragen en doormeten van de kant van de ICT-afdeling extra belangrijk.
  • Wij hebben een gebouw met veel beton, vlechtijzer en vreemde hoekjes. Dat maakt een goede en volledige dekking lastig. (Best iets om over na te denken als je een nieuw gebouw zou laten zetten).
  • Onze ICT-afdeling heeft veel geïnvesteerd in slimme combinaties, ook gecombineerd met te stellen eisen aan de protocollen die door de netwerkkaartjes in de devices moeten worden ondersteund (A/C protocol) en 5 GHz. Dan nog is het resultaat niet altijd optimaal.
  • Het 'zomaar' een dag geen internet vanwege onderhoud is zeer verstorend en zou niet moeten kunnen voorkomen. Argumenten als 'je hebt toch zeker wel een alternatief programma' zijn slecht gekozen: dergelijke programma's zijn noodprogramma's. Hebben je leerlingen een device in de klas dan hoort daar ongestoord gebruik van internet bij.

 

Devices

Devicekeuze

Start BYOD

Indertijd is door een afvaardiging van docenten + managementteam, aangevuld met leerlingen (uit de MR) en ondersteund door informaticaleerlingen in samenwerking met Kennisnet een keuze gemaakt voor het type device dat voor onze school op basis van onze eisen en wensen geschikt zou kunnen zijn. De keuze is toen unaniem gevallen op een Windows-laptop.  (gedurfd, gezien de toenmalige ‘hype’ rond de iPad). Reden was met name het feit dat de applicaties die voor ons leermiddelenbeleidsplan van belang waren, probleemloos draaiden op Windowspc’s maar niet op andere types devices zoals de iPad.

Aanpak

Voorbereiding: Allereerst hebben we een overzicht gemaakt van de dingen die we zouden willen gaan doen met het device, variërend van het gebruiken van een specifieke elo, digitaal lesmateriaal van uitgevers tot zoeken via een webbrowser. Vervolgens hebben we een 'testdocument' opgesteld waarin de links naar alle relevantie toepassingen verzameld waren.

Adviesgroep: we hebben een adviesgroep samengesteld uit docenten die in de BYOD-klassen zouden starten, leden van het MT, leerlingen van de MR en informatica-leerlingen om eventueel hand- en spandiensten te kunnen verrichten.

Sessie bij Kennisnet: met de adviesgroep hebben we een dag doorgebracht bij Kennisnet waarbij we o.a. de links uit het testsheet hebben kunnen uitproberen in combinatie met verschillende typen devices. Aan het eind van de dag hebben we de ervaringen verzameld. Hieruit kwam een eenduidig advies naar voren (Windows laptop) dat ook door de beslissers is overgenomen. Het besluit werd door deze aanpak breed gedragen.

Constructie

  • Jaarlijks doen wij een aanbod vanuit de school. Ouders/leerlingen kunnen hiervoor kiezen óf zelf een device regelen.
  • Wij hebben een gespecialiseerde externe partij in de arm genomen die ons in hoge mate ontzorgt. De school zorgt (samen met deze externe partij) voor een aanbod van een device. Ouders kunnen hier wel of geen gebruik van maken. Het device wordt door de ouders gefinancierd. Tot nu toe heeft de school een deel van de kosten voor het device voor haar rekening genomen. Ouders kunnen kiezen voor rechtstreekse koop, huurkoop of huur. De devices zijn vooraf geïnstalleerd met de benodigde software en gratis tools. De devices zijn verzekerd. Bij storingen die niet door ICT en Media verholpen kunnen worden ondertekenen de ouders een bevestigingsbrief, krijgt de leerling een ruillaptop en wordt de laptop via de leverancier gerepareerd. Bij reparatie is een ruildevice beschikbaar.
  • De externe partij regelt besteltrajecten, verzekering, uitlevering, desgewenst initiële installatie van de software, contracten met ouders, reparaties en ruildevices.
  • We verwachten dat een leerling een device dat voldoet aan de gestelde eisen meeneemt naar school. Ouders die niet meedoen met de regeling zullen er zelf voor moeten zorgen dat hun kind met een passend device in de klas verschijnt. De technische eisen zijn bedoeld om te zorgen dat iedereen onder dezelfde voorwaarden alle materiaal kan bereiken. Verschillen zijn inmiddels minder groot dan bij de start van BYOD. De technische eisen zijn daarnaast bedoeld om het de (in het algemeen nog niet erg ICT-vaardige en/of zelfverzekerde docent op het gebied van ICT-inzet) te ondersteunen: zij weten dan op voorhand dat alles werkt, en dat alles op eenzelfde manier werkt. Ouders ontvangen ook een lijst met linkjes naar software en aanvullende gratis tools waarvan we verwachten dat deze op het device zijn geinstalleerd. Ook hier hebben we dat gedaan omdat 'gemak de mens dient'. Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld voor leerlingen (en docenten) een handleiding voor Audacity ter beschikking stellen. Er zijn nog honderd andere mogelijkheden om geluid op te nemen, maar m.n. de docent voelt zich zekerder wanneer op een handleiding kan worden teruggevallen.

Vervolg

  • Ieder jaar evalueren wij de gemaakte keuze. Tot nu toe zijn wij niet wezenlijk afgeweken van de initiële keuze: we werken nog steeds met Windows-devices.
  • Wel bieden we zo mogelijk laptops met touchscreen en/of hybride apparaten waarvan het toetsenbord kan worden afgekoppeld.
In de praktijk
  • Accuduur is belangrijk omdat de leerling het eind van de schooldag moet kunnen halen zonder te hoeven opladen.
  • Snel opstarten is belangrijk: het is in de praktijk erg irritant wanneer het lang duurt voor iedereen zijn device aan de praat heeft. Het feit dat alle devices zijn voorzien van een SSD zorgt ervoor dat het opstarten redelijk soepel verloopt.
  • In de praktijk zet niemand het device uit tussen de lessen: opstarten gebeurt dus hooguit in de eerste les dat het device gebruikt wordt.
  • Voldoende USB-aansluitingsmogelijkheden zijn belangrijk. Er zijn veel leerlingen die zelf een draadloze muis meenemen en dan is er al één USB-aansluiting bezet.
  • Het feit dat hybride devices ook als tablet kunnen functioneren waarbij het toetsenbord wordt afgekoppeld wordt in de les minder gebruikt dan wij hadden verondersteld.
  • Touchscreens blijken door een gedeelte van de leerlingen prettig gevonden te worden maar niet door allemaal.
  • De meeste leerlingen (en vooral oudere leerlingen) verkiezen ook in 2015 een laptop boven een tablet.
  • Leerlingen zijn niet zuinig op hun apparaat. Hier wordt weliswaar aandacht aan besteed in het eerste jaar, óók in contacten met ouders, maar dit punt is zeker voor verbetering vatbaar. (het helpt overigens wel dat er een eigen risico is afgesproken, en er is ook duidelijk verschil in een vergelijking met omgang met laptops van de laptopkarren, maar we hebben hier zeker nog veel te winnen).
  • In schooljaar 2014-2015 is voor het eerst de keuze uit twee types met een prijsverschil aangeboden. Ook zijn er steeds meer ouders die zelf een device aanschaffen. Ook in schooljaar 2015-2016 en in schooljaar 2016-2017 was er keuze uit twee types. Dit bevalt goed.
  • Langzamerhand heeft iedere leerling, zonder dat wij daar moeite voor hebben gedaan, een tweede device bij zich, nl. een smartphone. Buitengewoon geschikt voor apps en allerhande creatief werk. Eén van de redenen om een tablet te kiezen (je wilt toch creatief bezig zijn en dat gaat met een tablet beter) is daarmee wat mij betreft niet meer aan de orde.

Relevante links

Onderstaande links zijn verouderd. Maar mogelijk is het idee/de methode nog bruikbaar.

 

Inrichting devices

De devices die via het aanbod van de school worden besteld zijn door de leverancier al voorgeïnstalleerd met de nodige software: Het staat iedereen vrij om bijvoorbeeld een film te monteren met tool X, maar docenten kunnen er altijd van uitgaan dat Windows Live Moviemaker op de devices staat en dat daarvoor een handleiding beschikbaar is. 

Dat maakt het mogelijk om opdrachten te geven waarbij in dit geval films moeten worden gemonteerd in de zekerheid dat leerlingen hiervoor een tool ter beschikking hebben. 

Zelf:

Door school

  • Wintoets (versie 5.0 à door school, via licentie school) In 2016 zijn we gestart met Quayn
  • Impero (via licentie school)
  • Claroread (via licentie school)

Diverse hulpprogramma’s

Diverse players voor het afspelen van video’s en Java voor het kunnen gebruiken van applets (m.n. voor de exacte vakken). (Weet ICT&Media)

Uitreiking devices

Start BYOD

De eerste uitreiking van de devices heeft klas voor klas plaatsgevonden door de leverancier. We hadden vooraf overlegd met de politie omdat we bang waren dat leerlingen onmiddellijk zouden worden bestolen. De politie was daar niet zo bang voor en ze kregen gelijk: er gebeurde niets vervelends. Leerlingen hebben ter plekke hun apparaat uitgepakt en min of meer getest: doet-ie het, kan-ie op het netwerk en dergelijke.

Na 3 weken hebben we de ouders op school uitgenodigd om te bespreken hoe het ging.

Vervolg

In de volgende jaren zijn we veel meer rondom de uitreiking gaan organiseren. Zo leveren we inmiddels een boekje voor ouders mee. Hier bleek behoefte aan: sommige ouders voelden zich 'vogelvrij': in het boekje staat dan ook dat het device ook uit kan en dat je als ouder ook afspraken kunt maken met je kind over het gebruik ervan. Ook hebben we een introductieprogramma in de eerste schoolweek: er zijn 3 lesuren in de eerste week bestemd voor het inrichten van het device: hoe werkt de backupvoorziening, het aanmaken van mappen, etc.

Ook nu nog nodigen we kort na aanvang van het schooljaar de ouders uit om mee te denken over de devices en de inzet in de klas.

 

In de praktijk
  • Er is veel aandacht nodig voor uitlevering en introductie
  • Het informatieboekje voor ouders helpt enorm
  • Ouders waarderen de bijeenkomst na 3 weken erg.

 

Relevante links

Introductietraject BYOD (docent)
Docentenversie van het materiaal voor introductieweek BYOD

Introductietraject BYOD (leerling)

Problemen en opvolging

Start BYOD

We hadden vooraf bedacht dat de eerstelijnshelpdesk goed in orde zou moeten zijn, omdat de devices onderdeel zouden gaan vormen van het primaire proces. Onze afdeling ICT werkt veel met stagiaires die prima eestelijnssupport kunnen geven.

We hadden vooraf een aantal extra verlengsnoeren ingekocht voor het geval leerlingen zouden vergeten om hun device op te laden. Docenten vonden dit een erg prettig idee.

We hebben ook gesteld dat leerlingen zelf software mogen installeren: het is hún device. We hebben daar echter bij aangegeven dat wanneer deze software de werking voor school verstoort, vanuit school het zogenaamde 'image' opnieuw wordt geïnstalleerd. Dit vanuit het idee dat het zeer tijdrovend kan zijn om te achterhalen welke applicatie en waarom een correcte werking in de weg staat.

Vervolg

Inmiddels heeft iedere klas een leerling die extra kennis heeft van de meest voorkomende problemen: een ICT-vertegenwoordiger. Deze kan waar nodig direct een probleem oplossen. Lukt het niet, dan gaat de leerling met het device naar afdeling ICT. Kan afdeling ICT het probleem niet oplossen en moet het device in reparatie, dan wordt een brief meegegeven voor de ouders en kan de leerling een ruilpc krijgen.
 

De praktijk
  • Lege laptops of (afhankelijk van het type) niet opgeladen toetsenbord komen voor. We zouden kunnen winnen als we meer één lijn zouden trekken in de afhandeling. Sommige docenten handelen hetzelfde als bij 'boek vergeten', anderen niet.
  • De extra verlengsnoeren die we op voorhand hadden besteld worden in de praktijk niet gebruikt.
  • Een niet goed of extreem langzaam werkend device wordt meestal veroorzaakt door zelf geïnstalleerde software: image opnieuw installeren lost dit snel op.
  • Er is (te) veel schade door onzorgvuldig gebruik. (het eigen risico helpt wel iets)
  • Uit onbegrip wordt door goedwillende ouders soms essentiële software verwijderd of worden noodzakelijke instellingen aangepast.
  • Er zijn meer huisgezinnen dan verwacht met onvoldoende mogelijkheden om internet te bereiken. Leerlingen kunnen dan vanuit huis niet soepel bij hun lesmateriaal. Deze leerlingen kunnen uiteraard op school hun huiswerk maken (of bij een vriend /vriendin) maar het blijft een aandachtspunt. We hebben overwogen (maar nog niet echt in gang gezet) om vanuit school laagdrempelig assistentie thuis te organiseren (bijv. via een instelling als Student aan huis).
  • ICT-vertegenwoordiger in de klas werkt goed. Leerlingen kunnen naar deze functie solliciteren.
  • ICT-helpdesk in het pand is van groot belang en werkt goed.
  • Contacten met de leverancier zijn goed. Tijdsduur dat een laptop 'weg' is voor reparatie zou korter mogen zijn.

 

ELO

Keuzetraject

Eind schooljaar 2012-2013 liep het contract van het Mondriaan met Teletop af. We moesten dus op zoek naar een andere elo. Op de shortlist bleven twee niet verrassende kandidaten over:

  • SOMtoday omdat we al werken met het administratiesysteem van SOM
  • itslearning als logische opvolger van Teletop

Uiteindelijk heeft het Mondriaan gekozen voor SOMtoday. Tot de introductie van SOMtoday werd binnen de school het gebruik van de elo sterk gepromoot maar het bleek erg lastig voor collega's om goed en consequent gebruik te maken van de elo. Maar als school vonden wij het integraal gebruiken van de elo voor uniforme studiewijzers/huiswerk en als vertrekpunt voor digitaal leermateriaal juist erg belangrijk. En dat belang werd nog veel groter door de komst van BYOD. Als leerlingen een device bij zich hebben en het digitale materiaal via de elo wordt bereikt wordt ook automatisch door leerlingen meer gebruik gemaakt van de elo en wordt het belang van eenduidigheid alleen maar groter.

Plaats je de leerling centraal dan is het van belang dat iedereen de elo gebruikt en ook nog  op dezelfde manier zodat voor de leerling een helder beeld ontstaat.

Wij zagen in de introductie van SOMtoday de gelegenheid om als het ware opnieuw te beginnen met een laagdrempelig en niet te uitgebreid tool waarvan de 'look and feel' bij eenieder al bekend was. Doel was om met het hele team een kleine stap te nemen en niet met de voorlopers een grote stap. Dit betekende dus ook dat we enkele voorlopers 'pijn' hebben moeten doen, omdat functionaliteiten die in Teletop bestonden, vervielen.

De praktijk
  • SOMtoday is een beperkte elo en zal dit blijven. De nadruk van het gebruik bij ons ligt op:
    • studiewijzer / werken in groepen
    • huiswerk
    • ter beschikking stellen lesmateriaal uitgever
    • ter beschikking stellen open lesmateriaal (in het algemeen via Wikiwijs)
    • Opstellen en inleveren opdrachten
  • Voor andere zaken gebruiken we andere oplossingen. Samenwerken gebeurt ook herhaalderlijk via Google docs of Office 365, maar ook via tooltjes als Padlet o.i.d.
  • Digitaal portfolio: hiervoor kijken we bijv. naar Wikiwijs Maken.
  • Gepersonaliseerd leren: een elo kan dit mogelijk ondersteunen, maar de crux is dat er dan ook materiaal moet zijn dat hiervoor bruikbaar is. VO-content via Wikiwijs kan (bijna) worden ingelezen net als het materiaal van e-klassen en kan dan een eerste stap vormen. Gaan we die weg? En gaan we hem dan op die manier? PulseOn en Peppels zijn geen volwaardige elo's maar leersystemen die zich richten op gepersonaliseerd leren. Zij zijn ook bezig met het inelzen van VO-content materiaal. Uitgevers zijn eveneens druk bezig. Wij proberen momenteel op verschillende fronten dingen uit. Daar past het strikt alleen maar gepersonaliseerd leren via één manier: nl. de elo, niet bij.

 

Implementatietraject

Studiedag: mei

Het implementatietraject is ruim voor de grote vakantie gestart met een studiedag. De studiedag is georganiseerd en werd begeleid door de leden van de elo-werkgroep.

  1. Vooraf waren alle benodigde handleidingen (in een voor het Mondriaan passende versie) beschikbaar
  2. 's Ochtends is een knoppencursus doorlopen o.l.v. de leverancier
  3. 's Middags had eenieder de mogelijkheid om vast materiaal voor het volgend schooljaar in de studiewijzer te plaatsen. Leden van de elo-werkgroep waren present als begeleiders. Vragen die niet konden worden beantwoord werden voorgelegd aan de leverancier.

Aanbod omzetten leermateriaal

Bij de overgang van Teletop naar SOMtoday stonden we voor het probleem dat het lesmateriaal dat in Teletop in de 'leermiddelenmappen' was opgenomen moest worden overgenomen in SOMtoday. SOMtoday kende echter geen echt equivalent. Het materiaal kon weliswaar in de studiewijzer worden opgenomen, net zoals in Teletop, maar niet gestructureerd worden opgeslagen. Daarnaast hadden we ook de behoefte aan een onafhankelijke manier om dit materiaal op te slaan. We hebben de secties de keuze gegeven tussen een mappenstructuur op de interne server of het materiaal structureren via Wikiwijs Maken.

Bovendien hebben we een 'omzetaanbod' gedaan. Docenten konden een student/leerling aanvragen die in de zomervakantie als vakantiebaan het materiaal zou omzetten: naar keuze op de interne server of als Wikiwijs-arrangement. Dit aanbod werd door de collega's hogelijk gewaardeerd, en zelfs in de vakantie kwamen nog aanvragen binnen. Uiteindelijk is het materiaal door 8 leerlingen omgezet. Het stond klaar op de eerste schooldag. Dit heeft er mede voor gezorgd dat de overgang naar SOMtoday op een positieve manier is verlopen.

Studiedag: eerste schooldag

Op de eerste schooldag kon het overgezette materiaal worden bereikt, kon eventueel de laatste hand worden gelegd aan studiewijzers en kon aandacht worden besteed aan het 'wegwijs' worden m.b.t. de elo van SOMtoday.

 

De praktijk

Het implementatietraject is goed verlopen.

Het overnemen van het verzamelde lesmateriaal zodat dit na de vakantie voor eenieder beschikbaar was in de nieuwe vorm, zorgde voor goodwill.

 

De leerling centraal

Bij de start van het BYOD-traject in 2012 maakten we gebruik van Teletop: een elo waar we al langer ervaring mee hadden.

In schooljaar 2013-2014 zijn we gestart met SOMtoday als vervanging voor Teletop. De invoering is in principe voorspoedig verlopen. Al snel bleek dat de nieuwe elo vele malen helderder was voor ouders dan de oude. Ouders van nieuwe brugklassers keken vanaf de eerste dag mee. Aandachtspunt voor ons was dat we onszelf weliswaar een 7,5 gaven voor de mate waarin de elo gevuld was maar dat ouders (terecht) minimaal een 9,9 verwachtten. Tijdens de inspraakavond voor ouders in september was de opkomst massaal en werden we met ons neus op de feiten gedrukt. Belangrijkste punten van kritiek waren onduidelijkheid rond de proefwerkband (deze werd niet in SOMtoday gemeld) en de verwarring in data waarop huiswerk af moest zijn. Na de avond is de eerstvolgende studiedag aan dit onderwerp gewijd en zijn de nodige verbeteringen doorgevoerd.

Omdat docenten in het algemeen vakgericht de elo vullen is het vaak lastig om zich het resultaat voor de leerling voor te stellen. Wanneer we echter de leerling centraal stellen is het 'kijken door de ogen van de leerling' cruciaal. Binnen SOMtoday is het beperkt mogelijk om een leerlingview op te roepen maar niet alle functionaliteiten zijn voor een docent oproepbaar.

We hebben daarom voor de studiedag een filmpje gemaakt met de blik van de leerling. Dit zorgde er voor dat er veel meer begrip kwam voor de richtlijnen voor het vullen van de elo en heeft ervoor gezorgd dat het eenduidig vullen van de elo verder is verbeterd.

Wat ziet de leerling in SOM?

De praktijk
  • De elo goed vullen en blijven vullen blijft aandacht vragen. Is ook onderdeel van bespreking in de kernteams. Sinds we werken met SOMtoday zijn ouders ook erg actief wanneer de elo onvolledig gevuld is.
  • Het is belangrijk om de wijze waarop we de elo vullen kritisch te blijven bezien. We moeten in de bovenbouw anders omgaan met de elo dan in de onderbouw en doen dit nog onvoldoende / onvoldoende op dezelfde manier. Ook hier geldt: de leerling centraal, dus het beeld dat de leerling krijgt moet helder zijn.
  • Het feit dat SOMtoday geintegreerd is met het adminsitratieve systeem en de roostinformatie uptodate is, werken in de praktijk erg prettig. Huiswerk e.d. is daartoe zeer goed en gemakkelijk op te geven. Ook het afvinken van huiswerk door leerling en docent werkt prettig.

 

Relevante links

Werken met SOM (docent)

Werken met SOM (leerling)
Ook voor het werken van de leerling met SOM zijn ICT-vaardigheidskaarten gemaakt.

Werken met je device

Klassenmanagement

Veel collega's gaven bij aanvang van het BYOD-traject aan dat ze graag een hulpmiddel zouden willen hebben om overzicht te houden over waar de leerlingen mee bezig zijn. In de praktijk bleek het lastig een tool te vinden dat kon samenwerken met onze oplossing voor het draadloos netwerk van Xirrus. Het eerste jaar zijn we dan ook gestart zonder een dergelijk tool, met de toezegging dat we zodra dat mogelijk was een tool zouden gaan gebruiken. Onze pilotklassen waren 1 h/v en 1 v-klassen. Na enige tijd gaven de meeste docenten aan dat een tool weliswaar handig zou zijn geweest, maar dat het 'zonder' ook ging.

In de praktijk bleek het volgende jaar dat in het algemeen de 'verleiding' van een device met internetverbinding voor je neus voor de gemiddelde VMBO-leerling lastiger te weerstaan bleek dan voor de gemiddelde havo/vwo-leerling. Inmiddels was ook een tool gevonden dat met Xirrus kon samenwerken: Impero. Dit is software dat veel kanten kent. de ICT-afdeling gebruikt het om nieuwe versies snel te verspreiden over veel pc's. Maar daarnaast kan de docent er ook mee zien waar de leerlingen in zijn/haar klas mee bezig zijn.

 

Leren en het device

Leerlingen geven nogal eens aan dat ze leren vanaf een beeldscherm lastiger vinden dan uit een boek. De vraag hierbij is, of een leerling daadwerkelijk rechtstreeks vanaf het beeldscherm zijn teksten zou moeten leren. Wat kunnen wij de leerling aanreiken aan middelen om goed te leren? Dat geldt als de leertekst in een boek staat en dat geldt als de leertekst op een scherm staat of wanneer de leertekst versnipperd via bijvoorbeeld multimedia bij de leerling terecht komen. We zullen op zoek moeten gaan naar manieren om leerlingen de stof te laten verwerken, bijvoorbeeld door veel aandacht te besteden aan het samenvatten van de stof of aan open leervragen.

Daarnaast is papier niet verboden. Wellicht kan in sommige gevallen een reader op papier een goed idee zijn.

We zijn met z'n allen honderden jaren gewend geweest aan het leren uit boeken.

Onze didactiek is nog niet echt aangesloten op alle nieuwe mogelijkheden. Het is een zoektocht om het device daar in te zetten waar het ook meerwaarde biedt.
 

Digitaal lesmateriaal

Het digitaal lesmateriaal dat via uitgevers kan worden verkregen begint langzamerhand iets meer afstand te nemen van een 'boek achter glas'. De mate van interactiviteit en soms zelfs adaptiviteit groeit en er verschijnen steeds meer leerlingvolgsysteempjes. Ook zijn er enkele voorbeelden van uitgeversmateriaal dat niet persé  een 'dikke' methode is.

Projecten

Er worrden geregels projecten uitgevoerd die zonder 'devices' lastig realiseerbaar zouden zijn, zoals een ondertitelproject, filmprojecten, of een twitterproject.

 

 

 

De praktijk

Impero

Dit wordt gebruikt, maar is soms niet betrouwbaar. Leerlingen verwijderen soms de benodigde software van hun laptop. Aan het begin van schooljaar 2014-2015 was de dekking van de wifi niet overal optimaal wat ook de werking van Impero verstoorde. 

Digitaal leermateriaal uitgevers

Dit materiaal laat zich weer onderverdelen in categorieën: boek + e-pack, digitale module(s) of volledig digitale methode. We hebben onderzoek gedaan naar het gebruik hiervan in de klas. Voor wat betreft het gebruik van boek + e-pack blijft dit achter bij de verwachtingen.

Boek + e-pack

  • soms is het gebruik vrijblijvend ('als je wilt kun je hier ook mee oefenen')
  • soms wordt het materiaal alleen gebruikt door de docent om iets op het digibord te tonen
  • er zijn ook voorbeelden waarbij het digitale materiaal wél structureel wordt ingezet

Digitale module(s)

We hebben hier twee voorbeelden van: module grammatica voor Engels (Score) en modules voor Nederlands (Plot26). Beiden worden goed in structureel gebruikt. Het gaat hier om modules die het werken in de klas wezenlijk veranderen: bij Score werken de leerlingen op hun eigen niveau. Plot26 bestaat uit betekenisvolle opdrachten aan de hand van een verhaal of avontuur en worden de modules in samenspraak met de docenten ontwikkeld. Leerlingen zijn over beide modules zeer positief.

Volledig digitale methode

Voor geschiedenis in de eerste klassen en biologie in de tweede klassen wordt gebruik gemaakt van een volledig digitale methode. Het digitale materiaal wordt structureel ingezet. Als voordeel wordt het leerlingvolgsysteem gezien. Doordat heel veel oefeningen digitaal worden gemaakt en het resultaat per leerling wordt opgeslagen ontstaat een beeld per leerling zonder dat de docent hier veel tijd aan kwijt is. Aangegeven wordt dat hierdoor tijd ontstaat om bijvoorbeeld met een groepje leerlingen de stof extra door te nemen. Eén docent geeft aan, erg te moeten wennen en nog te twijfelen, de overigen zijn positief.

Leerlingen zijn 'neutraal' over de digitale methodes: sommige leerlingen hebben moeite met het rechtstreeks leren van een beeldscherm (zie eerder), sommigen geven aan het niet onverkort als voordeel te zien dat de docent hun voortgang steeds kan zien via een volgsysteem.

 

Zelf gearrangeerd materiaal

Dit wordt in het algemeen goed gebruikt. Dit is verklaarbaar omdat docent/sectie het materiaal zelf heeft gekozen en klaargezet voor de leerling.

VO-content

We maken op school gebruik van StudioRekenen, CountonMe en de Eindexamensite. Alledrie zijn voorzien van een leerlingvolgsysteem.

StudioRekenen/CountonMe

Het gebruik is in schooljaar 2014-2015 behoorlijk vrijblijvend geweest. Er heeft geen echte sturing m.b.v. het leerlingvolgsysteem plaatsgevonden. In komend schooljaar verschijnt van beide systemen een nieuwe versie. We gaan dit in schooljaar 2015-2016 weer gebruiken, mogelijk meer gestructureerd, als onderdeel van de rekenmodules.

Eindexamensite

In schooljaar 2014-2015 is Eindexamensite meer gestructureerd ingezet. Doordat SOM op dat moment nog geen schoolaccount voor docenten had, was het iinrichten van het leerlingvolgsysteem wel omslachtig. (dat gaat aanstaand schooljaar beter worden). Het daadwerkelijk gebruik door leerlingen was lastig meetbaar. Waarschijnlijk is dit ook hier in de meeste gevallen vrijblijvend geweest.

Overig

Er wordt incidenteel gebruik gemaakt van stukjes materiaal uit de stercollecties. Bijvoorbeeld bij maatwerk.

Tools

Veel gebruikt tool in de klas is Kahoot voor het maken van digitale quizzen. Socrative wordt ook wel gebruikt.

Daarnaast wordt - sterk afhankelijk van de docent - gebruik gemaakt van veel verschillende tools (bijv. Powtoon, Prezi, Voki, Padlet, Linoit).

Digitaal toetsen

Of dit (al) gedaan wordt is sterk afhankelijk van de docent. Bij informatica, aardrijkskunde en maatschappijleer wordt veel gebruik gemaakt van winToets. Geschiedenis is daar dit jaar eveneens mee gestart.

We hebben de beschikking over een student die toetsen kan digitaliseren in WinToets wat erg helpt om de drempel te verlagen.

 

(Succesvolle) inzet ICT

Als je gaat werken met eigen laptops in de klas ga je uiteraard aan de slag met de inzet van ICT in de klas. Dat kan op heel veel manieren, van het inzetten van handige tooltjes, het slim samenwerken, het communiceren met het buitenland tot het inzetten van digitaal lesmateriaal bij je methode. 

Niet alles wat je doet is even geslaagd. 

Hierbij een aantal voorbeelden van zaken waar het Mondriaan goede ervaringen mee heeft. 

Materiaal met leerlingvolgsysteem

Volledig digitale methode met leerlingvolgsysteem. Er is enige adaptiviteiten ingebouwd.

Leerlingen staan in principe 'neutraal' tegenover de methode.

Van de leerling wordt verantwoordelijk gedrag verwacht: gedeeltelijk kijkt de leerling de eigen prestaties na aan de hand van een modelantwoord. Eerder keken leerlingen vaak niet na of hadden daar zelfs geen mogelijkheid toe. Nu wél, maar het is een hele verantwoordelijkheid voor ze. Dat is bij het werken in een werkboek in feite ook zo. Maar nu kan de docent heel gemakkelijk meekijken en waar nodig een gesprek aangaan.

Ouders zijn ook bezorgd of hun zoon/dochter wel op die manier kan leren. Het gaat om  het verwerken van de stof. Als je een boek hebt is het niet handig om alleen maar steeds de tekst uit het boek te lezen en zo is het ook niet handig om alleen op je scherm te kijken. Investeren in het maken van samenvattingen is bijvoorbeeld belangrijk. Praten in de klas, samenwerken en groepsopdrachten, open leervragen etc. zijn van groot belang.

Als je naar de resultaten kijkt zie je dat daar een opgaande lijn in zit. Het is dus ook een kwestie van wennen.

Docent geeft aan dat daadwerkelijk sprake is van tijdwinst: door het dashboard en de mogelijkheid om in detail mee te kijken wordt direct duidelijk waar eventueel onderwerpen nog nader besproken moeten worden en wat al verwerkt is.

 

Kenmerken van de meeste digitale methoden

Momenteel heeft veel van het digitale materiaal van de uitgevers een aantal kenmerken gemeen.

Zie de link naar dit filmpje: http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1699608

Adaptiviteit

Jump (voorheen Score) (filmpje Malmberg)

Het Mondriaan College deed in schooljaar 2014-2015 mee aan de pilot van Malmberg voor de adaptieve module grammatica voor Engels: Score. Inmiddels gebruiken we de opvolger 'Jump' schoolbreed in de eerste klassen.

Alle docenten Engels waren direct positief over het idee om mee te doen aan deze pilot. Eén van hen zei bij de eerste demo: ik weet niet of dit gaat werken, maar het is de beste poging die ik tot nu toe heb gezien. Tijdens het pilotjaar was het tool nog duidelijk in het beginstadium. 

De docent richten de module zelf in. Dat kan alleen als je je bewust bent van wat je leerlingen eigenlijk moeten leren in de zin van onderwerpen/leerdoelen. En de vier docenten die meedoen met de proef hadden er ook geen moeite mee. Leerlingen starten met een instapoefening en kunnen daarna (binnen de te behalen leerdoelen) kiezen. Dat gaat op een speelse manier, de leerdoelen worden gesymboliseerd door ijsbolletjes. Heb je een doel behaald, dan is je ijsje klaar.

De opdrachten die een leerling krijgt zijn afhankelijk van allerlei gegevens die onderwater zijn verzameld. Daar wordt bijv. ook bij betrokken hoeveel tijd de leerling nog heeft voor het volgende proefwerk.

Welke vragen en uitleg er binnen de ijssmaken naar voren komen, hangt af van een heleboel factoren. Er ontstaat zo een behoorlijk beeld van de leerling, met ook informatie als ‘deze leerling begint op het laatste moment met leren/oefenen’. (in de pilotfase zag je dit nog niet: Jump wil hier wel naartoe, maar moet nog 'groeien')

Wat je als docent al wel ziet is wanneer een leerling 'vast' zit op een stuk. De leerling krijgt - als een oefening niet lukt - de uitleg op diverse manieren aangeboden. Blijft het niet lukken, dan krijgen leerling en docent de melding dat ze elkaar even op moeten zoeken.

Leerlingen zijn in het algemeen positief over deze manier van werken. 

Inmiddels is het tool al wat verder uitgekristalliseerd en is m.n. de docentenmodule uitgebreid t.o.v. het eerste jaar.

Website Jump

Docenten

Adrie van Schijndel, Carola Lubberding, Suzanne Vlak

Interactiviteit

In het jaar 2014-2015 is het Mondriaan College pilotschool geweest voor Plot26. Dit schooljaar gebruiken we Plot26 in alle eerste klassen. 

Website Plot26

Aan de hand van spannende verhalen voert de leerling allerlei opdrachten uit. Er zijn game- en rollenspelelementen aanwezig. 

Leerlingen krijgen bijvoorbeeld de opdracht om een officiële mail te schrijven aan de Officier van Justitie met het verzoek om inzage in een bepaald dossier. Dat dossier hebben ze nodig (en moeten ze dus ook lezen) om informatie te krijgen over een moord. Uiteraard moeten ze die moord zien op te lossen. 

Leerlingen vinden dit in het algmeen erg leuk.

Hieronder de link naar een filmpje waarin door Plot26 wordt uitgelegd wat het materiaal inhoudt.

Wat is Plot26

Docenten

Jos de Louw, Linda Ceelen, Melanie Philips, Lindy vd Hengel

Leerlingproject: ondertitelen voor geschiedenis

Ondertitelproject: Crash Course World history
Leerlingen uit 6 VWO hebben bij Engels filmpjes van John Green (Crash Course World history) ondertiteld zodat deze ook bruikbaar zouden zijn voor de leerlingen van 4 havo bij geschiedenis.

Meer informatie

Wil je meer weten over het ondertitelen van filmpjes? Gebruik onderstaande link:

http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1699434

Docenten

Ad van Dijk, Kristel Biemans

Prijsvraag: help je docent

We hebben een prijsvraag uitgeschreven waar docent en leerling als koppel op in konden schrijven. De leerling kon met zijn/haar idee om de docent ICT-vaardiger te maken een iPad-mini winnen.

Ontwerpopdracht met Sketchup

Leerlingen hebben in Sketchup een ontwerp gemaakt voor de nieuwe aula.

http://maken.wikiwijs.nl/47898

Hier is door de leerlingen met veel plezier aan gewerkt.

Sketchup kent een gratis variant met behoorlijk veel mogelijkheden. http://maken.wikiwijs.nl/47898

Serious games

Interview leerlingen 3 VWO+ over hun opdracht Miniconomy

www.miniconomy.com

Miniconomy is een spel waarin je kunt handelen met duizenden andere spelers. Het spel kent een open versie en een versie die specifiek gericht is op het onderwijs. Een aantal belangrijke educatieve aspecten van Miniconomy: Handelen in goederen, aandelen, grond en onroerend goed, Kostprijsberekening, Balans en resultatenrekening, Marketing, Wet van vraag en aanbod, Concurrentie, Bankwezen, Financiering, Samenwerken

In het onderstaande filmpje worden leerlingen geinterviewd die thuis bezig zijn met hun opdracht Miniconomy (2011, Mondriaan College Oss, 3 VWO+)

Tijdens de opdracht die drie weken duurt houden zij een logboek bij waarin zij hun ervaringen optekenen. Dit logboek wordt later in de klas besproken.

Aan het in schoolverband meedoen met Miniconomy zijn enige kosten verbonden.

Naast Miniconomy bestaan er verschillende andere simulatiegames voor economie, bijvoorbeeld: Bizzgames en Plaza Challenge. Ook deze games kennen een specifeke omgeving voor gebruik door scholen.

Waarom zou je serious gaming inzetten in je onderwijs en meer voorbeelden:

http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1795362

Samenwerken via Office 365 (of Google)

Leerlingen analyseren spotprent

Leerlingen geschiedenis bovenbouw hebben spotprenten geanalyseerd en daarbij gebruik gemaakt van Thinglink. Met behup van Thinglink maken leerlingen een interactieve ontdekplaat en kunnen zij op iedere gewenste plaats commentaar, afbeeldingen of links naar verklarende video's invoeren.

Daarna worden de platen in de klas besproken.

Leerlingen en docent waren tevreden over deze aanpak.

Hoe werkt Thinglink

http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1700111

 

Docent

Kristel Biemans

Vragenuurtje via skype voor eindexamenleerlingen

Bij geschiedenis zijn tijdstippen afgesproken ('s avonds) waarop eindexamenkandidaten kunnen chatten via skype met hun docent en op die manier vragen kunnen stellen. 

Heel succesvol: erg veel leerlingen maakten hier gebruik van. Werd zeer gewaardeerd.

Variatie bij leesvaardigheid

Bij Engels is een eerste proef gedaan waarbij de mogelijkheid is gegeven:
 

- een eigen keuze voor een te lezen boek te maken

- samen met de docent een evaluatiemethode te kiezen.

In de eerste proef is gekozen voor een 'review' op beeld. Deze is verspreid via de klasse-app en de leerlingen hebben er ook via de klasse-app op gereageerd.

De eerste resultaten waren positief. Deze proef zal worden uitgebreid.

Docent

Adrie van Schijndel

Doorgeefverhaal schrijven

Deze proef is bedoeld om leerlingen beter te betrekken bij elkaars ‘schrijf producten’.

De procedure is als volgt:

  • Leerlingen noemen aan het begin van de les een aantal woorden (improvisatie) die in de ICT – tool ‘wheeldecide’ verwerkt worden. Als de woorden verzameld zijn bepaalt een rad van fortuin welk woord gekozen wordt als uitgangspunt voor de schrijfopdracht.
  • www.wheeldecide.com)
  • Dit woord moet door elke leerling gebruikt worden in de eerste zin.
  • Elke leerling krijgt anderhalve minuut (kan natuurlijk variëren) de tijd om een begin te schrijven. Bovendien geeft de leerling een tip voor het vervolg.
  • Na anderhalve minuut schuiven leerlingen door naar een volgend device (elk device krijgt een nummer). De leerling houdt de tijd in de gaten door te kijken naar de klok die meeloopt op het bord( http://www.online-topwatch.com/online-clock ) Hij/Zij  krijgt dan anderhalve minuut de tijd om een vervolg te schrijven. Hij/Zij geeft een top en tip over datgene wat al geschreven. De volgende leerling moet dat weer verwerken.
  • Dit roulatie systeem gaat een tijdje door. Afhankelijk van de tijd kunnen leerlingen het device van alle leerlingen bekijken.
  • Als alle leerlingen weer teruggekeerd zijn bij hun eigen computer bekijken ze het eindresultaat.
  • Tot slot geven leerlingen hun mening over deze manier van werken. Daarvoor wordt de tool www.padlet.com gebruikt. De leerlingen kunnen dan alle commentaren bekijken en hierop reageren (voor iedereen zichtbaar op hun eigen device als op het bord. (laat de leerlingen niet anoniem reageren).

Handleiding digitaal prikbord (Padlet)

Docent

Adrie van Schijndel

Bovenschools filmproject

We hebben een filmproject gedaan met een school uit Londen. 2x is er een skype-sessie afgesproken (lastig te organiseren i.v.m. tijdsverschil en afwijkende vakantieperiodes) en over en weer zijn filmpjes gemaakt en gedeeld via Padlet.

Uiteindelijk is onze VWO+3 klas op bezoek geweest in Londen.

Handleiding Padlet

 

Nasynchronisatieproject MVT

We hebben zowel bij Engels als Frans nasynchronisatieprojecten gedaan. Leerlingen kijken naar het filmpje en noteren de tekst. Daarna zijn er veel mogelijkheden, bijvoobeeld.

  • de leerlingen spreken het filmpje opnieuw in vanaf de uitgeschreven tekst
  • de leerlingen vertalen de tekst en spreken de vertaalde tekst in (van Engels naar Duts, van duits naaar Frans etc.)
  • de leerlingen bedenken een eigen tekst en spreken die in

 

http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1699446

Eigen stem opnemen bij MVT

www.voki.com

Een voki is een sprekend figuurtje. De leerling kan dit figuurtje (avatar) via internet (gratis) zelf vorm geven en aankleden. Vervolgens kan de leerling tot een minuut aan tekst inspreken. De voki zal daarna die tekst uitspreken en daarbij zijn/haar lippen min of meer levensecht bewegen.

Ervaring leert dat leerlingen een aantal malen hun tekst uitspreken en opnemen voor zij tevreden zijn: zij lopen tijdens het inspreken tegen hun fouten en aarzelingen aan en horen het dan terug. In het algemeen doen de leerlingen het dan over. Sterker nog, ze doen het misschien wel 5x over. Allemaal oefening.
Ze komen er ook achter dat ze zo’n inspreekoefening moeten voorbereiden: dat onderschatten ze nog wel eens als ze in de klas iets moeten vertellen. Wordt een spreekvaardigheidsoefening rechtstreeks in de klas gedaan dan zal de leerling daar vaak minder mee bezig zijn.

De docent kan op zijn/haar gemak luisteren hoe leerlingen de betreffende taal uitspreken. Het is lastig om in 50 minuten iedereen een ‘beurt’ te geven, maar op deze manier kan het wel. Bovendien kunnen leerlingen dit opslaan in een portfolio/blog en zo zelf een dossier bijhouden om te kijken hoe/of ze vooruitgaan.

Een voki heeft zijn beperkingen. De minuut spreektijd is wel erg kort voor de bovenbouw en bovendien zal een sprekend figuurtje vooral jongere leerlingen aanspreken. Maar via Windows 'opname' of via een gratis tool als Audacity is het mogelijk om geluidsopnames via de pc te maken. Ook via een mobieltje kan dat natuurlijk. 

Audacity, Voki

http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1699485

Het resultaat

Twitteren uit naam van je hoofdpersoon

Bij Nederlands literatuur lezen alle leerlingen een boek. Iedere 15 pagina's versturen zij een tweet namens hun hoofdpersoon over wat die hoofdpersoon heeft meegemaakt of bezighoudt.

Leerlingen gingen ook spontaan reageren op elkaars hoofdpersoon.

Effect was, dat er in het algemeen sneller werd gelezen en het boek ook beter werd begrepen.

De leerlingen vonden deze aanpak prettig.

Zie voor twitteren in de klas:
 

 

Docent

Jos de Louw, Marloes Musters

Leerlingen kiezen eigen eindopdracht

Bij geschiedenis bovenbouw kiezen leerlingen aan het eind van een hoofdstuk hun eigen eindopdracht, bijvoorbeeld:

Leerlingen ervaren deze aanpak als prettig. Docent geeft aan dat de resultaten in vergelijking met vorig jaar hoger zijn.

http://maken.wikiwijs.nl/69446/VWO_6___Verlichting___Duitsland_1871_1945_

Docent

Kristel Biemans

Leerlingen kiezen eigen toetsmoment

In november '2015 zijn we gestart met het project 'formatief toetsen

Het is de bedoeling dat leerlingen Duits en Frans zelf in eigen tempo kunnen toewerken naar een bepaald doel (in dit geval het beheersen van de stof uit een hoofdstuk van de methode) en zelf de regie hebben over het moment waarop zij hierover getoetst willen worden.

De bedoeling is dat de toetsen een meer formatief karakter hebben.

Het uitgangspunt is dat niet iedere leerling dezelfde toets doet, maar dat iedere leerling een vergelijkbare maar niet gelijke toets krijgt aangeboden.

Start

Inmiddels is met dit systeem gestart. Leerlingen krijgen op verzoek een toets aangereikt. Deze is momenteel op papier. Er is een A- en een B-versie.

Leerlingen geven aan dat zij deze manier van werken als prettig ervaren. Een uitgebreide enquête naar de bevindingen wordt in maart afgenomen.

Momenteel vinden de toetsen in het eigen lokaal plaats. Dit heeft als nadeel dat het soms rumoerig kan zijn. Er wordt gezocht naar een passende oplossing.

Opzetten itembank

Om efficiënter en flexibeler te kunnen toetsen, willen we de toetsen digitaal gaan aanbieden via de eigen BYOD-laptops van de leerlingen.

  • We willen een ‘itembank’ opzetten en zorgen dat de toets die wordt aangeboden iedere keer verschillende vragen bevat en dus niet voor iedere leerling gelijk is. Het systeem zou deze combinaties zelf moeten maken: de docent zou hier geen werk meer aan moeten hebben.
  • We willen dat de docent het moment kan kiezen waarop de toets voor een specifieke leerling beschikbaar is.
  • We willen dat de hoeveelheid nakijkwerk voor de docent verminderd wordt.
  • We willen dat de docent het overzicht houdt over de toetsresultaten van de leerlingen.

Tool

We willen gebruik gaan maken van Quayn. Quayn sluit aan bij WinToets dat binnen de organisatie al gebruikt wordt maar is de internetvariant. Dat betekent dat leerlingen het gemakkelijk kunnen opstarten vanaf hun eigen laptop. Quayn is dan niet ‘dichtgetimmerd’ zoals dat bij WinToets wel het geval is, maar bij meer formatief toetsen is dat ook niet zo’n bezwaar.

Quayn biedt mogelijkheden tot het vanuit de docent opstarten van toetsen en gecontroleerde afname, maar deze mogelijkheden vereisen een technische inrichting (aanmelden leerlingen op netwerk) die momenteel niet op het Mondriaan College is doorgevoerd. De mogelijkheden worden momenteel onderzocht.

Voorlopig gaan we werken met een wisselend wachtwoord om de toegang tot de toets wat te beperken. Dit is wel wat arbeidsintensiever voor de docent.

Eerste toetsen kunnen vanaf 23 maart 2016 worden afgenomen.

Hulpmiddelen om resultaten van leerlingen te verzamelen

Er zijn meer mogelijkheden, zie: http://maken.wikiwijs.nl/36678/Digitale_vaardigheden_docenten_Mondriaan_College#!page-1699989

Docent

Etienne Bovendeert, Rob Nijhuis

Leerlingen beoordelen peers

In november 2015 is het Mondriaan gestart met de eerste projecten rond 'peer review' waarbij leerlingen elkaars werkt beoordelen. 

Normaal gesproken maken leerlingen een werkstuk. Docenten kijken na en voorzien het werkstuk van commentaar en een cijfer. Leerlingen kijken naar het cijfer maar niet of nauwelijks naar het commentaar. Er gebeurt dus in feite weinig of niets met de feedback die is gegeven. 

We willen de leerling graag actief betrekken bij het geven en verwerken van feedback en gebruiken daarvoor het tool PeerScholar. (zie http://www.ict-edu.nl/peerscholar/wat/ 

In de eerste fase maken leerlingen een opdracht en leveren deze in. In de tweede fase ontvangen zij het werk van klasgenoten (naar keuze anoniem of niet) en beoordelen dit. In de derde fase krijgen de leerlingen hun eigen werk terug, plus het commentaar dat anderen daarop hebben geven. Vervolgens krijgen de leerlingen gelegenheid hun werk aan de hand van de binnengekregen feedback (en het eigen inzicht dat zij hebben verworven) verbeteren. 

De docent heeft uiteindelijk een heel dossier: het oorspronkelijke werk van de leerling, de feedback die de leerling heeft gegeven, de feedback die de leerling heeft gekregen en het uiteindelijke werkstuk, dat aangeeft hoe de leerling de feedback heeft verwerkt. Dit gehele pakket kan dan beoordeeld worden. 

De leerling is nu op een heel andere manier met de stof bezig geweest: hij heeft zijn eigen werkstuk kunnen vergelijken met de werkstukken van anderen en ook daarvan geleerd, en het feit dat de leerling in de gelegenheid wordt gesteld het eigen werk te verbeteren motiveert de leerling om ook echt iets te doen met de ontvangen feedback.

De eerste resultaten zijn zeer positief: de leerlingen (bovenbouw) gaven o.a. aan dat zij nu beter begrepen hoe docenten eigenlijk tegen hun werk aankeken.

Docent

Jolanda vd Ven, Marloes Musters, (Jan-Huub van Dartel, Sayra van Duren, Rob Nijhuis, Ton van den Hoogen)

Arrangeren

Gedeeld door Mondriaan
Zoveel mogelijk materiaal dat is gearrangeerd / gerearrangeerd is ook weer publiek gedeeld.

Dit materiaal wordt in een aantal gevallen daadwerkelijk buiten de school gewaardeerd: te zien aan toegekende beoordelingen en keurmerken.

Voorbeeldje rearrangeren
Dit is materiaal van VO-content. De leerlijn is thematisch georiënteerd, maar wij hebben de elementen verschoven en alleen uitleg + oefeningen verzameld voor grammatica, woordenschat, spelling en lezen.