Misschien heb je wel eens gehoord van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dat geeft aan dat een bedrijf in zijn werkzaamheden rekening houdt met de wereld om hem heen. Het gaat daarbij vaak om People, Planet & Profit, in het eerste thema van deze wiki wordt uitgelegd wat daarmee wordt bedoeld.
Alle bedrijven maken onderdeel uit van een keten. Bij een keten horen alle bedrijven die met één product te maken: bijv. de tomatenteler, het transportbedrijf en de supermarkt. In het thema "ketens" wordt dit duidelijk uitgelegd.
We spreken van maatschappelijk verantwoorde ketens (MVK) wanneer niet alleen één bedrijf, maar ook de bedrijven in de keten om hem heen waarde hechten aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het bedrijf kiest er dan voor om alleen zaken te doen met bedrijven die op dezelfde manier met 'people, planet & profit' omgaan.
De term People, planet, profit wordt vaak gebruikt om duurzaamheid te beschrijven. Het gaat over drie onderdelen die samen in evenwicht zouden moeten zijn.
People (mensen)
Wat doet de organisatie voor de medewerkers? En voor de consumenten? Hecht de organisatie belang aan eerlijke lonen voor werknemers in derdewereldlanden? Treden ze op tegen kinderarbeid?
Planet (planeet / milieu)
Hoe gaat de organisatie om met het milieu? Kopen ze duurzame producten in? Proberen ze hun impact op het milieu te verkleinen of deze te compenseren?
Profit (opbrengst / winst)
Winst is nodig om een bedrijf gezond te houden, zonder winst gaat het failliet. Winst hoeft niet alleen te gaan over geld, het kan voor een bedrijf ook veel opleveren om hoogopgeleide werknemers aan te trekken of om te investeren in innovering.
Uiteindelijk is het belangrijk dat deze 3 pijlers in evenwicht zijn. Wanneer de nadruk in een organisatie teveel op de winst komt te liggen, zullen de andere P's hieronder komen te lijden. Dat verliest het bedrijf bijvoorbeeld oog voor het milieu of mensenrechten.
Het is belangrijk dat je eerst wat leert over ketens, het is daarom aan te raden om de wiki over ketens (Robuuste Keten) te doorlopen. Als je dat nog niet hebt gedaan kun je de wiki vinden via deze link:
Je weet nu wat een bedrijf kan doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. De volgende stap is dat een bedrijf zoekt naar partners (schakels) in de keten die zich ook bezighouden met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Je kunt natuurlijk meer betekenen als ook je leveranciers en klanten dezelfde doelen nastreven als jij.
In de casus over chocolade leer je hoe dat werkt.
Casus: Chocolade
Cacus cacao
Begin 2000 deed Teun van de Keuken voor het programma de Keuringsdienst van Waarde onderzoek naar de herkomst en productie van cacao. Hij stuitte hierbij op veel misstanden in het productieproces rondom (kind)slavernij. Dat was voor hem de reden om zich aan te geven bij de politie als ‘chocolade-crimineel’. Hoewel hij niet werd opgepakt en vervolgd, deed hij wel een hoop stof opwaaien in de media. Voor hem was het de aanzet voor het zelf produceren van een 100% (kind)slaafvrije chocoladereep – Tony’s Chocolonely.[1]
Het verhaal van Tony Chocoloneley (in 3 delen):
Deel 1:
Deel 2:
Deel 3:
Cacao werd ontdekt door de Maya’s in het Amazonegebied in Zuid Amerika. Zij gaven het de naam ‘cocoa’ (godenspijs). In de vijftiende eeuw werd cacao voor het eerst in Europa geïntroduceerd, er werden hoge belastingen op geheven waardoor het een drank werd voor de rijken. Een groeiende vraag naar cacao leidde tot de uitbreiding van de productie, met in 1870 het begin van de productie in Afrika. In 1828 werd door de Nederlander Casparus van Houten ontdekt dat de cacaomassa kon worden gescheiden in cacaoboter en cacaopoeder. Dat was de basis voor de huidige chocolade.[2]
Tegenwoordig wil de consument vooral niet teveel betalen voor zijn chocola. De grote spelers in de cacao markt staan echter onder toenemende druk om de cacao keten te verduurzamen. Een duurzame cacao markt betekent dat iedere speler in de keten een acceptabel loon ontvangt om voor zichzelf en zijn familie te zorgen, zijn werk onder goede omstandigheden kan uitvoeren en waarbij het milieu niet meer dan nodig belast wordt. [3]
Afrika is tegenwoordig de grootste leverancier van cacao. Met 2,5 miljoen ton cacaobonen per jaar is het continent verantwoordelijk voor 70% van de wereldproductie.
Binnen Afrika komt 95% van de productie uit Ivoorkust, Ghana, Nigeria en Kameroen. Ghana en Ivoorkust zijn verreweg de grootste producenten (samen goed voor meer dan de helft van de gehele Afrikaanse productie). Buiten Afrika komt de meeste cacao uit Indonesië. In onderstaande afbeelding zijn de grootste producenten en belangrijkste exportbestemmingen weergegeven.
Afbeelding 1: Cacaoboom- met blad, bloem en vrucht.
De cacaoproductie wordt gekarakteriseerd door een hoog aandeel van kleine boeren met een eigen stukje land (smallholders). Maar liefst 95% van de cacao komt bij kleine boeren vandaan. Vaak worden er op het land verschillende soorten gewassen verbouwd zoals platanen, maïs en kruiden. De teelt van verschillende gewassen zorgt voor een groot deel van de eigen voedselvoorziening, maar ook voor extra inkomen.
Het verbouwen van cacao is een arbeidsintensief proces. Het duurt ongeveer drie tot vier jaar voor een cacaoboom voor het eerst vruchten draagt. Het rijpen van de vrucht duurt vijf a zes maanden, bomen kunnen dus (in theorie) twee keer per jaar vruchten geven. [1] Afbeelding 2 geeft een afbeelding van een vrucht dragende cacaoboom, de bladeren en de bloemen van de boom en de rijpe vrucht met daarin het vruchtvlees en de bonen.
Na de oogst worden de vruchten opengesneden en wordt het witte vruchtvlees (met daarin de cacaobonen) op een grote hoop gegooid. Hierdoor start een fermentatieproces dat ongeveer vijf dagen duurt. De kleur van de bonen verandert hierbij langzaam naar donkerbruin en het typische chocoladearoma begint zich te ontwikkelen. Het fermentatieproces wordt gestopt door het drogen van de bonen. De beste (langzame) manier is om dat te doen in de zon en de bonen daarbij regelmatig om te scheppen.
De gedroogde bonen worden verpakt en afhankelijk van het land van herkomst worden ze gekeurd, verkocht aan een tussenhandelaar of rechtstreeks verkocht aan een verwerkend bedrijf.
Afbeelding 2: Cacaoboom- met blad, bloem en vrucht.
Verwerking
Cacaoverwerking vindt voornamelijk plaats in westerse landen. De meeste cacaobonen worden verwerkt in Nederland en de Verenigde Staten. De grootste cacaohaven ter wereld is Amsterdam. Onze cacao-industrie heeft een jaarlijkse omzet van € 2,5 miljard, en er werken meer dan 10.000 mensen in de industrie. In de Zaanstreek wordt 25% van de cacao ter wereld verwerkt. Uiteindelijk wordt het grootste gedeelte van de 'Amsterdamse' cacao met toegevoegde waarde weer uitgevoerd, vooral naar de Verenigde Staten en (Oost-)Europa. [2]
De cacao wordt voor verdere verwerking eerst gewassen en gebrand. Na het branden worden de bonen vermalen en wordt de ‘schil’ gescheiden van de cacao. Als de bonen gemalen zijn wordt gesproken van ‘cacao nips’. Van de nips worden verschillende halffabricaten geproduceerd (zoals cacaopoeder, cacaoboter, cacaomassa) voor de verdere bewerking door de industrie.
Drie grote bedrijven domineren deze branche, dat zijn Cargill, Archer Daniels Midland (ADM) en Barry Callebaut. Zij verwerken samen ongeveer 40% van alle cacao ter wereld.
De chocolade industrie wordt ook gedomineerd door een klein aantal spelers. Zes bedrijven hebben samen ong. 60% van de markt in hun handen. Het gaat om Mars, Nestlé, Hershey, Kraft Foods, Cadbury Schweppes en Ferrero. Zij leveren een groot assortiment aan chocoladeproducten voor consumenten.[3]
Slavernij en kinderarbeid klinkt heel ouderwets, het is lastig voor te stellen dat deze vormen van machtsmisbruik nog altijd voorkomen. Veel kinderen werken om te overleven of om hun familie (financieel) te ondersteunen. Armoede lijkt de belangrijkste oorzaak van zowel kinderarbeid als slavernij. In 2001 ondertekende de internationale cacao- en chocolade-industrie het Harkin-Engel protocol, waarin de bedrijven afspreken dat kinder- en slavenarbeid op cacaoplantages in Ghana en Ivoorkust moet worden teruggedrongen. Dertien jaar na het ondertekenen van het protocol kan de industrie echter nog altijd niet aan consumenten garanderen dat de door hen verkochte chocola vrij is van kinderarbeid en slavernij.[1]
Documentaire: The dark side of chocolate:
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen ‘kinderwerk’ en kinderarbeid. In de strijd tegen kinderarbeid gaat het er niet om te verbieden dat kinderen hun ouders helpen op het veld en zo bijdragen aan het inkomen van de familie en de technieken leren die belangrijk zijn voor de cacaoteelt. Het gaat echter om de omstandigheden waarin zij werken. Kinderen moeten beschermd worden tegen werk dat hun ontwikkeling in de weg staat. Daarnaast mogen kinderen niet geschaad worden door het werk dat zij doen en mag het niet ten koste gaan van scholing.[2]
Armoede in omliggende landen is vaak de reden van migratie naar de landen waar cacao wordt verbouwd (bij Ivoorkust en Ghana zijn dat bijv. Mali, Burkina Faso of Togo). Men hoopt werk te vinden over de grens, of het wordt aan hen beloofd. Veel mensen en ook kinderen worden over de grens gesmokkeld om te komen werken in bijv. Ivoorkust. Deze mensenhandel wordt in stand gehouden door het gebrek aan arbeid in het land van herkomst en slechte (of gebrek aan) opleiding. Daarnaast worden mensenhandelaren niet of nauwelijks gestraft.[3]
In de documentaire ‘The dark side of chocolate’ worden grote bedrijven in de chocolade industrie geconfronteerd met de aanwezigheid van kinderen op de plantages waar hun cacao vandaan komt. De reactie is: “De meerderheid van de cacao plantages zijn geen eigendom van de bedrijven die chocolade maken, er is daarom geen controle op die plantages en de werkomstandigheden.”
De industrie wil met andere woorden geen verantwoordelijkheid nemen voor de omstandigheden.
De omvang van de keten is zo groot (door het grote aantal kleine cacaoplantages en tussenhandelaren), dat het voor bedrijven bijna onmogelijk is om alle cacao te traceren. Zelfs al zou de chocolade industrie alle toeleverende plantages willen certificeren, dan werken er waarschijnlijk niet genoeg mensen in de certificerende bedrijven om die taak op te nemen.[4]
Milieu en biodiversiteit
Kleinschalige plantages gebruiken vaak verouderde landbouwmethodes en putten daardoor de grond snel uit. In de zoektocht naar nieuwe vruchtbare grond, wordt het tropisch regenwoud gekapt. De uitbreiding van de cacaoproductie gaat op die manier vaak ten koste van bestaande bossen en biodiversiteit en kan leiden tot bodemerosie. Volgens schattingen is al 8 miljoen hectare bos verloren gegaan voor cacaoproductie.
Tevens worden veel gewasbeschermingsmiddelen gebruikt voor het tegengaan van ongedierte en ziektes, ook die zijn erg schadelijk voor het milieu.[5],[6]
Voor de productie van 1 m3 cacaobonen, ontstaat er zo’n 10 m3 afval en bijproducten (zoals vruchtvlees, doppen en pulp). Dat kan leiden tot vervuiling. Boeren gebruiken de organische resten echter vaak als compost en cacaodoppen worden in Nederland nuttig gebruikt als biobrandstof voor energiecentrales en als bodembedekking in tuinen. [7]
Initiatieven en keurmerken
Een hogere prijs die boeren krijgen voor cacao en een grotere zekerheid in afname kan veel verschil maken in de financiële onafhankelijkheid van de boeren. Het is echter niet alleen de (kilo)prijs die de inkomsten van de boer bepaalt, ook de grootte van de oogst speelt een rol. De productiviteit van de plantages kan worden verhoogd door een betere kennis van landbouwmethodes en gewasbescherming.
Er zijn verschillende organisaties actief die boeren hierbij helpen en die hen hiervoor een certificaat verstrekken. Vaak gebeurt dat in opdracht van de afnemers.
Fair Trade is bijvoorbeeld een internationale organisatie die zich inzet om een eerlijke handel tot stand te brengen. Het doel is dan om een betere toekomst te kunnen bieden aan de boeren door aandacht te geven aan een betere sociale omgeving voor ouders en kinderen, betere landbouwmethoden, manieren om het milieu minder te belasten en natuurlijk een eerlijke prijs voor de producten. Door op deze manier oog te hebben voor de toekomst en het welzijn van de producenten, is dit de kern van maatschappelijk duurzaam handelen.
Consumenten kunnen ook een rol spelen door te kiezen voor duurzaam geproduceerde chocola. Zij kunnen eisen dat bedrijven toezien op betere werkomstandigheden op de plantages.
Zoals al kort vermeld in de casus bestaan er verschillende initiatieven die proberen bij te dragen aan een eerlijke handel in cacao. Deze initiatieven hebben vaak een eigen keurmerk en/of logo die de producent van de chocolade mag vermelden op zijn verpakking. Soms staat er ook bij dat een bepaald percentage van de gebruikte cacao voldoet aan een keurmerk.
Maar wat betekent zo'n keurmerk nou eigenlijk, en welke chocolade kun je nou het beste kopen als je bijv. het beste voor hebt met het regenwoud, of juist alleen chocola wil kopen die vrij is van kinderarbeid?
Op de volgende pagina's zien we een aantal chocoladewikkels en kijken we wat er op de verpakking wordt vermeld over keurmerken. Je wordt zelf aan het werk gezet om te onderzoeken wat die keurmerken precies betekenen.
Wikkel AH
Wikkel AH (2)
Op 2 plekken op de verpakking wordt informatie vermeld over een keurmerk. Ten eerste wordt er een logo vermeld:
Daarnaast wordt het logo toegelicht:
In het onderstaande filmpje wordt toegelicht wat het UTZ keurmerk eigenlijk betekent:
Wikkel Verkade
Wikkel Verkade (2)
Op een aantal plekken op de verpakking wordt informatie gegeven over een keurmerk:
Een logo:
Uitleg over het logo:
Merk op dat er staat dat "83% van de cacao Fairtrade is". Wat wil dat eigenlijk zeggen? Waarom is het geen 100%?
In onderstaand filmpje wordt uitgelegd wat Fairtrade/ Max Havelaar betekent voor de cacaoboeren:
Wikkel Cote d'Or
Wikkel Cote d'Or (2)
Op de voorkant van de verpakking staat duidelijk een logo vermeld:
In de tekst op de achterkant van de verpakking staat de volgende toelichting:
30% van de cacao is gecertificeerd door de Rainforest Alliance. 30% lijkt wel erg weinig.. Wat is er aan de hand met de overige 70% van de chocolade? Mag Cote d'Or dit ook op de verpakking zetten als er maar 10% van de cacao gecertificeerd zou zijn?
De Rainforest Alliance is een Amerikaans keurmerk. Op de website van het Voedingscentrum wordt uitgelegd wat het keurmerk precies betekent:
Het arrangement Maatschappelijk Verantwoorde Ketens is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Saskia Kamps
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2014-08-27 14:55:43
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
De Wiki Maatschappelijk Verantwoorde Ketens gaat het over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen binnen de keten. Het gaat daarmee dus verder dan alleen het eigen handelen van een bedrijf.
Leerlingen maken kennis met MVO, "People, planet, profit" en door een casus over cacao leren ze over certificering van duurzaamheid a.d.h.v. keurmerken op chocolade verpakkingen.
Alle losse onderdelen van deze wiki, maar ook de wiki als geheel mag worden gekopieerd, gebruikt en toegepast in het eigen lesmateriaal. Binnen Wikiwijs doe je dat heel gemakkelijk door deze wiki als arrangement aan je eigen arrangement toe te voegen. Je kunt dan de (volgorde van de) onderdelen aanpassen indien gewenst en zelf onderdelen toevoegen of verwijderen.
Heel veel succes!
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau
MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding;
MBO, Niveau 3: Vakopleiding;
MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
Leerinhoud en doelen
Natuur en groene ruimte;
Handel en ondernemerschap;
Voedsel, natuur en leefomgeving;
Logistiek;
Zorg, natuur en gezondheid;
Verse voeding;
Voeding en handel;
Vervoerstechniek;
Verwerking agrarische producten;
Groen, grond en infra;
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefening "People, planet, profit"
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.