Afsluiting

Deel 2 van het armspieronderzoek

Je bent deze les begonnen met een armspieronderzoek. Als het goed is heb je daarna goed geoefend met die arm. Voer het onderzoek nu nog een keer uit. Vul hiervoor nu deel twee van het werkblad in.

Dit heb je dan weer nodig:

een meetlint
het werkblad "Armspieronderzoek"

En dit was de aanpak:

Werk met z'n tweeën.De een is proefpersoon, de ander meet.

  1. Laat een arm slap langs het lichaam hangen. De buigspier is dan ontspannen.
  2. Meet de omtrek van de bovenarm op het dikste gedeelte. Geef met een klein streepje de plaats aan waar je meet.
  3. Zet het resultaat in de tabel.
  4. Maak een stevige vuist en buig je arm. De buigspier is dan samengetrokken.
    Probeer de spierballen zo dik mogelijk te maken.
  5. Meet dan op dezelfde plaats opnieuw de omtrek van de bovenarm.
  6. Zet het resultaat in een tabel.
    Om nauwkeurige resultaten te krijgen, kun je het beste meerdere keren meten, bijvoorbeeld 3 keer.
    Noteer alle metingen in de tabel en bereken het gemiddelde.
  7. Herhaal de proef met de andere arm.
  8. Herhaal de hele proef nu met de ander als proefpersoon