Spieren

Spieren

Inleiding

Wist je dat ......

  • een mens heeft 639 spieren die 40% van je lichaamsgewicht is;
  • je kleinste spiertje zit in je oor;
  • je grootste spier is je bilspier;
  • de langste spier zit in je bovenbeen;
  • de sterkste spier is je tong;
  • je spieren in je ogen wel 100.000 keer per dag bewegen, vooral als je slaapt ;
  • als je loopt je 200 spieren tegelijk gebruikt;
  • om sterkere spieren te krijgen je 3 keer in de week naar een sportschool moet gaan;
  • om te fronsen heb je 40 spieren nodig;

En voor bovendien :  om te lachen gebruik je 20 spieren!

 

 

 
 
 

 

 

 

Wat ga je leren?

  • Ik kan uitleggen wat spieren zijn.
  • Ik kan de verschillende soorten spieren benoemen en vergelijken.
  • Ik kan vertellen welke spieren je wel en niet kunt bedienen.
  • Ik kan beschrijven hoe je spieren sterker maakt.
  • Ik kan uitleggen wat spieren nodig hebben om te groeien.
  • Ik kan uitleggen hoe je RSI krijgt en het kan voorkomen.

Wat ga je doen?

 

  • Ik doe onderzoek naar het effect van trainen op je spieren.
  • Ik doe onderzoek naar hoe je je spieren kunt aansturen.
  • Ik onderzoek de samenewerking tussen verschillende spieren.
  • Ik onderzoek onbewuste reflexen van je spieren.

Wat zijn spieren eigenlijk?

Spieren zijn bundels spiervezels die samen kunnen trekken.
Afhankelijk van de plaats waar ze vast zitten, ontstaat er beweging.

Dat kan een bot zijn, maar ook in je slokdarm, je maag, je darmen, je ogen en je hart zitten spieren.

 

 

Onderzoek je spieren

Je gaat een onderzoekje doen naar spierbundels. Zoek een maatje waarmee je samen kunt werken. Je gaat meten wat er gebeurt en vult een werkblad in.

Wat verandert er aan de dikte van de buigspier van je arm worden als je deze samentrekt?
Is er een verschil tussen je linker en je rechter arm?
Is de verandering bij iedereen evenveel groot?

Open nu eerst het werkblad en bekijk het goed.

Ga dan naar de volgende pagina. Daar lees je wat je moet doen.

 

De uitleg van het onderzoek

Dit heb je nodig :

een meetlint
het werkblad "Armspieronderzoek"

Aanpak:

Werk met z'n tweeën.De een is proefpersoon, de ander meet.

  1. Laat een arm slap langs het lichaam hangen. De buigspier is dan ontspannen.
  2. Meet de omtrek van de bovenarm op het dikste gedeelte. Geef met een klein streepje de plaats aan waar je meet.
  3. Zet het resultaat in de tabel.
  4. Maak een stevige vuist en buig je arm. De buigspier is dan samengetrokken.
    Probeer de spierballen zo dik mogelijk te maken.
  5. Meet dan op dezelfde plaats opnieuw de omtrek van de bovenarm.
  6. Zet het resultaat in een tabel.
    Om nauwkeurige resultaten te krijgen, kun je het beste meerdere keren meten, bijvoorbeeld 3 keer.
    Noteer alle metingen in de tabel en bereken het gemiddelde.
  7. Herhaal de proef met de andere arm.
  8. Herhaal de hele proef nu met de ander als proefpersoon

Ga nu met je voorkeurshand (de hand waarmee je schrijft) elke dag een gewicht tillen. Het kan ook een pak suiker of een blik soep zijn.

Aan het einde van deze lessen ga je dezelfde meting nog een keer doen en kijkt of er dan verschil is.

Hoe werken spieren?

Hoe werken spieren eigenlijk? Dat wordt hier uitgelegd:

 

 

Spieren die doen wat jij wil.

Sommige spieren kunnen we zelf sturen. Dat noemen we willekeurige spieren.

Gelukkig hoeven we niet over alle spieren na te denken. Stel je voor dat je in je slaap vergeet dat je hart moet kloppen, of dat je er bij na moet denken dat je darmen je voedsel kneden.  
Dat zou wel heel lastig zijn.

 

proefje met de zwevende armen.

Ook al kun je de spieren in je armen en benen zelf aansturen, soms kun je ze laten bewegen zonder dat je daar direct opdracht voor geeft.
Dat kan omdat je ze wel opdracht geeft maar ze kunnen het niet direct uitvoeren.

Doe het proefje maar eens met de zwevende arm.

nodig:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 

werkblad zwevende armen

proefje met de koppige vinger

Sommige spieren kunnen alleen goed werken samen met andere spieren. Als een van de spiergroepen niet mee kan werken, doet de ander het ook niet zo goed meer. 
Doe het proefje met de koppige vinger maar eens.

koppige vinger

 

 

stappen:

1. 

 

 

2. 

 

 

3. 

 

 

4. 

 

 

vraag 1: 

 

vraag 2: 
Vul het werkblad in.

 

 

 

 

werkblad koppige vinger

proefje gebukt in evenwicht

Een andere vorm van samenwerken is het proefje gebukt in evenwicht.

 

 

 

werkblad 

 

stappen:

1. 

 

2. 

 

 

vraag 1: 

 

vraag 2: 

3. 

 

4. 

 

 

vraag 3: 

 

vraag 4: 

 

3

 

werkblad gebukt in evenwicht.

proefje met de knikkende knieën

Het kan ook zijn dat je lijf het commando even over neemt over je spieren.

Denk er maar eens aan wat er gebeurt als je je hand brandt.
Als er een seintje komt: BRAND!!! Je hoeft er niet over na te denken dat je je hand terug trekt. Dat zou veel te lang duren en heb je al flinke brandwonden. Je hersenen nemen even het commando over.
Voor je het weet heb je je hand al terug getrokken. 

In het volgende proefje kun je dat testen:

Nodig:


werkblad

Stappen:

Een van jullie gaat op de  tafel zitten

 

vraag 1: 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vraag 2:

vraag 3:

Vul het werkblad in.

werkblad knikkende knieën

Spierkracht

Als je geboren wordt, heb je wel al je spieren, maar ze zijn nog niet sterk.
Je moet ze eerst leren bewegen en daarna sterker maken.

 

Armpje drukken:                                       

Ga tegenover elkaar zitten.

 

Zet je rechter elleboog op tafel en geef elkaar een hand.
Probeer zonder je elleboog te verplaatsen, de hand van je tegenstander naar beneden te drukken.

Wie is het sterkste?

Je zult merken dat als je het een paar keer gedaan hebt, of goed je best hebt moeten doen, dat je armen moe worden en gaan trillen.

Wat is spierpijn?

Spieren kunnen niet zomaar groeien. Daar hebben ze voedsel voor nodig en zuurstof.
Als je gaat sporten ga je ook hijgen. Dat komt omdat je spieren ook zuurstof nodig hebben om het voedsel te verbranden. Je hart gaat sneller kloppen om alle voedsel en zuurstof snel naar de spieren te krijgen.

Maar als je veel sport kun je ook spierpijn krijgen. 
Wat is spierpijn eigenlijk?

 

 
 
 

 

Wat als je spieren het niet meer doen?

Soms gaat er iets mis. Je bent zo geboren of op latere leeftijd gaat er iets mis.

Als je spieren niet doen wat jij wil en onverwachts samentrekken noemen we dat spastisch. Lopen of gewoon een boterham eten wordt dan bijvoorbeeld heel moeilijk.

 

 

Je spieren kunnen ook overbelast raken omdat ze te vaak dezelfde beweging maken.Dit wordt wel RSI genoemd. Hoe je hieraan komt en hoe je het kunt voorkomen zie je in het volgende filmpje:

 

 

Afsluiting

Deel 2 van het armspieronderzoek

Je bent deze les begonnen met een armspieronderzoek. Als het goed is heb je daarna goed geoefend met die arm. Voer het onderzoek nu nog een keer uit. Vul hiervoor nu deel twee van het werkblad in.

Dit heb je dan weer nodig:

een meetlint
het werkblad "Armspieronderzoek"

En dit was de aanpak:

Werk met z'n tweeën.De een is proefpersoon, de ander meet.

  1. Laat een arm slap langs het lichaam hangen. De buigspier is dan ontspannen.
  2. Meet de omtrek van de bovenarm op het dikste gedeelte. Geef met een klein streepje de plaats aan waar je meet.
  3. Zet het resultaat in de tabel.
  4. Maak een stevige vuist en buig je arm. De buigspier is dan samengetrokken.
    Probeer de spierballen zo dik mogelijk te maken.
  5. Meet dan op dezelfde plaats opnieuw de omtrek van de bovenarm.
  6. Zet het resultaat in een tabel.
    Om nauwkeurige resultaten te krijgen, kun je het beste meerdere keren meten, bijvoorbeeld 3 keer.
    Noteer alle metingen in de tabel en bereken het gemiddelde.
  7. Herhaal de proef met de andere arm.
  8. Herhaal de hele proef nu met de ander als proefpersoon

 

 

Wanneer ben je klaar?

Je bent klaar als je :

  • Het armspieronderzoek hebt afgerond en je conclusie hebt ingevuld op het werkblad.
  • De vier proefjes met de spieren hebt gedaan en nagekeken. (De antwoordbladen vind je onderaan de les.)

Antwoordenbladen bij de verschillende proefjes

Voor de leerkracht

Hier vindt u de doelen en tips voor verdere invulling van lessen over dit onderwerp. Daarbij ook de bestand met daarin de werkbladen dat bij de les horen.

  • Het arrangement Spieren is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    DigilessenPO
    Laatst gewijzigd
    2016-08-01 15:58:02
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    https://teleblik.nl/media/5439307/fragment?start=21&end=353

    https://teleblik.nl/player/media/5411687/fragment?start=232&end=356

    https://teleblik.nl/player/media/5439307/fragment?start=550&end=746

    https://teleblik.nl/player/media/4421958/fragment?start=20&end=147

    https://teleblik.nl/player/media/5439307/fragment?start=211&end=353  

    http://www.schooltv.nl/video/wat-is-spierpijn-no-pain-no-gain/#q=spierpijn

    https://teleblik.nl/player/media/5427041/fragment?start=1001&end=1260

    http://www.schooltv.nl/video/wat-is-rsi-pijn-door-statische-belasting-van-je-spieren/#q=rsi

    http://www.youtube.com/watch?v=B27J4L_YZHM

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De kinderen leren over spieren: • hoe ze werken; • dat er willekeurige en onwillekeurige spieren zijn; • hoe je onderzoek kunt doen bij spieren; • hoe je spieren kunt testen; • hoe je spieren sterker kunt maken; • wat spierpijn eigenlijk is; • hoe het is als ze niet zo goed of helemaal niet werken. De kinderen doen: • onderzoek naar de werking van spieren; • proefjes en opdrachten die uitgewerkt worden op werkbladen. (De antwoordbladen hiervoor staan in het leerkrachtgedeelte) De kinderen begrijpen : • dat willekeurige spieren altijd moeten samenwerken; • dat onze hersenen de spieren aansturen; • dat spieren getraind kunnen worden maar ook overbelast kunnen raken; • dat spieren zuurstof en suikers nodig hebben om te functioneren; • dat het hart sneller klopt om brandstof naar de spieren te brengen; • dat we zonder spierkracht het in het dagelijks leven heel lastig hebben.
    Leerniveau
    PO groep 8; PO groep 7; PO groep 6; Speciaal basisonderwijs;
    Leerinhoud en doelen
    Gezond en redzaam gedrag;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    pezen, rsi., spasmen, spierpijn, spiervezels, suikers, willekeurige en onwillekeurige spieren, zuurstof

    Bronnen

    Bron Type
    werkblad zwevende armen
    http://www.proefjes.nl/werkblad/160
    Link
    werkblad koppige vinger
    http://www.proefjes.nl/werkblad/166
    Link
    werkblad gebukt in evenwicht.
    http://www.proefjes.nl/werkblad/169
    Link
    werkblad knikkende knieën
    http://www.proefjes.nl/werkblad/183
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Welke spieren ken je?

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.