Thema: Burgerschap - hv123

Thema: Burgerschap - hv123

Thema Burgerschap

Inleiding

Dit thema gaat over burgerschap en behandelt de volgende onderwerpen:

  1. Leefbaarheid
    Wat zorgt ervoor dat burgers prettig wonen in straat, wijk, dorp en stad?
     
  2. Multiculturele samenleving
    In Nederland wonen mensen uit (bijna) alle landen van de wereld.
    Deze mensen hebben stukjes van hun eigen cultuur meegenomen naar Nederland.
    Hoe leven mensen van verschillende culturen in Nederland samen?
     
  3. Wereldburgerschap
    Als inwoner van Nederland ben je burger van een gemeente, provincie, land en Europa.
    Maar je bent ook onderdeel van een (internationale) samenleving.
    Op welke manier zie je dat in jouw eigen omgeving terug?

Introductie - opdracht

Burgerschap gaat over deel zijn van een maatschappij die groter is dan jezelf en jouw gezin.
Zodra je geboren bent, ben je niet alleen deel van een gezin maar ook deel van een maatschappij.
Je bent burger van een gemeente, provincie, land en Europa én van de wereld.
In het thema Burgerschap onderzoek je de onderwerpen leefbaarheid, multiculturele samenleving en wereldburger. Wat hebben deze drie onderwerpen met burgerschap te maken?

Opdracht
Werk met maximaal drie klasgenoten samen. Maak een mindmap over dit onderwerp.
In de gereedschapskist lees je hoe je dat kan doen.

Zet in het midden de term Burgerschap. Daaromheen de drie onderwerpen:

  • Leefbaarheid
  • Multiculturele samenleving
  • Wereldburgerschap.

Welke woorden en afbeeldingen horen hierbij?

Klaar?
Vergelijk jullie mindmap met die van andere groepen en bespreek de verschillen en overeenkomsten.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van dit thema kan ik:

  Opdracht
uitleggen waarom voorzieningen van belang zijn voor de leefbaarheid in een regio en waarom er verschillen zijn in voorzieningen tussen regio's. Leefbaarheid
uitleggen welke maatregelen genomen kunnen worden om de leefbaarheid in woonwijken te bevorderen. Leefbaarheid
de spreiding van verschillende bevolkingsgroepen in Nederland verklaren en de ruimtelijke verdeling in steden beschrijven. Multicultureel
onderscheid maken bij vestiging van bevolkingsgroepen  tussen segregatie en integratie. Multicultureel
omschrijven wat suburbanisatie betekent en uitleggen van de gevolgen ervan zijn. Als huizen konden praten
omschrijven wat de voordelen zijn een 'open economie' . Wereldplaats
uitleggen wat wordt bedoeld met ontwikkelingssamenwerking en hoe overheid, bedrijven en burgers bijdragen aan ontwikkelingssamenwerking. Wereldburger
je eigen standpunt formuleren over mondiale kwesties, zoals ontwikkelingssamenwerking. Wereldburger
omschrijven wat wordt bedoeld met 'fair trade' en aan welke criteria eerlijke handel moet voldoen. Wereldburger

Wat ga ik doen?

De module 'Burgerschap' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 Mindmap
Opdracht: Leefbaarheid 2 Affiche
Opdracht: Multicultureel 2,5 Digitaal straatgidsje
Opdracht: Als huizen konden praten 2 Verhaal
Opdracht: Wereldplaats 2 Wereldwandelroute
Opdracht: Wereldburger 2 Brief
Afsluiting 2 Zes afbeeldingen + toelichting
Totaal 13 à 14  

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Leefbaarheid

Leefbaarheid

Intro

Wat vind je van je eigen buurt? Woon jij in een rustige of in een drukke buurt?
Zijn er veel winkels of zijn er veel bomen en tuinen?
Of woon je misschien in een dorp waar steeds minder mensen wonen, een 'spookdorp'?
Wat bepaalt het karakter van een woonomgeving?

In deze opdracht denk je na over wat jij in jouw buurt anders of beter wilt.
Misschien vind je wel dat er in jouw wijk eigenlijk niets verbeterd hoeft te worden.
Bedenk dan een initiatief voor mensen die het in hun buurt minder getroffen hebben.

Om een indruk te krijgen van waar je woont: kun je iets schrijven over de woonsituatie is in jouw eigen straat of wijk?

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • drie voorbeelden noemen van voorzieningen die van belang zijn voor de leefbaarheid en je kunt uitleggen waarom er verschillen in voorzieningen tussen regio's zijn.
  • uitleggen waarom in bepaalde regio's het aantal voorzieningen afneemt en uitleggen wat er gebeurt als de voorzieningen afnemen.
  • omschrijven wat een spookdorp is en waar, naar verwachting, in Nederland spookdorpen gaan ontstaan.
  • twee voorbeelden van maatregelen beschrijven om de leefbaarheid in een regio die wordt bedreigd met leegloop te verbeteren.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt verschillen in leefbaarheid tussen gebieden binnen de eigen regio verklaren en je kunt maatregelen treffen om problemen met de leefbaarheid in eigen regio op te lossen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 en Je leert hoe je leefbaarheid kunt toetsen aan een aantal criteria. Je vult een enquête in over je eigen buurt.
Stap 2 en Je leert wat sociale samenhang in een buurt inhoudt. Je kijkt naar drie video's, waarin buurtinitiatieven tot buurtprojecten uitgroeien.
Stap 3 en Je leest een tekst over de gevolgen van leegloop uit dorpen. Samen met een klasgenoot bekijk je een video en bespreekt de situatie in het dorp op de video. Daarna beantwoord je vragen.
Stap 4 en Je gaat met je klasgenoot uitzoeken hoe het is gesteld met de voorzieningen in je eigen omgeving.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Je gaat samen met een klasgenoot een affiche maken over een zelfbedacht initiatief ter verbetering van een voorziening in je eigen wijk.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

  • Word of Excel
  • printer
  • kleurstiften

Tijd
Voor alle opdrachten binnen dit onderwerp heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Leefbaarheid

Wat is er nodig om prettig te kunnen leven in een buurt, stad of dorp?
Hoe belangrijk is het dat buurtgenoten elkaar kennen?
Welke voorzieningen zijn er in een wijk?
Is het veilig en schoon op straat?

De leefbaarheid van een buurt kun je toetsen aan de hand van een aantal criteria.
Door middel van deze enquête onderzoek je de leefbaarheid van jouw eigen buurt.

Opdracht

Download de enquête, print deze uit en vul hem in.
Omcirkel per vraag het getal dat je als rapportcijfer geeft voor jouw buurt.
Je kunt de enquête ook opslaan in je eigen Google-omgeving en het getal markeren.
Kijk aan de hand van jouw scores waar vooral nog behoefte aan is in jouw buurt.

Kijk kritisch naar het rapport dat je aan jouw buurt gegeven hebt.

  1. Waar zitten de verbeterpunten?
  2. Welk verbeterpunt is voor jou het belangrijkst?
  3. Voor welk punt zou jij je buurtgenoten in beweging krijgen?

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot die in een andere buurt woont.
Heeft hij/zij hele andere antwoorden?
Bespreek de verschillen.

Stap 2: Buurtinitiatief

Leefbaarheid heeft te maken met hoe burgers samenleven in een straat, wijk, dorp, stad en/of land.
Weten wie je buren zijn, veilig met elkaar kunnen leven, betrokken zijn bij de buurt, zijn aspecten die bijdragen aan de leefbaarheid van een plek: er is dan sprake van sociale samenhang.

Bekijk onderstaande video's over projecten van buurtbewoners.
Daarna beantwoord je vragen, die betrekking hebben op deze video's.

Video 1: Buurt in beeld

Deze video gaat over het kunstproject Buurt in beeld in Amstelveen.
Kunstenaars hebben een aantal fotopanelen gemaakt voor op de gevel van een verouderde flat.
Je hoort en ziet hier de reacties van buurtbewoners.

Video 2: Buurtteam Tuin aan de Maas

'Tuin aan de Maas' is een buurtinitiatief in Rotterdam.
Buurtbewoners hebben een gezamenlijke moestuin.
Je hoort en ziet hoe deze moestuin met subsidie van de gemeente tot stand is gekomen.

Video 3: Buurtbox

Op de site www.alleszelf.nl vind je in de Buurtbox Haren meer informatie over dit buurtinitiatief
Je kunt diensten aanbieden, maar ook hulp vragen.
Zo leer je je buurtbewoners ook beter kennen.


Heb je de video's bekeken? Maak dan nu de oefening.

Stap 3: Leegloop

Lees onderstaande tekst over het toenemende aantal mensen dat naar de stad verhuist.

Werk samen met de klasgenoot met wie je in vorige stappen ook hebt samengewerkt.
Samen gaan jullie de video bekijken.
Bespreek daarna wat jullie in de video hebben gezien.

In Nederland wonen de meeste mensen in de grote steden. En nog steeds groeit het aantal stadsbewoners.
Dat komt onder meer doordat mensen wegtrekken van het platteland naar de stad.
Het klinkt onwerkelijk, maar over dertig jaar zijn er dorpen in Nederland waar bijna geen mensen meer wonen.
Deze dorpen veranderen in spookdorpen.

De leegloop van dorpen gebeurt vooral aan de rand van Nederland.
Met name in de provincies Groningen, Limburg en in Zeeland vinden we deze krimpgemeenten.
Veel mensen trekken hier weg en gaan naar grote steden in de buurt of naar de Randstad.

Vooral jongeren verhuizen van de dorpen naar de stad, om naar school te gaan of om te werken. Er blijven vooral ouderen over die geen kinderen meer krijgen. Dit betekent dat er weinig kinderen bijkomen terwijl de groep ouderen groeit. De gemiddelde leeftijd van de inwoners van het dorp wordt daardoor steeds hoger. Het dorp vergrijst.

Dorpen zijn niet hetzelfde als steden.
In een dorp zijn veel minder voorzieningen dan in een stad, zoals winkels, scholen, restaurants enzovoort.
Als de mensen verdwijnen, verdwijnen ook de winkels. Er zijn simpelweg te weinig klanten.
Voor de mensen die er blijven wonen is er steeds minder te doen. Het dorp wordt daardoor weer minder aantrekkelijk.
Steeds meer mensen trekken weg. Het dorp wordt door die leegloop steeds leger en stiller.
Als er nog maar weinig mensen blijven kan het dorp veranderen in een ‘spookdorp’.

 



Beantwoord de vragen, die betrekking hebben op de video.

Stap 4: Buurtvoorzieningen

In stap 1 heb je geleerd welke criteria belangrijk zijn voor de leefbaarheid in een woonomgeving. Dat er voldoende voorzieningen aanwezig zijn, is belangrijk voor een dorp of wijk.

Welke voorzieningen zijn er in de buurt van jouw school?
Werk samen met de klasgenoot met wie je in Stap 1 en 2 ook hebt samengewerkt.

Opdracht

  1. De dichtstbijzijnde supermarkt of buurtwinkel weet jij vanaf jouw schoolgebouw waarschijnlijk moeiteloos te vinden. Schrijf nog een aantal voorzieningen op:
    • Welke voorzieningen zijn er in de buurt van jouw school aanwezig?
    • Wat zijn de dichtstbijzijnde voorzieningen?
  2. Beantwoord de volgende vier vragen:
    1. Wat vinden jullie van de groenvoorzieningen in de buurt van jullie school?
      Slecht                    Goed
    2. Wat vinden jullie van de voorzieningen voor de jeugd in de buurt van de school?
      Slecht                    goed
    3. Wat vinden jullie van het aanbod en de kwaliteit van openbaar vervoer in de buurt van de school?
      Slecht                    Goed
    4. Wat vinden jullie van het aanbod en de kwaliteit van winkels in de buurt van de school?
      Slecht                    Goed
  3. Ga naar Google Maps en typ het adres van jouw school in.
    • Rechtsonder zie je de zoomschaal. Zoom naar 200 meter.
    • Print de kaart uit (druk op toetsenbord op de knop PrintScrn, plak in Word, uitlijnen en print vervolgens de plattegrond uit)
    • Knip de plattegrond uit en plak die op een groter vel papier.
    • Maak een legenda en plak deze naast de plattegrond.
    • Zoom nu verder in op Google Maps.
    • Welke voorzieningen vind je terug in de buurt van jouw school?
    • Schrijf zoveel mogelijk op.
    • Als de lijst compleet is, zet je de voorzieningen in volgorde van belangrijkheid.
    • Kies minstens vijf voorzieningen om op je plattegrond weer te geven.
    • Schrijf ook op hoe je tot die rangorde komt, welke kenmerken de doorslag gaven.
    • De vijf voorzieningen die jij het belangrijkste vindt, teken je op de plattegrond.
      Bedenk daar pictogrammen of symbooltjes voor. Vermeld in de legenda wat de voorzieningen zijn.

Afronding

Eindopdracht: Affiche maken

Jullie hebben geïnventariseerd wat de sterke en zwakke punten zijn in je eigen buurt of wijk (Stap 1 en 4).
Je weet inmiddels wat er gebeurt als voorzieningen onder druk komen te staan of zelfs verdwijnen (Stap 3).  
De video’s over de buurtinitiatieven (Stap 2) hebben je misschien wel geïnspireerd en op ideeën gebracht.



Jullie gaan een actie bedenken om de leefbaarheid in de wijk of het dorp te verbeteren.

  • Kies minimaal drie verbeterpunten (zie Stap 1) uit waarvoor je steun van buurtgenoten denkt te kunnen krijgen.
  • Zorg dat een voorziening onderdeel is van de actie.
  • Schrijf op wat het doel is van de actie. Wat wil je precies bereiken?
  • Bedenk met zijn tweeën een actie om dat doel te bereiken.

Wat moet er gebeuren?
Je maakt een affiche om een zelfbedacht initiatief onder de aandacht te brengen.
Het initiatief draagt bij aan de leefbaarheid van jouw buurt of dorp.

In de gereedschapskist zie je hoe je een affiche maakt.
Het affiche moet in een oogopslag zichtbaar maken:

  • waar deze voorziening is;
  • wat voor een project of actie je gaat beginnen;
  • voor wie het bedoeld is;
  • waarom het belangrijk is.

Let ook op een verzorgde vormgeving.
Controleer in de gereedschapskist de beoordelingscriteria voor jullie affiche.

Klaar?
Lever jullie affiche in bij je docent.
De docent zal bij de beoordeling letten op de volgende punten:

  • is de boodschap of het initiatief op het affiche duidelijk weergegeven?
  • komt tot uiting dat de boodschap belangrijk is?
  • is rekening gehouden met de doelgroep, waarvoor dit bestemd is?
  • ziet het affiche er verzorgd uit, kloppen de afbeeldingen bij de tekst?

Affiche maken

Met een affiche geef je op een aantrekkelijke manier informatie door. Het is een soort
reclameboodschap met afbeeldingen en tekst. Het draait om twee dingen: inhoud en vorm.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Heb je de situatie in je eigen woonomgeving goed kunnen weergeven?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat de oorzaak is van het ontstaan van spookdorpen?
    Waar wordt in Nederland de toename van spookdorpen verwacht?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel van leefbaarheid en buurtinitiatieven af?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Hebben jullie een leuke actie bedacht?
    Vond je het leuk om samen met je klasgenoot een affiche te maken?

Multicultureel

Multicultureel

Intro

In Nederland wonen mensen uit verschillende culturen naast elkaar. Zo ook in het Willemskwartier van Nijmegen.

Het Willemskwartier was van oorsprong een volkswijk.
Maar tegenwoordig omschrijven de ondernemers van restaurants en winkels de Willemsweg als internationaal en multicultureel.

Klopt deze omschrijving? En waarom?
Dat ga je in de volgende opdracht onderzoeken.

Is in jouw woonplaats ook zo'n wijk?
Hoe heet die wijk en welke nationaliteiten wonen er bij elkaar?

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip etniciteit omschrijven.
  • de verschillen in bevolkingssamenstelling tussen wijken omschrijven.
  • aangeven wat wordt verstaan onder multiculturele samenleving.
  • het verschil tussen segregatie en integratie benoemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je verklaart de spreiding van verschillende bevolkingsgroepen in Nederland en beschrijft de ruimtelijke verdeling (segregatie) in steden.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over verschillende culturen die in Nederland samenleven. Je maakt een (digitale) collage over verschillende culturele gewoontes in je eigen omgeving.
Stap 2 Je bekijkt een video over multiculturele samenleving en je noemt drie redenen waarom mensen van verschillende culturen zich in Nederland vestigen.
Stap 3 Je maakt een virtuele wandeling door de wijk Willemskwartier om te zien hoe verschillende culturen samenleven.
Stap 4 Je leest de geschiedenis van het Willemskwartier en over de positieve gevolgen van stadsvernieuwing.
Stap 5 Je leest over de aanwezigheid van etnische minderheden in het Willemskwartier. Je kijkt een video over de gevolgen van de vernieuwing van die wijk. In de oefening beschrijf je in je eigen woorden het begrip etniciteit.
Stap 6 Je leest over de begrippen segregatie en integratie. In de opdracht leg je uit of dit ook in het Willemskwartier voorkomt.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over multicultureel, urbanisatie en etnische minderheden.
Eindopdracht A Kies je voor Eindopdracht A: dan maak je de toets 'Multicultureel'.
Eindopdracht B In Eindopdracht B maak je een straatgidsje van de Willemsweg en beoordeel je ook de straatgidsjes van je klasgenoten.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor de opdrachten van dit onderwerp heb je ongeveer 2,5 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Multicultureel

In Nederland wonen mensen uit verschillende culturen naast elkaar.
Mensen die vanuit een ander land naar Nederland komen, brengen hun eigen gewoontes en tradities mee.

Dat verschillende culturen in Nederland samenleven, merk je op verschillende manieren.
Eet je bijvoorbeeld weleens nasi, roti, shoarma of döner kebab?
Het zijn gerechten die immigranten hebben meegenomen naar Nederland.
Zo zijn er in het straatbeeld nog meer dingen te zien waaraan je een multiculturele samenleving herkent.

Opdracht
Waaraan merk jij dat er in Nederland of jouw stad/dorp mensen uit verschillende culturen wonen?

Teken, fotografeer of verzamel afbeeldingen die te maken hebben met de verschillende culturen die jij in jouw eigen omgeving ziet.
Maak hier een (digitale) collage van. Laat op de collage zien welke verschillende culturele gewoontes en tradities jij in je eigen omgeving tegenkomt.

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Stap 2: Samenleving

Multiculturele samenleving
Nederland heeft mensen van bijna 200 verschillende nationaliteiten.
Al die nationaliteiten zorgen ervoor dat we een multiculturele samenleving hebben.

Bekijk onderstaande video over de multiculturele samenleving.
Beantwoord daarna de vragen, waarvan je het antwoord in de video kunt terugvinden.

 

Stap 3: Virtuele wandeling

Virtuele wandeling door Willemskwartier
Vooral in de grote steden wonen veel culturen samen.
Zo ook in het Willemskwartier in Nijmegen.

De winkels en bedrijvigheid van al die verschillende culturen zie je in het straatbeeld terug.
Zo is er de toko waar je kruiden en specerijen uit heel de wereld vindt.
En zijn er Turkse bakkers waar je bijvoorbeeld platbrood koopt.

Jullie maken in deze opdracht een korte virtuele wandeling door de Willemsweg in Nijmegen.

Stap 4: Geschiedenis Willemskwartier

Geschiedenis Willemskwartier
Het Willemskwartier in Nijmegen is van oudsher een volksbuurt met goedkope huurwoningen. Oorspronkelijk wonen er voornamelijk laagbetaalde en laagopgeleide mensen.

Zo rond 1950 begint de bevolkingssamenstelling van de wijk te veranderen.
Met de groeiende welvaart gaan steeds meer kinderen naar het voortgezet onderwijs en vervolgens naar de universiteit.
Na hun opleiding willen ze vaak niet meer in hun oude volkswijk wonen.

Tegelijkertijd zijn de huizen verouderd, een reden voor bewoners om te verhuizen naar modernere woningen in andere gedeeltes van de stad.

Met het vertrek van de voormalige Willemskwartierders komt er plek vrij voor de groeiende groep Nederlanders met een migratieachtergrond.
Zij komen hier als gastarbeiders en de lage huren zijn aantrekkelijk voor hen.
Tegenwoordig wonen in het Willemskwartier meer dan 20 procent Nederlanders met een migratieachtergrond.

Het Willemskwartier heeft slechte tijden gekend. Een mix van een laag opleidingsniveau van de bewoners, hoge werkloosheid en slecht onderhoud van de huizen veroorzaakte overlast en criminaliteit.
Daardoor kreeg de wijk een slechte naam.
Maar na een grondige opknapbeurt zit de buurt nu weer in de lift.
Oude huizen zijn gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
Ook heeft de buurt zich ingespannen om de gemeenschapszin te bevorderen.

Beantwoord nu de volgende vragen over het Willemskwartier.

Stap 5: Winkels in de lift

In het multiculturele Willemskwartier wonen mensen van verschillende etniciteiten.

Lees in de Kennisbank de pagina 'Etnische minderheid':

Etnische minderheid


Nadat het Willemskwartier in Nijmegen is opgeknapt, vestigen zich nieuwe winkels in de wijk.
Er is een markt voor hun producten en de bewoners van de wijk waarderen het gevarieerde aanbod van producten.
Boven de islamitische slagerijen, Turkse bakkers en Surinaamse eethuizen wonen veel studenten.

Studente Joyce woont met plezier in de wijk:

‘Het is een goede plek om te wonen. Door de aanwezigheid van allerlei etniciteiten is hier van alles te koop. Ik heb veel waardering voor de winkeleigenaren aan de Willemsweg. Ze verdienen weinig geld, maar werken hard. Door de overvloed aan plaatselijke grutters hoeven de meeste studenten voor boodschappen de straat niet uit. Het is net een klein dorp.’

Stap 6: Segregatie

Segregatie in het Willemskwartier?
Als bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen bij elkaar komen te wonen, noem je dat segregatie.

Lees in de Kennisbank de pagina over segregatie.

Segregatie


Segregatie betekent letterlijk scheiding. Als je de ene groep mensen afgescheiden houdt van de andere spreek je van segregatie.

Uit de geschiedenis kennen we bijvoorbeeld de segregatie tussen witte en zwarte mensen: de apartheid in Zuid-Afrika. Daarbij onderdrukte de witte bevolkingsgroep de zwarte bevolkingsgroep. Onderdeel van die onderdrukking was het afzonderen van de andere groep.

In het hedendaagse Nederland gebruiken we het begrip segregatie als bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen in een bepaalde stadswijk samenwonen en zich afzonderen van de andere bevolkingsgroepen.
De leden van de groep zoeken vooral elkaar op en mengen zich niet met de omringende bevolkingsgroepen.

Het tegenovergestelde van segregatie is integratie. Bij integratie zoeken groepen elkaar wel op.
Ze nemen waarden en normen van elkaar over zonder daarbij hun eigenheid te verliezen.  

Afronding

Begrippen

Segregatie
Bevolkingsgroepen met vergelijkbare afkomst, opleiding en inkomen komen bij elkaar te wonen.
Multicultureel
Multicultureel is het idee dat verschillende culturen (uit verschillende landen) vreedzaam naast elkaar bestaan en leven. We hebben het dan over mensen met verschillende culturele achtergronden.
Etniciteit
Een sociaal-culturele identiteit die een bepaalde groep mensen verbindt.
Etnische minderheid
De benaming voor een duidelijk onderscheiden bevolkingsgroep die een minderheid vormt in het land of de staat waarin ze verblijft.
Nederlander met een migratieachtergrond
Als een persoon of één van de ouders in een ander land is geboren, heeft deze persoon volgens de definitie van CBS een niet-westerse migratieachtergrond.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Multicultureel'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Straatgids

Als eindopdracht maken jullie samen in Word of in Publisher een straatgidsje met afbeeldingen en namen van vijf winkels en/of eethuizen in de Willemsweg.

In het gidsje komt een kort voorwoord om de Willemsweg bij de lezer te introduceren.
In het voorwoord vertellen jullie hoe de Willemsweg haar multiculturele karakter heeft gekregen.
Gebruik de opties uit de gereedschapskist om je eindproduct vorm te geven!

Klaar?
Laat het straatgidsje beoordelen door je klasgenoten en door jullie docent.
Natuurlijk beoordelen jullie ook een of meerdere gidsjes van klasgenoten.
Geef op een goede manier feedback.

Het gidsje wordt beoordeeld met de volgende vragen:

  • Maakt het voorwoord van het gidsje duidelijk hoe het multiculturele karakter van de Willemsweg is ontstaan?
  • Illustreert het gidsje het multiculturele karakter van de Willemsweg?
  • Nodigt het gidsje uit tot een bezoek aan de Willemsweg?

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het intro passen bij het onderwerp 'Multicultureel' van deze opdracht? Waarom wel/niet?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2,5 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om alles te lezen en de opdrachten te maken?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over multiculturele samenleving?
    Schrijf op welke begrippen nieuw voor je waren.
  • Eindopdracht B
    Was het leuk om een straatgidsje te maken?
    Werkte het gidsje uitnodigend genoeg om het multiculturele Willemskwartier te bezoeken?
    Waren de straatgidsjes van je klasgenoten heel anders van inhoud?

Als huizen konden praten

Als huizen konden praten

Intro

Soms klagen oudere bewoners van een buurt dat ze zich niet meer prettig voelen in hun wijk.
Vooral in grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag komt dat steeds vaker voor.
De samenstelling van de bevolking is daar in veel buurten in de loop van de jaren enorm veranderd.

Dit komt door 'verkleuring' en door suburbanisatie, waardoor bepaalde bevolkingsgroepen steeds dichter bij elkaar wonen.

Over hoe dat zo gekomen is, gaat deze opdracht.
Heb je een idee wat 'verkleuring' van een wijk betekent?

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip suburbanisatie omschrijven en uitleggen wat de gevolgen zijn van suburbanisatie.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met 'witte vlucht'.
  • uitleggen wat een aandachtswijk is en welke maatregelen worden genomen om de leefbaarheid te verbeteren.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je verklaart de spreiding van verschillende bevolkingsgroepen in Nederland en beschrijft de ruimtelijke verdeling in steden.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 en Je leert over de verandering van wijken en over suburbanisatie. Je bekijkt met een klasgenoot een video over verschillende types huizen en wijken. Je bespreekt samen de video aan de hand van vragen.
Stap 2 Je leest een tekst over 'verkleuring' van wijken en kunt uitleggen wat  'witte vlucht' betekent.
Stap 3 Je leert hoe de leefbaarheid kan worden vergroot in aandachtswijken. Je bekijkt twee video's en beantwoordt vragen over probleemwijken waar door de overheid flink in is geïnvesteerd.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Je schrijft een verhaal met een huis uit een oude volkswijk als 'hoofdpersoon'.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Verhuizen

Een buurt is constant in verandering. Mensen vertrekken en er komen nieuwe mensen voor terug.

In bepaalde wijken is de samenstelling van de bevolking de laatste 60 jaar enorm veranderd. Het gaat dan vooral om wijken in grote steden waar vroeger veel arbeiders woonden in goedkope huizen.

Met de stijging van de welvaart in de vorige eeuw en de opkomst van de auto gingen steeds meer mensen buiten de stad wonen. Ze trokken naar het omringende platteland, waar flink wat huizen werden gebouwd.
Deze trek vanuit de stad naar het omringende platteland heet suburbanisatie.

Bekijk samen met een klasgenoot de video in de opdracht.
Daarin komen allerlei type woningen en wijken voor.
Je krijgt een indruk om welke redenen mensen uit de steden wegtrekken.
Maar ook waarom mensen er willen blijven wonen.

Stap 2: Witte vlucht

Lees de volgende tekst over 'verkleuring' in stadswijken en waarom oorspronkelijke bewoners wegtrekken.
Beantwoord daarna de vragen over deze tekst.

Door de suburbanisatie wonen bepaalde bevolkingsgroepen steeds meer bij elkaar. De rijken wonen bij elkaar in wijken met dure huizen en de minder rijke mensen in wijken met minder dure huizen.

Ook zie je de stadswijken die 'verkleuren'. Hier gaat het vaak om buurten met goedkopere huizen.
Omdat de oorspronkelijke bewoners verhuizen, komen de huizen vrij.
‘Gekleurde’ nieuwe Nederlanders met een laag inkomen van bijvoorbeeld Turkse of Marokkaanse oorsprong vinden in deze wijken een huis.
Zij hebben vaak grote gezinnen waardoor de buurt steeds verder ‘verkleurt’.

Meneer Hofmans woont in de Amsterdamse wijk Slotervaart in een portiekflat: “Toen ik hier twintig jaar geleden kwam wonen, was de verhouding op 8 portiekwoningen: 6 Nederlanders en 2 nieuwe Nederlanders.
Tegenwoordig is die verhouding omgekeerd.”

Door de komst van de immigranten verandert de buurt. De nieuwe Nederlanders nemen een andere cultuur mee, een andere religie en andere gewoonten.
De achtergebleven oorspronkelijke bewoners voelen zich steeds minder thuis in hun wijk.
Mevrouw Krooswijk woont al lang in de Rotterdamse wijk Hillesluis. “Als ik ’s morgen mijn krantje ga halen, ga ik door tien landen. Het begint op de hoek van mijn straat met de schoolbus van de islamitische school. Er wordt geen woord Nederlands gesproken. Pas als ik bij mijn krantenwinkeltje kom, is daar de eerste persoon die Nederlands met me spreekt.”
“Ik voel me vaak een vreemdeling in mijn eigen wijk”, vertelt meneer Hofmans.

Je niet meer thuis voelen in je eigen wijk is voor veel oorspronkelijke bewoners reden om alsnog naar de voorsteden te verhuizen.
Dit verschijnsel noem je ‘witte vlucht’.

 

Stap 3: Aandachtswijken

De samenstelling van de bevolking in een wijk verandert voortdurend. Maar als de problemen in bepaalde wijken zich opstapelen moet er wat gebeuren. Bij de problemen in die wijken moet je denken aan overlast, onveiligheid en verloedering.
In 2007 wees de overheid 40 aandachtswijken aan in 18 steden. Met gerichte maatregelen probeert de overheid de leefbaarheid in deze wijken te verbeteren. Bijvoorbeeld door de huizen beter te onderhouden en duurdere nieuwe huizen te bouwen.
Op die manier komen er weer andere mensen in de buurt wonen en krijg je een andere ‘mix’ van bewoners, waardoor de buurt verbetert.

Bekijk deze twee video’s over maatregelen van de overheid.

1. In de Hertogenwijk in Tiel is fors geïnvesteerd.

Video op site Omroep Gelderland: Miljoeneninjectie voorkomt dat Tielse wijk afvoerputje wordt

2. In de Arnhemse volkswijk Klarendal heeft een woningcorporatie de verpaupering in de wijk aangepakt.

De vragen in de opdracht gaan over de twee video's die je net bekeken hebt.

Afronding

Eindopdracht: Verhaal schrijven

Je schrijft een verhaal (maximaal één A4'tje) waarin de 'hoofdpersoon' een huis is dat al meer dan 50 jaar in een oude volkswijk van een grote stad staat.

Het huis vertelt:

  • Wie hebben er in die jaren allemaal gewoond?
  • Wat voor mensen waren dat?
  • Waarom kwamen ze er wonen?
  • Waarom verhuisden ze weer?

In je verhaal gebruik je de informatie uit de bronnen over de veranderingen in zo'n wijk. Laat je fantasie de vrije loop, maar gebruik ook de geleerde begrippen, zodat je de leerdoelen behaalt.

Bij elkaar geven jullie verhalen een mooi beeld van de veranderingen in zulke wijken in de loop der jaren.

Beoordeling
Het eindproduct lever je in bij je docent.
Hij/zij zal het verhaal beoordelen op de volgende punten:

  • Het verhaal geeft een duidelijk beeld van de veranderingen in bevolkingssamenstelling in een oude volkswijk.
  • Het verhaal is leesbaar en boeiend geschreven.
  • Het verhaal is in goed Nederlands geschreven.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Kun je uitleggen wat suburbanisatie inhoudt?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al van het bestaan van aandachtswijken?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Vond je het leuk om een verhaal te schrijven met een huis als onderwerp?
    Hadden je klasgenoten weer heel andere verhalen? Leg uit.

Wereldplaats

Wereldplaats

Intro

Honderd jaar geleden woonden er in Nederland vooral mensen die hier of in een van onze buurlanden geboren waren.

Nu vind je in Nederland inwoners uit (bijna) alle landen van de wereld.

Al die mensen nemen hun eigen tradities en gewoontes mee.
Ze gebruiken producten, die vaak in verre landen geproduceerd zijn.

In deze opdracht ga je op zoek naar sporen van ‘ver weg’.
Bekijk de video over de kledingindustrie in Zuidoost-Azië.
Je ziet hoeveel kleding in dit werelddeel geproduceerd wordt.
Kun je een paar kledingmerken noemen, die daar vandaan komen?

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met 'Nederland heeft een open economie';
  • minimaal vijf producten noemen die in Nederland te koop zijn, maar die niet in Nederland gemaakt zijn.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je laat zien dat je in het dagelijks leven gebruik maakt van producten uit alle delen van de wereld.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert wat de voordelen zijn van een open economie en dat we onze producten van ver kunnen halen. Je bekijkt een video over de herkomst van producten en beantwoordt er vragen over.
Stap 2 en Je gaat als opdracht vijf plekken in je eigen omgeving zoeken die verwijzen naar een ander land of werelddeel. Je geeft de plekken aan op een kaart en stippelt een route tussen de vijf punten.
Stap 3 Je maakt bij de wereldkaart uit stap 2 een legenda.
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Je maakt de in kaart gebrachte wereldwandeltocht compleet met bijbehorende toelichtingen en afbeeldingen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

  • een pen
  • een potlood
  • kleurpotloden
  • een ruitjespapier
  • een zelfgetekende of gedownloade kaart van het wandelgebied.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1,5 uur nodig plus de tijd voor de wandeltocht.

 

Aan de slag

Stap 1: Producten van overal

Nederland heeft een open economie. Dat betekent dat Nederland veel handelt met het buitenland.
In Nederland kun je daarom allerlei buitenlandse producten kopen uit de ons omringende landen, maar ook vaak van verre bestemmingen.

De wereld is dichterbij dan je denkt, vaak zonder het zelf te weten.
Kijk naar dit filmpje op Schooltv over de herkomst van producten.

Beantwoord daarna de vragen die over deze video gaan.

Stap 2: Op zoek

Zoek vijf plekken in het centrum van je eigen (of dichtstbijzijnde) stad die verwijzen naar een plek of een land in een ander werelddeel.
Denk bijvoorbeeld aan een Chinees restaurant, een straatnaam die verwijst naar voormalige koloniën van Nederland of een groentewinkel met uitheemse vruchten of een winkel met parket van tropisch hardhout.

Je kunt die plekken opzoeken met Google Maps, een straatnamenregister, on line, een telefoongids, enzovoorts. Kies zelf welke hulpmiddelen je gebruikt.

Zoek informatie over het land dat hoort bij de plekken die je hebt uitgezocht.
Hiervoor kun je bijvoorbeeld Wikipedia gebruiken.
Vergeet niet de gevonden informatie te checken op betrouwbaarheid.
Zoek ook afbeeldingen die horen bij die plek.

Als je vijf plekken hebt gevonden, geef je die plekken aan op een zelfgetekende of bestaande kaart van de door jou gekozen stad (bijvoorbeeld via Google Maps).

Zorg er ook voor dat de gekozen plekken niet al te ver uit elkaar liggen.
Als je vijf plekken hebt aangegeven op je kaart, teken je met stippeltjes een route.
Anderen kunnen jouw route dan nalopen.

Geef per plek achtergrondinformatie over het land in kwestie.

Stap 3: De wereld ver weg en dichtbij

In Stap 2 heb je vijf plekken gevonden in je stad, die verwijzen naar een ander land of wereldddeel.
Je gaat deze landen markeren op een kaart en er een legenda bij maken.

Hier kun je de wereldkaart downloaden.

  • Print deze kaart uit.
  • Noteer deze landen/werelddelen onderaan het geprinte kaartje.
  • Teken voor de landen/werelddelen een vakje en geef deze verschillende kleuren: je legenda is gemaakt!
  • Kleur op de kaart de genoemde landen/werelddelen, de kleur zoals je hebt aangegeven in de legenda.

 

Afronding

Eindopdracht: Wereldwandeltocht

In stap 2 heb je de plekken van jouw eigen 'wereldwandeltocht' opgezocht en uitgestippeld op de kaart. In stap 3 heb je een legenda van de andere landen/wereldddelen gemaakt en kleuren aangegeven.

Je gaat nu de wereldkaart compleet maken met een toelichting.
Bij elke gevonden plek schrijf je wat deze plek zo bijzonder maakt en hoe deze 'wereldplek' in Nederland terecht is gekomen.
Verder zoek je bij elke plek een afbeelding (foto of tekening).

Klaar ?
Bekijk de beoordelingscriteria in de gereedschapskist en lever daarna jullie kaart in bij de docent.

De docent zal jullie kaart beoordelen op de volgende punten:

  • is een wandeling uitgezet met ten minste vijf 'wereldplekken';
  • is aangegeven wat de Nederlandse relatie is met die plekken;
  • is de wandelroute met zorg gemaakt;
  • zijn de teksten op de kaart zonder taalfouten.
     

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Kon je na het zien van de video wat kledingmerken opnoemen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat voordelen noemen van een open economie?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al veel over producten uit verre landen?
    Welke bron heb je gebruikt om je informatie te verzamelen?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Was het leuk om de wandelkaart uit te breiden met toelichtingen?
    Kon je de informatie over de vijf plekken goed in kaart brengen?
    Was je uiteindelijk tevreden over het resultaat?

Wereldburger

Wereldburger

Intro

Nederlanders werken op verschillende manieren samen om burgers op andere plekken op de wereld te helpen.

Burgers hebben eigen initiatieven of steunen ontwikkelingsorganisaties.

De overheid stimuleert ontwikkelingssamenwerking en bedrijven zetten zich in voor eerlijke handel met boeren en bedrijven uit arme landen.

De merken Max Havelaar en Fairtrade zijn verbonden aan de eerlijke handel in producten.

Kun je een paar producten noemen die onder deze naam verkocht worden?

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat wordt bedoeld met ontwikkelingssamenwerking.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met fair trade. Ik kan minimaal twee organisaties noemen die zich inzetten voor fair trade.
  • minimaal vier criteria noemen waaraan fair trade zou moeten voldoen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met ontwikkelingssamenwerking en uitleggen wat fair trade is.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 en Je leert over hoe overheid, bedrijven en burgers aan ontwikkelingssamenwerking doen. Je kijkt een video over een inzamelingsproject. Je bedenkt met een klasgenoot wat jullie al weten over ontwikkelingssamenwerking en -hulp.
Stap 2 Je leest over hoe de ontwikkelingssamenwerking wordt gestimuleerd door de overheid door middel van handel. Je bekijkt een video over het Nederlandse beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Je bekijkt de website van Oxfam Novib en beantwoordt daar vragen over.
Stap 3 en Je leert wat fair trade is en je bekijkt er een video over. Je leest over de zes criteria voor eerlijke handel en maakt er een oefening over.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht en Je schrijft een brief aan de directeur van de school. Je wilt hem overhalen mee te werken aan je plan om bij te dragen aan ontwikkelingshulp.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Burgers helpen elkaar

De Nederlandse overheid heeft geld beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.
Met ontwikkelingssamenwerking wil Nederland de leefsituatie van de bevolking in ontwikkelingslanden (ook wel derdewereldlanden genoemd) verbeteren.

Maar het is niet alleen de overheid die ontwikkelingslanden wil helpen, ook veel burgers dragen bij en zijn bereid geld te geven voor goede doelen. Bijvoorbeeld via 3FM Serious Request. Elk jaar rond kerst zamelen dj’s geld in voor een project in een ontwikkelingsland. Luisteraars doneren en helpen mee met allerlei acties.

Zo ontroerde de nagellakactie van de 6-jarige Tijn om geld in te zamelen voor 3FM Serious Request in 2016 veel mensen. Tijn was zelf namelijk ongeneeslijk ziek (hij is in 2017 aan de gevolgen van zijn ziekte overleden).

De video laat zien hoe succesvol de nagellakactie van Tijn was.

In de opdracht ga je samen met een klasgenoot bedenken, wat je al weet over ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingshulp.

Stap 2: Trade not aid

Arme kinderen in Oeganda

Nederland kent een lange traditie van ontwikkelingssamenwerking.
De Rijksoverheid heeft een budget hiervoor beschikbaar.

Elk kabinet beslist op welke manier ze dat geld gaan inzetten.
Dat kan onder andere door rechtstreeks geld te geven aan overheden of organisaties in ontwikkelingslanden en door subsidies te geven aan onafhankelijke organisaties die in ontwikkelingslanden werken, zoals Oxfam Novib.

Arme landen hebben niet alleen rijke landen nodig, ook rijke landen hebben de arme landen nodig.
Dat komt mede door de behoefte aan grondstoffen – bijvoorbeeld voor de productie van computers en mobiele telefoons – die in Afrika en Azië te vinden zijn.

Sinds kabinet-Rutte II (2013-2017) richt de overheid zich op ontwikkelingssamenwerking in combinatie met handel.
Minister Ploumen was in dat kabinet minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

In deze video vertelt ze hoe deze regering ontwikkelingssamenwerking stimuleert:

Stap 3: Fair trade

Fair trade cacao

In de jaren 50 van de vorige eeuw verkochten organisaties producten uit ontwikkelingslanden in westerse landen om geld in te zamelen.

Tegenwoordig vinden veel organisaties handel de beste manier om economische ontwikkeling te bevorderen in ontwikkelingslanden en niet alleen hulp te bieden.
Het moet dan wel gaan om eerlijke handel of fair trade.

Bedrijven als Max Havelaar en Return to Sender wil zetten zich daarvoor in.
Hoe die eerlijke handel werkt zie je in deze video over Fair Trade:

Hieronder zie je zes criteria voor eerlijke handel. Lees de criteria goed door.

  1. Een eerlijke beloning voor gedane arbeid.
  2. Het naleven van de mensenrechten.
  3. Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen.
  4. Geen kinderarbeid.
  5. Verbetering van de positie van minderheden.
  6. Duurzaam omgaan met het milieu.

Maak nu de volgende oefening over fairtrade.

Afronding

Eindopdracht: Brief schrijven

In de vorige stappen heb je gezien dat burgers verschillende dingen kunnen doen om andere burgers te helpen. Samen met een klasgenoot bedenk je een haalbaar plan waarmee jouw school burgers in ontwikkelingslanden kan helpen.

Jouw initiatief kan een inzamelactie zijn voor een project of misschien wil je wel dat de school overstapt op Fairtrade koffie.

Je probeert de directeur van de school over te halen om mee te doen met dit plan.
Dat doe je door een brief te schrijven naar de directeur van je school.

In de gereedschapskist lees je hoe je zo'n brief schrijft en wat de beoordelingscriteria zijn.

  • Beschrijf kort en bondig je plan.
  • Zet alle argumenten op een rij waarom je wilt dat de school meedoet.
  • Zet ook in de brief hoe de school kan meedoen.

Klaar?
Laat je brief beoordelen door je docent.
Overleg met je docent of je de brief ook echt aan de directeur stuurt.
Je kunt de brief eventueel ook in de schoolkrant laten plaatsen.
 

Beoordeling
Jouw docent beoordeelt de brief op:

  • De inhoud: er staan goede argumenten in je brief om de directeur van je school te overtuigen.
  • De vorm: de brief is geschreven volgens de regels voor het schrijven van een brief.
  • Taalfouten: de brief bevat geen taalfouten.
     

Brief schrijven

Een brief is een goede manier om aan iemand te laten weten wat je van een bepaald
onderwerp vindt of iemand te vragen om in actie te komen rond een bepaald onderwerp.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Kun je een paar producten opnoemen van fair trade?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je alle criteria voor eerlijke handel opnoemen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al het een en ander over ontwikkelingshulporganisaties zoals Oxfam Novib?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
     
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het moeilijk om met een goed plan te komen en sterke argumenten te bedenken voor je plan?
    Leg uit waarom wel of niet.

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Burgerschap' bestaat uit de volgende Kennisbankitems:

Eindopdracht

Je hebt in alle stappen van het thema Burgerschap gewerkt aan een aantal opdrachten.
Je sluit dit thema af met het zoeken van zes afbeeldingen die het thema Burgerschap illustreren.

Je zoekt 2 afbeeldingen bij de stappen:

  • Leefbaarheid
  • Multiculturele samenleving
  • Wereldburgerschap.

Je kunt eventueel de afbeeldingen gebruiken die je aan het begin van het thema voor de collage hebt gebruikt. Kopieer de afbeeldingen in een document.

Bij elk tweetal afbeeldingen geef je kort (max. 150 woorden) aan waarom de afbeeldingen volgens jou goed bij het onderwerp passen.

Beoordeling
De afbeeldingen met toelichtingen worden beoordeeld door je docent.
De docent let op:

  • Inhoud
    -
    Passen de afbeeldingen goed bij de begrippen?
    - Passen de omschrijvingen bij de afbeeldingen?
    - Dekken de afbeeldingen en de omschrijvingen de leerdoelen?
  • Creativiteit
    Zijn de afbeeldingen/omschrijvingen origineel?
  • Netheid
    Is er aandacht besteed om het document er netjes uit te laten zien?
  • Taal
    Bevatten de omschrijvingen niet te veel taalfouten?

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Kreeg je al een indruk wat de term wereldburgerschap inhoudt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je een paar uiterlijke kenmerken van een multiculturele samenleving in Nederland noemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 14 uur gepland.
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken en het thema af te sluiten?
  • Inhoud
    In dit thema kwam ontwikkelingssamenwerking ter sprake.
    Heb je ontdekt op welke wijze Oxfam Novib mensen in ontwikkelingslanden helpt?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je voldoende afbeeldingen kunnen verzamelen over de verschillende onderwerpen?
    Had je genoeg informatie om bij elke afbeelding een toelichting te schrijven?

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'.
De Verderkijker biedt een selectie bij het thema passende videofragmenten.

TELEBLIK
Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.
Voor het thema 'Grenzen en identiteit' zijn tien fragmenten bij zes verschillende onderwerpen geselecteerd.
Om de Teleblikfragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op Teleblik.

1. Leefbaarheid

  • Een betere buurt (Teleblik)
    Deurbel tegen anonimiteit in de tarwewijk.
  • Spookdorpen (Teleblik)
    Minister Eberhard van der Laan is bang voor ontstaan van spookdorpen door de daling van het aantal inwoners platteland.
  • Groenvoorziening (Teleblik)
    Gemeenten bezuinigen op groenvoorziening.
  • Geitenkamp in Arnhem (Teleblik)
    Agent vertelt over de wijk waar hij opgroeide en nu agent is. Van arbeiderswijk naar een wijk met veel werklozen.

2. Multiculturele samenleving en Als huizen konden praten

  • Prinses Maxima (Teleblik)
    Prinses Maxima bij presentatie WRR-rapport over nationale identiteit. "De Nederlander bestaat niet".
  • Akbarstraat (Teleblik)
    Gesprek met bewoners van de Akbarstraat  in de Kolenkitbuurt Amsterdam.

3. Wereldplaats en Wereldburger

  • Derde wereld (Teleblik)
    De derde wereld is afhankelijk van ons, maar wij ook van de derde wereld. We hebben elkaar nodig, elke dag.
  • Fair trade kleding (Teleblik)
    Drie jongeren van het internaat krijgen de volgende opdracht: zij mogen een week lang alleen fair trade kleding dragen.
  • Bloemen (Teleblik)
    "Dat verdient een bloemetje", dacht de Keuringsdienst.
    De supermarkt die eerder doodgewone bloemen verkocht, verkoopt tegenwoordig ook bosjes met het label 'Fair Trade'. Maar wat is er dan eigenlijk mis met al die andere?
  • Hagelslag (Teleblik)
    Test door Froukje Jansen die drie soorten hagelslag  proeft: de Venz, de Fair Trade Original en de Chocoreale, een biologische hagelslag.


LEERLINGEN VOOR LEERLINGEN
Hieronder vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt en die goed passen bij dit thema.

1. Leefbaarheid


2. Multicultureel



  • Het arrangement Thema: Burgerschap - hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-25 11:55:24
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Burgerschap' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO. Fair Use In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO en VWO leerjaar 1. In het thema "Burgerschap" worden vijf verschillende onderwerpen besproken. Het eerste onderwerp, genaamd "Leefbaarheid", gaat dieper in op wat leefbaarheid precies inhoudt en hoe een enquête kan worden gebruikt om de leefbaarheid in een wijk te meten. Er wordt uitgelegd hoe buurtinitiatieven kunnen bijdragen aan meer verbinding binnen een gemeenschap, wat op zijn beurt leidt tot een hogere leefbaarheid. Het belang van buurtvoorzieningen voor een goede leefbaarheid wordt benadrukt. Bovendien wordt er toegelicht dat wanneer er een gebrek is aan dergelijke voorzieningen en de leefbaarheid van een stad of wijk daardoor sterk afneemt, dit kan leiden tot een leegloop van bewoners. Het tweede onderwerp, genaamd "Multicultureel", belicht het feit dat onze samenleving bestaat uit meer dan 200 verschillende nationaliteiten. Er wordt de mogelijkheid geboden om een virtuele wandeling te maken door het Willemskwartier in Nijmegen, waar men een blik kan werpen op deze multiculturele samenleving. Er wordt tevens ingegaan op de geschiedenis van het Willemskwartier en het probleem van segregatie binnen deze wijk. Het derde onderwerp, genaamd "Als huizen konden praten", legt het begrip suburbanisatie uit en geeft een voorbeeld van een aandachtswijk in Nederland, namelijk de Arnhemse wijk Klarendal. Er wordt uitgelegd hoe deze ontwikkeling heeft plaatsgevonden en welke problemen ermee gepaard gaan. Het daaropvolgende onderwerp, genaamd "Wereldplaats", beschrijft hoe Nederland een open economie heeft en producten uit de hele wereld importeert. Er wordt benadrukt dat Nederland afhankelijk is van internationale handel en dat dit invloed heeft op de economie, werkgelegenheid en welvaart van het land. Het laatste onderwerp, genaamd "Wereldburger", legt uit hoe landen elkaar proberen te helpen via ontwikkelingssamenwerking. Het begrip "trade not aid" wordt uitgelegd, waarbij de focus ligt op handel in plaats van hulpverlening. Er wordt ook aandacht besteed aan fair trade en wat dit precies inhoudt, met de nadruk op eerlijke handel en het stimuleren van duurzame ontwikkeling.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Multiculturele samenleving; Wereldburgerschap; Burgerschap; Aardrijkskunde; Leefbaarheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    14 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    aandachtwijken, aardrijkskunde, arrangeerbaar, burgerschap, fair trade, hv123, leefbaarheid, multicultureel, stercollectie, vwo123

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Burgerschap toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/144671/Thema_Burgerschap_toetsen

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Als huizen konden praten - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52451/Als_huizen_konden_praten___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Leefbaarheid - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52448/Leefbaarheid___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Multicultureel - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52450/Multicultureel___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Wereldburger - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/106236/Wereldburger___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Wereldplaats - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52452/Wereldplaats___hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Burgerschap D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.