Mini-workshop e-Didactiek

Mini-workshop e-Didactiek

In deze e-Didactiek workshop nodigen we je uit om één of meerdere opdrachten uit te proberen. De opdrachten zijn zodanig gekozen dat ze binnen een half tot een heel uur uit te proberen zijn. Iedereen die een webbrowser kan bedienen, een Word-document en/of een Powerpoint-presentatie kan maken, zou in staat moeten zijn om deze opdrachten uit te voeren.

We hebben zes opdrachten uitgekozen. De eerste vijf hebben we uitgebreid beschreven. Deze beschrijving vind je terug als je op de titel van de opdracht klikt. Hier volgt een korte beschrijving van de opdrachten, die in oplopende moeilijkheidsgraad zijn geplaatst:

  1. Een woordwolk maken
    In een woordwolk kun je een overzicht geven van een bepaald onderwerp: meningen, gerelateerde zaken, onderdelen, ... Een woordwolk is heel goed te gebruiken als praatpapier, om een samenvatting te maken of om een gestructureerd overzicht te geven. Je kunt de tools die worden gebruikt ook heel door leerlingen laten gebruiken als verwerking van de les!

     
  2. On-line quiz of enquête
    Als je leerlingen wilt bevragen over hun kennis of mening, dan is een on-line quiz of enquête daar prima voor te gebruiken. Ze zijn vaak eenvoudig in het gebruik, op meerdere devices te gebruiken en vragen weinig van de techniek. In deze opdracht maak je kennis met meerdere tooltjes die je hiervoor zou kunnen gebruiken.


     
  3. Overhoorprogramma's
    Een van de mogelijkheden die ICT je biedt is het maken van overhoringen en oefenprogramma's waarmee leerlingen de opgedane kennis kunnen toetsen of bepaalde leerstof kunnen automatiseren. Ook hier weer kun je leerlingen zelf of in groepjes oefeningen laten maken en in de les bespreken welke oefening het beste is.
  4. Een interactieve afbeelding maken
    Met de webapplicatie Thinglink kun je eenvoudig interactieve afbeeldingen maken. De afbeelding kun je voorzien van 'markers'. Als je met je muis zo'n marker selecteert krijg je uitleg in de vorm van een tekst, een foto, een video of een website. Je kunt er ook mee naar een website worden geleid waar meer uitleg staat beschreven. Ideaal voor aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, techniek, verzorging, maar ook talen en wiskunde. Eigenlijk is je eigen fantasie de beperkende factor!
     
  5. QR-codes
    Met deze moderne variant van een streepjescode kun je verwijzingen maken websites, filmpjes, geluidsfragmenten die je op internet hebt opgeslagen, foto's, ... De toepassingen in het onderwijs zijn legio: een poster in je klas met de top10 van meest gestelde vragen, QR-code stickers in de werkschriften met uitleg, QR-codes bij de vitrinekast met werkstukken, ...
     
  6. Voer een eigen verzonnen opdracht uit
    Ben je geïnspireerd geraakt door de gegeven voorbeelden en wil je zelf iets uitproberen, ga uiteraard je gang! Let wel op de beschikbare tijd!

     

Opdracht 1: Woordwolken

Achtergrond

Een belangrijk kenmerk van een woordwolk is dat een woord dat meerdere keren wordt gebruikt, één keer getoond wordt maar dan groter. Hoe vaker een woord is gebruikt, deste groter de afmeting van het getoonde woord.

Sommige tools hebben een import-mogelijkheid, waarmee je een lijst van woorden met daarachter de frequentie kunt inlezen. Je kunt dan een lijstje maken in Excel waarin de woorden onder elkaar staan en daarachter het aantal keren dat een woord voorkomt. Je kunt bijvoorbeeld tellen hoe vaak iets in een enquête wordt gekozen.

Je hebt bij sommige tools ook de mogelijkheid om een tekst of Internetpagina te laten scannen en het aantal gebruikte woorden te laten tellen. De tool is dan vaak ook nog zo intelligent af te stellen dat bepaalde woorden (lidwoorden, voorzetsels e.d.) niet worden meegeteld. Op die manier kun je snel de essentie van de tekst laten zien.

Voorbeelden van woordwolken

   
Informatief:
Om de essentie ergens van te geven:
Als vergelijking:
Creatief en informatief:

Tools

Er zijn meerdere tools om een woordwolk mee te maken. Uiteraard kun je eenvoudige applicaties gebruiken zoals  tekstverwerkers, presentatietools of tekengereedschappen. Met een presentatietool als Powerpoint kun je de woordwolk bijvoorbeeld laten ontstaan, door de woorden één voor één te laten verschijnen. Belijk dit voorbeeld eens: Woordwolk animatie met Powerpoint Voor het juiste effect: download de presentatie en speel deze af in Powerpoint.

Er zijn echter ook tools die speciaal woordwolken maken en je daarbij de keuze geven uit verschillende layouts. Je vindt er ook veel voorbeelden! Twee bekende tools zijn:

  • WordArt (voorheen Wordle): de bekendste tool voor woordwolken.
    Uitleg gebruik Wordle: klik hier (Engelstalige presentatie)
  • Tagxedo: heeft als extra mogelijkheid dat je jouw woordwolk in een bepaalde vorm kunt gieten (zie voorbeeld Australia).
  • Tagcrowd: makkelijke tool waarin je de taal kunt kiezen en automatisch bepaalde woorden worden overgeslagen (lidwoorden e.d.)
  • WordItOut: mooie tool met meerdere mogelijkheden, waaronder je eigen lijst van woorden die niet mee mogen tellen (zoals lidwoorden, voorzetsels, ...)
  • Jason Davies heeft ook een tool gemaakt met meerdere instellingen.

Opdracht 2: On-line quiz of enquête

Voorbereiding

Kenmerken opdracht, doelen en lestijd

Doelgroepen

Leerlingen en studenten in PO, VO en MBO

Vakken

Geschikt voor alle vakken

Doelen

  • Enquête leren maken met on-line tools en gebruiken in de les
  • Leerlingen bij de les betrekken

Devices

Geschikt voor alle devices

Afhankelijkheid van ICT

Gemiddeld

Benodigde lestijd

Paar minuten

Vereiste voorkennis en benodigde vaardigheden

Vereiste voorkennis

Internetbrowser kunnen gebruiken

Gewenste ict-vaardigheid

Weinig

 

Achtergrond

Een enquête kun je voor meerdere doeleinden gebruiken:

  • de beginsituatie peilen, voorkennis activeren of controleren of het huiswerk is geleerd,
  • ten behoeve van differentiatie: een testje laten maken en kijken wie verder kan en wie verlengde instructie nodig heeft
  • de mening van de klas over een onderwerp bepalen en op basis daarvan discussiëren,
  • de leerlingen een enquête laten maken en daarmee de leerstof verwerken,
  • aan het eind van de les peilen of de stof beklijft,
  • ...

Tools

Er zijn meerdere tools beschikbaar om enquêtes en quizen te maken. We noemen drie tools die via het internet bruikbaar zijn, voor het basisgebruik gratis zijn en eenvoudig in het gebruik:

  • Socrative: on-line en real-time enquête tool. Je kunt de leerlingen de enquête in de les met real-time resulaten op het scherm, maar ook als huiswerk laten invullen. Je kunt de vragen één voor één laten invullen (teacher paced) of achter elkaar (student paced) waardoor er een wedstrijdelement in meegenomen wordt. Je krijgt ook een overzicht van de resultaten. Er zijn Apps voor zowel Apple als Android devices.
  • Kahoot: heeft vergelijkbare functionaliteit als Socrative. Kahoot is echter veel levendiger door gebruik van kleur en geluid. Goed kijken dus welk van de twee je inzet, afhankelijk van de leerlingen waar het om gaat. Op GetKahoot.com kun je quizen maken, met Kahoot.it kunnen leerlingen antwoorden geven.
  • Mentimeter: real-time enquête laten uitvoeren en resulaten op het scherm laten verschijnen; wil je meer dan twee vragen stellen, dan heb je de betaalde versie nodig.
  • Survey Monkey: speciaal gemaakt voor on-line enquêtes, niet voor real-time. Veel mogelijkheden ook al in de gratis versie, de betaalde versie heeft zeer uitgebreide mogelijkheden.
  • Poll Everywhere: net als Mentimeter bedoeld om snel korte vragen en antwoordne met de klas door te nemen.

Tips

Het aardige van een aantal on-line enquête-tools is dat je de invulling door de klas live kunt laten geschieden en meteen op het digibord de resultaten kunt laten zien. Sommige tools geven je ook de mogelijkheid om leerlingen in wedstrijdvorm antwoorden te laten geven terwijl op het bord getoond wordt wie op kop ligt (space race).

In alle gevallen zijn de resultaten te verzamelen, zodat je die kunt gebruiken in de terugkoppeling.

Andere tips:

  • Vragen kunnen optioneel gemaakt worden. Je kunt bijvoorbeeld vragen om een naam, maar als je dat optioneel maakt of weglaat kan een enquête anoniem ingevuld worden.
  • Je kunt vaak feedback geven, zodat de leerling weet wat het goede antwoord had moeten zijn.
  • Aan het eind van de enquête kun je - als je dat wilt - een overzicht laten zien van de resultaten en afspreken dat iedereen die een bepaalde score heeft gehaald met de stof verder kan, anderen krijgen verlengde instructie. Zo kun je de beginsituatie peilen en differentiëren.

Opdracht

Neem een van je lessen die je net hebt gegeven of wilt gaan geven. Hoe zou je daar een enquête in kunnen gebruiken?

  • Maak die enquête met één of als je voldoende tijd hebt, meerdere tools (om ze te kunnen vergelijken)
  • Gebruik verschillende soorten vragen: open vragen, MC, antwoord optioneel of niet …
  • Indien de tool het ondersteunt, kijk ook eens naar de wedstrijdmogelijkheid (Space Race)
  • Bekijk de terugkoppelmogelijkheden van de tool en wat jij daarmee kunt (bijvoorbeeld bepalen wie verlengde instructie nodig hebben)
  • Test de door jou gemaakte enquête
 

Afronden opdracht

Als je deze toepassing zou presenteren aan de groep, wat laat je dan zien?
  • Hoe gebruik je deze toepassing in je les (je lesvoorbereiding)
  • Wat zijn de randvoorwaarden qua bediening van de applicatie, licenties en kosten, toegang netwerk/wifi/internet/... nodig, werkt het op elk device?
  • Kosten-baten: wat kost het je om dit te doen en wat levert het je op? Is het de moeite waard?
Vertel dit aan de anderen in de terugkoppeling.

Opdracht 3: Leren en onthouden met overhoorprogramma’s

Voorbereiding

Kenmerken opdracht, doelen en lestijd

Doelgroepen

Leerlingen en studenten in PO, VO en MBO

Vakken

vakken waarbij nogal eens overhoord wordt, bijv. talen.

Doelen

  • Leerlingen beter laten leren door oefeningen te geven of zelf te laten maken

Devices

Geschikt voor alle devices

Afhankelijkheid van ICT

Gemiddeld

Benodigde lestijd

10 minuten

Vereiste voorkennis en benodigde vaardigheden

Vereiste voorkennis

Internetbrowser kunnen gebruiken

Gewenste ict-vaardigheid

Weinig

 

Achtergrond

In veel gevallen moeten we een hoeveelheid kennis paraat hebben, die je daarvoor uit je hoofd moet leren. Dat kan zijn bij talen om de woordenschat uit te breiden, naamvallen en voorzetsel bij Duits, hoofdsteden bij aardrijkskunde, jaartallen bij geschiedenis.

Met ICT zijn er digitale oefenprogramma’s bij gekomen, waarmee leerlingen zichzelf kunnen overhoren.

Tools

Overhoorprogramma's

Er zijn meerdere tools en Apps waarmee dit mogelijk is. We bespreken er een paar, waarvoor je je gratis en zonder gevolgen kunt aanmelden:

  • Drillster: op http://www.drillster.com/info/nl/education vind je uitleg over deze tool, die op alle devices bruikbaar is. Op de site vind je een heleboel ‘drills’, voor allerlei vakken, die je zo kunt gebruiken.
  • WRTS: op http://www.wrts.nl/ vind je de mogelijkheden van WRTS als overhoorprogramma. Werkt via een internetsite, geen App nodig en werkt dus op elk device. WRTS is met name gericht op het oefenen van woordjes bij talen.
  • Quizlet: kijk op http://quizlet.com/ voor een tool waarmee je flitskaartjes kunt maken: op de voorkant staat de vraag, op de achterkant het antwoord. Je kunt er ook een overhoring mee uitvoeren, waarbij je de antwoorden moet intypen. Er is ook een App voor beschikbaar!

Voorbeelden

Je kunt deze overhoorprogramma’s op meerdere manieren toepassen:

  • Maak voor de leerlingen overhoringen aan en laat ze daarmee oefenen.
  • Laat de leerlingen zelf hun eigen overhoringen aanmaken.
  • Je kunt de leerlingen uiteraard ook voor elkaar overhoringen laten maken en er een spelelement inbouwen.

Opdracht

  • Kijk op de websites van deze programma’s wat de mogelijkheden zijn.
  • Maak met het programma van jouw voorkeur een of meerdere overhoringen aan.
  • Laat de groep bij de bespreking jouw overhoring maken, maak het ze maar niet te gemakkelijk ;-)

Afronden opdracht

Als je deze toepassing zou presenteren aan de groep, wat laat je dan zien?
  • Hoe gebruik je deze toepassing in je les (je lesvoorbereiding)
  • Wat zijn de randvoorwaarden qua bediening van de applicatie, licenties en kosten, toegang netwerk/wifi/internet/... nodig, werkt het op elk device?
  • Kosten-baten: wat kost het je om dit te doen en wat levert het je op? Is het de moeite waard?
Vertel dit aan de anderen in de terugkoppeling.

Opdracht 4: Interactieve afbeeldingen

Achtergrond

Elke afbeelding die je ziet bevat informatie. Soms zetten we met pijltjes en tekst erbij wat het betekent. Of zetten we de namen achterop de klassefoto.

Met een tooltje als Thinglink kun je een heleboel informatie 'achter' de afbeelding beschikbaar maken. Die afbeelding kan een foto zijn, maar ook een afbeelding van een landkaart, een lichaamsdeel, het periodiek stelsel, invuloefeningen, sommen, …. Op de afbeelding kun je zogenaamde 'markers' plaatsen. Elke 'marker' is een plek op de afbeelding die de gebruiker van jouw afbeelding kan aanwijzen. Door op de afbeelding een van de markeringen aan te klikken krijg je extra informatie of een antwoord:

- dat kan stukje tekst zijn, bijvoorbeeld de naam van een onderdeel of uitleg

- een link naar een website met meer informatie over dat onderdeel

- een filmpje, bijvoorbeeld op Youtube

Tools

Thinglink

Thinglink is een gratis tool waarmee illustraties kunnen worden voorzien van aanwijzers. Door met de muis op zo’n aanwijzer te gaan staan verschijnt uitleg. Dat kan ook een link naar een webpagina zijn, bijvoorbeeld van een filmpje of een geluidsfragment. Hiermee kun je extra informatie toevoegen, uitleg geven, antwoorden laten zien.

Let op: de illustratie is alleen te zien met behulp van de Thinglink website. Na het aanmaken van een Thinglink afbeelding met aanwijzers, kun je de URL van die afbeelding plakken in interactieve documenten of websites, alles van waaruit je een website kunt bereiken door op de link te klikken (plaatje van de plantencel bijvoorbeeld): https://www.thinglink.com/scene/590569046487859201

Prowise Presenter

Prowise Presenter is een omgeving waarin je lessen kunt voorbereiden. Eén van de mogelijkheden daarbij is dat je een plaatje op het scherm voorziet van de zogenaamde interactieve 'i'. Achter die 'i' kun je dan informatie kwijt zoals tekst en linkjes.

Voorbeelden en handige linkjes

Voorbeelden:

  • Topografie oefenen: Blinde kaarten met namen in de aanwijzers of extra informatie over de plaats, het land, linkjes naar die informatie.
  • Geschiedenis: een foto van een gebeurtenis voorzien van allerlei extra informatie.
  • Taal en rekenen: opgaven/invuloefeningen voorzien van antwoorden en eventueel uitleg in de aanwijzers.
  • Biologie: afbeelding van skelet, orgaan of plant met namen of informatie over het doel en werking
  • Klassefoto met de namen in de aanwijzers.

Uiteraard kun je hiermee als docent aan de slag, maar het is ook heel goed door leerlingen te doen als verwerking.
Op http://list.ly/list/35b-thinglink-edu-examples  staan concrete voorbeelden van educatieve toepassingen (in het Engels).

Uitleg over de werking van Thinglink (in het Engels): http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=SqwwTRz6xmU

Uitleg over Prowise Presenter: https://www.prowise.com/nl/ontdek-en-leer/

Opdracht 5: QR-codes

Achtergrond

QR-codes zijn een moderne variant van streepjes-codes. QR staat voor Quick Response. Deze codes worden veel gebruikt in reclame om potentiële klanten snel naar een website te brengen. Voor veel Smartphones bestaan kleine Apps waarmee je een QR-code kunt scannen en die de daaraan gerelateerde website meteen openen. Een QR-code kan echter ook andere tekst bevatten, bijvoorbeeld een adres, een naam van een school, … Voor het onderwijs is met name de verwijzing naar websites interessant.

Meer over de achtergronden van QR-codes kun je hier vinden.

Voorbeelden van toepassingen

Je kunt de QR-codes op veel manieren in het onderwijs inzetten. Een paar voorbeelden:

  • Leerlingen vragen vaak meerdere malen om dezelfde uitleg. Bijvoorbeeld het gebruik van een d of een t aan het eind van een voltooid deelwoord. Een bekende regel daarvoor is ’t Kofschip. De uitleg daarvan kun je in een filmpje opnemen; dat kun je zelf doen maar op Internet is er vast wel al een filmpje beschikbaar. Maak een QR-code voor de plek van dat filmpje en plak het waar je maar wilt: digitaal in oefeningen die je via de ELO verstrekt, op een grote poster in de klas met de tien meest gevraagde uitlegonderwerpen, in werkboeken, …
  • Plak de QR-code met uitleg over een apparaat op dat apparaat (bijv. veiligheid, bediening, werking, tips, …) voor het vak techniek, zorg en welzijn, … Dat kan ook over snijtechnieken gaan.
  • QR-codes kun je ook afdrukken op stickers en in het leerboek of werkboek plakken. Ook in digitale werkboeken kan dat. De QR-code bevat dan extra info in de vorm van tekst of video.
  • In de prijzenkast de prijzen voorzien van QR-codes en daarmee achtergrondinfo geven via website/filmpje/…, kan ook voor een project of bij de kast waarin leerlingen hun werkstukken tentoonstellen.
  • Een voorbeeld waarbij de QR-code geen URL (internet-adres) van een filmpje of website oplevert maar gewoon een tekst is de volgende: Zet een speurtocht uit binnen of buiten de school waarbij je QR-codes plakt die een tekst bevatten naar het volgende punt in de speurtocht.

Tools

QR-codes uitlezen is simpel, maar er een maken is ook eenvoudig. Alle tools geven je de mogelijkheid de URL van de website op te geven (bijv. www.kennismaatschap.nl) en dan wordt de QR-code voor je aangemaakt. Het plaatje kun je dan kopiëren en in een tekst, poster, presentatie, ... plakken. Sommige tools geven je ook de mogelijkheid om email-adressen, coördinaten van locaties of tekst te genereren.

  • Internet: een gratis QR-code generator vind je op:
    http://zxing.appspot.com/generator
    Kies in het bovenste keuzevakje voor URL en voer de website in (copy – paste gebruiken om geen typefouten te maken). Je kunt er uiteraard ook voor kiezen om iets anders te genereren.
  • Apple en Android: QRreader van TapMedia is gratis, je kunt er QR-codes mee lezen maar ook mee maken!
    http://www.tapmedia.co.uk/more-apps.htm