Van erts naar metaal
We beginnen met de vraag: wat is metaal ook alweer? Metalen worden al honderden jaren voor allerlei toepassingen gebruikt en zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. In de natuur vinden we vrijwel geen zuivere metalen. We vinden ze meestal als ertsen. IJzer wordt gewonnen uit ijzererts. De atoomsoort ijzer zit wel in ijzererts, maar de eigenschappen van de stof ijzeroxide (een belangrijke component van ijzererts) zijn compleet anders dan de eigenschappen van het zogenaamd metallisch ijzer. Als we ijzer willen winnen, moeten we dus van het ijzererts eerst metallisch ijzer maken. En andersom geldt dat metallisch ijzer vanzelf weer gewoon roest (en dus eigenlijk weer ijzererts wordt) als je maar lang genoeg wacht.
In de derde klas heb je al het een en ander over metalen en hun eigenschappen geleerd. Laten we even kijken wat je er nog van weet.
Het periodiek systeem
Hieronder zie je het periodiek systeem der elementen. Als je op de afbeelding klikt wordt in een nieuw scherm een interactief periodiek systeem geopend. Dit periodiek systeem geeft veel informatie over de eigenschappen van de diverse atoomsoorten. Het is erg nuttig om er weer eens even goed naar te kijken. Daarna kun je je kennis van het periodiek systeem toetsen aan de hand van een aantal vragen.
Waar of niet waar?
Bestudeer de website over het periodiek systeem (klik op het bovenstaande plaatje), en geef aan of de onderstaande beweringen WAAR zijn of NIET-WAAR.
Stroomgeleiding
We gaan er van uit dat je de volgende begrippen nu (weer) kent: metalen, niet-metalen, overgangsmetalen, metalloïden, alkalimetalen en halogenen. Je moet deze groepen ook kunnen aanwijzen in het periodiek systeem. In paragraaf 1.3 oefen je daar nog wat meer mee. We gaan nu wat dieper in op de bijzondere eigenschappen van metalen: metalen zijn buigzaam, hebben meestal een vrij hoog smeltpunt (behalve kwik) en geleiden allemaal stroom, zowel in vloeibare als in vaste toestand.
Je kunt metalen indelen in edele en niet-edele metalen. Het verschil zit hem in de reactiviteit met andere stoffen, en dan voornamelijk met water en zuurstof. Edele metalen oxideren ("roesten") niet tot nauwelijks, terwijl zeer onedele metalen in paraffineolie bewaard moeten worden omdat ze anders reageren met de zuurstof uit de lucht. De reactiviteit van de meeste metalen zitten hier ergens tussenin.
Natrium is zo'n metaal dat bewaard moet worden onder paraffineolie. In het volgende filmpje zie je wat er gebeurt als je natrium met water mengt.
Korte vraag
De reactie tussen natrium en water kun je vergelijken met het roesten van ijzer. Alleen reageert ijzer (gelukkig) een stuk langzamer. Wanneer we kijken naar de metalen die zeer makkelijk reageren zijn dat voornamelijk: lithium, natrium, kalium, rubidium, cesium en fransium. Zoals te zien in dit filmpje reageren deze metalen zeer heftig met water.
Als metalen reageren ontstaan er zouten. Een metaalatoom en een metaalion lijken hetzelfde, maar ze gedragen zich heel verschillend. In het volgende hoofdstuk gaan we verder in op het omzetten van metalen in metaalionen. We kijken dan onder andere naar het ontstaan van zouten uit metalen.