2. Gender en seksualiteit

Internationaal is er heel wat te doen rond gender en seksualiteit: bepaalde landen of geloofsovertuigingen vertonen nog steeds een taboe rond holebi’s en transgender. Hoewel vandaag de holebi-cultuur vrijwel overal relatief goed aanvaard is, is er vaak nog verwarring tussen de begrippen gender enerzijds en de (daaruit vloeiende) seksualiteit. Hangen beide samen of staan ze los van elkaar? 

 

(Bron: http://turnholder.com/category/uncategorized/)

 

Wereldwijd worden onderstaande misvattingen nog steeds als dusdanig geïnterpreteerd. In de omgang met transgender jongeren is het dan ook uitermate belangrijk dat de differentiatie tussen beide (al dan niet samenhangende) begrippen goed wordt gemaakt.

 

“Transseksualiteit heeft te maken met seksualiteit”

 

Het is een uitspraak die vaak voorkomt, maar is ze ook terecht? Het antwoord is ronduit neen: transseksualiteit heeft te maken met genderidentiteit. Het begrip seksualiteit is hier slechts ondergeschikt en komt lang niet op de eerste plaats. Vandaar dat men de term transgender verkiest om deze jongeren (en volwassenen) aan te duiden.

 

Vaak wordt gezien dat transgender jongeren hun seksuele beleving uitstellen, totdat ze zich innerlijk in overeenstemming voelen met hun uiterlijk, hetzij door chirurgische aanpassing, hetzij door dit simpelweg te uiten in bv. kledij. Aantrekking tot een bepaald geslacht is immers niet het enige dat een rol speelt bij seksualiteit. Voor transgender jongeren zijn volgende aspecten veel belangrijker: het gevoel dat men krijgt over zichzelf als men bij de partner is, hoe de partner hen ziet en het gevoel dat de transgender krijgt als men samen is. Aanvaard en gezien worden voor de persoon die de transgender zich innerlijk ervaart is dus minstens zo belangrijk als louter seksuele aantrekking, en dit is niet vanzelfsprekend wanneer de jongere nog in conflict is met zijn genderidentiteit.

 

“Transgender en gendervariante jongeren zijn eigenlijk gewoon homo”

(Bron: https://cavaria.be/community/allochtone-holebis)

Seksualiteit houdt in dat iemand zich aangetrokken voelt tot vrouwen, mannen of beide. Iemand met een variante genderidentiteit kan dus perfect homo, lesbisch of beide zijn, net zoals niet transgender jongeren dit ook kunnen zijn.

 

Lange tijd bestond er een enorm taboe rond deze twee begrippen. In zo’n mate dat een medische behandeling geweigerd werd als bleek dat de transgender jongeren holebi waren in hun nieuwe identiteit. Dit taboe werd gelukkig opgehelderd en is op vandaag geen tegenindicatie meer voor het ondergaan van een medische ingreep rond transseksualiteit. Maar toch zouden we ons terecht de vraag kunnen stellen: waarom van geslacht veranderen als we dan toch met iemand van hetzelfde geslacht zouden verkeren? Het antwoord is simpel: zo werkt het niet bij transgender jongeren. Hun genderidentiteit bepaalt of men holebi zal zijn, niet hun (nieuwe) biologische geslacht. Een meisje dat zich een jongen voelt en verliefd wordt op een jongen, is homo vanuit haar innerlijke ervaring als jongen. Het omgekeerde geldt voor een jongen die zich meisje voelt. De genderidentiteit primeert dus duidelijk op de seksuele voorkeur!