Welkom op het leerpad rond gender/transgender in het onderwijs!
Dit leerpad is een digitale 'cursus' voor alle leerkrachten en verwante externe instanties (bv. CLB) in het secundair onderwijs die meer willen leren rond gendervarianten in het onderwijs.
U vindt aan de linkerzijde een menubalk waar u alle thema's terugvindt. Alle thema's dienen doorlopen te worden, behalve het thema achtergrond informatie. Dit thema is voorbehouden voor leerkrachten die nog meer over het onderwerp willen lezen.
We beginnen met een aantal algemene vragen over transgenderisme. Zo kan u nagaan wat u al weet over dit thema én wat uw eigen opvattingen zijn rond transgenderisme.
Op het einde van elk thema vindt u eveneens een zelftest, zo kan u vrijblijvend testen of alles voor u duidelijk was.
Alvast veel succes!
Citation Peggy Cohen - Kettenis, VU Amsterdam, The Netherlands
" Humanity is divided in two categories:
- Those who believe that it is possible for humanity to be classified in 2 categories,
- And those who believe that it is not.
The majority of humanity when discussing the distinction 'men vs. women' belong to the first group."
In het gewone dagelijkse leven hoor je wel eens uitspraken rond transgenderisme:
"Sofie kleedt zich in het weekend wel eens als man, zij moet wel transgender zijn."
"Die jongen draagt meisjesachtige kleren, hij is zeker transseksueel?"
"Tom gaat graag naar de balletles, dat is toch echt niet voor jongens?"
Hieruit kan u al afleiden dat transgenderisme over meer handelt dan enkel je uiterlijk en kleding stijl. Dit thema is veel breder dan de meeste mensen verwachten. Transgenderisme bestaat uit zeer verscheiden aspecten, die elk hun eigen naam dragen. We beginnen daarom met het verklaren van enkele termen, om alles wat te verduidelijken.
1. Gender
Bij gender wordt automatisch gedacht aan het geslacht. Dit begrip omvat echter veel meer dan dat. Gender is in feite een overkoepelende term voor alle begrippen die verband houden met het (al dan niet) biologische geslacht. Hieronder vindt u een verduidelijking van de terminologie.
Geslacht
Het begrip geslacht houdt het lichamelijke aspect in dat we bij de geboorte vaststellen (jongen of meisje), met hun respectievelijke geslachtskenmerken en voortplantingsorganen.
Gender
Gender wordt getypeerd als het sociale/culturele geslacht. Het verwijst naar verwachtingen, beschrijft normen en in het algemeen sociale ideeën die de bevolking heeft over wat een vrouw of man al dan niet kenmerkt. Daarnaast verwijst het ook naar de manier waarop deze rollen zich presenteren. Afhankelijk van de cultuur kunnen de opvattingen over het man of vrouw zijn verschillen.
Genderrol
De bevolking heeft bepaalde verwachtingen over hoe mannen of vrouwen zich dienen te gedragen. We spreken hier van een genderrol. Zo kennen we allemaal de stereotype opvatting dat mannen gaan werken voor het inkomen en dat vrouwen voornamelijk voor de kinderen zorgen.
Genderidentiteit
Ondanks dat we meestal onbewust zijn opgegroeid met bepaalde opvattingen over man of vrouw zijn, kan het gebeuren dat een persoon zich innerlijk niet kan vinden met zijn biologisch geslacht. We spreken hier van een subjectieve gewaarwording: iemand voelt zich vrouw of man of een combinatie van beide. Dit noemen we het ontwikkelen van een genderidentiteit.
LGBT
Internationaal hanteert men de afkorting LGBT om o.a. transgender jongeren aan te duiden en alles wat daarmee te maken heeft. LGBT staat voor Lesbian, Gay, Bisexual and Transgender.
2. Genderdysforie
Genderdysforie is het onbehaaglijke gevoel dat een persoon ervaart en toeschrijft aan de tegenstelling tussen de genderidentiteit enerzijds en het biologische geslacht anderzijds.
Bv. Een persoon die een vrouwelijk geboortegeslacht heeft, maar een mannelijke genderidentiteit ervaart.
Genderdysforie is een overkoepelende term en bestaat uit verschillende gradaties. Zo kunnen travestie en transgenderisme evolueren naar transseksualiteit, maar dit is niet noodzakelijk en gebeurt ook zeker niet altijd.
2.1. Travestie
Bij travestie denken vele mensen aan zogenaamde "drag queens". Deze personen horen inderdaad onder de term travestitisme, maar zijn er slecht een onderdeel van. Een overzicht:
Drag Queen/King
Iemand die zich voor de show verkleedt en zich uitbundig opmaakt als iemand van het andere geslacht. Deze show gaat doorgaans gepaard met veel glitter en glamour. Men spiegelt zich vaak aan bekende vrouwen. Het fenomeen komt vaker voor in homomilieus en is meestal te zien in het uitgaansleven. Denk hierbij aan discotheken, parades, ...
Travestiet
Ook een travestiet kleedt zich als iemand van het andere geslacht. Hier valt echter het showcomponent weg, de travestiet trekt gewone, dagdagelijkse kleren aan. Deze personen kennen de dwingende behoefte om zich zo te kleden, maar dit gebeurt meestal wel in de eigen omgeving. Travestieten erkennen wel hun reële geslacht en voelen zich ook hoofdzakelijk "man" of "vrouw", maar ze nemen ook graag eens de rol en kledij van het andere geslacht over. Belangrijk om te onthouden is dat er bij travestieten een seksuele component voorkomt. Het verkleden zorgt voor een seksuele kick of opwinding.
Cross-dressing
Cross-dressers gaan zich, zoals het woord al aangeeft, ook kleden als iemand van het andere geslacht. Het onderscheid met travestie is het wegvallen van de seksuele component. Men zal dit gedrag verbergen, vaak verkleedt men zich alleen in de veiligheid van het eigen huis. Ook vrouwen kunnen cross-dresser zijn. In onze maatschappij wordt het echter algemeen aanvaard dat vrouwen mannenkleding dragen, waardoor dit zelden opgemerkt wordt.
2.2 Transgenderisme
Transgender definieert personen die zowel mannelijke als vrouwelijke identiteitskenmerken combineren. Beide kenmerken zijn hier sterk aan- of afwezig. Een transgenderist kan zich dus zeker man én vrouw tegelijk voelen, maar het kan ook gebeuren dat iemand zich noch met het ene geslacht, noch met het andere identificeert.
In andere gevallen zal een transgenderist lichamelijke aanpassingen ondergaan om het lichaam in overeenstemming te brengen met de lichaamsbeleving.
Evolutie van de terminologie
Omstreeks 1966 werden louter de begrippen 'travestie' en 'transseksualiteit' gehanteerd. Van transgenderisten was er absoluut nog geen sprake. In de 'Sex orientation scale' van Benjamin (1966) werd een verdeling in hokjes gehanteerd. De zogenaamde transgenderisten pasten niet volledig in deze schaal en hadden dan ook vaak het gevoel hier ergens tussenin te zitten. Volgens de schaal van Benjamin zouden we transgenderisten kunnen omschrijven als 'transseksueel niet-operatief' en 'echte transseksueel verregaand'. De termen uit de classificatie van Benjamin worden nauwelijks nog gehanteerd, de term 'transgenderisme' maakte daarentegen wel zijn intrede.
Voorkomen
Er is weinig geweten over het effectieve voorkomen van transgenderisme. Volgens sommigen zijn de nu bekende transgenderisten slechts een fractie van het totale aantal. Doordat de term 'transgenderisme' vroeger niet herkend werd, resulteerde dit vaak in het terechtkomen bij een andere categorie. Zo zullen personen die bestempeld werden als travestiet of transseksueel zich nu beter thuis voelen onder deze nieuwe term. Verder zag men ook nog dat iemand die als travestiet aanzien werd, maar slechts een gedeeltelijke aanpassing van zijn lichaam wenste, niet in aanmerking kwam voor een medische behandeling. Als deze al werd goedgekeurd, dan diende men 'all the way' te gaan. Er zullen dus waarschijnlijk heel wat individuen ten onrechte als transseksueel bestempeld zijn.
2.3 Genderidentiteitsstoornis
Vroeger gebruikte men de term transseksualiteit voor de huidige term genderidentiteitsstoornis. Dit is de meest extreme vorm van genderdystrofie. Hierbij wijkt de genderidentiteit van een persoon af van het geslacht. Een persoon met een genderidentiteitsstoornis heeft twee kenmerken.
1) De persoon heeft een sterke en aanhoudende identificatie met het andere geslacht. Dit wordt zichtbaar door verschijnselen zoals de wens om tot de andere sekse te behoren, het frequent doorgaan voor iemand van de andere sekse, en het verlangen te leven en behandeld te worden als iemand van de andere sekse.
2) De persoon heeft een voortdurend gevoel zich niet comfortabel te voelen met de sekse. Dit wordt duidelijk door verschijnselen zoals het voortdurend bezig zijn met het kwijt willen raken van de oorspronkelijke primaire en secundaire geslachtskenmerken.
Een man die een geslachtsaanpassing ondergaan heeft om de geslachtskenmerken van een vrouw te krijgen, noemen we een transvrouw. Een transman is een biologische vrouw, die via geslachtsaanpassing man geworden is.
3. Voorkomen transgenderisme in België
Het voorkomen van genderdysforie is niet eenvoudig te bepalen. Dit komt omdat het een overkoepelende term is en bestaat uit verschillende gradaties. Daarnaast is slechts een klein deel direct 'zichtbaar' en 'meetbaar'. We hebben bijgevolg met een ijsbergfenomeen te maken.
De gegevens uit het rijksregister en medische data zijn eenvoudig meetbaar (en zichtbaar). Deze gegevens zijn de top van de ijsberg. Echter genderdysforie, gender ambivalentie en genderincongruentie zijn begrippen die op het gevoel van mensen slaan. Deze zaken zijn moeilijker meetbaar en niet direct zichtbaar.
Verder zien we dat de aanmeldingen in het UZ Gent elk jaar opnieuw stijgen.
De grote vraag is nu: "Wat kan ik als leerkracht doen bij leerlingen met genderdystrofie?"
We maken een onderscheid tussen maatregelen op het mesoniveau (de school) en het microniveau (de individuele leerkracht).
1. Mesoniveau: de school
Een bevorderend schoolklimaat heeft een positieve invloed op zowel de academische prestaties als het mentaal welzijn van de leerlingen.
De gendernormen en verwachtingen van de leerlingen spelen een bepalende rol voor het schoolklimaat. Het schoolklimaat reflecteert namelijk wat als 'normaal' gedrag gepercipieerd wordt. Recent onderzoek heeft een aantal effectieve strategieën naar voor geschoven om een veilige en ondersteunend schoolklimaat te creëren op vlak van gender non-conformiteit.
Onderstaand vind u een overzicht van maatregelen die toegepast kunnen worden in de praktijk om het schoolklimaat met betrekking tot transgenderisme te verbeteren of optimaliseren. Het toepassen van deze maatregelen is echter geen garantie voor een optimaal schoolklimaat, maar zal helpen bij de bevordering ervan.
Houdt mijn school voldoende rekening met transgenderisme?
Doorloop deze checklist (eventueel samen met de directie of een werkgroep) en ontdek waaraan u nog aan kan werken op mesoniveau. U kan ook een Word-versie vinden van deze checklist bij het onderdeel didactisch materiaal.
Test: Checklist mesoniveau
0%
U vindt onder dit item een checklijst met 11 vragen. U kan aan de hand van deze items nagaan hoe uw school het doet op vlak van (trans)gender beleid. U vindt deze checklist ook onder "didactisch materiaal", zo kan u het voor zichzelf bijhouden op papier. Alvast veel succes!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Uit studies bleek reeds dat een goede school- en klassfeer leidt tot een meer succesvolle schoolcarrière bij transgenderstudenten. Een goed schoolbeleid rond transgenderstudenten helpt al voor een groot stuk, maar hier stopt het niet. Als leerkracht kan/ moet je in de klas dit beleid verder trekken en op die manier een steentje bijdragen aan het algemeen welzijn van alle studenten.
In dit onderdeel geven we meer informatie en tips over het begeleiden en werken met transgenderstudenten in het klasverband. Deze tips kan u ook toepassen indien er geen algemeen schoolbeleid bestaat. Wij raden een algemeen schoolbeleid echter wel aan en hopen dat u als leerkracht hier naartoe streeft.
Wij starten met het uitwerken van 3 mogelijke scenario’s waarmee u in aanraking zou kunnen komen en hun initiële algemene handelsplannen.
Verder geven wij ook tips om de klasomgeving zo toegankelijk mogelijk te maken voor alle leerlingen en eventuele aanpassingen die u als school/leerkracht kan toepassen. Deze kan u in alle scenario’s toepassen in de mate van het mogelijke.
Scenario 1
U vermoedt dat uw leerling transgender is, maar de leerling zelf heeft hiertoe nog geen allusies gemaakt en heeft erover nog met niemand van het lerarenkorps gesproken.
In dit geval is het belangrijk dat u de leerling hier niet direct op aanspreekt, u kan zich namelijk vergissen of uw leerling kan misschien niet klaar zijn om zich te vereenzelvigen met het label transgender. Zolang de leerling u of iemand van het lerarenkorps hier niet over aanspreekt, spreekt u er ook niet over met de leerling.
Wat u wel kan doen, is het aanbieden van een luisterend oor. Indien u aanvoelt dat de leerling problemen ondervindt of meer teruggetrokken is dan normaal, kan u de leerling laten weten dat indien hij/zij over iets willen praten, zij steeds terecht kunnen bij u of iemand anders in het lerarenkorps.
Als leerkracht kan u wel openheid creëren door altijd gender neutrale termen te gebruiken. De transgender jongere zal zich hierdoor minder benadeeld of aangesproken voelen, en zich mogelijks sneller tot u wenden als vertrouwenspersoon. Let wel, dit dient u consequent toe te passen in al uw lessen, en niet vanaf het moment dat u vermoedt dat er zich een transgender in uw klas bevindt.
Verder kan u ook uw klasmanagement aanpassen en het klasverband toegankelijker maken voor alle leerlingen. Hierover volgt verder meer informatie (zie 2.1).
Scenario 2
De leerling vertelt u dat hij/zij transgender is, maar wil niet dat anderen dit te weten komen.
In dit geval krijgt u het vertrouwen van de leerling en het is dan ook belangrijk dat u deze niet schaadt.
Ten eerste kan u de leerling vragen in welke mate u kan helpen als leerkracht zodat de leerling zich optimaal zou voelen binnen de school en de klas.
U kan de leerling de toestemming vragen om ook andere leerkrachten en eventueel de directeur in te lichten om eventuele problemen op te lossen.
Het is belangrijk dat u als leerkracht vraagt hoe de ouders tegenover het transgenderisme staan. Indien u merkt dat hierbij problemen zijn, is het belangrijk dat u de leerling doorverwijst. Ook indien u merkt dat een leerling worstelt met de identiteit kan een doorverwijzing gepast zijn. Meer informatie rond doorverwijzing vindt u verder in dit leerpad.
Wanneer een transgenderleerling niet wilt dat anderen dit te weten komen, kan u enkel de problemen verhelpen die de leerling zelf aangeeft. Verder kan u ook het klas verband genderneutraal maken en meer aandacht hebben voor pestgedrag en opmerkingen hierover (zie onderdeel 2.1).
Belangrijk in dit scenario is dat de leerling voor alles de toestemming geeft en dat u als leerkracht dit vertrouwen niet schaadt.
Dit scenario kan na een tijd evolueren naar scenario 3.
Scenario 3
De leerling is transgender, zowel de leerlingen als het lerarenkorps zijn hiervan op de hoogte.
In dit scenario is het belangrijk dat u te weten komt of de ouders achter deze beslissing staan of niet. Dit is namelijk essentieel voor het verdere handelsplan.
Indien de ouders niet achter de beslissing staan, verwijst u de leerling en de ouders door. (Hierover verder meer.) Het is niet de taak van de leerkracht zich te bemoeien met de band tussen de ouders en de leerling. Het is beter om hiervan afstand te nemen.
Het is dan belangrijk om als lerarenkorps en directie de beslissing te nemen in welke mate men de wensen van de leerling en de ouders respecteert aangezien deze tegenover elkaar staan. Wij raden aan om het welzijn van de leerling zoveel mogelijk vooraan te plaatsen. Studies geven namelijk aan dat een goed schoolklimaat de schoolcarrière van een transgenderleerling positief beïnvloedt, maar al school bent u vrij in welke mate u hiermee omgaat.
Indien ouders achter de beslissing staan van hun kind kan u hen betrekken in het gesprek met de leerling. In dit gesprek (dat u heeft samen met de directie en eventueel andere leerkrachten) bespreekt u in welke mate men de leerling kan helpen op school en in de klas. Alle beslissingen moeten worden goedgekeurd door de leerling zelf en de ouders.
Na dit gesprek kan u als school een werkgroep oprichten om eventuele problemen aan te pakken of om een schoolbeleid uit te schrijven indien deze nog niet aanwezig is.
Indien de leerling reeds in het proces zit voor een geslachtsverandering, is het belangrijk om als leerkracht hiervan op de hoogte te zijn. Het zou als leerkracht handig zijn om over een bepaalde tijdslijn te beschikken zodat u weet waar de leerling mee bezig is en dat u de leerling dan ook optimaal kan ondersteunen. Bijvoorbeeld bij hormoonbehandeling is het belangrijk te weten dat er gedragsveranderingen kunnen optreden door de hormonen. Als leerkracht bent u dan ook beter op de hoogte van het proces.
Verder houdt u rekening met de tip in het onderdeel 2.1.
2.1 Tips
Hieronder volgen nu enkele tips en aanpassingen om een klasverband zo aangenaam mogelijk te maken voor een transgenderleerling. Deze tips/aanpassingen worden echter enkel toegepast met toestemming van de leerling zelf met uitzondering van het genderneutraal lesgeven en het toepassen van een correct anti-pestbeleid.
U duldt in de klas (eventueel school) geen pesten, opmerkingen of discriminatie met betrekking tot het transgenderisme. U schrijft uw eigen beleid hierover uit of volgt het schoolbeleid. U legt dit beleid duidelijk uit aan het begin van het schooljaar en houdt zich ook strikt aan dit beleid. Dit beleid wordt in het beste geval door het hele lerarenkorps gevolgd en men houdt zich hier ook strikt aan. Een “zero tolerance-policy” is niet alleen goed voor transgenderstudenten, maar ook voor andere leerlingen die gepest zouden kunnen worden.
Men gebruikt de aangepaste voornaamwoorden bij de genderidentiteit van de leerling en eventueel een aangepaste naam. Dit is een beslissing die moet gemaakt worden in samenspraak met de leerling en het lerarenkorps aan het begin van het schooljaar. Voor deze beslissing heeft men liefst ook de toestemming van de ouders. Indien ouders hier niet mee akkoord gaan, kan je genderbewust lesgeven waarbij je gender en voornaamwoorden bewust zoveel mogelijk achterwege laat (zie volgende punt). Ook andere afspraken zoals gebruik van kleedkamers, toiletten, kleding enz. worden met de leerling, ouders en directie gemaakt.
Genderbewust lesgeven, dit is het soort lesgeven dat leerlingen meer de kans geeft om zichzelf te zijn en schakelt de genderstereotype verwachtingen uit. Dit soort lesgeven is niet enkel optimaal voor transgenderstudenten, maar ook voor andere studenten zal dit een verbetering zijn. Hieronder volgen tips om genderbewust les te geven.
Klasruimte: vermijd meisjes versus jongens opstellingen, zorg bij de aankleding van de klas ook voor gender neutrale opties (niet enkel typische mannelijke/vrouwelijke afbeeldingen (voetballers, danseressen,..))
Lesmateriaal: maak zoveel mogelijk gebruik van genderneutraal materiaal en vermijd zeker stereotype beeldvorming, zorg dat het materiaal zowel aantrekkelijk is voor jongens als voor meisjes.
Interactie: zorg ervoor dat je niet anders reageert/ feedback geeft bij jongens en meisjes, zorg voor voldoende afwisseling bij groepsindelingen (geen jongens vs meisjes) en stap af van stereotype gedachtepatronen (bv. jongens zijn lastiger dan meisjes in een klas).
Lesstijlen: zorg voor roldoorbrekend gedrag bij een taakverdeling (meisjes ook banken laten verzetten, jongens laten opruimen,…), zorg dat de thema’s binnen de lessen voor alle genders aantrekkelijk zijn.
In het onderdeel didactisch materiaal vindt u een Engelstalige vragenlijst waarmee u kan nagaan in welke mate u reeds genderbewust lesgeeft.
Geef in overleg met de leerling een informatieles of lessen over het thema transgender. Deze les(sen) kan eventueel deels gegeven worden door de leerling zelf indien hij/zij dit wenst. Indien je als leerkracht een les geeft rond dit thema is het belangrijk om je goed te informeren en hierrond workshops en bijscholingen te volgen. In het onderdeel didactisch materiaal in dit leerpad vindt u materiaal terug die u kan gebruiken binnen deze les(sen). Meer informatie rond dit thema en over gender in het algemeen kan pestgedrag, opmerkingen en discriminatie al verminderen. Dit gedrag komt namelijk vaak door onwetendheid en onbegrip. Deze lessen kunnen opgenomen worden in de vakoverschrijdende eindtermen.
Houd vaak gesprekken met de transgenderleerlingen, pols naar het algemene welzijn bij deze leerlingen en vraag naar eventuele werkpunten binnen de school en de klas. Indien een school meerdere transgenderleerlingen heeft, kan men bijeenkomsten organiseren voor deze leerlingen.
Indien de klasgroep transgender niet of moeilijk tolereert, is het belangrijk dit zo snel mogelijk aan te pakken binnen een klasgesprek. De transgenderleerling krijgt hierbij liefst de keuze of hij/zij aanwezig wil zijn bij dit gesprek. Het is belangrijk om in dit gesprek aan te kaarten dat dit een klas/schoolbeleid is en dat zij zich hier aan moeten houden ondanks hun afwijkende opinies. Bij deze klasgroepen zijn de informatielessen ook heel belangrijk.
2.2 Beliefs
Eigen opvattingen omtrent holebi's en/of transgenders.
In de omgang met leerlingen met genderidentiteitsstoornissen, maar ook bijvoorbeeld bij holebi-leerlingen, is het belangrijk om uw eigen opvattingen te kennen. Deze kunnen de omgang beïnvloeden, zowel in positieve als negatieve zin. Hieronder staan een aantal vragen, waarmee u uw eigen opvattingen in kaart kan brengen. Antwoord eerlijk op de vragen, zo weet u ook het best hoe u momenteel denkt over holebi's en/of transgenders. Bekijk na het beantwoorden eens uw algemeen beeld. Is dat eerder positief of negatief?
1) Als iemand zich tegen u zou uiten als holebi en/of transgender, wat zou uw eerste gedachte zijn?
2) Hoe zou u zich voelen als uw kind zich outte als holebi en/of transgender? Of uw moeder, uw vader, een broer of zus?
3) Zou u zich laten verzorgen door een huisarts van wie u vermoedt dat hij/zij holebi en/of transgender is als hij/zij van een ander geslacht is dan uzelf? En wat als hij/zij van hetzelfde geslacht is als uzelf?
4) Heeft u al ooit deelgenomen aan een holebi en/of transgender mars of evenement? Waarom wel? Waarom niet?
5) Kan u drie historische figuren opnoemen die transgender waren? Waarom wel? Waarom niet?
6) Heeft u ooit (mee)gelachen of een grap gemaakt overholebi en/of transgenderpersonen?
7) Heeft u ooit een holebi en/ of transgenderpersoon verdedigd, toen hij/zij het onderwerp werd van spot, of lastiggevallen werd? Waarom wel? Waarom niet?
8) Als u zichzelf niet identificeert als holebi en/of transgenderpersoon, hoe zou u zich voelen als anderen dachten dat u wel holebi en/of transgender was?
2.3 Checklist: een trangenderleerling in mijn klas, wat nu?
Test: Een transgenderleerling in mijn klas, wat nu?!?
Zoals u uit het voorgaande begrepen heeft, is iemand begeleiden met genderidentiteitsstoornissen helemaal niet evident. Een school of leerkrachtenteam heeft vaak niet de expertise om deze begeleiding te doen. Het is ook helemaal niet de bedoeling dat de school deze begeleiding zal aanvatten.
Het is dus zeer belangrijk om de leerling correct door te verwijzen. Dit is afhankelijk van waar de leerling op dat moment juist mee bezig is in zijn proces. Het is dus zeer belangrijk om na te gaan wat de leerling zelf wil, te kijken wat er al georganiseerd is en om hem de opties aan te reiken.
Als de leerling tot uiting brengt dat hij zich anders voelt, is het een goed idee om hem in contact te brengen met zelfhulpgroepen, een professionele zorgverlener, een opgeleide gesprekspartner of degelijke informatie. Zo kan de jongere het beeld over zichzelf rustig ontwikkelen, zonder dwang of oordeel.
Degelijke informatie kan bekomen worden via http://transgenderinfo.be/. Je vindt er laagdrempelig veel informatie en men linkt hier ook al naar bijeenkomsten van zelfhulpgroepen. Ook http://www.genderindeblender.be/index.htm is een goede en begrijpelijke basis voor jongeren om hun gevoelens te toetsen aan het transgenderthema.
Zelfhulpgroepen kunnen een grote steun zijn voor personen met genderidentiteitsstoornissen. De andere deelnemers zitten in een gelijkaardige situatie, kunnen tips en tricks geven, maar vooral een steun en toeverlaat zijn in moeilijke periodes. Vele zelfhulpgroepen zijn regio gebonden. Zoals eerder gezegd zijn deze te vinden op transgenderinfo.be, meer specifiek op http://transgenderinfo.be/m/zorg/zelfhulpgroepen/. Helemaal onderaan de pagina zijn ook online fora te vinden, voor personen die liever niet in persoon naar bijeenkomsten gaan.
Jongeren kunnen ook via het JAC (jongerenadviescentrum) spreken met personen die een opleiding kregen om iemand te begeleiden. Dit kan in persoon, maar ook online. Het JAC in Gent is speciaal vertrouwd met deze thematiek. Via http://www.jac.be/chat kan de jongere chatten met een JAC medewerker. Op dezelfde pagina vind je ook links om te bellen, een afspraak te maken bij een JAC en het mailadres (indien de chat onbeschikbaar zou zijn).
Een professionele hulpverlener is ook zeker een must als het "anders voelen" blijft persisteren. Zeker als de leerling informatie heeft opgezocht en zich daarmee kan identificeren, is het tijd voor professionals. Zoek uit of de leerling al contact heeft met een psycholoog of therapeut. Zoniet kan de school, of het CLB helpen om iemand te vinden in de regio. Iemand die al verder in het proces zit, kan contact opnemen met het genderteam van het UZ te Gent. Zij hebben een volledig multidisciplinair team (van psycholoog, over seksuoloog, tot sociaal assistenten en juristen). Zij zijn ook heel bekwaam in het begeleiden van iemand in het proces (zowel met als zonder chirurgische aanpassingen). Hun informatie is te vinden op http://www.uzgent.be/nl/zorgaanbod/mdteams/Seksuologie-en-Genderproblematiek/Paginas/Contact.aspx.
De school kan dan samenwerken met de personen die de leerling begeleiden. Zij kunnen aangeven wat ze van de school verwachten en de leerling buiten de school gaan voorbereiden.
Jeugdbeweging voor transgenders
T-jong is een jeugdverening specifiek gericht op transgender jongeren. Dit is op zich geen zelfhulpgroep, maar kan voor de jongere wel een relevante uitlaatklep zijn. Ze streven ernaar minstens 1x per schoolvakantie een activiteit aan te bieden. Daarnaast biedt de website nog talrijke tips en documentatie rond transgender. Ze bevat o.a. een boekenlijst met transgender onderwerpen, overzicht van relevantie films etc.. Kortom, een website die niet alleen informatie verschaft, maar waar jongeren ook actief terecht kunnen.
Deze website biedt uitgebreid tips om gender te integreren in uw klas: hoe brengt u dit onderwerp aan? De website voorziet tips gaande van de kleuterklas tot het secundair. Algemeen een zeer goede website waar u bijkomende informatie kan vinden voor iedereen die genderbewust wil lesgeven en leerlingen genderbewustzijn wil bijbrengen.
Gender in de blender
De website geeft een duidelijke differentiatie tussen alle begrippen rond gender en transgender. De voornaamste kenmerken en processen worden besproken en op een eenvoudig en goed begrijpbare manier uitgelegd. Ideaal voor leerlingen die meer willen weten over transgenderisme. Daarnaast biedt de website nog een sectie aan voor leerkrachten en ouders waar do's en don'ts worden weergegeven.
Leerlingen die al verder staan in het proces van aanvaarding kan u attent maken op het bestaan van cavaria.
Cavaria ondersteunt verenigingen en individuen die opkomen voor een brede kijk op seksuele oriëntatie, genderexpressie en genderidentiteit. Ze streeft het welzijn na en komt op voor de rechten van homo's, lesbiennes, bi's en transgenders in alle aspecten van het dagelijkse leven.
Op deze site vindt u verschillende materialen die als doel hebben u te helpen de klasomgeving genderneutraal te maken. Verder vindt u ook een link naar workschops van RoSa over gender in de klas.
Checklist voor leerkrachten
Doorloop deze checklist (eventueel samen met de directie of een werkgroep) en ontdek waaraan u nog aan kan werken op mesoniveau.
Brochure voor leerkrachten met tips om leerlingen te begeleiden in je school. Het doel is om je school een veilige omgeving te maken voor LGBT studenten. Je vindt er onder meer informatie over wat de probleemgebieden zijn voor LGBT-leerlingen (hun beleving en ervaringen met anti-LGBT georiënteerde personen), specifieke acties die je kan ondernemen om LGBT leerlingen effectief te ondersteunen, manieren om de leerkrachten en school beter te informeren, zodat de omgeving LGBT vriendelijker wordt en extra strategieën om veranderingen in gang te zetten in je school. De brochure is van Amerikaanse makelij, en dus ook Engelstalig. Je kan ze downloaden op http://www.glsen.org/download/file/MzE3MA==
Checklist genderbewust lesgeven (University of Fribourg, 2009)
Deze checklist is een reflectie over de mate waarin u als leerkracht reeds genderbewust handelt op klasniveau of waar er nog werkpunten zijn.
Het is opgedeeld in verschillende categorieën zoals lesmateriaal, didactiek, lesonderwerpen, evaluaties enz. Op deze manier worden de werkpunten ook duidelijker zichtbaar.
Hieronder kan u verschillende getuigenissen terugvinden. Sommige zijn tekst, andere zijn video's... Aan u de keuze welk medium u het liefst gebruikt.
Een klein overzicht:
1. Elyne en Daan: Artikel uit het magazine 'Knack'
2. Vincent: krantenartikel
3. Samuel: persoonlijke tekst
4. Valentijn: documentaire
5. Transgender op school: reportage uit 'Klasse'
1. Elyne en Daan
Elyne en Daan zijn twee twintigers, die in dit Knack artikel hun verhaal doen. Ook een aantal experten komen aan het woord. U kan het artikel lezen via onderstaande link.
Vincent Verwimp uit Berlaar maakt zich op om in 2015 definitief van geslacht te veranderen. "Ik ben geboren als vrouw, maar in oktober ga ik onder het mes." Hij was doodsbang om het aan zijn ouders te vertellen, maar die reageerden met veel begrip. Vincent wil met zijn positieve verhaal alle transgenders steunen omdat die nog te vaak op tegenstand stoten.
Vincent Verwimp (25) uit Berlaar las het nieuws over de zeventienjarige Leelah Alcorn uit de Amerikaanse staat Ohio. Zij was geboren als John Alcorn en beroofde zich van het leven op 27 december. Leelah kon bij haar diepgelovige, christelijke ouders, allerminst rekenen op begrip voor haar beslissing om voortaan als meisje door het leven te gaan. "Dit nieuws ging de wereld rond en weer was bewezen dat transgenders vaak niet begrepen worden. Ik zelf ben transgender en daarom wil ik reageren met mijn eigen positief verhaal."
"Ik was nog maar vijf jaar en vroeg aan mijn mama om mijn haar af te scheren en zij deed dat. Kleedjes dragen wilde ik niet. Ik droeg altijd jeans. Toen ik een jaar of negen was zei mama: ik zou er niet van schrikken dat jij ooit met een meisje naar huis komt. Willen wij naar het ziekenhuis rijden om er een piemeltje aan te zetten? Mama zei dat om te lachen maar ik reageerde van, 'ja laten we dat meteen doen'. Op school waren er geen problemen, maar iedereen zag gewoon aan mij dat ik lesbisch was. Vanaf mijn twaalf jaar voelde ik mij echt slecht. Ik kreeg borsten en menstrueerde, dingen die ik vreselijk vond. Als we op vakantie gingen moest ik een bikini dragen, nog erger...
Op zekere dag leerde ik een jongen kennen die mij vertelde dat hij van geslacht veranderd was. Ik was meteen jaloers, maar het betekende tegelijk een lichtpunt. Met zijn hulp heb ik een afspraak met de huisdokter gemaakt en daarna met het Universitair Ziekenhuis (UZ) in Gent. De enige plek in België waar ze je 'ombouwen'", vervolgt Vincent. Vincent raapte al zijn moed bijeen en vertelde alles aan zijn moeder. "Ik wou haar zeker niet teleurstellen en ik was bang en droevig omdat ik niet invulde wat mijn ouders van mij hadden verwacht. Mama moest wel even slikken, maar wat er toen gebeurde had ik niet durven dromen. Ze wou alleen dat ik gelukkig zou zijn."
Om het nieuwe leven van haar dochter als zoon een plaats te geven, organiseerde Vincents moeder vorig jaar een groot feest. "We hielden op 9 augustus een groot feest voor 140 vrienden en familieleden. Daar legde ik uit dat ik niet gelukkig was en dat ik van nu af als man door het leven ga. Dat was zeer emotioneel en het viel me heel zwaar. De 140 aanwezigen begonnen allemaal te applaudisseren."
"Vanaf die dag moest iedereen mij Vincent noemen. Er waren geboortekaartjes met mijn nieuwe naam. Mama bakte tweehonderd cupcakes, blauw van binnen en roze van buiten. Sinds die dag is er een zware last van mijn schouders gevallen en ben ik veel gelukkiger. Ik heb zelfs een vriendin", vertelt Vincent.
Er staan Vincent nog zware operaties te wachten. "Helaas is de wachttijd vrij lang. Ik kan mij pas laten opereren op 16 oktober. Mijn borsten worden geamputeerd en de artsen halen mijn baarmoeder en eierstokken weg. Voor mij is dit een groot cadeau. In afwachting neem ik mannelijke hormonen en ik krijg al een beetje een snor. Mijn papieren voor de naamsverandering zijn in orde voor Justitie." Vincent neemt het uitdrukkelijk op voor andere transgenders. "Ik wil niet dat transgenders negatief in het nieuws blijven komen. Ik wil dat alle mensen die voor dezelfde hindernis staan, beseffen dat het ook goed kan gaan. Mijn verhaal is daar het bewijs van. Wie ik ook ben, wat ik ook doe, mijn ouders zien mij nog altijd graag. En ik die dacht dat ik ze zou teleurstellen."
3. Samuel
Wat ik later wilde worden was het minste van mijn zorgen… Als kind had ik maar één wens: ik wil een jongen zijn! Er klopte iets niet, dat voelde ik diep vanbinnen en dat besef kwam héél vroeg…ik was 3 jaar! Mijn lichaam paste me niet, het knelde en ik wilde eruit. Er werd gezegd “jij bent een meisje” en je broer is een jongen. Dat kon ik echt niet vatten al wist ik dat ik “anders” was dan hij…
Ik spiegelde me aan de jongens en deed mijn uiterste best een van hen te zijn. Maar de jongens zelf maakten een duidelijk onderscheid. Ik mocht wel mee ravotten, knikkeren en kampen bouwen maar ik werd zonder pardon in de andere categorie ingedeeld. Ik keek naar de meisjes maar voelde me bij hen niet thuis.
Een outsider…een indringer…een zonderling.
Ik voelde me abnormaal en vond bij niemand echt aansluiting. Ik kwam een stukje tekort en hoopte dat het nog zou groeien. Staande plassen, dat moest toch lukken!? En maar oefenen… Ik bad de sterren van de hemel en was zo braaf mogelijk maar tot mijn ontzetting groeide er niks. Dan maar proberen aanvaarden wat ik niet veranderen kon en zo verder leven. Overleven….
De pubertijd was een ware HEL! Mijn platte bovenlijf veranderde, er groeiden plots borsten! Ik haatte ze! Ik kromde mijn schouders naar voren, misschien leken ze dan kleiner. Ze hingen altijd in de weg als ik wilde lopen. Ik werd een gevangene in het lichaam dat ik moest dragen. Een paar druppeltjes bloed in mijn onderbroek sloegen in als een donderslag bij klare hemel. Die mooie zomerdag werd plots guur en kil. De winter van mijn leven was nu pas écht goed begonnen!
Aan zee kon ik een beetje ontspannen maar hoe vaak zat ik op het strand te verlangen naar de zon op mijn platte borstkas. Ik was jaloers op al die mannen die zomaar ongegeneerd, half ontbloot voorbij paradeerden.
Spiegels meed ik las de pest…die ronde vormen wilde ik niet zien.
Naar school gaan was een zware taak. Ik was altijd bang en onzeker tussen al die meisjes. Ik presteerde slecht want ik zat niet op mijn plaats. Wat moest ik studeren als ik niet eens mezelf kon zijn? Hoe ik er doorheen geworsteld ben is me nog steeds een raadsel…
Net als ieder medemens verlangde ook ik naar affectie, erkenning en LIEFDE! Verliefd worden op een jongen…dan weer op een meisje. Maar voor jongens was ik niet aantrekkelijk en voor meisjes was ik niet de geschikte kandidaat. Dit maakte mij nog meer onzeker! Later had ik wel vriendjes. Ik voelde me goed bij hen omdat ik op die manier toch bij een jongen hoorde en kon meereizen tot diep in zijn gevoelswereld! Maar ik bleef met een monsterprobleem zitten…
Misschien was ik wel lesbisch??? Mijn aandacht op de meisjes gericht en op zekere dag respons. Het klikte wel maar een seksuele relatie was niet vanzelfsprekend. Mij helemaal bloot geven kon ik niet want ik hield niet van mijn lichaam en kon er dus ook niemand mee beminnen! Tot ik haar tegen kwam..een vrouw die me volkomen begreep. Voor het eerst in mijn leven zag iemand wie ik werkelijk was! Zij spoorde me aan om met mijn probleem naar buiten te komen en hulp te zoeken. Met haar steun voelde ik me eindelijk sterk genoeg om mijn groot en loodzwaar geheim te openbaren!
Wat een verademing.
Uiteindelijk werd vastgesteld wat ik al heel mijn leven wist: Ik ben een jongen en zit in een meisjeslichaam! Mannelijke hormonen brachten soelaas en schonken me een eigen wil en een reden om te bestaan. Mijn lichaam werd chirurgisch aangepast naar de normen van mijn geest. Andersom is echt onmogelijk.
Nu ben ik VRIJ en intens gelukkig. Ik ben wie ik ben!
Ik ben Samuel…
4. Valentijn
Valentijn is een jongentje van acht jaar, dat een meisje wil zijn. Gedurende 9 jaar werd Valentijn gefilmd op zijn weg naar vrouwelijkheid. Wat zijn de moeilijkheden van deze transitie? Wat zeggen ouders, vriendjes en zijn broer?
Valentijn is erg bekend, omdat ze later een gevierd model geworden is. Ze won ook de Personal Style Award 2012 van Elle magazine, als jongste persoon ooit.
De documentaire (duur: 53 minuten) kan je via de link hieronder bekijken.
Klasse maakte in 2014 een reportage rond transgenders op school. Daarin vertellen een aantal jongeren hun verhaal, maar is er ook ruimte voor uitleg door een school met ervaring. Hier kunnen dus ook al enkele concrete tips gevonden worden. U kan de reportage bekijken via onderstaande link.
In de volgende hoofdstukken wordt het verloop van transgenderisme en het proces van een genderidentiteitsstoornis verder toegelicht.
Transgenderisme heeft geen specifiek proces. Veelal kennen deze individuen doorheen hun ontwikkeling van kleins af aan tegenstrijdigheid tussen het uiterlijk en de innerlijke ervaring. Meer informatie hierover vindt u onder 1.1 Transgenderisme.
De transitie voor personen die een genderidentiteitsstoornis hebben, bestaat uit een vast patroon, namelijk psychologische behandeling, hormoonbehandeling en een geslachtsoperatie. Meer informatie hierover vindt u onder 1.2 Genderidentiteitsstoornis.
1.1 Transgenderisme
Transgenderisme heeft geen specifiek proces. Veelal kennen deze individuen doorheen hun ontwikkeling van kleins af aan tegenstrijdigheid tussen het uiterlijk en de innerlijke ervaring. Het gebeurt ook dat deze tegenstrijdigheid niet perse door het individu zelf ervaren wordt. Zo zal het bij een jong kind voornamelijk de omgeving zijn die bepaalde gedragingen of uitingen opmerkt en daar conclusies uit trekt. Algemeen kan wel gesteld worden dat transgenderisme uiteindelijk leidt tot de ontwikkeling van een welbepaalde genderidentiteit.
Dikwijls voelt een transgender al op jonge leeftijd dat hij/zij anders is dan andere individuen, maar vaak kan men als buitenstaander ook het gevoel hebben dat het bij het kind niet goed te zien is of hij/zij nu een jongen of meisje is. Hoewel de kindertijd een zeer pril stadium in de ontwikkeling is, zouden we hier al kunnen stellen dat de eerste tekenen van transgenderisme aanwezig zijn.
Naarmate het kind opgroeit, zal meer en meer de genderidentiteit gaan manifesteren. Hierbij kunnen we drie outcomes differentiëren:
De persoon komt tot een genderidentiteit in overeenstemming met het biologisch geslacht
Ondanks dat een kind of tiener zich gedurende zijn jeugd/pubertijd niet volledig jongen of meisje voelde (of allebei), kan het gebeuren dat zij uiteindelijk toch de verwachte genderidentiteit ontwikkelen of deze manifesteren, nl. deze in overeenstemming met het biologisch geslacht.
Geen specifieke ontwikkeling van een genderidentiteit
Bij transgenderisten is het wel zo dat het individu zich niet per se of man of vrouw hoeft te voelen. Het kan perfect gebeuren dat beide genderidentiteiten aanwezig zijn en dat deze episodisch afwisselen: een paar maanden als vrouw door het leven gaan, gevolgd door een paar maanden als man. Dit geeft dus aan dat het voor een transgenderist niet noodzakelijk is het lichaam in overeenstemming te brengen met de innerlijke gewaarwording.
Ontwikkelen van specifieke genderidentiteit resulterend in transseksualiteit
Sommige transgenderisten komen tot een welbepaalde genderidentiteit, al dan niet in overeenstemming met hun biologisch geslacht. In dit geval zullen zij er vaak voor kiezen om hun lichaam (al dan niet volledig) te laten aanpassen om het uiterlijk in overeenstemming te brengen met de innerlijke geslachtservaring.
Transgenderisme kan dus zeer vroeg in de levensjaren opgemerkt worden, maar zal zich daarom niet blijvend manifesteren doorheen de ontwikkeling van het individu. Afhankelijk van de manier waarop de genderidentiteit ontwikkelt, zal men er al dan niet voor kiezen om lichamelijke aanpassingen uit te voeren. Sommigen zullen dit noodzakelijk achten om hun innerlijke gevoelens in overeenstemming te brengen, anderen hebben dit niet nodig en zullen zich louter door hun gedrag als transgenderist gedragen. Hoe dan ook, transgenderisme kan leiden tot transseksualiteit en van zodra de persoon deze stap zet, doorloopt hij/zij hetzelfde proces als beschreven voor de transseksueel.
1.2. Genderidentiteitsstoornis
De transitie voor personen die een genderidentiteitsstoornis (vroeger: transseksualisme) hebben, bestaat uit een vrij vast patroon:
Men start met na te gaan of de (vaak zelf-) diagnose van transseksualiteit klopt. Men bekijkt ook, samen met de psycholoog, of iemand wel gebaat zal zijn met een geslachtsaanpassing. Dit wordt ook wel de diagnostische fase genoemd.(zie 2.1)
De tweede stap bestaat uit het toedienen van mannelijke (voor transmannen) of vrouwelijke (voor transvrouwen) hormonen. Men neemt ook maatregelen om de eigen hormonenhuishouding stil te leggen. (zie 2.2)
Als laatste volgt dan de effectieve geslachtsingreep die de uiterlijke kenmerken zal alterneren tot deze van het andere geslacht (zie 2.3.)
Belangrijk is om te vermelden dat niet alle genderdysfore personen ook effectief overgaan tot geslachtsoperaties.
1.2.1 Diagnostische fase
De diagnostische fase is de eerste stap in het proces van de geslachtsaanpassende behandeling en deze duurt ongeveer 9 maanden tot 1 jaar.
Men zal hier de transgender persoon psychologisch/psychiatrisch onderzoeken, maar ook hormonaal-lichamelijk. Men plant 1 psychologisch consult per 6 weken.
Tijdens het psychologisch onderzoek streeft men ernaar tot de diagnose "genderidentiteitsstoornis" te komen. Men kijkt hier ook na of bepaalde externe factoren niet de oorzaak zijn van de genderdysfore klacht.
Mogelijke uitsluitende factoren voor de diagnose "genderidentiteitsstoornis" zijn:
psychiatrische stoornissen
ontevredenheid met de genderrol
niet aanvaarden van homoseksualiteit
travestie
Ook bij alcohol- en/of drugsmisbruik zal de psycholoog of psychiater geen groen licht geven voor het verdere verloop van het proces.
Verder onderzoekt men ook of de persoon op mentaal vlak klaar is voor de overgang. Men onderzoekt hier de draagkracht en het probleemoplossend gedrag van de transgender personen. Ook zal men met de familie spreken en onderzoeken in welke mate de transgender persoon steunzal krijgen van de familie en vrienden.
Het hormonaal-lichamelijk onderzoek wordt uitgevoerd door de endocrinoloog. Hierbij voert men een algemeen klinisch onderzoek uit, neemt men een bloedonderzoek af en evalueert men de dichtheid van de botten.
Indien men tijdens deze onderzoeken stoot op huidige of toekomstige problemen, zal de persoon een negatief advies krijgen en zal hij/zij het verdere proces niet doorlopen. De persoon kan in dit geval steeds kiezen voor zelfmedicatie, maar dit wordt ten zeerste afgeraden.
1.2.2 Hormonale fase
Tijdens de hormonale behandeling zal men de hormonen van de transgenderpersoon aanpassen aan de nieuwe genderrol. Gemiddeld kan men stellen dat deze fase ongeveer een 2 jaar duurt. Verder zal men de transgenderpersoon ook vragen om reeds de gewenste geslachtsrol aan te nemen. Dit kan een belangrijke test zijn vooraleer men start met de geslachtsaanpassende chirurgie.
In deze fase zal men op lichamelijk vlak worden bijgestaan door een endocrinoloog, maar ook de psychologische begeleiding blijft verderlopen.
De taak van de psycholoog wordt in deze fase tweeledig. Men zal enerzijds de transgenderpersoon blijven evalueren, want ook in deze fase kan de psycholoog aangeven dat het niet aangewezen is de behandeling verder te zetten. Anderzijds zal men ook de persoon moeten ondersteunen en begeleiden in het proces en alle hierbij horende problemen.
De hormoonbehandeling is verschillend bij transmannen en transvrouwen. We zullen deze dan ook onderscheiden.
Transmannen
Transmannen zullen een testosteronbehandeling ondergaan. Dit zorgt ervoor dat de vrouwelijke kenmerken zullen verdwijnen en dat mannelijke kenmerken ontstaan.
Men zal ondervinden dat de menstruatiecyclus zal stoppen en dat de transgenderpersoon onvruchtbaar zal worden. Men merkt tevens een toename van spierkracht en lichaamsbeharing.
Verder ontstaat er na een drietal maanden een onomkeerbare lagere stem.
Transvrouwen
Transvrouwen zullen antiandrogenen en oestrogenen toegediend krijgen.
Antiandrogenen remmen de testosteronproductie af.
Oestrogenen onderdrukken ook verder de testosteronproductie en zorgen voor een vervrouwelijking.
Beiden zorgen voor het verdwijnen van de mannelijke kenmerken en het ontstaan van vrouwelijke kenmerken. Men bemerkt een vermindering van lichaamsbeharing, libido en spierkracht en een toename van emotionaliteit. Men ziet ook een borstgroei en het ontwikkelen van een zachtere huid.
Verder moet men aangeven dat de vruchtbaarheid van transvrouwen zal verdwijnen door de hormonenbehandeling.
Bijkomende esthetische ingrepen
Sommige transgenderpersonen beslissen tijdens deze periode om reeds bepaalde esthetische ingrepen uit te voeren. Deze kunnen transgenderpersonen helpen om zich nog meer één te voelen met hun gewenste geslachtsrol.
Voorbeelden van esthetische ingrepen:
epilatie
plastische chirurgie om mannelijkere/vrouwelijkere kenmerken te verkrijgen (neuscorrectie, facelift,...)
1.2.3 Geslachtsaanpassende chirurgie
Transmannen:
Bij transmannen zal men klassiek in drie fasen werken:
Fase 1: mammectomie, hysterectomie en ovariëctomie
Bij een mammectomie wordt het borstklierweefsel en de overtollige huid ter hoogte van de borsten verwijderd. Deze operatie combineert men met het verwijderen van de baarmoeder (hysterectomie) en de eierstokken (ovariëctomie). Men corrigeert zo nodig ook de tepels en tepelhoven, zodat een mannelijke borstkast gecreëerd wordt.
Het verwijderen van de baarmoeder, baarmoederhals, eileiders en eierstokken kan gebeuren via een laparoscopische ingreep (= sleutelgatchirurgie), of via een gewone operatie. Meestal moet de patiënt gedurende 3 tot 5 dagen in het ziekenhuis verblijven.
Fase 2: Genitale geslachtsaanpassing
Hierbij kan de transman kiezen uit twee soorten ingrepen: een falloplastie of een metadoioplastie.
Falloplastie
Bij een falloplastie (= het construeren van een nieuwe penis) wordt een stuk huid van de voorarm genomen, om voldoende huid te hebben om een penis te kunnen construeren. Ook de urinebuis wordt verlengd zodat deze kan aansluiten met nieuw gevormde penis. Deze nieuwe penis is een buis in een buis: de binnenste ruimte wordt gebruikt voor de afvoer van urine, de buitenste buis dient als volume en bedekking van de penis. Men zorgt ervoor dat er bloedvaten en zenuwen geconnecteerd worden, zodat de bloedsvoorziening en het gevoel van de penis verzekerd zijn. Men maakt een scrotum met behulp van de grote schaamlippen. De patiënt blijft nadien ongeveer 2.5 weken in het ziekenhuis.
Metadoioplastie
Hier wordt enkel een micropenis gevormd. Men gebruikt de clitoris, waarbij de plasbuis verlengd wordt tot de tip van de clitoris. Ondertussen wordt de vagina chirurgisch verwijderd en een balzak geconstrueerd. Het uiteindelijke resultaat wordt bepaald door hoe sterk de clitoris groeit. Slechts de helft van de transmannen kan na een metadoioplastie staand plassen.
Fase 3: Implantatie van testis- en/of erectieprothese
In de laatste fase kan men testes (= teelbal) prothesen inbrengen in de balzak die gemaakt werd uit de grote schaamlippen. Dit kan pas zes maanden na de constructie van de balzak.
Deze operatie kan gecombineerd worden met het implanteren van een erectieprothese. Sommige erectieprotheses hebben een reservoir dat in het scrotum geplaatst wordt en lijkt op een teelbal. Een erectieprothese kan enkel worden ingeplant na een falloplastie. Er wordt meestal een jaar tot 18 maanden tussen de falloplastie en het plaatsen van deze erectieprothese gelaten zodat het gevoel in de top van de penis kan terugkeren. Dit om traumatische perforatie te voorkomen. De patiënt verblijft ongeveer 5 dagen in het ziekenhuis.
Transvrouwen:
Borstvergroting:
De hormonenbehandeling volstaat meestal niet om genoeg borstweefsel te creëren voor een vrouwelijk uiterlijk. Een borstvergroting wordt daarom ook vaak toegepast. Men brengt een borstprothese in, die meestal achter de borstspier wordt geplaatst. Deze prothesen kunnen gevuld zijn met siliconegel of met een zoutwateroplossing. De grootte wordt aangepast aan de wens van de patiënte en het al aanwezige borstspierweefsel. Deze operatie houdt maar weinig risico's in.
Genitale geslachtsaanpassing:
Deze wordt vaak gelijktijdig uitgevoerd met de borstvergroting. Vooraf moet de patiënt een darmvoorbereiding ondergaan en liefst ook via laser of elektrische epilatie de genitale streek voorbereiden. Om de vagina te creëren, wordt de huid van de penis aan het uiteinde dichtgemaakt en omgedraaid. De buitenkant van de penis vormt hierna de binnenkant van de vagina. Dit zorgt voor een behoud van gevoel. De zwellichamen van de penis worden verwijderd, evenals de beide teelballen. Men construeert een clitoris uit het zeer gevoelige voorste deel van de eikel. De voorhuid wordt gebruikt om de kleine schaamlippen te vormen. De grote schaamlippen worden gemaakt met behulp van de twee buitenste delen van het scrotum. De uitgang van de urethra (urineleider) wordt verkort, zodat er rechtstreeks naar onder kan geplast worden. De patiënt moet gemiddeld 8 à 9 dagen in het ziekenhuis verblijven. De arbeidsongeschiktheid bedraagt meestal 6 tot 8 weken.
2. Gender en seksualiteit
Internationaal is er heel wat te doen rond gender en seksualiteit: bepaalde landen of geloofsovertuigingen vertonen nog steeds een taboe rond holebi’s en transgender. Hoewel vandaag de holebi-cultuur vrijwel overal relatief goed aanvaard is, is er vaak nog verwarring tussen de begrippen gender enerzijds en de (daaruit vloeiende) seksualiteit. Hangen beide samen of staan ze los van elkaar?
Wereldwijd worden onderstaande misvattingen nog steeds als dusdanig geïnterpreteerd. In de omgang met transgender jongeren is het dan ook uitermate belangrijk dat de differentiatie tussen beide (al dan niet samenhangende) begrippen goed wordt gemaakt.
“Transseksualiteit heeft te maken met seksualiteit”
Het is een uitspraak die vaak voorkomt, maar is ze ook terecht? Het antwoord is ronduit neen: transseksualiteit heeft te maken met genderidentiteit. Het begrip seksualiteit is hier slechts ondergeschikt en komt lang niet op de eerste plaats. Vandaar dat men de term transgender verkiest om deze jongeren (en volwassenen) aan te duiden.
Vaak wordt gezien dat transgender jongeren hun seksuele beleving uitstellen, totdat ze zich innerlijk in overeenstemming voelen met hun uiterlijk, hetzij door chirurgische aanpassing, hetzij door dit simpelweg te uiten in bv. kledij. Aantrekking tot een bepaald geslacht is immers niet het enige dat een rol speelt bij seksualiteit. Voor transgender jongeren zijn volgende aspecten veel belangrijker: het gevoel dat men krijgt over zichzelf als men bij de partner is, hoe de partner hen ziet en het gevoel dat de transgender krijgt als men samen is. Aanvaard en gezien worden voor de persoon die de transgender zich innerlijk ervaart is dus minstens zo belangrijk als louter seksuele aantrekking, en dit is niet vanzelfsprekend wanneer de jongere nog in conflict is met zijn genderidentiteit.
“Transgender en gendervariante jongeren zijn eigenlijk gewoon homo”
Seksualiteit houdt in dat iemand zich aangetrokken voelt tot vrouwen, mannen of beide. Iemand met een variante genderidentiteit kan dus perfect homo, lesbisch of beide zijn, net zoals niet transgender jongeren dit ook kunnen zijn.
Lange tijd bestond er een enorm taboe rond deze twee begrippen. In zo’n mate dat een medische behandeling geweigerd werd als bleek dat de transgender jongeren holebi waren in hun nieuwe identiteit. Dit taboe werd gelukkig opgehelderd en is op vandaag geen tegenindicatie meer voor het ondergaan van een medische ingreep rond transseksualiteit. Maar toch zouden we ons terecht de vraag kunnen stellen: waarom van geslacht veranderen als we dan toch met iemand van hetzelfde geslacht zouden verkeren? Het antwoord is simpel: zo werkt het niet bij transgender jongeren. Hun genderidentiteit bepaalt of men holebi zal zijn, niet hun (nieuwe) biologische geslacht. Een meisje dat zich een jongen voelt en verliefd wordt op een jongen, is homo vanuit haar innerlijke ervaring als jongen. Het omgekeerde geldt voor een jongen die zich meisje voelt. De genderidentiteit primeert dus duidelijk op de seksuele voorkeur!
Bellini, C. & Kitchen, J. (2012, November). Making It Better for Lesbian, Gay, Bisexual, and Transgender Students through Teacher Education: A collaborative self-study. Studying Teacher Education, 8 (3), 209-225
Gay, Lesbian & Straight Education Network (2013). The safe space kit: Guide to Being an Ally to LGBT Students. Geraadpleegd op 30 maart, 2015, van http://www.glsen.org/download/file/MzE3MA==
Holebi.info (2015). Het verhaal van een jonge Vlaamse transgender. Geraadpleegd op 16 maart, 2015, van http://www.holebi.info/phpnews/kortnews.php?action=fullnews&id=13401
JAC (2015). Chat met een hulpverlener. Geraadpleegd op 30 maart, 2015, van http://www.jac.be/chat
Toomey, R., McGuire, J., Russell, S. (2012). Heteronormativity, school climates, and perceived safety for gender nonconforming peers. Journal of adolescence, 35, 187-196.
UZ Gent, Centrum voor Seksuologie en Genderproblematie (2014). Genderproblematiek: contact. Geraadpleegd op 30 maart, 2015, van http://www.uzgent.be/nl/zorgaanbod/mdteams/Seksuologie-en-Genderproblematiek/Paginas/Contact.aspx
Het arrangement Gendertransgender is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Stefanie D'Hondt
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-05-06 18:04:11
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Transgender
Checklist mesoniveau
Een transgenderleerling in mijn klas, wat nu?!?
Zelftest
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.