Welkom in het arrangement van het thema de Bewegingstherapeut.
Dit arrangement is gemaakt voor tweedejaars leerlingen Paardenhouderij, niveau 3 en 4.
In dit thema ligt het accent op de bouw, bespiering en beweging van het paard.
Als toekomstig medewerker of manager paardenhouderij zul je bij het voldoende afronden van dit thema bekwaam zijn in het beoordelen van de beweging van het paard en problemen op dit vlak kunnen herkennen en indien mogelijk verhelpen.
De lessen worden gegeven op Manege het Twentsche Veld te Enschede.
Door het trainen, belasten, bewegen of door een ongeluk kan een paard een blessure, beperking of trauma oplopen.
Hierdoor kunnen verschillende afwijkende zaken ontstaan.
In de kopjes hieronder kun je informatie vinden over bijvoorbeeld kreupelheden en de verschillende aandoeningen aan het bewegingsmechanisme van het paard waarmee je te maken kunt krijgen wanneer je met een paard traint.
Harde beengebreken:
– schiefel: verdikking op griffelbeen of pijp > grote spanning van binnenuit, of geweld buitenaf
– Overhoef: benige verdikking gewrichten ondervoet > geweld buitenaf, overbalsting of verkeerd gebruik werk
– Verbeend hoefkraakbeen: hoefkraakbeen is niet meer plat en veerkrachtig > eerst stram uiteindelijk kreupel
– Spat: chronische ontsteking onderste delen spronggewricht > verkeerde beenstand, of belasting.
– Hazenhak: zwelling of rekking van bindweeselband vanaf hakpunt tot onderzijde sprongewricht. > te vroeg zwaar werk
– Reebeen: woekering buitenste griffelbeenkapje achterbeen >schoonheidsgebrek
Zachte beengebreken voorbenen:
– legger: zwelling achterzijde ellebooggewricht > overvulde slijmbeurs of bloeduitstorting > schoonheidsgebrek
– dikke voorknie: voorkant of binnenkant knie > overproductie synovia of onderhuidse bloeduitstorting
– gallen: plaatselijke overvulde peesschheden of gewrichten > overbelasting, uiting slijtage / verzwakking peesscheden en gewrichten
Zacht beengebreken achterbenen;
– Mouw: zachte verdikking voorvlakte van de knie
– bolspat: overvulling sprongewricht voorbinnenkant achterbeen > overbelasting werk, gevolg kneuzen/verstuiken
– Waai - of vlotgal: overvulling buitenbovenkant spronggewricht in de holte onder de achillespees
– Piephak: te veel voch tussen huid en buigpees of bloeduitstorting > slaan tegen wand > schoonheidsgebrek
– Gallen: plaatselijke overvulde peesscheden of gewrichten > overbelasting, uiting slijtage/verzwakking peesscheden en gewrichten
Functionele beengebreken;
– patella fixatie: knie op slot, komt voor bij jonge paarden die overbelast geweest zijn > conditie trainen, bekappen hoef, speciaal ijzer, kleine operratie
– Hoefkatrolontsteking: hoefkatrol aangetast.
– O.C.D: Gewrichtskraakbeen slechte kwaliteit of kapot, niet kreupel, kan wel mouw of bolspat optreden
Dierenfysiotherapeut is sinds 1992 een erkend beroep en valt onder de reguliere diergeneeskunde. De laatste jaren neemt dierfysiotherapie een steeds belangrijkere plaats in bij de (para)veterinaire begeleiding en behandeling van paarden.
Dierenfysiotherapeuten richten zich evenals humaan fysiotherapeuten op het bewegingsapparaat. Hiertoe behoren onder andere de wervelkolom, het bekken, het zenuwstelsel, spieren en gewrichten.
Iedere erkende dierenfysiotherapeut heeft de vierjarige opleiding tot humaan fysiotherapeut afgerond en vervolgens de post-HBO opleiding dierfysiotherapie te Barneveld met goed resultaat afgesloten. Een praktiserend dierenfysiotherapeut staat ingeschreven bij het RVV.
Behandeling
Voordat een dierenfysiotherapeut een paard gaat behandelen moet eerst een fysiotherapeutisch onderzoek uitgevoerd worden. Aan de hand daarvan kan bepaald worden of en wat er behandeld kan worden.
Het onderzoek bestaat uit een vraaggesprek, inspectie, palpatie (aftasten) van het paard, monsteren op harde bodem, eventueel longeren of rijden, wederom palpatie en passief onderzoek van het paard, waarbij gelet wordt op mobiliteit, pijn, spierspanning en coördinatie. Na het onderzoek wordt een diagnose gesteld door de dierenfysiotherapeut. Aan de hand van deze diagnose wordt een behandelplan opgesteld. Er wordt gekozen voor één of meerdere behandelmethoden. De behandelfrequentie wordt vastgesteld en er wordt een prognose gemaakt. Tevens wordt er goed overleg gevoerd met de eigenaar of ruiter over zijn of haar rol in het herstelproces van het paard. De dierenfysiotherapeut rapporteert aan de verwijzend dierenarts wanneer de behandeling is afgesloten.
Om herhaling van de klachten te voorkomen is het belangrijk de oorzaak te achterhalen en te zoeken naar oplossingen. Hierbij kan ook gedacht worden aan behandeling van het gebit, correct hoefbeslag een, goed passend zadel en het verbeteren van de rijkunst van de ruiterEen dierenfysiotherapeut heeft een aantal behandelmogelijkheden:
Bewegingstherapie: ter vermindering van de stijfheid en ter verbetering van spierkracht en stabiliteit. Bij passieve bewegingstherapie voelt de dierenfysiotherapeut bewegingen uit bij het paard. Het passief mobiliseren ('losmaken') van de rug is een voorbeeld hiervan. Bij actieve bewegingstherapie beweegt het paard zelf. Stappen aan de hand, werken aan de longeerlijn of werken onder het zadel zijn voorbeelden hiervan.
Massage: het doel hiervan is het verbeteren van de circulatie, het normaliseren van de spierspanning en het verminderen van de eventuele zwelling.
Fysiotechnische applicaties: ultrageluidtherapie, warmtetherapie, koudetherapie, lasertherapie, elektrotherapie en magneetveldtherapie.
Adviezen: een van de belangrijkste taken van de dierenfysiotherapeut is het geven van adviezen om het herstel te bevorderen en herhaling van de klachten te voorkomen. De adviezen kunnen betrekking hebben op de training, de bodem waar op getraind wordt, het stalmanagement , de voeding en de rijtechniek.
Curatief en Preventief Indien de dierenfysiotherapeut een paard met blessures of stoornissen aan het bewegingsapparaat behandelt spreekt men van curatieve zorg. Preventieve zorg is ook mogelijk. De behandeling bestaat dan grotendeels uit sportmedische begeleiding, al dan niet in samenwerking met een dierenarts en/of trainer.
Spierproblemen zijn veelal onbegrepen problemen omdat de meeste paardeneigenaren weinig kennis bezitten over het functioneren van het spierstelsel en nog minder over de hoeveelheid pijn die het bij een paard veroorzaakt. De meeste ruiters en amazones gaan zo op in het rijden van hun paard en de verzorging dat ze nauwelijks tijd hebben om met hun eigen lijf inspannende training te doen.
Het keer op keer leveren van een atletische prestatie is de meeste ruiters geheel vreemd. Net zoals de afhankelijkheid van een goed werkend lijf. De meeste mensen kunnen zelf niet eens links of rechtsom dezelfde oefening even goed doen. En het paard die, in verhouding ook nog heel veel uren per dag maar beperkt kan bewegen in zijn box, moet het maar kunnen! Daarnaast is er gemiddeld genomen weinig kennis over spieren en hun functie. Hierin zou ik graag wat verandering willen brengen.
Spierproblemen ontstaan (meestal) heel langzaam. Ze sluipen er als het ware in. De ruiter raakt gewend aan het gedrag van het paard waarmee het wil aangeven dat er een probleem (aan het ontstaan) is. Strakke spieren (tight muscles) zijn verkorte spieren, de spiervezels worden in een vergrote staat van samentrekking gehouden. De spieren kunnen zich helemaal niet meer, of niet snel genoeg meer ontspannen. Hierdoor verliest de spier zijn functie als beschermer van het gewricht en verliest zijn flexibiliteit. Spierspanningen blijven niet beperkt tot één geïsoleerde plek. Het probleem verbreidt zich van de ene spiergroep naar de andere. Als één groep in de problemen is gekomen moet de andere, naastliggende groep de functie overnemen. Met alle gevolgen van dien.
Wist je dat:
Ruim zestig procent van het totale lichaamsgewicht van een paard wordt gevormd door skeletspieren. Een enorme massa dat direct de belangrijkheid aangeeft.
afkomstig uit: "Dressuur onder vuur"
De schouders en voorbenen van een paard helemaal ‘hangen’ in spieren. Er is geen verbinding met het skelet. Paarden hebben geen sleutelbeen zoals wij.
Spieren op stress of beschadigingen reageren door middel van hypercontracties, hierdoor wordt een gewricht of andere spiergroep overbelast.
Spierpijn nooit goed is. Dit betekent altijd een beschadiging in de vezels.
Spieren niet te zien zijn op röntgenfoto’s, spierbeschadigingen dus ook niet.
Spierpijn het resultaat kan zijn van blessures, te snel afkoelen,, over stretchen, structurele onbalans en overbelasting.
Een paard zich zal proberen te onttrekken aan spierpijn en dus korter en minder vloeiend gaat bewegen. Uiteindelijk resulteert dit in onregelmatig bewegen en erger, in kreupelheid.
Een paard dat fysiek goed in conditie is psychisch ook beter presteert.
Hoe werkt een spier?
Spieren worden via het centraal zenuwstelsel aangestuurd en kunnen een gewricht laten buigen, strekken,of zijwaarts bewegen. Maar de enige beweging die de spier zelf kan maken is zich samentrekken en weer ontspannen. Voor het voortbewegen zijn er antagonisten nodig, dit zijn spieren die tegengesteld werken.
Als de functie van de spier bijvoorbeeld het buigen van het gewricht is, dan is dit de aanspanning van de spier die via het centraal zenuwstelsel geactiveerd wordt. Op deze aanspanning moet automatisch de onstpanningsfase van de spier volgen omdat de tegenoverliggende spier het gewricht in strekking trekt. Deze ontspanningsfase is belangrijk om te onthouden.
De spieren zitten met pezen vast aan de botten.
Om de skeletspier bevindt zich bindweefsel (fascie). Dit bindweefsel loopt over in de pezen.
Een skeletspier bestaat uit spierbundels. Elk van deze bundels is omgeven door bindweefsel.
Een spierbundel bestaat uit spiervezels.
Eén spiervezel bestaat uit dunne draden: fibrillen. Dankzij fibrillen kan de spier verkorten en verlengen.
Deze fibrillen bestaan weer uit twee soorten eiwitten, actine- en myosinefilamenten. Bij het samentrekken van skeletspieren schuiven de actine- en myosinefilamenten in elkaar waardoor de spier korter wordt.
Wat is nu eigenlijk een spierprobleem?
Kort uitgelegd betekent het dat de spier niet meer helemaal (of helemaal niet meer) kan ontspannen. Dit komt door een verkleving van beschadigde spiervezels. Zuurstof en glucose vinden hun weg niet meer door de gehele spier. De functie van een spier is om aan te spannen en daarna te ontspannen. Hierbij wordt het gewricht waar de spier aan verbonden is in beweging gebracht. Het aanspannen van de spier is een gedirigeerd proces via het centraal zenuwstelsel, dat altijd plaatsvindt.
Het ontspanningsproces is afhankelijk van de energietoevoer van adenosine triphosphate (ATP) deze energievorm ontstaat door verbranding van glucose.
Glucose is een van de belangrijkste bronnen van energie voor levende cellen die het via de glycolyse en de citroenzuurcyclus afbreken.
Er zijn twee verschillende paden betrokken bij de stofwisseling van glucose en dus de vorming van ATP: een anaërobische en een aërobische.
Het aërobe proces:
(koolhydraat,bloedsuiker) wordt door enzymen afgebroken tot pyrodruivezuur ( dit zijn kleinere moleculen).
Bij voldoende aanwezigheid van zuurstof wordt het pyrodruivenzuur verder omgezet in de eindproducten ATP, kooldioxide en water ( de laatste 2 worden via de longen weer uitgeademd).
Het anaërobe proces:
Hierbij is er onvoldoende zuurstof aanwezig in de spiercellen en wordt het pyrodruivezuur omgezet in melkzuur dat aan het bloed wordt afgegeven. Melkzuur belemmert de spiercontracties en maakt het steeds moeilijker voor de spieren om de bewegingen uit te voeren. Ook is de hoeveelheid ATP in deze vorm van verbranding zeer laag waardoor de spier niet meer goed kan ontspannen. Dit geeft een gevoel van vermoeidheid, bij hoge concentraties melkzuur en weinig ATP kunnen de spieren helemaal niet meer ontspannen en ontstaat kramp.
Waardoor is sportmassage effectief?
Door het toepassen van directe druk op de gebieden waar zich de verklevingen en ophopingen van melkzuur bevinden vloeien we het ‘verontreinigde’ bloed met de afvalstoffen uit de spier. Wanner we de druk dan wegnemen stroomt er zuurstofrijk bloed terug in de spier. Hierdoor kan de spier weer helemaal aan en ontspannen en zijn functie weer uitvoeren.
De oorzaak van de verzuring in de spieren kan na de behandeling door weldoordachte training tot een minimum beperkt worden. Het rechtrichten als trainingsmethode in combinatie met de sportmassage is voor mij en mijn paarden de ideale combinatie om gezond en pijnvrij elke training te kunnen starten en eindigen.
Dry needeling en acupunctuur
Dry Needeling
Dry Needeling
Anatomie
Om een paard goed te kunnen trainen is het belangrijk dat je weet wat je traint.
Met wat bedoel ik welke spieren, spiergroepen, pezen, gewrichten en botten.
Om dit te leren moet je het exterieur kunnen benoemen en beoordelen.
Ook moet je kennis hebben van de anathomie van het paard.
Daarnaast moet je de bewegingen van het paard weten, bij voorbeeld hoe zet het paard zijn benen neer als hij stapt, draaft of in galop is.
Het arrangement De Bewegingstherapeut is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
kim Kuiper
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-09-02 15:42:04
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.