Survival in de Afrikaanse bush

Home

Welkom bij de e-klas Survival in de Afrikaanse bush!

In deze e-klas wordt in principe alles behandeld wat een leerling in 5 VWO over redoxreacties moet weten. Je leert zelf redoxreacties opstellen, maar je maakt ook kennis met de werking van elektrochemische cellen. Alleen het onderwerp redoxtitraties wordt niet behandeld. Al die kennis over redoxreacties heb je nodig om te kunnen overleven in de Afrikaanse bush. Samen met een aantal anderen heb je een vliegtuigcrash overleefd. Het vliegtuig is midden in de wildernis neergestort. Je staat dus meteen voor de uitdaging om jezelf en je medepassagiers in veiligheid te brengen. Redoxreacties gaan je daar bij helpen.

 

Studiewijzer

De e-klas Survival in de Afrikaanse bush is opgesplitst in zeven hoofdstukken. Op de volgende pagina van de studiewijzer wordt per hoofdstuk aangegeven wat de leerdoelen zijn en welke voorkennis je nodig hebt.

Ieder hoofdstuk is ongeveer op dezelfde manier opgebouwd. Je begint met een inleiding en een opdracht: de Survival Challenge Intro. Vervolgens maak je kennis met een nieuw stuk theorie en oefen je daarmee. Daarna is er een practicum dat je zelf uitvoert of een demonstratiepracticum. In de volgende paragraaf wordt nog wat dieper ingegaan op de theorie en ga je aan de slag met verwerkingsvragen. Tenslotte is er een diagnostische toets en een afsluitende opdracht (de Survival Challenge). Verderop in deze studiewijzer leer je hier meer over (zie: planning).

 

In principe werk je de e-klas zelfstandig door. Wel zijn er drie hoorcolleges gepland. Tijdens deze hoorcolleges kun je vragen stellen aan je docent. Bedenk dus steeds van tevoren wat je precies niet snapt. De e-klas wordt afgesloten met een eindtoets (zie: beoordeling).

 

Leerdoelen

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 1

Voordat je aan hoofdstuk 1 begint kun je:

  • in het periodiek systeem metalen, niet-metalen, alkalimetalen, halogenen en edelgassen aanwijzen,
  • vier fundamentele verschillen noemen tussen metalen en niet-metalen,
  • oplosvergelijkingen van zouten opschrijven.

Na hoofdstuk 1 kun je:

  • eenvoudige reacties met metalen opstellen,
  • uitleggen tussen welke deeltjes elektronen uitgewisseld worden bij reacties met metalen en met metaalionen.

 

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 2

Voordat je aan hoofdstuk 2 begint kun je:

  • de opbouw van zouten uit ionen beschrijven,
  • reactievergelijkingen opstellen van de vorming van zouten uit elementaire stoffen.

Na hoofdstuk 2 kun je:

  • uitleggen wat een oxidator is,
  • uitleggen wat een reductor is,
  • met behulp van Binas de sterkte van oxidatoren en reductoren aangeven,
  • uit experimentele gegevens de sterkte van oxidatoren en reductoren afleiden,
  • met behulp van halfreacties totaalreacties opstellen,
  • uit een totaalreactie de halfreacties afleiden.

 

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 3

Voordat je aan hoofdstuk 3 begint kun je:

  • uit tabel 65 van Binas de kleuren van diverse oplossingen en vaste stoffen afleiden.

Na hoofdstuk 3 kun je:

  • voorspellen welke waarnemingen je kunt doen bij het uitvoeren van redoxreacties, met betrekking tot de kleur van het reactiemengsel (aan de hand van tabel 48 en 65B van Binas),
  • voorspellen of een redoxreactie wel of niet zal verlopen, en of er wel of niet een evenwichtsreactie zal ontstaan,
  • aan de hand van Binas het verschil in reactiviteit aangeven tussen verdund en geconcentreerd salpeterzuur.

 

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 4
Voordat je aan hoofdstuk 4 begint kun je:

  • uitleggen dat metaalertsen en -oxiden zouten zijn, en dus als ontleedbare stoffen in de natuur gevonden worden.

Na hoofdstuk 4 kun je:

  • uitleggen onder welke omstandigheden corrosie optreedt en de reactievergelijking geven van het roesten van ijzer,
  • aangeven op welke manieren metalen beschermd kunnen worden tegen corrosie,
  • aangeven wat een opofferingsmetaal is en uitleggen hoe dat beschermt tegen corrosie,
  • aangeven hoe in een hoogoven uit ijzererts ijzer wordt geproduceerd,
  • aangeven hoe aluminium gewonnen en geproduceerd wordt,
  • uitleggen waarom sommige metalen zoals aluminium niet beschermd hoeven worden tegen corrosie.

 

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 5

Voordat je aan hoofdstuk 5 begint kun je:

  • formules en namen van eenvoudige organische verbindingen geven (zoals simpele alcoholen en zuren).

Na hoofdstuk 5 kun je:

  • uitleggen welke organische verbindingen als reductor en/of als oxidator kunnen optreden,
  • halfreacties opstellen en/of toepassen in het opstellen van reactievergelijkingen van reacties met alcoholen, met methaanzuur en met oxaalzuur,
  • zelf halfreacties opstellen van redoxreacties in een zuur of in een neutraal milieu.

 

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 6

Voordat je aan hoofdstuk 6 begint kun je:

  • uitleggen dat stroomgeleiding in een oplossing door middel van vrije ionen plaatsvindt,
  • uitleggen dat stroomgeleiding in een metaaldraad door middel van vrije elektronen plaatsvindt,
  • basale redoxreacties opstellen en kloppend maken.

Na hoofdstuk 6 kun je:

  • een elektrochemische cel schematisch weergeven in een tekening,
  • de begrippen halfcel, zoutbrug, elektrolyt en stroomkring gebruiken en uitleggen,
  • de reactievergelijkingen die aan de elektroden plaatsvinden opstellen, en aangeven welke de positieve elektrode is en welke de negatieve,
  • de massaveranderingen van de elektroden berekenen,
  • aangeven wat een onaantastbare elektrode is,
  • berekeningen uitvoeren met behulp van de wet van Faraday,
  • voorbeelden geven van diverse elektrochemische cellen, en uitleggen hoe een Galvanische cel, de loodaccu en een brandstofcel werken.

 

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 7

Voordat je aan hoofdstuk 7 begint kun je:

  • uitleggen wat een elektrode is,
  • uitleggen dat een stroombron gezien kan worden als een elektronenpomp.

Na hoofdstuk 7 kun je:

  • een schematische tekening maken van een elektrolyseopstelling,
  • bij een elektrolyseopstelling aangeven wat de oxidator is en wat de reductor,
  • bij een elektrolyseopstelling aangeven welke de positieve elektrode is en welke de negatieve,
  • aangeven hoe metalen elektrolytisch uit een oplossing gewonnen kunnen worden,
  • aangeven hoe onedele metalen door middel van elektrolyse gewonnen kunnen worden,
  • berekeningen uitvoeren aan elektrolyseopstellingen aan de hand van de wet van Faraday.
  • aangeven dat bij elektrolyse chloride-ionen eerder dan watermoleculen reageren aan de positieve elektrode.

 

Planning

Opbouw hoofdstuk

Deze e-klas bestaat uit zeven hoofdstukken. Ieder hoofdstuk is ongeveer op dezelfde manier opgebouwd:

  1. Survival Challenge Intro. Er wordt een korte introductie gegeven van de opdracht die aan het einde moet worden opgelost.
  2. Theorie. Deze paragraaf behandelt de basiskennis van het hoofdstuk.
  3. Oefenen. Deze paragraaf bevat opgaven en ander oefenmateriaal bij de basiskennis. De opgaven variëren van makkelijk tot moeilijk. Let op: als je dingen moeilijk vindt, roep dan de hulp van de PAL in en/of noteer je vragen voor het komende hoorcollege.
  4. Experimenteren. Deze paragraaf bevat steeds de practica bij de te behandelen stof. Practica spelen een belangrijke rol in de e-klas. Sommige demonstratiepractica kunnen eventueel ook tijdens één van de hoorcolleges worden uitgevoerd.
  5. Verwerking. Deze paragraaf bevat meer uitgebreide informatie. Ook hier komen opgaven aan bod. Deze zijn in deze paragraaf vaak meer diepgaand. Ook komen hier soms examenvragen aan bod.
  6. Diagnostische toets. Deze toets wordt automatisch nagekeken. De resultaten zijn in te zien via Sakai. Let op: onthoud de moeilijke vragen voor het hoorcollege.
  7. Survival Challenge. Deze paragraaf bevat de Survival Challenge.
 

 

Practica

In de e-klas komen de volgende practica aan bod:

  • etsen van zink / verbranden van magnesium
  • redoxreacties met enkelvoudige deeltjes
  • redoxreacties met samengestelde deeltjes (halfreacties)
  • demonstratie termietreactie
  • roesten van ijzer
  • zilverspiegel
  • elektrochemische cel (leerlingproef, zelf bouwen)
  • elektrolyse (demo: koperbromide, kaliumsulfaat, natriumchloride)
 

Hoorcolleges

Er zijn drie hoorcolleges ingepland. Het is de bedoeling dat je als leerling via het Forum in Sakai vragen aanlevert voor het hoorcollege. Zo weet je docent welke onderwerpen uitgelegd moeten worden. Buiten deze hoorcolleges probeer je inhoudelijke vragen zo veel mogelijk aan de PAL te stellen.

 

Lessentabel

In de tabel hieronder wordt per paragraaf aangegeven welke onderwerpen aan bod komen wordt een schatting gemaakt van het aantal studielastuur (slu) dat je daarmee kwijt bent.

 

week

par.

onderwerp

begrippen

tijdsduur (slu)

01

--

uitleg werkwijze en installatie van de e-learning module

 

1

 

1.2

herhaling en uitleg van de bekend veronderstelde 4vwo stof

metalen / niet-metalen

1

 

1.3

oefenen met de herhaalde stof / reacties met metalen

reacties met metalen

0,5

 

1.4

practicum

etsen en verbranden van metalen

1

 

1.5

“verandering” van een metaal in een metaalion

redoxreactie

1

 

1.6

diagnostische toets

-

0,6

 

1.7

Survival Challenge

-

0,2

02

 

1.8

hoorcollege 1
(bereid vragen voor via het forum)

 

1,6

 

2.1 & 2.2

redoxreacties splitsen in halfreacties

halfreactie, reductor, oxidator

1

 

2.3

Redox Attack
(spel over reductoren en oxidatoren)

-

0,5

 

2.4

practicum

sterke/zwakkere reductoren

1

 

2.5

totaalreacties opstellen

totaalreacties
elektronenverhouding

1

 

2.6

diagnostische toets

-

0,6

 

2.7

Survival Challenge

-

0,2

03

3.1 & 3.2

limieten aan redoxreacties en evenwichtsreacties

elektrodepotentiaal
evenwichtsreacties

1

 

3.3

oefenen met opstellen van totaalreacties en bepalen of een reactie al dan niet verloopt

-

2

 

3.4

practicum, waarnemingen voorspellen

-

2

 

3.5

salpeterzuur en het nitraat-ion

nitraat-ion

0,5

 

3.6

diagnostische toets

-

0,6

 

3.7

Survival Challenge

-

0,2

04

 

3.8

hoorcollege 2
(bereid vragen voor via het forum)

 

1,6

 

4.1 & 4.2

roesten/corrosie
corrosiebescherming

roesten/corrosie
corrosiebescherming
opofferingsmetaal
kathodische bescherming
verzinken

0,5

 

4.3

oefenen met reacties met zuurstof en corrosiebescherming.

zeer onedele metalen

0,5

 

4.4

practicum over corrosie (bescherming)

-

1

 

4.5

praktische toepassingen van redoxreacties.

hoogovens
goudwinning

0,5

 

4.6

diagnostische toets

-

0,6

 

4.7

Survival Challenge

-

0,2

05

5.1 & 5.2

organische reductoren

organische reductoren
ethanol - ethanal

0,5

 

5.3

oefenen met alcoholen als reductor en een begin met zelf halfreacties opstellen

halfreacties opstellen

0,5

 

5.4

practicum zilverspiegel

zilverspiegel

1

 

5.5

zelf halfreacties opstellen

neutraal, zuur en basisch milieu

0,5

 

5.6

diagnostische toets

-

0,6

 

5.7

Survival Challenge

-

0,2

06

 

inhaal - uitloop les

voortgang afstemmen met PAL of docent

 

 

6.1 & 6.2

elektrochemische cel

galvanische cel
zoutbrug
anode kathode

0,5

 

6.3

oefenen met elektrochemische cellen

Weston-element

0,6

 

6.4

practicum

Daniell-cel
eigen onderzoek

3

 

6.5

nieuwe elektrochemische cellen

brandstofcel
Li-ion batterij

0,5

 

6.6

diagnostische toets

-

0,6

 

6.7

Survival Challenge

-

0,2

07

 

6.8

hoorcollege 3
(bereid vragen voor via het forum)

 

1,6

 

7.1 & 7.2

elektrolyse

“omgekeerde” redox
chloor als uitzondering

0,5

 

7.3

oefenen met elektrolyse

beschermende laag

0,5

 

7.4

practicum onedele metalen maken

-


1

08

7.5

oefenen met elektrolyse

 

0,5

 

7.6

diagnostische toets

 


0,6

 

7.7

Survival Challenge

 

0,2

09

 

leren en maken eindtoets

 

4

 

totaal

 

 

40

Beoordeling

Aan het eind van de e-klas maak je een eindtoets. Op basis van deze toets word je beoordeeld.
 

Inleiding

Inleiding

I shouldn't be alive...

Deze e-klas gaat over redoxreacties. Alle kennis over redoxreacties die je opdoet heb je nodig om te kunnen overleven in de Afrikaanse bush. Samen met een aantal anderen heb je een vliegtuigcrash overleefd. Het vliegtuig is midden in de wildernis neergestort. Je staat dus meteen voor de uitdaging om jezelf en je medepassagiers in veiligheid te brengen. De Survival Challenges in deze e-klas zijn gebaseerd op een waargebeurd verhaal uit de National Geographic serie "I shouldn't be alive". Je kunt via YouTube de aflevering zelf bekijken. De trailer van de aflevering kun je hieronder zien.

 

De eerste uitdaging...

Bekijk het filmpje hieronder als startpunt van de Survival Challenges. In het eerste filmpje zit nog geen scheikunde verwerkt, in de volgende filmpjes zal dat uiteraard wel het geval zijn.

H1 Reacties met metalen

1 Reacties met metalen

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 1

Voordat je aan hoofdstuk 1 begint kun je:

  • in het periodiek systeem metalen, niet-metalen, alkalimetalen, halogenen en edelgassen aanwijzen,
  • vier fundamentele verschillen noemen tussen metalen en niet-metalen,
  • oplosvergelijkingen van zouten opschrijven.

Na hoofdstuk 1 kun je:

  • eenvoudige reacties met metalen opstellen,
  • uitleggen tussen welke deeltjes elektronen uitgewisseld worden bij reacties met metalen en met metaalionen.

1.1 Survival Challenge Intro

Het verzorgen van de wonden

Je bent met een vliegtuig neergestort in de Afrikaanse bush. De piloot, jij en je reisgenoot hebben het overleefd, maar de situatie ziet er niet goed uit. De piloot raakt steeds buiten bewustzijn. Jij en je reisgenoot zijn allebei gewond, maar de verwondingen zijn gelukkig niet direct levensbedreigend. In de wijde omtrek is geen spoor van beschaving te bekennen. Je hebt het vermoeden dat je midden in een gebied zit waar leeuwen voorkomen. Kortom, allerlei gevaren bedreigen je overlevingskansen.

Om de wonden van jou en de anderen te verzorgen heb je de verbandtrommel nodig. De verbandtrommel zit in een bagagevak dat door de brand niet erg is aangetast. Maar een ongeluk komt zelden alleen. Het luik van het vak zit op slot en je kan met geen mogelijkheid de sleutel vinden. Ook met een mes lukt het niet om het luik open te forceren.

In dit hoofdstuk maak je kennis met eigenschappen van metalen en met een aantal reacties die je gemakkelijk met metalen kunt doen. Met de kennis die je opdoet kun je aan het eind van dit hoofdstuk de eerste Survival Challenge oplossen. Lukt het jou om bij de verbandtrommel te komen?

1.2 Theorie

Van erts naar metaal

klik hier

We beginnen met de vraag: wat is metaal ook alweer? Metalen worden al honderden jaren voor allerlei toepassingen gebruikt en zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. In de natuur vinden we vrijwel geen zuivere metalen. We vinden ze meestal als ertsen. IJzer wordt gewonnen uit ijzererts. De atoomsoort ijzer zit wel in ijzererts, maar de eigenschappen van de stof ijzeroxide (een belangrijke component van ijzererts) zijn compleet anders dan de eigenschappen van het zogenaamd metallisch ijzer. Als we ijzer willen winnen, moeten we dus van het ijzererts eerst metallisch ijzer maken. En andersom geldt dat metallisch ijzer vanzelf weer gewoon roest (en dus eigenlijk weer ijzererts wordt) als je maar lang genoeg wacht.

In de derde klas heb je al het een en ander over metalen en hun eigenschappen geleerd. Laten we even kijken wat je er nog van weet.  

 

Het periodiek systeem

Hieronder zie je het periodiek systeem der elementen. Als je op de afbeelding klikt wordt in een nieuw scherm een interactief periodiek systeem geopend. Dit periodiek systeem geeft veel informatie over de eigenschappen van de diverse atoomsoorten. Het is erg nuttig om er weer eens even goed naar te kijken. Daarna kun je je kennis van het periodiek systeem toetsen aan de hand van een aantal vragen.    

klik hier

 

Waar of niet waar?

Bestudeer de website over het periodiek systeem (klik op het bovenstaande plaatje), en geef aan of de onderstaande beweringen WAAR zijn of NIET-WAAR.

Stroomgeleiding

We gaan er van uit dat je de volgende begrippen nu (weer) kent: metalen, niet-metalen, overgangsmetalen, metalloïden, alkalimetalen en halogenen. Je moet deze groepen ook kunnen aanwijzen in het periodiek systeem. In paragraaf 1.3 oefen je daar nog wat meer mee. We gaan nu wat dieper in op de bijzondere eigenschappen van metalen: metalen zijn buigzaam, hebben meestal een vrij hoog smeltpunt (behalve kwik) en geleiden allemaal stroom, zowel in vloeibare als in vaste toestand.  

Je kunt metalen indelen in edele en niet-edele metalen. Het verschil zit hem in de reactiviteit met andere stoffen, en dan voornamelijk met water en zuurstof. Edele metalen oxideren ("roesten") niet tot nauwelijks, terwijl zeer onedele metalen in paraffineolie bewaard moeten worden omdat ze anders reageren met de zuurstof uit de lucht. De reactiviteit van de meeste metalen zitten hier ergens tussenin.

Natrium is zo'n metaal dat bewaard moet worden onder paraffineolie. In het volgende filmpje zie je wat er gebeurt als je natrium met water mengt.  

 

Korte vraag

  De reactie tussen natrium en water kun je vergelijken met het roesten van ijzer. Alleen reageert ijzer (gelukkig) een stuk langzamer. Wanneer we kijken naar de metalen die zeer makkelijk reageren zijn dat voornamelijk: lithium, natrium, kalium, rubidium, cesium en fransium. Zoals te zien in dit filmpje reageren deze metalen zeer heftig met water.

Als metalen reageren ontstaan er zouten. Een metaalatoom en een metaalion lijken hetzelfde, maar ze gedragen zich heel verschillend. In het volgende hoofdstuk gaan we verder in op het omzetten van metalen in metaalionen. We kijken dan onder andere naar het ontstaan van zouten uit metalen.  

1.3 Oefenen

Metaal, niet-metaal, of...

Metaal, niet-metaal, of... (vervolg)

Metalen in levende wezens

Reactievergelijkingen oefenen

Reactievergelijkingen oefenen (vervolg)

1.4 Experimenteel

Je gaat een practicum uitvoeren. Elk hoofdstuk heeft een aantal practica. Overleg met je docent of de PAL welke practica je zelf kunt uitvoeren en welke practica klassikaal gedaan worden. Sommige practica worden als demo uitgevoerd. Je gaat een aantal reacties met metalen zelf uitvoeren en nader bekijken.    

 

Practicum: etsen van zink

  Metalen hebben veel eigenschappen gemeen, maar kunnen op verschillende manieren reageren. Sommige metalen kunnen bijvoorbeeld reageren met zoutzuur, andere niet. In dit practicum gaan we kijken hoe zink reageert met zoutzuur. Je kunt in dit practicum iets etsen (tekenen) in zink. Dat kan je naam zijn of iets anders wat je leuk vindt.

Het volledig practicumvoorschrift is hier te vinden. Maak aan het eind van dit practicum een foto van je ets en plaats deze op het forum.  
 
Wat gebeurt er bij etsen?

Reactie van zink met zoutzuur

Verbranden van magnesium

In dit practicum gaan we magnesium verbranden. Het lijkt op het eerste gezicht vreemd om een metaal te verbranden, maar we gaan het in ieder geval proberen.
Het practicumvoorschrift is hier te vinden.
 
Reactievergelijking

1.5 Verwerking

Elektronenoverdracht

 

  Een metaal is een deeltje dat de eigenschap heeft dat het liever elektronen afstaat dan opneemt. Een niet-metaal atoom wil in principe juist wél graag elektronen opnemen.

Metaalatomen worden, als ze reageren, dus vrijwel altijd positiever geladen. Uit neutrale metaalatomen ontstaan dan bijvoorbeeld positief geladen metaalionen

Niet-metalen worden in principe altijd negatiever geladen. Als een niet-metaal neutraal was ontstaat bijvoorbeeld een negatief geladen ion.


Wanneer een metaal en een niet-metaal samen reageren ontstaan dus zouten. Het metaal staat dan zijn elektronen af aan een niet-metaal. Beide atomen waren ongeladen vóór de reactie, maar zijn na de reactie ionen geworden.

Reacties waarbij elektronen van de ene stof worden overgedragen aan de andere stof noem je redoxreacties. Kijk maar eens naar het volgende filmpje over de reactie van zink met zuurstof en beantwoord daarna de vragen.   

 

Redoxreacties

Als een metaal een metaalion wordt, worden er elektronen overgedragen door het metaal. Bekijk het onderstaande filmpje over de reactie van zink met zuurstof.   

 

Zink en zuurstof

1.6 Diganostische toets

Diagnostische toets

Maak de diagnostische toets van dit hoofdstuk en bespreek het resultaat met de PAL.  

1.7 Survival Challenge

1.8 Hoorcollege 1

Hoorcollege 1

Bereid dit hoorcollege goed voor door van tevoren je vragen in het forum te plaatsen. Je docent weet dan welke vragen er spelen. Probeer er voor te zorgen dat er geen dubbele vragen in het forum komen te staan. Wanneer je een vraag hebt die al is gesteld, zet er dan bij dat jij die vraag ook hebt. Plaats voor dit hoorcollege ook een foto van je ets in het forum.

H2 Halfreacties

2 Halfreacties

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 2

Voordat je aan hoofdstuk 2 begint kun je:

  • de opbouw van zouten uit ionen beschrijven,
  • reactievergelijkingen opstellen van de vorming van zouten uit elementaire stoffen.

Na hoofdstuk 2 kun je:

  • uitleggen wat een oxidator is,
  • uitleggen wat een reductor is,
  • met behulp van Binas de sterkte van oxidatoren en reductoren aangeven,
  • uit experimentele gegevens de sterkte van oxidatoren en reductoren afleiden,
  • met behulp van halfreacties totaalreacties opstellen,
  • uit een totaalreactie de halfreacties afleiden.

2.1 Survival Challenge Intro

Vuur tegen de leeuwen

Je hebt de verbanddoos te pakken gekregen. Het is een grote oude EHBO doos met veel verband, dat waarschijnlijk niet meer steriel is, en allerlei flesjes en pillen. De wonden kunnen in ieder geval ontsmet worden, maar nu beginnen de problemen pas!

Je bevindt je in leeuwengebied, en langzaamaan komt de zon al wat lager aan de hemel te staan. Hyena's, leeuwen en andere wilde dieren vormen vooral 's nachts een enorme bedreiging. Met bloedende wonden is de kans op overleven vrijwel nihil als er 's nachts geen vuur brandt. Er is genoeg droog materiaal, maar het vliegtuig was binnen een minuut na de crash alweer uitgebrand. Nu heb je spijt dat je niet snel een vuur hebt gemaakt.

Met redoxreacties zijn er veel verschillende manieren om spontaan vuur te maken, maar je zit natuurlijk in de Afrikaanse Bush en niet in een laboratorium. Je gaat in dit hoofdstuk leren om redoxreacties op te stellen en te bepalen of stoffen samen goed reageren of niet. Kun je met je kennis en de materialen die je na de vliegtuigcrash tot je beschikking hebt op tijd zelf vuur maken?

2.2 Theorie

Redoxreacties nader bekeken

Het etsen van zink en het verbranden van magnesium zijn voorbeelden van redoxreacties.

Redoxreacties kun je beschrijven als de som van twee deelreacties: de halfreacties. We noemen deze reacties halfreacties omdat ze niet afzonderlijk van elkaar kunnen verlopen. Twee halfreacties vormen samen één totaalreactie.

Bekijk de volgende screencast om te zien hoe je kunt zien dat een redoxreactie de som is van twee halfreacties. Maak na het kijken de vragen om te toetsen of je het begrepen hebt.

 

Vraag bij het filmpje

 

Reductoren?

 

Oxidatoren?

2.3 Oefenen

Redox Attack!

Test met het onderstaande spel je kennis over oxidatoren en reductoren. Denk aan de volgende opmerkingen:

  • Alle ongeladen metaalatomen zijn in principe reductor. Vrijwel alle negatieve ionen zijn ook reductor.
  • Halogenen (ongeladen) zijn oxidator, want die kunnen negatief geladen ionen worden. Metaalionen zijn in principe ook oxidator, want die kunnen ongeladen deeltjes worden.

 

2.4 Experimentaal

Practicum: welk metaal is de sterkste reductor?

In het vorige hoofdstuk heb je gezien dat metalen kunnen reageren met niet-metalen. In de vorige paragraaf heb je kunnen zien dat (vaste) metalen meestal elektronen afstaan en dus reductoren zijn. In dit practicum gaan we onderzoeken welke van de metalen koper, zilver, ijzer en zink de sterkste reductor is.

Het voorschrift voor het practicum is hier te vinden.

 

Reductorsterkte

2.5 Verwerking

Nog eens etsen

We hebben in het vorige hoofdstuk een ets gemaakt van zink. Hierbij reageerde het vaste zink weg en ontstond een tekening in het zink. We gaan de chemische reactie die daarbij optreedt nog eens verder bekijken.

 

Van halfreacties naar totaalreacties

 

2.6 Diagnostische toets

Diagnostische toets

Maak de diagnostische toets van dit hoofdstuk en bespreek je resultaat met de PAL.

2.7 Survival Challenge

H3 Redoxtotaalreacties

3 Redoxtotaalreacties

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 3

Voordat je aan hoofdstuk 3 begint kun je:

  • uit tabel 65 van Binas de kleuren van diverse oplossingen en vaste stoffen afleiden.

Na hoofdstuk 3 kun je:

  • voorspellen welke waarnemingen je kunt doen bij het uitvoeren van redoxreacties, met betrekking tot de kleur van het reactiemengsel (aan de hand van tabel 48 en 65B van Binas),
  • voorspellen of een redoxreactie wel of niet zal verlopen, en of er wel of niet een evenwichtsreactie zal ontstaan,
  • aan de hand van Binas het verschil in reactiviteit aangeven tussen verdund en geconcentreerd salpeterzuur.

3.1 Survival Challenge Intro

Het maken van jood

Nu we de juiste stoffen voor het maken van vuur kennen, is het zaak om deze te verkrijgen. De jodide-ionen die we als joodtinctuur al in bezit hebben, moeten worden omgezet naar het vaste jood. Jodide-ionen zijn negatief geladen en hebben dus een elektron meer dan het vaste jood. Misschien heb je iets aan je scheikundekennis die je in dit hoofdstuk op gaat doen om tot een oplossing te komen.

3.2 Theorie

Wel of geen reactie

Een sterke reductor en een sterke oxidator reageren zeer heftig met elkaar. Maar niet alle oxidatoren en reductoren reageren ook echt met elkaar. Kijk naar de volgende filmpjes en:

1) bepaal welke metalen wel en welke metalen niet met zoutzuur (H+) reageren, en

2) zoek van elk metaal op welke positie het heeft in Binas-tabel 48 ten opzichte van de positie van H+.

Wat valt je op?

 

Standaardelektronenpotentiaal

 

Reactie of evenwicht

 

Wat bepaalt eigenlijk de sterkte van een oxidator of een reductor onder standaardomstandigheden?

Je hebt gezien dat niet iedere oxidator of reductor even sterk is. Zwakke oxidatoren en reductoren reageren bijna niet, sterke oxidatoren en reductoren kunnen weer heel snel reageren. Je moet het volgende onthouden:

  • Hoe makkelijker een oxidator elektronen opneemt, hoe sterker de oxidator en hoe hoger de standaardelektronenpotentaal.
  • Hoe makkelijker een reductor elektronen afstaat hoe sterker de reductor en hoe lager de standaardelektronenpotentiaal.

In Binas-tabel 48 staat een groot aantal oxidatoren ingedeeld naar afnemende oxidatorsterkte. Naast de oxidatoren staan de reductoren. Deze zijn toenemend in sterkte. Linksboven staat de sterkste oxidator (F2) en rechtsonder staat de sterkste reductor (Li).

Redoxkoppels. Wanneer een oxidator een elektron opneemt ontstaat er weer een reductor, en andersom. In een redoxkoppel heeft een sterke oxidator altijd een zwakke 'geconjugeerde' reductor. Een sterke reductor heeft altijd een zwakke 'geconjugeerde' oxidator.

 

Wanneer verloopt een redoxreactie?

Wanneer we in de vorige filmpjes keken of een reactie verliep, zagen we dat bij een negatieve standaardpotentiaal van het metaal de reactie wél verliep (bij tin matig) en bij een positieve standaardpotentiaal de reactie niet verliep.

Je kunt je voorstellen dat wanneer we een sterkere oxidator hadden genomen dan H+, dat koper of goud ook wel hadden gereageerd. Wanneer we willen weten of een redoxreactie verloopt, moeten we niet alleen kijken naar de standaardpotentiaal van bijvoorbeeld de reductor, maar naar het verschil tussen de standaardpotentiaal van de reductor en de standaardpotentiaal van de oxidator.

Je kunt je voorstellen dat er geen harde scheidslijn is op basis waarvan je kan bepalen of een reactie wel verloopt of niet. Je kunt de volgende vuistregel gebruiken: wanneer het verschil tussen de standaardpotentialen van de oxidator en reductor groter is dan 0,30 verloopt de reactie. Wanneer het verschil kleiner is dan -0,30 dan verloopt deze niet. Wanneer de waarde hier tussenin ligt dan spreken we van een evenwichtsreactie.

Dus:

Vox-Vred > 0,30 de reactie is aflopend

0,3 > Vox-Vred > -0,30 het is een evenwichtsreactie

Vox-Vred < -0,30 de reactie verloopt niet

 

Voorspellen: wel of geen reactie

Je hebt nu van een aantal verschillende metalen gezien of ze reageren met zoutzuur. Probeer voor de metalen in de simulatie hieronder te voorspellen of deze reageren. Kijk ook naar het filmpje op moleculair niveau door in te zoomen.

klik hier voor de simulatie

3.3 Oefenen

Verloopt de reactie?

 

Opgavengenerator

Klik hieronder om de opgavengenerator te openen die meer dan 800 verschillende redoxreacties presenteert met de vraag of de reactie wel of niet zal verlopen en wat de totaalreactie zal zijn.   

3.4 Experimenteel

Practicum: zes redoxreacties

In de vorige paragrafen heb je geleerd hoe je halfreacties kunt opstellen en hoe je daarvan een totaalreactie kunt maken. Dit practicum gaat over de redoxtabel uit Binas. Je gaat eerst aan de hand van de verschillende experimenten die beschreven staan in het Word-document de totaalreacties opstellen en de verschillende waarnemingen die je gaat doen voorspellen.

Het voorschrift voor dit practicum vind je hier.

3.5 Verwerking

Het nitraation

Nitraationen (NO3-) zijn goede oxidatoren, mits er voldoende zuur aanwezig is. De meest ideale manier om H+-ionen en NO3- bij elkaar te voegen is via salpeterzuur (HNO3). Wanneer we echter in de redoxtabel kijken, dan zien we dat NO3- in combinatie met H+ er maar liefst drie keer in staat:

1) NO3-+ 4H+ + 3 e- <--> NO + 2H2O

2) NO3-+ 3H+ + 2 e- <--> HNO2 + H2O

3) NO3-+ 2H+ + 1 e- <--> NO2 + H2O

Welke halfreactie precies plaatsvindt, hangt af van de omstandigheden.  

 

Koper en salpeterzuur

Kijk naar onderstaand filmpje. De reactie vindt plaats tussen salpeterzuur en koper. Je kunt straks kiezen uit drie reactievergelijkingen. Probeer er met behulp van tabel 65B uit Binas, en de waarnemingen die je doet, achter te komen welke reactievergelijking hier van toepassing is. Kijk om te beginnen naar de linker erlenmeyer. In deze erlenmeyer zit geconcentreerd salpeterzuur, in de rechter erlenmeyer zit verdund salpeterzuur.   

 

3.6 Diagnostische toets

Diagnostische toets

Maak de diagnostische toets van dit hoofdstuk en bespreek je resultaat met de PAL.

3.7 Survival Challenge

3.8 Hoorcollege 2

Hoorcollege 2

Bereid dit hoorcollege goed voor door van tevoren je vragen in het forum te plaatsen. Je docent weet dan welke vragen er spelen. Probeer er voor te zorgen dat er geen dubbele vragen in het forum komen te staan. Wanneer je een vraag hebt die al is gesteld, zet er dan bij dat jij die vraag ook hebt.

H4 Corrosie en metaalertsen

4 Corrosie en metaalertsen

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 4
Voordat je aan hoofdstuk 4 begint kun je:

  • uitleggen dat metaalertsen en -oxiden zouten zijn, en dus als ontleedbare stoffen in de natuur gevonden worden.

Na hoofdstuk 4 kun je:

  • uitleggen onder welke omstandigheden corrosie optreedt en de reactievergelijking geven van het roesten van ijzer,
  • aangeven op welke manieren metalen beschermd kunnen worden tegen corrosie,
  • aangeven wat een opofferingsmetaal is en uitleggen hoe dat beschermt tegen corrosie,
  • aangeven hoe in een hoogoven uit ijzererts ijzer wordt geproduceerd,
  • aangeven hoe aluminium gewonnen en geproduceerd wordt,
  • uitleggen waarom sommige metalen zoals aluminium niet beschermd hoeven worden tegen corrosie.

4.1 Survival Challenge Intro

Het radiobaken

Zonder hulp zul je het niet lang overleven in de Afrikaanse bush. Het is waarschijnlijk het beste om bij het vliegtuigwrak te blijven en wachten op hulp. Maar hoe weten de hulpverleners waar het vliegtuig is neergestort? Een wrak van zo'n 10 meter lang opsporen in een gebied van 2000 vierkante kilometer is als zoeken naar een speld in een hooiberg. Het is dus verstandig om een noodsignaal uit te zenden. Je weet dat het radiobaken in het vliegtuig een signaal uit kan zenden (al is de accu van het vliegtuig door de vele kortsluitingen helemaal leeg).

Het radiobaken bevindt zich onder de vloer in de staart. Je hebt alleen geen gereedschap om de vloerplaten los te draaien. Verderop heb je wel wat restanten gevonden van een oud stroperskamp. Vooral de vergane blikjes zijn interessant. Je hebt op YouTube wel eens thermietreacties gezien, waarbij roest en aluminium wordt gebruikt. Je besluit de meest roestige blikjes fijn te stampen tot poeder, en aluminium los te schrapen van het vliegtuigframe. Je hoopt zo thermiet te maken en een hoek uit een vloerplaat te smelten om bij het radiobaken te kunnen komen.

4.2 Theorie

Corrosie

Van ijzer is bekend dat het kan roesten. In de scheikunde noem je dat corroderen.

Het ene metaal corrodeert sneller dan het andere metaal. Dat hangt onder meer af van de edelheid. De edelheid van een metaal is eigenlijk niet veel anders dan een aanduiding van de reductorsterkte van dat metaal. De edele metalen (goud, platina en zilver) corroderen onder normale omstandigheden niet. Half-edele metalen (koper en kwik) reageren alleen met zuurstof bij hogere temperaturen (> 200 oC). Onedele metalen (de rest) oxideren langzaam, en zeer onedele metalen (bijvoorbeeld natrium en kalium) oxideren snel. Een andere manier om onedele metalen van zeer onedele metalen te onderscheiden is dat zeer onedele metalen als reductor kunnen reageren met water als oxidator.

De snelheid van corrosie (het proces van corroderen) hangt gek genoeg niet alleen van de edelheid af. Een mooi voorbeeld daarvan is aluminium. Dit is een zeer onedel metaal en het reageert dan ook snel met zuurstof onder vorming van aluminiumoxide. Toch is aluminium een veel toegepast materiaal in de bouw en in de vliegtuigindustrie. Hoe zit dat? Het antwoord is simpel. Het aluminiumoxide hecht zich als een heel dun en transparant laagje aan het aluminium. Dat laagje is ondoordringbaar voor lucht. Door te corroderen 'verft' het aluminium zichzelf als het ware.

 

 Bescherming tegen corrosie

Bekijk onderstaande video van de Universiteit van Twente. Hierin wordt stap voor stap uitgelegd hoe ijzer gemaakt wordt. Ook leer je wat roesten eigenlijk is en, misschien nog wel belangrijker, hoe je roesten tegen kunt gaan. Beantwoord na het bekijken van de video de vragen.

 

Vragen bij de video

Vragen bij de video (vervolg)

4.3 Oefenen

4.4 Experimenteel

Het roesten van ijzer

Bekijk de volgende video over het roesten van ijzer. Beantwoord de vragen.

a. Geef de reactievergelijking van het roesten van ijzer. Bij deze reactie ontstaat ijzer(III)hydroxide.

b. Welke omstandigheden zijn het meeste geschikt om ijzer te laten roesten?

c. Welke metalen zou je kunnen gebruiken als opofferingsmetaal om ijzer te beschermen?

d. Leg uit waarom calcium, lithium en natrium geen goede opofferingsmetalen zijn om een ander metaal te beschermen.

Plaats hier je muis

 

Roestende spijkers

Wanneer we een ijzeren spijker in (zout) water brengen, dan gaat de spijker roesten. Dit kan op verschillende manieren worden voorkomen zoals te zien in het vorige filmpje. Er zijn echter nog andere manieren mogelijk om het roesten tegen te gaan. Dit gaan we laten zien in een demonstratiepracticum. Het voorschrift voor het practicum kun je hier vinden.

4.5 Verwerking

Hoogoven

De productie van ijzer uit ijzererts gebeurt in hoogovens. Een doorsneetekening van een hoogoven staat in de figuur hieronder. We nemen aan dat het ijzererts waarover de opgave gaat bestaat uit Fe2O3. Onderin de hoogoven bij A reageert de cokes (koolstof) met zuurstof. Het koolstofmono- oxide dat hierbij ontstaat, reageert met Fe2O3. Hierbij ontstaan uitsluitend ijzer en koolstofdioxide.

a. Geef de systematische naam van de stof met formule Fe2O3. Geef daarbij de lading van het ijzerion aan met een Romeins cijfer.

b. Geef de vergelijking van de reactie waarbij ijzer wordt gevormd uit koolstofmono-oxide en Fe2O3.

c. Is deze reactie een redoxreactie? Geef een verklaring voor je antwoord door de ladingen van de deeltjes vóór en na de reactie te vergelijken.

d. Leg aan de hand van de tekening en Binas-tabel 39 uit welke temperatuur (in K) onderin de hoogoven (bij B) minimaal heerst.

Het ijzer dat op deze wijze ontstaat noemt men ruwijzer. Ruwijzer bevat 4,2 massaprocent koolstof. Door dit hoge koolstofgehalte is ruwijzer hard en bros. Het koolstofgehalte wordt verlaagd door een hoeveelheid schroot (afvalijzer, dat gedeeltelijk bestaat uit Fe2O3) door het vloeibare ruwijzer te mengen. Hierbij treedt een reactie op tussen het Fe2O3 en de koolstof waarbij onder andere ijzer ontstaat.

e. Bereken hoeveel kg Fe2O3 nodig is om 10 kg koolstof te verwijderen. Neem aan dat Fe2O3 en koolstof met elkaar reageren in de molverhouding Fe2O3 : C = 2 : 3.

In de praktijk mengt men het ruwijzer niet alleen met schroot maar leidt men ook een gas door om het koolstofgehalte te verlagen.

f. Geef de naam van het gas dat wordt doorgeleid om het koolstofgehalte verder te verlagen.

 

Goudwinning

Het metaal goud komt in de natuur meestal voor in de vorm van gouderts. Hierin zitten korreltjes goud vast aan gesteente. Bij de winning van goud uit gouderts maakt men gebruik van een oplossing van natriumcyanide (NaCN). In deze oplossing zijn Na+ ionen en CN- ionen aanwezig. Het gesteente met de daaraan vastzittende korreltjes goud wordt fijngemalen en toegevoegd aan een overmaat natriumcyanideoplossing. Door het ontstane mengsel wordt lucht geleid zodat een reactie optreedt waarbij [Au(CN)2]- ionen worden gevormd. Men kan zich voorstellen dat een [Au(CN)2]- ion is opgebouwd uit een goudion en twee cyanide-ionen.

a. Leid af wat de lading is van het goudion in een [Au(CN)2]- ion.

De tijd die nodig is om alle goud te laten reageren, hangt af van de korrelgrootte van het fijngemalen goudbevattende gesteente.

b. Leg uit of het met kleine korreltjes korter of langer duurt om (bij dezelfde temperatuur) dezelfde hoeveelheid goud te laten reageren dan met grotere korreltjes.

Het gesteente, dat niet opgelost is, wordt gescheiden van de ontstane oplossing.

c. Welke scheidingsmethode is hiervoor geschikt?

Aan de verkregen oplossing wordt een overmaat zinkpoeder toegevoegd. Dan vindt de volgende reactie plaats:

2 [Au(CN)2]- + Zn → 2 Au + [Zn(CN)4]2-

d. Bereken hoeveel kg zink volgens deze reactie heeft gereageerd voor de vorming van 10 kg goud.

4.6 Diagnostische toets

Diagnostische toets

Maak de diagnostische toets van dit hoofdstuk en bespreek je resultaat met de PAL.

4.7 Survival Challenge

H5 Organische oxidatoren en reductoren

5 Organische oxidatoren en reductoren

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 5

Voordat je aan hoofdstuk 5 begint kun je:

  • formules en namen van eenvoudige organische verbindingen geven (zoals simpele alcoholen en zuren).

Na hoofdstuk 5 kun je:

  • uitleggen welke organische verbindingen als reductor en/of als oxidator kunnen optreden,
  • halfreacties opstellen en/of toepassen in het opstellen van reactievergelijkingen van reacties met alcoholen, met methaanzuur en met oxaalzuur,
  • zelf halfreacties opstellen van redoxreacties in een zuur of in een neutraal milieu.

5.1 Survival Challenge Intro

Diabetes

Het blijkt dat de piloot van het vliegtuig diabetes (suikerziekte) heeft. Behalve suikervrije kauwgum, een voorraadje kleine suikerzakjes en een vooraadje zoutzakjes, vier pakken crackers, twee zakken chips, een fles cola, een halve fles whiskey en een jerrycan met water is er niets te eten en te drinken. Het meeste voedsel dat je de piloot kunt aanbieden bevat dus veel koolhydraten. Zijn voorraad insuline is echter verloren gegaan bij de crash. Uit het Survival Handboek weet je dat een klein beetje azijn een positieve invloed heeft op de bloedsuikerspiegel. Maar hoe kom je aan azijn?

5.2 Theorie

Bliksem in een buis

Kijk naar het onderstaande filmpje. Hierin wordt de reactie van ethanol met 'aangezuurd' kaliumpermanganaat getoond. Van aangezuurd kaliumpermanganaat weten we dat het een sterke oxidator is. Aan de bliksemverschijnselen is duidelijk te zien dat er een heftige reactie met elektronenoverdracht plaatsvindt. Wat treedt bij deze reactie op als reductor?   

 

 

Ethanol

Ethanol en ethanal

We gaan proberen om zelf een halfreactie op te stellen voor de reactie van ethanol als reductor. Het blijkt dat er een stof ontstaat die veel lijkt op de stof die ook in sterk water zit (methanal). Er onstaat namelijk ethanal. Ethanol is dus veranderd in ethanal. Dit is de structuurformule ethanal:   

 

5.3 Oefenen

Methanol

 

 

 Glycerol

Pentanol

Je hebt gezien dat bij een alcohol de OH-groep wordt omgezet in een dubbel gebonden O-atoom. Probeer met dit gegeven de halfreactie van 1,3-pentanol zelf op te stellen.

 

Tien halfreacties

5.4 Experimenteel

Zilverspiegel

In dit experiment wordt een complexe reactie uitgevoerd waarbij ook een redoxreactie betrokken is: we maken een spiegel van zilver in een erlenmeyer. Het practicumvoorschrift is hier te vinden.

 

Van wijn naar azijn

Je docent opent een fles rode wijn en schenkt een beetje in een bekerglas en meet de pH. De fles wordt nu twee weken weggezet met een prop watten in de opening. Zo kan er wel zuurstof bij de wijn komen, maar wordt de wijn niet verontreinigd. De docent meet na twee weken opnieuw de pH. Verklaar het verschil in pH.

5.5 Verwerking

Zelf halfreacties opstellen

In tabel 48 van Binas staat een reeks halfreacties. Deze halfreacties zijn op zichzelf kloppende deelvergelijkingen: zowel het aantal en het soort deeltjes, als de hoeveelheid lading is voor en na de pijl gelijk. In paragraaf 5.3 hebben we al een aantal keer geoefend met halfreacties uit Binas. Maar soms zul je halfreacties moeten gebruiken die niet in Binas staan. Deze zul je dan zelf moeten opstellen. Bij de volgende opdracht wordt je door dit proces heen geloodst. Daarna krijg je nog een aantal opgaven om hiermee te oefenen.

Onderstaand proces zou heel goed een opgave kunnen zijn. Kijk of je de afzonderlijke stappen kunt oplossen. Klik pas op het bolletje om de uitwerking te zien nadat je op papier een antwoord hebt gegeven.  

En nu in neutraal milieu

In de vorige opgave werd er aangezuurd met zwavelzuur. Dit werd gedaan om er voor te zorgen dat er voldoende H+ aanwezig is tijdens de reactie. Wanneer er niet wordt aangezuurd, en het milieu dus neutraal is, heb je geen beschikking over H+-ionen. In deze opdracht gaan we de reactievergelijking van de vorige opdracht zó ombouwen dat deze in neutraal milieu plaatsvindt. Zoals we in deze opgave zullen zien betekent neutraal milieu niet per se dat het milieu neutraal blijft.

We voegen zoveel OH--ionen aan beide kanten van de pijl toe dat alle H+ ionen voor de pijl worden geneutraliseerd. We voegen OH- natuurlijk aan beide kanten toe om de kloppende vergelijking ook daadwerkelijk kloppend te hóuden.   

5.6 Diagnostische toets

Diagnostische toets

Maak de diagnostische toets van dit hoofdstuk en bespreek je resultaat met de PAL.

 

5.7 Survival Challenge

H6 Elektrochemische cellen

6 Elektrochemische cellen

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 6

Voordat je aan hoofdstuk 6 begint kun je:

  • uitleggen dat stroomgeleiding in een oplossing door middel van vrije ionen plaatsvindt,
  • uitleggen dat stroomgeleiding in een metaaldraad door middel van vrije elektronen plaatsvindt,
  • basale redoxreacties opstellen en kloppend maken.

Na hoofdstuk 6 kun je:

  • een elektrochemische cel schematisch weergeven in een tekening,
  • de begrippen halfcel, zoutbrug, elektrolyt en stroomkring gebruiken en uitleggen,
  • de reactievergelijkingen die aan de elektroden plaatsvinden opstellen, en aangeven welke de positieve elektrode is en welke de negatieve,
  • de massaveranderingen van de elektroden berekenen,
  • aangeven wat een onaantastbare elektrode is,
  • berekeningen uitvoeren met behulp van de wet van Faraday,
  • voorbeelden geven van diverse elektrochemische cellen, en uitleggen hoe een Galvanische cel, de loodaccu en een brandstofcel werken.

6.1 Survival Challenge Intro

Een batterij voor het noodsignaal

Het is je gelukt om het radiobaken uit de staart van het vliegtuig te krijgen. Helaas werkt dit baken normaal op de accu die nu wegens kortsluiting niet meer werkt. Het in het baken ingebouwde noodbatterijtje is in dit oude toestel, en door de jarenlange tropische temperaturen al lang niet meer geladen. Kortom, je hebt helaas een baken in handen dat zo dood is als een pier.

Je gaat in dit hoofdstuk leren hoe je zelf een make-shift batterij kunt bouwen om het radiobaken van stroom te voorzien, zodat je toch een noodsignaal kunt uitzenden.

6.2 Theorie

Elektrochemische cel

Bij redoxreacties vindt elektronenoverdracht plaats. Ook in een (gesloten) stroomkring verplaatsen elektronen zich, bijvoorbeeld door een koperdraad. In beide gevallen zijn elektronen in beweging. Zou het mogelijk zijn om met een redoxreactie elektrische stroom op te wekken? Ja, dat is mogelijk, maar daarvoor moet je de elektronen wel even 'om de tuin leiden'.

Om te beginnen moet je er voor zorgen dat de reductor niet direct in contact kan komen met de oxidator. Dit kun je doen door te werken met twee gescheiden compartimenten die met elkaar in verbinding staan via een poreuze wand of een zogenaamde zoutbrug. Een zoutbrug is een glazen buis die zorgt dat de stroomkring tussen de twee compartimenten gesloten is. De meeste zoutbruggen bestaan uit een zout (bijvoorbeeld NaNO3) dat is opgelost in een gel. Dat maakt dat de ionen in een zoutbrug wel kunnen bewegen maar niet al te snel. Vervolgens moet je er nog voor zorgen dat de elektronen die de reductor afstaat terecht komen bij de oxidator. Hiervoor gebruik je natuurlijk een stroomdraad. Er zal dan een stroompje gaan lopen.

Een hele bekende chemische cel is de Daniëll-cel uit 1836, vernoemd naar de Engelse uitvinder John Daniëll (1790 – 1845). Een verzamelnaam voor elektrochemische cellen die op een soortgelijke manier werken is galvanische cel.

Bekijk de onderstaande video.

 

Bekijk met onderstaande applet de verschillende onderdelen van de redoxreactie. Let op, het laden van dit applet kan een minuutje duren

 

6.3 Oefenen

 

Voltage

Bekijk de onderstaande opstelling.   

E1 is de elektrode van een standaard halfcel Pb(s) | Pb 2+(aq) met V0 = – 0,13 Volt
E2 is de elektrode van een standaard halfcel Cu(s) | Cu 2+(aq) met V0 = + 0,34 Volt
E3 is de elektrode van een standaard halfcel Cd(s) | Cd 2+(aq) met V0 = – 0,40 Volt
E4 is de elektrode van een standaard halfcel Zn(s) | Zn 2+(aq) met V0 = – 0,76 Volt

De elektroden E2 en E3 worden via metaaldraden met elkaar verbonden, terwijl de elektroden E1 en E4 via metaaldraden worden verbonden met een spanningsmeter (voltmeter).   

6.4 Experimenteel

 Demonstratiepracticum

De docent demonstreert de Daniell-cel zoals die in de animatie van paragraaf 6.2 is weergegeven.

 

Zelfbouw batterij

Print dit voorschrift en voer het uit. Beschrijf je bevindingen nauwkeurig en laat deze aan je PAL zien.

6.5 Verwerking

Racen op waterstof

Bij een elektrische auto dan denk je misschien niet in eerste instantie aan een raceauto. Toch worden er al races gehouden specifiek voor elektrische auto's. Op dit moment kunnen elektrische auto's nog niet tippen aan auto's met conventionele verbrandingsmotoren, maar het zal niet lang meer duren voordat ze nek aan nek gaan.

6.6 Diagnostische toets

Diagnostische toets

Maak de diagnostische toets van dit hoofdstuk en bespreek je resultaat met de PAL.

6.7 Survival Challenge

6.8 Hoorcollege 3

Hoorcollege 3

Bereid dit hoorcollege goed voor door van tevoren je vragen in het forum te plaatsen. Je docent weet dan welke vragen er spelen. Probeer er voor te zorgen dat er geen dubbele vragen in het forum komen te staan. Wanneer je een vraag hebt die al is gesteld, zet er dan bij dat jij die vraag ook hebt.

H7 Elektrolyse

7 Elektrolyse

Leerdoelen en voorkennis bij hoofdstuk 7

Voordat je aan hoofdstuk 7 begint kun je:

  • uitleggen wat een elektrode is,
  • uitleggen dat een stroombron gezien kan worden als een elektronenpomp.

Na hoofdstuk 7 kun je:

  • een schematische tekening maken van een elektrolyseopstelling,
  • bij een elektrolyseopstelling aangeven wat de oxidator is en wat de reductor,
  • bij een elektrolyseopstelling aangeven welke de positieve elektrode is en welke de negatieve,
  • aangeven hoe metalen elektrolytisch uit een oplossing gewonnen kunnen worden,
  • aangeven hoe onedele metalen door middel van elektrolyse gewonnen kunnen worden,
  • berekeningen uitvoeren aan elektrolyseopstellingen aan de hand van de wet van Faraday.
  • aangeven dat bij elektrolyse chloride-ionen eerder dan watermoleculen reageren aan de positieve elektrode.

7.1 Survival Challenge Intro

Ontsmetting gezocht

Je hebt uiteindelijk een noodsignaal uitgezonden! Maar de tijd begint te dringen. Je hand is flink verwond tijdens de crash en begint te ontsteken. Je weet dat in de tropen ontstekingen erg snel kunnen verslechteren. Bloedvergiftiging en koudvuur liggen op de loer. Een ontstoken vinger kan al binnen twee dagen dodelijk worden. Je moet de hand blijven ontsmetten, maar je ontsmettingsmiddelen uit de EHBO doos zijn inmiddels op. Als je niet snel je hand kunt ontsmetten  ben je misschien wel dood vlak voordat je gered wordt!

Je weet dat chloorwater ontsmet als geen ander. Chloor is een vluchtige stof die helaas niet in het wrak aanwezig is. Je beseft dat als je redoxreacties ook zou kunnen laten verlopen tegen de potentiaal in, je van chloride-ionen (uit de zoutzakjes) chloor kunt maken. Terwijl je hierover hardop aan het denken bent, mompelt de piloot iets over elektrolyse...en zakt weer buiten bewustzijn.

7.2 Theorie

 

Rekenen aan elektrolysereacties

Een coulomb is gedefinieerd als 1 As (ampère-seconde) oftewel:

1 C = 1 ampère x 1 seconde

De constante van Faraday wordt in deze context ook vaak gebruikt. De constante van Faraday is de totale lading (in coulomb) van 1 mol elekronen, namelijk 9,64853 * 104 C/mol.

Met bovenstaande gevegevens kun je ampère omrekenen naar het aantal mol elektronen. Wanneer je het totale aantal (mol) elektronen weet, kun je vaak ook de hoeveelheid ionen, moleculen of atomen uitrekenen. Dit ga je oefenen in de volgende opdracht. 

 

Natrium maken

 

 

7.3 Oefenen

 

Kathodische bescherming

Bekijk onderstaand filmpje.   

 

Amerikaanse defensie zet pijpleiding onder stroom

7.4 Experimenteel

Bereiding van metalen uit zoutoplossingen

Bekijk via de website van SchoolTV de video over aluminium.

Je hebt gezien dat de bereiding van aluminium uit bauxiet veel energie kost. Dit komt onder meer doordat het aluminiumoxide eerst in vloeibare toestand moet worden gebracht. Het blijkt ook mogelijk om aluminium door middel van elektrolyse te winnen. Aangezien dit proces bij kamertemperatuur mogelijk is, zou dit een grote kostenbesparing zijn. Maar dan moet het aluminiumoxide wel eerst opgelost worden in water.

Aluminiumoxide is echter slecht oplosbaar in water (zie tabel 45A van Binas). Met een zuurbase reactie is aluminiumoxide vrij gemakkelijk om te zetten in een oplosbaar aluminiumzout. Je zou bijvoorbeeld zwavelzuur kunnen gebruiken om aluminiumoxide om te zetten in het oplosbare zout aluminiumsulfaat. Zou het mogelijk zijn om aluminium te winnen uit een oplossing van aluminiumsulfaat? En hoe zit dat met andere zoutoplossingen?

Je gaat nu weer zelf aan de slag. De onderzoeksvraag van het practicum dat je gaat doen is: is het mogelijk om metalen te winnen uit zoutoplossingen? Een werkdocument voor het practicum is hier te vinden.

1. Voorspel met behulp van tabel 48 (Binas) welke processen kunnen verlopen wanneer je aluminiumoxide oplost in een zuur en elektrolyse toepast. Stel de halfreacties op per elektrode en geef de totaalreacties, ook wanneer je denkt dat je het metaal niet kan winnen op deze manier.

2. Voorspel bij elk van de volgende vijf experimenten tenslotte wat je verwacht waar te nemen.

  • Kun je aluminium winnen uit een oplossing van aluminiumsulfaat?
  • Kun je koper winnen uit een oplossing van kopersulfaat?
  • Kun je zink winnen uit een oplossing van zinksulfaat?
  • Kun je natrium winnen uit een oplossing van natriumchloride?
  • Kun je zilver winnen uit een oplossing van zilvernitraat?

3. Je krijgt de beschikking over oplossingen van aluminiumsulfaat, kopersulfaat, zinksulfaat, natriumchloride en zilvernitraat. Bouw een elektrolyse opstelling en voer je onderzoek uit. Noteer nauwkeurig welke waarnemingen te zien zijn aan beide elektroden.

4. Kloppen je waarnemingen met je hypothese? Zo nee, waarom niet? Bespreek je resultaten met andere leerlingen. Geef vervolgens antwoord op de deelvragen en daarna antwoord op de onderzoeksvraag.

7.5 Verwerking

7.6 Diagnostische toets

Diagnostische toets

Maak de diagnostische toets van dit hoofdstuk en bespreek je resultaat met de PAL.

7.7 Survival Challenge

7.8 Slot

Tabel oxidatoren en reductoren

Een overzicht van de meest voorkomende oxidatoren en reductoren vind je hier.

Over deze module

Documenten

Colofon

Auteurs

Aan deze module hebben de volgende mensen gewerkt:

Auteurs:
  • Rutger Gast, Calandlyceum, Osdorp
  • Michiel Bosman, Gymnasium Felisenum, Velsen-Zuid

Redactie:

  • Hanna Westbroek, Vrije Universiteit, Amsterdam
  • Caspar Geraedts, De Praktijk, natuurwetenschappelijk onderwijs, Amsterdam

Technische ondersteuning:

  • Rob Ouwerkerk, Stedelijk Gymnasium, Haarlem

Licentie

Deze module is onder de volgende Creative Commons licentie gepubliceerd. Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk delen 3.0 Nederland Licentie. Aanvullende informatie vindt u op http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0/nl/.