1. Welke collega's

Start BYOD

We hebben de vraag neergelegd bij de secties welke docent(en) in klas 1 met BYOD zouden gaan starten. We hebben bewust getracht om niet uit te komen bij een hele groep voorlopers, maar in het team ook mensen op te nemen die wat kritischer tegenover het geheel stonden. Het idee erachter was dat hierdoor een heel team en dus ook flink wat vakken het device in de les zouden gaan gebruiken. Wij vonden dit belangrijk. Ouders financieren (minimaal voor een gedeelte) het device. Wordt het in de les maar sporadisch gebruikt dan zetten de ouders terecht vraagtekens bij hun investering.

Vervolg

Naarmate BYOD langer loopt en langzamerhand steeds meer jaarlagen en niveaus gaan meedoen wordt deze vraag natuurlijk steeds minder relevant.

De praktijk:

  • Het feit dat we door de secties hebben laten besluiten welke collega’s met BYOD zouden gaan starten werkte positief.
  • Goed was ook dat het eerste team inderdaad niet alleen voorlopers telde. Echter, de verdeling was wel wat scheef: de 'grote vakken' konden aan de collega's vragen wie zich geroepen voelden. Bij de kleinere vakken was er niet veel keus. We zagen daarom ook vooral voorlopers bij de grote vakken, 'gemiddelde' of terughoudende docenten bij de kleine.
  • Onvermijdelijk komen na een paar jaar ook alle collega’s aan bod die relatief terughoudend tegenover ICT in de klas staan. Je hoopt dan eigenlijk dat een sectie tegen die tijd een terughoudende collega heeft ‘meegekregen’ maar in de praktijk heeft dit niet zo gewerkt. Eigenlijk is het bij ons zo dat bij ons binnen de sectie relatief weinig ‘olievlekwerking’ optreedt binnen de sectie. Wellicht komt het doordat wij hoofdzakelijk in kernteams georganiseerd zijn? In ieder geval is dit iets om rekening mee te houden. Wij hebben met een aantal secties (Engels, Nederlands, wiskunde) een sessie gehouden begeleid door Kennisnet. We proberen ook te stimuleren dat secties onderling digitaal materiaal uitwisselen door bijvoorbeeld in eenzelfde arrangeeromgeving te werken, maar dit traject is nog sterk voor verbetering vatbaar.
  • Het is essentieel dat we met z’n allen het beleid van de school onderschrijven en uitvoeren. In de praktijk gaat dit bij ons niet vanzelf en is het ook niet voor iedereen vanzelfsprekend.
  • Collega’s gaan ook uit dienst. Veel collega’s van het eerste uur zijn inmiddels een schaal opgeschoven of zijn teamleider op een andere school. Winst voor de collega’s maar verlies voor ons: want nieuwe collega’s worden inmiddels geacht op een rijdende trein te springen en dat is niet altijd simpel. Er is in sommige gevallen sprake van een echt ‘gat’ dat de nieuwe collega heel snel moet zien te dichten. Dat kan heel erg lastig zijn en soms niet lukken. Wij merken nu dat we soms een stap terug moeten zetten om een nieuwe collega te kunnen laten aanhaken (‘terug’ kan dan bijvoorbeeld betekenen: terug naar de (digitale) methode van een uitgever).