Basiszorg verpleegkunde

Basiszorg verpleegkunde

Inleiding

Beste leerlingen,

Jullie zijn gestart met de MBO-opleiding  voor verzorgenden of verpleegkundigen.

De MBO-opleiding leidt je op tot een beroepsbeoefenaar in de zorg. Daardoor is de opleiding anders dan het voortgezet onderwijs. Er wordt van je verwacht dat je zelf verantwoordelijk bent voor de voortgang van je opleiding. Ook wordt er van je verwacht dat je je beroepshouding gaat ontwikkelen. Verantwoordelijkheid en beroepshouding zijn met elkaar verbonden. In je beroep als verzorgende of verpleegkundige ben je straks verantwoordelijk voor de zorg die je verleent aan de zorgvragers. Hiervoor heb je de juiste beroepshouding nodig.

In deze opleiding gaan we je hierin begeleiden in de theorie- en de praktijklessen. We verwachten ook van je dat je aangeeft waar jij begeleiding bij nodig hebt.

Op deze website vind je de lesstof van de theorie- en de praktijklessen van de skills van het eerste leerjaar.

Het is onderverdeeld in 3 leerperioden. De eerste leerperiode bestaat uit ‘persoonlijke uiterlijke verzorging van de zorgvrager’. De tweede leerperiode bestaat uit de ‘vocht, voeding en uitscheiding’ en 'het controleren van de vitale functies bij de zorgvrager'.

De derde of vierde leerperiode, dit is afhankelijk van wanneer je stage gaat lopen,  bestaat uit 'wondzorg' en 'medicatie'. 

Heel veel succes met de start van je opleiding!

Team Gezondheidzorg.

Leerdoelen

Leerdoelen.

 

In de leerdoelen staat beschreven wat je aan het eind van de leerperiode moet weten.

De leerdoelen zijn opgesteld aan de hand van de eindtermen van het kwalificatie dossier voor de opleiding 'verzorgenden en verpleegkundigen'.

De leerdoelen van deze website zijn overgenomen van de boeken die we gebruiken voor de opleiding.

Er zijn kerndoelen beschreven. Dit zijn algemene doelen.
Er zijn subdoelen beschreven. Dit is de uitwerking van de kerndoelen. In de subdoelen staat wat je weten moet voor de toets.

Het is handig om ze door te lezen voordat je de toets gaat doen. Door antwoord te geven op de leerdoelen kan je zien of je lesstof voldoende beheerst.

 

 

Leerperiode 1

Leerperiode 1: ‘persoonlijke/uiterlijke verzorging’.

Kerndoelen:

Waar cliënt staat, kan ook zorgvrager, patiënt, bewoner gelezen worden.

Aan het eind van deze leerperiode:

  • ben je in staat om op een adequate wijze de cliënt te helpen bij zijn/ haar persoonlijke verzorging.
  • kun je de theorie benoemen van de persoonlijke zorg van de cliënt.

Subdoelen:

  • Je bespreekt op basis van het stappenplan de persoonlijke verzorging met de cliënt.
  • Je houdt rekening met levensfase, schaamtegevoelens, privacy, tempo en beperkingen en mogelijkheden van de cliënt.
  • Je kan het belang benoemen van goede hygiëne.
  • Je zorgt voor hulpmiddelen om de zelfredzaamheid te ondersteunen.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij het wassen.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij het aan- en uitkleden.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij de uiterlijke verzorging.
  • Je kan een bed op maken, met en zonder cliënt.
  • Je kan de huid van de cliënt observeren en beoordelen op smet- en decubitus plekken.
  • Je kan de cliënt ondersteunen bij het aantrekken van steunkousen.

Leerperiode 2

Leerperiode 2: ‘vocht/ voeding/ uitscheiding’ en ‘vitale functies’.

Kerndoelen:

Aan het eind van deze leerperiode:

  • Ben je in staat om op adequate wijze de cliënt te helpen bij opname van vocht.
  • Ben je in staat om op adequate wijze de cliënt te helpen bij de uitscheiding.
  • Ben je in staat om op adequate wijze het slaap- en waakritme van de cliënt te bevorderen.

Subdoelen:

  • Je bespreekt met de cliënt waaruit de hulp bij de opname van voeding en vocht bestaat.
  • Je biedt hulp bij eten en drinken aan de cliënt.
  • Je houdt rekening met factoren die de eetlust stimuleren of remmen.
  • Je hanteert voedings- en dieetvoorschriften.
  • Je zorgt voor hulpmiddelen om de zelfredzaamheid te ondersteunen.
  • Je signaleert problemen met voeding en vocht en kan maatregelen treffen.
  • Je geeft eenvoudige voedingsadviezen.
  • Je biedt hulp bij het braken en observeert de cliënt, het braken en het braaksel.
  • Je biedt hulp bij de toiletgang; po, urinaal, schuitje, postoel.
  • Je houdt rekening met schaamtegevoelens en behoefte aan privacy van de cliënt.
  • Je zorgt voor hulpmiddelen bij de toiletgang voor de zelfredzaamheid.
  • Je observeert het uitscheidingspatroon en de uitscheiding.
  • Je observeert het uitscheidingspatroon en neemt maatregelen.
  • Je kan op de juiste wijze gebruik maken van incontinentie materiaal.
  • Je biedt hulp en geeft advies bij het opgeven van sputum.
  • Je biedt hulp en ondersteunt bij het braken.
  • Je kan een vochtbalans invullen, interpreteren en hierop actie ondernemen.
  • De verpleegkundigen kunnen de verklaringen van de medische termen weergeven die in deze hoofdstukken worden gebruikt.
  • Je observeert het activiteiten- en rustpatroon en het dag- en nachtritme van de cliënt.
  • Je stelt maatregelen en acties voor en bespreekt die met de cliënt.

Leerperiode 3 / 4 EHBO, steriel werken, wondzorg, slaap-waakritme bevorderen.

Leerdoelen:

EHBO:

- De leerling kan weergeven hoe je moet handelen bij de meest voorkomende ongevallen en ongelukken 
  de werkomgeving.

- De leerling kan eenvoudige verbanden aanleggen.

- De leerling kan weergeven hoe je moet handelen bij

  •         beschadiging van de huid en het bewegingsapparaat
  •         vergiftigingen
  •         hersenletsel
  •         bewusteloosheid
  •         plotselinge stoornissen in ademhaling en circulatie

- De leerling kan weergeven hoe je moet handelen wanneer vreemde voorwerpen in het lichaam komen.

Steriel werken:

- De leerling kan laten zien hoe steriele handschoenen aangetrokken moeten worden.

- De leerling kan laten zien hoe een steriel werkveld klaar gemaakt moet worden.

- De leerling kan weergeven moet om te gaan met steriel materiaal en wanneer steriel materiaal gebruikt wordt.

Laag complexe wondzorg:

- De leerling kan weergeven wat onder een rode wond wordt verstaan.

- De leerling kan weergeven hoe het genezingsproces verloopt, met daarbij de onderverdeling in primaire
  en secundaire wondgenezing.

- De leerling kan de indelingen benoemen op basis waarvan de verschillende wonden worden geclassifiseerd.

- De leerling kan weergeven wat van belang is voor een zorgvrager die een rode wond heeft.

- De leerling kan verschillende soorten rode wonden op de juiste wijze verzorgen.

Slaap - waakritme bevorderen:

- De leerling kan het begrip slapen weergeven en daarbij aangegeven wat er tijdens de slaap in het lichaam gebeurt.

- De leerling kan weergeven wat het belang is van slapen voor het lichaam en geest.

- De leerling kan maatregelen treffen en adviezen geven die een optimaal slaapcomfort waarborgen.

- De leerling kan weergeven wat de lichamelijke, sociale en geestelijke problemen zijn van probleemslapers en
  nachtwerkers.

 

 

Toetsen

Toetsing.

Elke leerperiode wordt afgerond met een kennistoets en een praktijk toets.

De inhoud van de kennistoets is de lesstof die je tijdens de Tskills hebt doorgenomen, het boek, de PowerPoints en de aantekeningen.

De vaardigheden worden in de praktijkles getoetst. Hiervoor moet je de protocollen goed weten.

 

 

Leerperiode 1.

Kennistoets 1

Praktijktoets

Niveau 3: Deel 1 de hoofdstukken:

2 Hygiënische verzorging.

5, 6, 8 Hulp bieden bij opname van voeding en

            vocht.

15 Leefomgeving van de zorgvrager.

16 Infectieleer.

17 Voorschriften voor hygiënische werken.

22 Bed van de zorgvrager.

 

Beroepsprestatie 1.2 (simulatie)

  • Zie hiervoor de beroepsprestatie 1.2 met bijbehorende checklist.

Protocollen behorende bij casus 1, 2 en 3.

Niveau 4: Deel 1 de hoofdstukken:

2 Hygiënische verzorging.

6 Voeding en gezondheid.

13 Leefomgeving van de zorgvrager.

14 Infectieleer.

15 Voorschriften voor hygiënische werken.

20 Bed van de zorgvrager.

Aantekeningen.

Protocollen behorende bij casus 1, 2 en 3.

 

Beroepsprestatie 1.2 moet je als volgt uitvoeren.

Deze toets bestaat uit een simulatie. Iemand speelt de zorgvrager en jij bent de verzorgende/ verpleegkundige. Het is een nabootsing van de praktijksituatie. Het is de bedoeling dat je met een paar leerlingen tegelijk de toets doet, zodat een afdelingsituatie nagebootst wordt.

Je krijgt feedback op de vaardigheden die je geleerd hebt tijdens casus 1, 2 en 3. Dit verwerk je in een verslag.  Zie hiervoor beroepsprestatie 1.2 wat er in je verslag moet staan.

Dit verslag lever je in op nelo.

Deze toets vindt plaats in de 2e leerperiode. Je moet eerst alle handtekeningen van casus 1, 2 en 3 hebben, voordat je de simulatie kan aanvragen bij je docent.

Onder 'Toetsing' in de beroepsprestatie 1.2 staat wat je precies hiervoor moet doen.

 

Leerperiode 2.

Kennistoets 2

Praktijktoets

Niveau 3:

Deel 1:

3 Complicaties door onvoldoende

   lichaamsbeweging.

11 Urine

12 Feces

13 Transpiratie, menstruatie, sputum, braaksel.

Deel 2:

1 Bloedsomloop, hartslag en bloeddruk

2 Lichaamstemperatuur

3 Ademhaling

4 Lichaamsgewicht.

 

Niveau 4 Deel 1:

Hoofdstukken

3 Complicaties door onvoldoende

    lichaamsbeweging.

9 Urine.

10 Feces

11 Transpiratie, menstruatie, sputum, braaksel

 

Deel 2:

Hoofdstukken

1 Bloedsomloop, hartslag en bloeddruk

2 Lichaamstemperatuur

3 Ademhaling

4 Lichaamsgewicht.

Aantekeningen ‘Vitale functies’.

 

Aantekeningen.

Protocollen behorende bij casus 4 en 5.

P, AH, T, RR opnemen en verwerken in temperatuurlijst.

Interpreteren vochtbalans.

  • In simulatie.

Protocollen behorende bij casus 4 en 5.

 

Leerperiode 3 /4.

Kennistoets 3 /4

Praktijktoets

Aantekeningen.

Protocollen.

Wondzorg

Medicatie  uitzetten en geven.

Protocollen.

 

Beroepspresatie 1.2

Hier vind je informatie over Beroepsprestatie 1.2.

Je kan hier precies in lezen wat je moet doen voor de BP 1.2 en wat in je verslag moet komen te staan om deze BP aan te tonen.

Deze BP 1.2 moet je uitprinten en meenemen als je de simulatie gaat doen.
De beoordelaar schrijft  dan zijn beoordeling hierin.

Werkwijze

Werkwijze vaardighedenlijn

Tskills = theorieles van de skills/ vaardigheden (2 uur per week)

Skills = vaardigheden/ praktijkles (2 uur per week)

Zoef=  zelfstandig oefenen (2 uur per week)

 

Benodigdheden:

 

Niveau 3 en 4

Voor de theorie lessen:

Theorieboek: Traject V&V; Persoonlijke basiszorg deel 1 en 2.

Laptop: website: wikiwijs

Of dit uitgeprint meenemen in de les.

Voor de praktijklessen:

Uniformjas.

Aftekenboekje

Protocollen: staan op nelo en zijn in het lokaal aanwezig.

 

Werkwijze:

 

Theorie skills.

In deze lessen werk je aan de theorie van de vaardigheden. Dus de informatie die je nodig hebt voor het uitvoeren van de vaardigheden. Dit is vanuit je theorieboek, die je voor deze lessen bij je moet hebben. Bij de casus staat welke  opdrachten je moet maken behorende bij deze casus.

Skills.

Tijdens deze lessen werk je vanuit een casus in een groepje van 3 personen.

Voorbereiden:

  • Je hebt 2 – 3 weken de tijd om de handelingen van de casus in te oefenen(zie planning). Zorg dus dat je bij blijft in je groepje! Je gaat je voorbereiden op de casus door de bijbehorende filmpjes te bekijken. Hiervoor neem je mee: uniform jasje, praktijkgedeelte van de casus, pen en papier.

Uitvoeren:

  • Je werkt samen in een groepje van 3 personen. Bij het uitvoeren is 1 persoon de verzorgende/ verpleegkundige, 1 persoon leest de protocollen voor, 1 persoon speelt de patiënt. Deze rollen voer je om de beurt uit. Je maakt een handelingsplan; in welke volgorde ga jij de handelingen uitvoeren.

Evalueren:

  • Je gaat rapporteren hoe je de zorg hebt uitgevoerd. Je evalueert met je patiënt hoe hij jouw zorg heeft ervaren en je reflecteert. Het handigste is om het praktijkgedeelte van de casus uit te printen en mee te nemen in de praktijkles.

Zoef.

Tijdens deze lessen oefen je verder met de vaardigheden in je groepje. Hiervoor heb je dezelfde materialen nodig als de vaardigheidslessen.

Je kan altijd extra oefenen, mits je een lokaal reserveert. Je kan dit overleggen met de onderwijsassistent.

Handtekeningen in aftekenboekje:

Docent: zet handtekening bij “Instructie” na uitleg/instructie van de handeling.

Docent of onderwijsassistent: zet handtekening in 2e kolom als je handeling minimaal 2x hebt

              uitgevoerd/ beheerst.

Alle handtekeningen moet je hebben om mee te kunnen doen aan de praktijktoets.

 

 

Lesstof leerperiode 1

Leerperiode 1.

Voor leerperiode 1 hebt je nodig voor de lessen van skills: het boek Traject V&V, deel 1 en deze website.

We gaan werken aan de hand van 3 casussen. Bij die 3 casussen staat een planning en een praktijkgedeelte.

In de planning staat hoeveel weken en welke weken je gaat werken aan de casus.
In het theoriegedeelte staat welke leerstof hierbij hoort en welke opdrachten je moet maken. Dit moet je meenemen bij de theorieles.


Het praktijkgedeelte moet je meenemen naar de praktijkles, op je laptop of uitgeprint. Hierin ga je werken tijdens de praktijklessen. Wat je mee moet nemen in de praktijkles staat in de planning beschreven. De zoef lessen komen altijd na de praktijklessen en wordt van je verwacht dat je dezelfde zaken meeneemt voor die les.

Zo werk je aan alle 3 casussen in de eerste leerperiode.

Aan het eind van de leerperiode 1 wordt je getoetst, een kennis- en praktijk toets.

Casus 1

Casus 1 Griep.

Marloes is 16 jaar oud. Ze zit in het examenjaar van de VMBO-TL. Ze is een fanatieke tennisser en daarnaast plant ze haar huiswerk  Ze wil graag slagen voor haar examen.

Thuis loopt alles niet van een leien dakje: de ouders van Marloes hebben de zorg voor hun moeder van 85 jaar erbij gekregen. Ze is wat aan het kwakkelen met haar gezondheid en kan soms erg verstrooid reageren. Vooral de moeder van Marloes is veel met haar schoonmoeder bezig. Het kost de moeder van Marloes veel energie en ze is ook vaak moe. Ze moppert dan ook weleens op Marloes: “Je bent helemaal niet gezellig en we kunnen van jou weinig steun verwachten”. Marloes gaat mokkend naar haar kamer, maar het zit haar niet lekker.

Oma heeft sinds gisteren de griep er bij gekregen. Oma heeft het zo te pakken dat ze niet meer voor haar zelf kan zorgen. Daarom vragen de ouders van Marloes aan oma of ze een poosje bij hen in huis komt. Na enige aarzeling stemt oma in. De wijkverpleegkundige wordt ingeschakeld voor de persoonlijke zorg van oma. Marloes heeft vakantie en wat meer tijd. Nu ziet ze hoe hulpbehoevend oma is, beseft ze dat ze toch wel erg op zichzelf gericht is geweest de laatste tijd. Ze steekt de handen uit de mouwen en volgt met interesse de aanpak van de wijkverpleegkundige.

Het valt haar op dat de wijkverpleegkundige bij het binnenkomen eerst aandacht heeft voor oma en hoe het met haar gaat. Ze stelt ook gerichte vragen over hoe ze zich voelt, of ze goed heeft geslapen en of het eten en drinken weer een beetje begint te smaken. De wijkverpleegkundige praat ook nog met de moeder van Marloes over de toetstand van oma en neemt het zorgleefplan door.

Routinematig verricht de wijkverpleegkundige haar handelingen waarbij ze alle aandacht voor oma heeft. Marloes bemerkt dat oma dit prettig vindt en ziet dat ze heel dankbaar is. Marloes helpt de wijkverpleegkundige om het bed van oma op te maken. De wijkverpleegkundige had dit aan Marloes gevraagd of ze dit leuk vond. Marloes moest wel van te voren haar handen wassen voor dat ze begint. Marloes vond het een hele eer dat ze ook mee kon helpen, want ze denkt er over om later ook verpleegkundige te worden. Ondertussen geeft de wijkverpleegkundige advies hoe ze het beste kan werken; het bed op werkhoogte, hoe je het bed kan bedienen en waarom dat het allemaal zo belangrijk is, het belang van goede hygiëne van jezelf en voor oma. Als ze klaar zijn gaat de wijkverpleegkundige haar handen weer desinfecteren en zegt tegen Marloes dat ze dit ook moet doen om besmetting te voorkomen.

Oma knapt zienderogen op; na afloop ligt ze moe maar voldaan in haar schone bed.

De wijkverpleegkundige schrijft haar bevindingen in het zorgleefplan, zodat een collega kan lezen hoe het is met oma en wat de wijkverpleegkundige heeft gedaan. Oma is al weer van vermoeidheid in slaap gevallen.

Marloes helpt nu al 3 dagen bij de verzorging van oma, samen met haar ouders, broertje, de buren en de huisarts en de wijkverpleegkundige. Ze weet nu precies hoe het gaat. Voordat ze begint moet ze haar haren in een staart doen en haar handen wassen. Als de wijkverpleegkundige oma helpt met douchen, dan gaat Marloes het bed van oma opmaken. Ze probeert de lakens er zo strak mogelijk op te doen, zoals de wijkverpleegkundige dit gezegd heeft. Marloes is ook al handig met de kussens om oma lekker in de kussen te leggen.

In het begin kwam de wijkverpleegkundige oma 2 keer per dag te verzorgen. Nu ze wat aan de beterende hand is en minder verpleegkundige zorg nodig heeft, komt de wijkverpleegkundige alleen nog ’s morgens voor de basiszorg van oma.

Het ziet er naar uit dat oma weer snel terug kan naar haar eigen huisje. Ze is goed opgeknapt.

 

Planning casus 1

Planning Casus 1 Griep.

 

Wk

Theorie

Boek:

Deel 1 Persoonlijke basiszorg.

Praktijk

Meenemen bij skills en zoef voor deze handelingen.

 

36

Kennismaking.

Uitleg: toetsen/ website/ boeken/ handelingsplan.

Niveau 3:

H16 Infectieleer.

Maken verwerkingsopdrachten 16.

op blz. 136.

Niveau 4:

H14 Infectieleer.

Maken verwerkingsopdrachten 14

Op blz. 136.

- Uitleg lokalen/ regels/  

  werkwijze/ aftekenboekje.

- Handen wassen.

- Bedienen van bed.

- Zv. in en uit bed helpen.

- Schikken van kussens (‘huisje’ en dakpansgewijs’).

 

Uniform.

Aftekenboekje.

Pen.

37

Niveau 3:

H 17 Voorschriften hygienisch werken.

Maken opdrachten 17. Blz. 137.

Niveau 4:

H 15 Voorschriften hygiënisch werken.

Maken verwerkingsopdrachten 15,

Blz. 137

Lezen H 17 en 18.

 

Voorbereiden casus 2.

- Bed opmaken.

- Nagel- en handverzorging.

 

Aftekenboekje elke les meenemen.

 

Eigen nagelverzorgings-materialen en nagellak als je dat wilt.

 

Praktijk casus 1

Casus 1 Griep.

Handelingsplan: tijd + handeling.

 

1.

11.

2.

12.

3.

13.

4.

14.

5.

15.

6.

16.

7.

17.

8.

18.

9.

19.

10.

20.


 

 

Rapportage:

 

Welke zorg heb ik gegeven?

 

 

 

Hoe heb ik de zorgvrager gestimuleerd?

 

 

 

Hoe heb ik voldaan aan zijn wensen en behoeften?

 

 

 

Hoe heeft de zorgvrager mijn zorg ervaren?

 

 

 

 

Reflectie: kennis/ houding/ vaardigheden.

 

Wat ging goed?

 

 

 

Wat kon beter?

 

 

 

Hoe ga ik dit een volgende keer anders doen?

 

 

 

 

Casus 2

Casus 2 Dementie.

Dhr. de Vries is 71 jaar. Hij woont met zijn vrouw, zij is 65 jaar oud. Dhr. de Vries komt uit een arbeidersgezin. Zijn vader wekte bij een boer in het Gronings dorp. Dat was hard werken, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. In die tijd werd er slecht betaald. Zijn moeder zorgde voor de acht kinderen, wat niet altijd meeviel omdat ze het niet breed hadden. Mw. de Vries kwam uit een middenstandsgezin en woonde in een naburig dorp. Haar ouders hadden een bloemisterij. Mw. de Vries was ook gewend om hard te werken en al jong mee te helpen in de zaak.

Dhr. en mw. de Vries leerden elkaar kennen op een kermis. Dhr. de Vries was 22 jaar oud, hij werkte bij de boer en ’s avonds ging hij naar de landbouwschool. Zij was 16 en werkte fulltime bij haar ouders in de zaak, nadat ze de huishoudschool had afgerond. 3 Jaar later gingen ze trouwen.

Dhr. en mw. kregen samen 4 kinderen, 3 zoons en 1 dochter. Inmiddels was dhr. een eigen loonbedrijf begonnen. Het was zijn grote trots. Het was hard werken. Mw. de Vries zorgde voor het huishouden en de kinderen. Dhr. was dol op Nederlandstalige muziek en op vissen. Heerlijk rustig bij de waterkant zitten.

De kinderen werden groot en gingen studeren. Ze kregen later werk door het hele land. Ze kregen hun eigen leven en hadden minder tijd om langs te komen. Als de kinderen vroegen hoe het ging, dan was steevast het antwoord: “Goed hoor!” Maar de laatste tijd ging het helemaal niet zog goed. Dhr. begon van alles te vergeten. Hij vergat waar hij dingen neergelegd had en was steeds meer tijd kwijt met het zoeken van dingen. Hij vergat belangrijke gegevens te noteren en maakte vergissingen in de financiële administratie, waardoor de boekhouding een warboel werd.

Hij kreeg steeds meer moeite om gewone dingen, waarvoor hij vroeger zijn hand niet omdraaide, voor elkaar te krijgen. Hij werd achterdochtig.  Zijn vrouw dreef hem soms tot wanhoop. Hoe kon ze aan zijn spullen zitten en dan net doen of haar neus bloedde als hij haar ernaar vroeg. Daar kon hij zo kwaad om worden! Dat hij ondanks al zijn inspanningen toch niet zijn gedachten kon ordenen deed hem ook veel verdriet. Het lukte hem steeds minder goed om de boel op orde te houden. Zijn vrouw spoorde hem aan dat hij zich moest wassen en scheren ’s ochtends en als hij dat dan deed had ze vervolgens voordurend commentaar: z’n vest zat scheef, z’n rits stond open, had hij zich wel geschoren? “Lelijke oude heks”, riep hij dan, “waar bemoei je je toch mee, je controleert me, eerst m’n spullen weg maken en dan zeuren?! Wat denk je wel, dat ik niet op mezelf kan passen?! Ga toch weg. Donder op!

Mw. de Vries kon niet meer van huis. Het was niet meer vertrouwd dat dhr. alleen thuis was. Hij liep te dwalen in huis en op straat. Hij zorgde niet meer goed voor zich zelf, het leek wel of hij niet meer wist hoe dat moest.  Vaak zag hij er smoezelig uit, had hij zich niet goed geschoren, knoeide met eten, waarbij hij niet in de gaten had dat hij vlekken in zijn kleren maakte. Vaak had hij zijn kleren scheef aan en kon hij de knoopjes niet meer dicht krijgen, of stond de rits van zijn broek open. Die vergat hij te sluiten of  hij kreeg het niet voor elkaar en vergat hij nadien.

Soms was dhr. te laat bij het toilet, dan verschoonde hij zichzelf zo goed en zo kwaad als het ging. Vaak liet hij het natte ondergoed liggen of hij trok over een droge onderbroek weer zijn natte broek aan. Hulp accepteerde hij maar moeizaam van zijn vrouw. Dat moest ze heel tactisch inkleden. Meestal zag hij het als bemoeizuchtig als ze hem probeerde te corrigeren. Daar was hij heel gevoelig voor. Vaak hadden ze ruzie, even later had hij er weliswaar spijt van, maar toch. Hij maakte haar soms uit voor alles wat mooi en lelijk was. En dat was nooit zo geweest. Ze hadden het altijd zo goed gehad samen. Hij nam vaak de beslissingen, zij kon op hem bouwen. Nu stond ze er alleen voor en dat viel haar erg zwaar. Ze was haar maatje kwijt.

Omdat mw. de Vries zich zo moe en ongelukkig voelde, is mw. uiteindelijk naar de huisarts gegaan. In overleg is toen besloten dat er hulp moest komen. Elke dag kwam er een verzorgende van de thuiszorg om dhr. de Vries te begeleiden bij het wassen en aankleden. Die hulp accepteerde hij wel. Er kwamen steeds zo veel mogelijk de zelfde verzorgenden. Dat stelde hem gerust en dan functioneerde hij beter. Dhr. de Vries had de volgorde van het wassen en aankleden niet meer helder voor ogen. Hij waste zichzelf ook niet meer goed, hij sloeg vaak grote delen over. Hij vond het moeilijk om de temperatuur van het water te regelen. En dan weer was het gloeiend heet en dan weer steenkoud. “De kraan is niet in orde zuster, daar moet wat aan gebeuren”, zei hij dan.  Hij kreeg hulp bij het klaarzetten van alle spullen die nodig waren voor de dagelijkse verzorging. Het werd voor hem overzichtelijk neergezet. De verzorgende gaf mondeling advies voer het wassen als ze zagen dat dhr. het zelf niet meer wist.

Vaak was dhr. vermoeid na al deze inspanning. De verzorgende hielpen hem dan met het scheren, haren kammen en het poetsen van zijn gebit. Dat liet dhr. graag aan hun over. De rest van de dag hielp mw. de Vries dhr. met de toiletgang en het eten.

Planning casus 2

Planning Casus 2 Dementie.

 

Wk

Theorie

Boek:

Deel 1 Persoonlijke basiszorg.

Praktijk

Meenemen bij skills en zoef voor deze handelingen.

 

38

Niveau 3 en 4:

H2 Hygiënische verzorging:

§2.1 t/m 3.6.

Maken verwerkingsopdrachten:

1: alle opdrachten.

2: 1, 2, 4, 9, 10, 11.

Blz. 37.

- Uiterlijke verzorging: tanden

  poetsen, haren, bril,

  gehoorapparaat,

  gezichtsverzorging.

 

Tanden borstel, tandpasta, tandflos, raggertjes, kam, borstel, gezichtsverzorging,

Handdoek, washandje.

Plastic zak om natte spullen in te doen na de les.

Uitgeprint praktijkformulier van deze website.

39

Niveau 3:

H2 Hygiënische verzorging: §3.7.

H 22 Bed van de zorgvrager.

Maken verwerkingsopdrachten 22, blz. 148.

 

Niveau 4:

H2 Hygiënische verzorging:§3.7.

H20 Bed van de zorgvrager.

Maken verwerkingsopdrachten 20,

Blz.148.

 

 

- Bed opmaken met

  dekenboog.

- Steunkousen.

 

 

40

Oefentoets Casus1 en 2.

Niveau 3:

H15 Leefomgeving van de zorgvrager.

Verwerkingsopdrachten 15,

Blz. 136.

Niveau 4:

H13 Leefomgeving van de zorgvrager.

Verwerkingsopdrachten 13,

 blz. 136

Scheren: uitnodiging.

 

Opdracht: ‘Haren wassen’.

Was en verzorg de haren van een familie lid of vriend(in) thuis.

Maak hier een verslag van, met een paar foto’s waar jij ook op staat.

In je verslag beschrijf je:

- Welke benodigdheden heb je nodig.

- Hoe heb je de handeling uitgevoerd, stap voor stap.

- Hoe heb je zelf het haren wassen van een ander ervaren.

- Hoe heeft de persoon het ervaren.

- Beschrijf welke problemen je tegen kwam.

- Wat zou je een volgende keer anders doen.

Elk onderdeel in een aparte alinea.

Lever je verslag in op nelo.

Na de beoordeling kan het afgetekend worden in je aftekenboekje door de docent.

Voor deze opdracht heb je 3 weken de tijd, binnen deze casus.

Veel succes!

Praktijk casus 2

Praktijk casus 2 Dementie.

Handelingsplan: tijd + handeling.

 

1.

11.

2.

12.

3.

13.

4.

14.

5.

15.

6.

16.

7.

17.

8.

18.

9.

19.

10.

20.


 

 

Rapportage:

 

Welke zorg heb ik gegeven?

 

 

 

Hoe heb ik de zorgvrager gestimuleerd?

 

 

 

Hoe heb ik voldaan aan zijn wensen en behoeften?

 

 

 

Hoe heeft de zorgvrager mijn zorg ervaren?

 

 

 

 

Reflectie: kennis/ houding/ vaardigheden.

 

Wat ging goed?

 

 

 

Wat kon beter?

 

 

 

Hoe ga ik dit een volgende keer anders doen?

 

 

 

 

Casus 3

Casus 3 CVA


Mw. Willems, een vrouw van begin vijftig, wordt na het middageten onwel. Zij wordt met spoed naar het ziekenhuis in Groningen gebracht. Zij wordt daar opgenomen op de neurologieafdeling.
 

De eerste dagen zijn kritiek, maar zij knapt op. Als gevolg van haar beroerte heeft mw. Willems verlammingsverschijnselen aan de rechterkant van haar lichaam. Zij begrijpt over het algemeen goed wat tegen haar gezegd wordt, maar heeft problemen bij het vinden van de juiste woorden als zij zelf wat wil zeggen. Dit is frustrerend voor haar.


Zij verblijft enkele weken op de neurologie afdeling waar jij werkzaam bent als verzorgende/ verpleegkundige. In de rapportage lees je het volgende; het lopen verbetert, maar de functie van haar rechter arm en hand blijft een probleem. Hierdoor heeft zij moeite met het zelfstandig uitvoeren van ADL handelingen. Zij vraagt hiervoor nog veel hulp, en komt ook wat onzeker over.
Daarnaast vinden mw. Willems en haar familie het moeilijk om te accepteren wat er is gebeurt en de beperkingen die dit met zich meebrengt. Mw. Willems komt in een dip en wordt somber.
In de rapportage van de nachtdienst lees je ook dat mw. Willems sinds opname slecht slaapt; zij is veel wakker, en kan eigenlijk na 03.00 helemaal niet slapen. Overdag is zij hierdoor erg vermoeid en slaapt juist weer veel.

Film CVA: http://www.youtube.com/v/oMBKk7o3WGQ?fs=1&hl=nl_NL

Film ‘verzorgend wassen’: http://www.youtube.com/watch?v=JyC6oUd83bI

 

Onderwerp decubitus:

www.wondenwijzer.nl/decubitus

www.decupre.com/pdf/decupre-risico-scorelijst-NL.pdf

www.venvn.nl/Actueel/Nieuwsarchief/tabid/1789/Articleid/5919/mid/3452/Default.aspx

www.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=_qtWZAz_Q0U%3d&tabid=1852  (nelo)

www.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=o2B5XjrKWzA%3d&tabid=1852  (nelo)

www.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=t5byoKAcPdo%3d&tabid=1852 (nelo)

www.vilansprojecten.nl/documents/0056%20Decubitus%20transmurale%20richtlijn.pdf

www.wcs-nederland.nl

www.epuap.org

 

Planning casus 3

Planning Casus 3 CVA.

 

Wk

Theorie

Boek:

Deel 1 Persoonlijke basiszorg.

Praktijk

Meenemen bij skills en zoef voor deze handelingen.

 

41

Niveau 3 en 4:

H 2 Hygiënische verzorging:

§2.3.8 en 2.4 (blz. 19 -22)

Maken verwerkingsopdrachten:

2: 3, 5, 6, 7, 8, blz. 37.

 

Opdracht:

Zoek minimaal 10 hulpmiddelen voor het aan- en uitkleden voor het stimuleren van de zelfzorg van de zorgvrager.

Maak hier een A4-tje van.

Bespreken in de les.

 

Aan- en uitkleden.

Gebruik hulpmiddelen bij aan- en uitkleden.

Wassen van de pop.

 

2 washandjes,

2 handdoeken,

plastic zak.

42

Niveau 3:

H5, 6, 8 Hulp bieden bij opname van voeding en vocht.

Verwerkingsopdrachten 5, 6, 8.

Blz. 69.

 

Niveau 4:

H 6 Voeding en gezondheid.

Maken verwerkingsopdrachten 5 en 6, blz. 69.

Helpen bij eten en drinken (zittende zorgvrager).

Mondverzorging.

Kunstgebit poetsen.

 

Ouderdomspak.

 

Voor de zoef zelf  eten en drinken meenemen!

44

Niveau 3 en 4:

H 3 Complicaties door onvoldoende lichaamsbeweging.

Maken verwerkingsopdrachten 3, blz. 37.

 

Bed opmaken platliggende zorgvrager.

Wisselligging.

 

Ouderdomspak.

 

 

45

Vervolg H3.

 

 

Helpen bij eten geven (liggende zorgvrager)

 

Oefenen voor simulatie.

 

Toiletartikelen, 2 handdoeken, 2 washandjes, plastic tas.

Bij zoef zelf vloeibaar eten meeenemen.

Bv. vla, appelmoes.

 

Praktijk casus 3

Praktijk casus 3 CVA.

Handelingsplan: tijd + handeling.

 

1.

11.

2.

12.

3.

13.

4.

14.

5.

15.

6.

16.

7.

17.

8.

18.

9.

19.

10.

20.


 

 

Rapportage:

 

Welke zorg heb ik gegeven?

 

 

 

Hoe heb ik de zorgvrager gestimuleerd?

 

 

 

Hoe heb ik voldaan aan zijn wensen en behoeften?

 

 

 

Hoe heeft de zorgvrager mijn zorg ervaren?

 

 

 

 

Reflectie: kennis/ houding/ vaardigheden.

 

Wat ging goed?

 

 

 

Wat kon beter?

 

 

 

Hoe ga ik dit een volgende keer anders doen?

 

 

 

 

Lesstof leerperiode 2

Leerperiode 2.

In leerperiode 2 ga je net zo te werk als in leerperiode 1.

In deze leerperiode doe je de simulatie Bp 1.2. Hiervoor maak je zo spoedig mogelijk een afspraak met je docent, als je alle handtekeningen van casus 1 t/m 3 in het aftekenboekje hebt behaald.

Voor leerperiode 2 heb je de boeken van Traject V&V 'Persoonlijke basiszorg', deel 1 en 2 nodig.

Leerperiode 2 wordt weer afgesloten met een kennis- en een praktijktoets.

 

Sommigen van jullie gaan hierna op stage en zullen de theorie en de praktijk van leerperiode 1 en 2 al kunnen uitvoeren in stage. Je hebt de kennis en vaardigheden van leerperiode 1 en 2 ook nodig bij de uitwerking van de beroepsprestaties die je in de stage moet aantonen.

De beroepsprestaties en aftekenboekje zijn bewijsstukken voor je opleiding. Dus wees hier zorgvuldig mee.

Tip!
Ga de beroepsprestaties en aftekenboekje na elke leerperiode scannen/fotograferen/kopieëren MET jouw naam, zodat als je ze kwijt raakt altijd kan aantonen dat je deze onderdelen al behaald hebt.

Casus 4

Casus 4 Diabetes Mellitus.

De heer Verhoeven is 83 jaar oud. Hij is weduwnaar. Sinds zijn vrouw is overleden, 1 jaar geleden, woont dhr. in een woonzorgcentrum. Heel gezellig vindt hij.  Dhr. heeft veel vrienden erbij gekregen.

Dhr. heeft een dochter. Vroeger was dhr. een actieve, sportieve man. Hij hielp zijn vrouw met  de huishouding en ging 2 keer per week zwemmen. Verder ging hij vaak naar zijn moestuintje. Nu lukt dat niet meer zo goed. Toen dhr. ongeveer 70 jaar was voelde hij zich niet lekker.  Het zwemmen viel hem toen erg zwaar en is hij er mee gestopt. Hij  was veel moe en humeurig. Zijn vrouw zei wel eens: “Je wordt een oude zeurkous.” Hij sliep ’s nachts niet lekker omdat hij vaak wakker werd. Als hij dan ’s nachts wakker werd, moest hij steeds naar het toilet. Hij had ’s nachts veel dorst, daarom maakte zijn vrouw een kopje thee en dan dronken ze midden in de nacht een kopje thee samen. Uiteindelijk is hij hier mee naar de dokter gegaan. De dokter constateerde dat hij diabetes type 2 had.

Nu heeft hij al weer 13 jaar diabetes. Hij heeft  er goed mee leren omgaan. Zijn vrouw hielp hem daarbij. Nu zij er niet meer is, moet hij het alleen doen. Dat is wel lastiger, anders kon hij nog eens even overleggen met zijn vrouw. Daarom is hij ook in een woonzorgcentrum gaan wonen.  Dan kan hij bij problemen de zusters vragen.  Sinds dhr. niet meer zwemt is hij  toegenomen in gewicht. De dokter zei al tegen hem “Ga weer lekker zwemmen, dat is goed voor je.” Maar dhr. durft niet zo goed meer.  Omdat hij zich soms niet zo lekker voelt, is hij bang dat er iets gebeurt . Maar hij kan al dat lekkers soms ook niet laten staan. Vooral de periode die er nu aankomt, Sinterklaas en kerst. Als hij dan weer een te hoog bloedsuikergehalte heeft dan moet hij er weer vaak uit te plassen en dat gaat niet zo makkelijk meer. De zusters geven hem dan voor de nacht een condoomkatheter en de dokter wil dan de urine onderzoeken of er ook suikers in zitten.  De urine moet dan worden opgevangen in een potje. De zusters houden dan een vochtbalans bij. Omdat hij zo wisselt in gewicht wordt hij 2 keer in de week gewogen. Als hij geen condoomkatheter om hoeft, wil de dhr. toch graag incontinentiemateriaal om.  “Voor de zekerheid”, zegt hij dan. Hij wil niet dat hij het bed vuil maakt. Hij schaamt zich hiervoor. Ook voor het incontinentiemateriaal, maar als hij kiezen moet tussen het risico het bed nat te maken of incontinentiemateriaal dan doet hij dat toch liever. Dat scheelt de zusters weer heel wat werk. Ze hoeven dan niet het hele bed te verschonen.

 

Websites:

Diabetes Mellitus: www.diabetesfonds.nl

     www.diabetes.nl

     www.voedingscentrum.nl

     www.bvdgf.org

     www.lifescan.nl

     www.diabetesfederatie.nl

 

Planning casus 4

Planning Casus 4 Diabetes Mellitus.

 

Wk

Theorie

 

Boek deel 1.

Praktijk

Meenemen bij skills en zoef voor deze handelingen.

 

46

Niveau 3:

H11 Uitscheiding: urine.

Maken verwerkingsopdrachten 11, blz. 101.

 

Niveau 4:

H 9 Uitscheiding: urine.

Maken verwerkingsopdrachten 9, blz. 101.

 

Incontinentie film:

www.youtube.com/watch?v=mZOdQRWtSlk   www.goedgebruik.nl

 

- Vochtbalans.

- Po/urinaal/schuitje.

- Urine en feces opvangen

  voor onderzoek.

- Incontinentie materiaal.

 

Vochtbalanslijst

47

Niveau 3:

H12 Uitscheiding: feces.

Maken verwerkingsopdrachten 12, blz. 101.

 

Niveau 4:

H 10 Uitscheiding: feces §1 t/m 5.

Maken verwerkingsopdrachten 10: 1 t/m 6, blz. 102.

 

 

- Wassen

  onderbegeleiding.

- Ondersteunen bij aan-

  en uitkleden.

- Urethramond verzorgen

  met blaaskatheter.

 

Ouderdomspak.

Korte broek hemdje.

2 handdoeken,

2 washandjes.

48

Film ‘condoomkatheter’.

Niveau 3:

H13 Uitscheiding: transpiratie, menstruatie,

        Sputum, braaksel.

Maken verwerkingsopdrachten 13, blz. 101.

 

Niveau 4:

H 11Uitscheiding: transpiratie, menstruatie,

         sputum, braaksel.

Maken verwerkingsopdrachten 11, blz.103.

 

- Condoomkatheter.

- Ondersteunen bij

  braken

- Ondersteunen bij

  ophoesten van sputum,

  opvangen voor

  onderzoek.

 

 

 

Praktijk casus 4

Praktijk casus 4 Diabetes Mellitus.

Handelingsplan: tijd + handeling.

 

1.

11.

2.

12.

3.

13.

4.

14.

5.

15.

6.

16.

7.

17.

8.

18.

9.

19.

10.

20.


 

 

Rapportage:

 

Welke zorg heb ik gegeven?

 

 

 

Hoe heb ik de zorgvrager gestimuleerd?

 

 

 

Hoe heb ik voldaan aan zijn wensen en behoeften?

 

 

 

Hoe heeft de zorgvrager mijn zorg ervaren?

 

 

 

 

Reflectie: kennis/ houding/ vaardigheden.

 

Wat ging goed?

 

 

 

Wat kon beter?

 

 

 

Hoe ga ik dit een volgende keer anders doen?

 

 

 

 

Casus 5

Casus 5 COPD

Dhr. Luiten (65) is sinds zijn vijftigste COPD-patiënt. Door zijn werk in de fabriek en zijn ‘pakje shag per dag’ heeft hij last van longemfyseem. Zijn longblaasjes zijn uitgerekt en verminderd elastisch. Daardoor heeft hij slijmophoping in de longen en is de capaciteit voor zuurstof (O2) verminderd. Meneer Luiten krijgt de hele dag zuurstof toegediend. Hij zit of loopt rond met een rollator. In het mandje ligt een tweeliterfles zuurstof, waarvandaan een verbindingsslang naar zijn zuurstofbril loopt. De laatste tijd gaat het niet goed met meneer Luiten. Hij is kortademig dan ooit, hoest veel en geeft dan grote hoeveelheden slijm op. Hij slaapt daardoor slecht en is humeurig. Zijn vrouw is vitaal en zorgt zelf voor haar man. Ook nu het steeds slechter met hem gaat en hij niet meer de gezellige man is die hij vroeger was. Zij is blij dat hij drie dagen in de week naar de dagbehandeling van het verpleeghuis gaat. Zo heeft ze ook tijd voor zichzelf en kan ze de steeds zwaarder wordende zorg aan.

Meneer Luiten wordt om 9.30 uur naar de dagbehandeling van het verpleeghuis gebracht. Zijn vrouw belt deze morgen, voor zijn komst, naar de verzorging. Ze vertelt dat hij een slechte nacht heeft gehad. Hij moest veel hoesten en heeft daardoor slecht geslapen. Volgens haar heeft hij geen koorts en is hij verder niet ziek. Wel is hij erg moe. De verzorgende met wie mevrouw het gesprek heeft, probeert haar gerust te stellen. Ze zullen extra op hem letten en het rustig aan doen vandaag. Bij binnenkomst klaagt meneer Luiten over zijn benauwdheid: “Ik kan geen stap meer zetten.” Hij ploft hoestend en rochelend neer op een stoel, op zijn vaste plek, bij het raam. Hij pakt een grote geruite zakdoen en spuugt er klodders sputum in. Jantine, een van de verzorgende van de afdeling, ziet en hoort meneer rochelen en spugen. Ze vindt dat verschrikkelijk . Over het algemeen is ze niet snel ergens vies van. Maar sputum vindt ze het smerigste dat er is. Ze kan er niet tegen en krijgt er zelfs braakneigingen van. Jantine kijkt om zich heen en hoopt dat een van de collega’s het initiatief neemt om naar meneer Luiten toe te gaan. Helaas, de collega’s zijn allemaal bezig met andere mensen die binnenkomen. Jantine begrijpt wel dat meneer Luiten een sputumpot nodig heeft. Ze haalt de sputumpot en brengt die naar hem toe. Juist op het moment dat Jantine zegt: “Meneer Luiten, gebruikt u die sputumpot maar”, krijgt hij weer een flinke hoestbui, waarbij er veel sputum omhoog komt. Jantine reikt hem de sputumpot aan. Meneer Luiten pakt hem aan en geeft daarbij tegelijkertijd de zakdoek aan Jantine. Jantine voelt in haar handen de plakkerige, vochtige zakdoek… ze voelt braakneigingen, laat de zakdoek vallen en loopt snel weg naar de toiletruimte. Ze haalt een paar keer diep adem en neemt een slokje water. De braakneigingen verdwijnen weer.

In de loop van de dag wordt de meneer Luiten slechter. Hij krijgt koorts en wordt benauwder. Meneer Luiten wordt naar de ziekenboeg gebracht. Zijn vrouw wordt gebeld, dat hij zieker wordt. De arts komt langs en spreekt verder beleid af. Meneer Luiten start met antibiotica en krijgt extra pufjes. De volgende dagen wordt hij goed in de gaten gehouden door de verzorging. Meneer is te ziek om naar de dagbehandeling te gaan en hij ligt veel in bed. Zijn vrouw is veel bij hem op bezoek en zij vindt het heel vervelend voor hem. Ze maakt zich grote zorgen.

Onderwerp astma:

www.astmafonds.nl

 www.youtube.com/watch?v=GNx9LPeqXbQ  

 www.luchtpunt.nl

 

Planning casus 5

Planning Casus 5 COPD.

 

Wk

Theorie

Deel 2:

Persoonlijke basiszorg.

Praktijk

Meenemen bij skills en zoef voor deze handelingen.

 

49

Niveau 3 en 4:

H1 Bloedsomloop, hartslag en bloeddruk.

Maken verwerkingsopdrachten

1: 1 t/m 6, blz. 43.

 

Niveau 3 en 4:

H4 Lichaamsgewicht.

Maken verwerkingsopdrachten 4, blz. 43/44.

 

- Slagader plaatsen benoemen

- Pols en ademhaling

  opnemen.

- Temperatuurlijst invullen.

- Wegen, meten.

- Berekenen BMI.

Blauwe, rode en groen pen/potlood.

Temperatuurlijst.

50

Niveau 3 en 4:

H 1 Bloedsomloop, hartslag en bloeddruk.

Maken verwerkingsopdrachten 1:7, blz. 43.

 

- Bloeddruk opnemen.

- Temperatuurlijst invullen.

Idem vorige week.

 

51

Niveau 3 en 4:

H 2Lichaamstemperatuur.

Maken verwerkingsopdrachten 2, blz. 43/44.

- Temperaturen: oor, rectaal,

  axillair.

- Temperatuurlijst invullen.

- Pols en ademhaling in actie.

 

Idem vorige week.

2

Niveau 3 en 4:

H3 Ademhaling.

Maken verwerkingsopdrachten 3, blz.43/44.

 

Oefenen voor praktijktoets/ toets.

 

 

 

Niveau 3 en 4:

Deel 2: H5 Bevorderen slaap-waak ritme. Maken verwerkingsopdrachten 5, blz. 43.

 

Niveau 3:

Deel 1: H19 Ergonomisch werken. Verwerkingsopdrachten 19.

              H20 Milieuvoorschriften. Verwerkingsopdrachten 20.

 

Niveau 4:

Deel 1: H17 Ergonomisch werken. Verwerkingsopdrachten 17.

              H18 Milieuvoorschriften. Verwerkingsopdrachten 18.

Praktijk casus 5

Praktijk casus 5 COPD.

Handelingsplan: tijd + handeling.

 

1.

11.

2.

12.

3.

13.

4.

14.

5.

15.

6.

16.

7.

17.

8.

18.

9.

19.

10.

20.


 

 

Rapportage:

 

Welke zorg heb ik gegeven?

 

 

 

Hoe heb ik de zorgvrager gestimuleerd?

 

 

 

Hoe heb ik voldaan aan zijn wensen en behoeften?

 

 

 

Hoe heeft de zorgvrager mijn zorg ervaren?

 

 

 

 

Reflectie: kennis/ houding/ vaardigheden.

 

Wat ging goed?

 

 

 

Wat kon beter?

 

 

 

Hoe ga ik dit een volgende keer anders doen?

 

 

 

 

Lesstof leerperiode 3 /4

Leerperiode 3 / 4.

In leerperiode 3 of 4 ga je werken aan de onderwerpen EHBO, steriel werken, wondzorg, slaap-waakritme.

Hiervoor heb je het boek Traject V&V Persoonlijke basiszorg 2 nodig.

Aan het eind van deze leerperiode wordt de lesstof getoetst door een kennistoets en een praktijktoets.

 

Voor de verzorgenden-IG behoren deze onderwerpen bij Beroepsprestatie 2.4.

Voor de verpleegkundigen behoren deze onderwerpen bij Beroepsprestatie 1.5

 

Op nelo staan de ondersteunende onderdelen van de les; zoals PowerPoints en links.

Planning leerperiode 3 verzorgende-IG

Leerperiode 3 VZ- opleiding

Wk

Theorieles 2 lesuren

 

 

Opdrachten maken

Praktijkles 2 lesuren

Zoef 2 lesuren

1

H 7 par. 1t/m3 Algemene toestand

H 8 par. 6, 7 AH stoornissen, hersenletsel

H 7: 1, 2

H 8: 8, 9

Rautek greep

Heimlich manoeuvre

Stabiele zijligging, buik naar rug.

Vitale functies

2

H 8 par. 3, 4 Bloedingen, shock

H8: 3, 4

 

Afdrukplaatsen

Wonddruk verband

Mitella

Rautek greep

Heimlich manoeuvre

Stabiele zijligging, buik naar rug.

3

H 7 par. 4 Huidbeschadigingen

H 8 par. 1, 2 Brandwonden

H 7: 3 t/m 7

H 8: 1,2,5

Verbandmiddelen uitleg

Snelverband

Vingerverband, zwaluwstaartje

Brandwonden

Afdrukplaatsen

Wonddruk verband

Mitella

4

H 8 par. 5 Bewegingsapparaat

H 8 par. 8 Vergiftigingen

H 8: 6, 7

H 8: 10

 

Zwachtelen gewrichten

Brede das

Verbandmiddelen uitleg

Snelverband

Vingerverband, zwaluwstaartje

Brandwonden

5

Steriel werken.

Rode wond

….

Steriele handschoenen

Steriel werkveld

Zwachtelen gewrichten

Brede das

6

Rode wond

…..

Rode wond

Steriele handschoenen

Steriel werkveld

7

H5 Slaap, waakritme

H 5 blz. 45

 

Stompverband

Klysma’s geven

Rode wond

8

Incidentenformulier

Adressenboekje aanschaffen en meenemen.

 

Praktijktoets : 1 simulant

  • Vitale functies
  • EHBO verrichting

Stompverband

Klysma’s geven

9

 

 

Praktijktoets: Steriel werken

Handelingen inhalen

10

Toets: Tskills 3

 

Praktijktoets: Steriel werken

Handelingen inhalen


Week 10: Toets: Tskills 3: Deel 2 H 7, 8, 5, rode wond, steriel werken.
 

Planning leerperiode 4 verpleegkundige

Leerperiode 4 VP- opleiding

Wk

Datum

 

Theorieles 2 lesuren

 

 

Opdrachten

 

Datum

Praktijkles 2 lesuren

Zoef 2 lesuren

1

14/4

H7 par. 1t/m3  Algemene toestand

H8 par. 4, 6, 7 AH stoornissen, hersenletsel

Shock

 

 

 

17/4

Rautek greep

Heimlich manoeuvre

Stabiele zijligging

Vitale functies

2

21/4

Pasen

vrij

Leren:

H7 par. 4 verbandmiddelen

H8 par. 2, 3 huidbeschadiging, bloedingen

PDF: bloedingen

 

 

 

24/4

Wonddrukverband

Snelverband

vingerverband

Rautek greep

Heimlich manoeuvre

Stabiele zijligging

3

5/5

vrij

Leren:

H8 par.5 bewegingsapparaat.

PowerPoint:  bewegingsapparaat

 

 

 

8/5

Zwachtelen gewrichten

Mitella/ brede das

Wonddrukverband

Snelverband

vingerverband

4

12/5

 

EHBO vragen.

Proeftoets

 

 

 

15/5

Steriele handschoenen

Steriel werkveld

Zwachtelen

Mitella/ brede das

5

19/5

Steriel werken. Opdracht

Lezen: Rode wond

 

22/5

Rode wond

Steriele handschoenen

Steriel werkveld

6

26/5

 Rode wond

 

29/5 Vrij

Hemelvaart

Stompverband

 

Rode wond

7

2/6

H5 slaap-waakritme.

Uitleg

 

5/6

Zetpil, klysma’s, rectumcanule inbrengen.

Stompverband

Oefenen voor praktijktoets

8

9/6 vrij

Pink-steren

 

 

12/6

Praktijktoets EHBO

Zetpil, klysma’s, rectumcanule inbrengen.

9

16/6

 

 

19/6

Praktijktoets

 

10

 

Toets

 

 

 

 


Week 9: Praktijktoets: alle EHBO handelingen zonder protocol kunnen uitvoeren.

Week 10: Tskills 3: H 5, 7, 8, rode wond, steriel werken.

Protocollen

Links

Steriele handschoenen aantrekken

Reanimatie

Rautek vervoersgreep

Stabiele zijligging

Stabiele zijligging van buik naar rug

Heimlich greep

Brandwonden

Toets

Toets: EHBO

Start

  • Het arrangement Basiszorg verpleegkunde is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Esther Flink Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2014-04-30 12:17:16
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Steriele handschoenen aantrekken
    http://www.youtube.com/watch?v=kteGSJ1eCMA
    Link
    Reanimatie
    http://www.youtube.com/watch?v=ICODRFoWZkw
    Link
    Rautek vervoersgreep
    http://www.youtube.com/watch?v=lrO8cgrJJqg
    Link
    Stabiele zijligging
    http://www.youtube.com/watch?v=vGdHMPZSlcU
    Link
    Stabiele zijligging van buik naar rug
    http://www.youtube.com/watch?v=Mqt3Mhg0qj0
    Link
    Heimlich greep
    http://www.youtube.com/watch?v=GNMJ0zOtccw
    Link
    Brandwonden
    http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_ehbo01
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    EHBO

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.