Na Klar! Kapitel 4: Herzblatt
Dit is een webquest. Hier kunnen jullie opdrachten en uitleg vinden.
Wij werken namelijk voor een tijdje uitsluited met de laptop en vergeten de boeken eventjes (behalve de Lernboxen :( ).
Het is de bedoeling, dat jullie tijdens de lessen aan deze opdrachten werken. Krijg je iets niet af kun je makkelijk thuis de opdracht/en afmaken. Het huiswerk staat bij elke paragraaf.
De antwoorden schrijf je in een word-bestand. Uiteindelijk stuur je alle antwoorden naar je docent. Je maakt dus een eigen map met daarin alle antwoorden en het huiswerk. Ieder werkt aan zijn eigen webquest. Aan het einde van de online-lessen gaat de docent je werk controleren.
- Je houdt een persoonlijk woordenlijst bij. Daardoor kan ik bv. zien dat het je eigen werk is.
Bij elke paragraaf maak je je eigen woordenlijkst met woorden waarvan jij denkt, dat deze belangrijk zijn om te weten of omdat je deze woorden nodig had om de tekst te kunnen begrijpen (+ vertaling). De lijst maak je in word en stop je in de map die je uiteindelijk naar je docent/e stuurt.
- Sommige opdrachten vragen om je eigen meningen en voorstellingen. Dat kun je dus ook niet van een ander overschrijven.
- Want het is belangrijk dat je zelf gaat leren, dat kan namelijk niemand voor je doen!
Paragraph 2 (zwei) Abenteuer Berlin
Tijdens deze les leer je over de geschiedenis van Berlijn.
Berlijn is niet voor niets de moeite waard om er een bezoekje aan te brengen.
De stad was lang het middenpunt van de koude oorlog, lang verdeeld in oost en west.
Nu is Berlijn DE culturele hoofdstad van Duitsland. De kans zit er dik in dat je een keer naar Berlijn zult gaan. Ik weet heel erg zeker, dat je de stad anders zal beleven, mooier, boeinder en spannender als je nu op zoektocht gaat naar wat Berlijn voor een stad is en waarom Berlijn is zoals het is.
Abenteuer Berlin: Aufgabe 1
Het gaat nu om de geschiedenis van de belangrijkste Duitse stad: Berlin
Klicke auf die Links und suche die Antworten:
Ik snap niet wat er staat!!! Benutze ein Onlinewörterbuch!!!
Onlinewörterbuch
Vertalen.nu
Die kurfürstliche Residenzstadt
Suche: 1685. Was ist passiert?
Bücherverbrennung
Was ist 1933 passiert und warum?
Is dat wat in Berlijn is gebeurd een eenmailg gebeuren geweest of is zoiets al vaker gebeurd? Zo ja - geef een voorbeeld en leg uit wat er achter zit.
Die Geschichte von Berlin
1. Zoek de volgenden jaartallen op (Ctrl + f)
2. Schrijf op wat er toen aan de hand was.?
a)1685
b)1701: Wat werd gebouwd en door wie? Stap 2: Klik op: Deutschen Dom en beantwoord dan de vraag: Waar werden beide "Domen" gebouwd? link: http://de.wikipedia.org/wiki/Franz%C3%B6sischer_Dom?
c)1838 link: http://de.wikipedia.org/wiki/Berlin-Potsdam-Magdeburger_Eisenbahn?
d)1844 de eerste link boven gebruiken: Geschichte Berlin
e)1953 link: http://de.wikipedia.org/wiki/1953?
Wie is overleden en wat gebeurde op 17. Juni 1953?
f)1961 de eerste link boven gebruiken: Geschichte Berlin
g)1989 de eerste link boven gebruiken: Geschichte Berlin
h)2006 de eerste link boven gebruiken: Geschichte Berlin Terfwoord: Fußball
Wortschatz/Woordenschat:
Lees de zinnen en maak ze compleet. Gebruik de woorden hieronder. Je houdt 3 woorden over.
Schrijf daarna de ontbrekende Nederlandse betekenissen op van de woorden die je hebt ingevuld.
Je schrijft de hele zinnen over in word. De woorden die je moet vertalen plak je bij je eigen woordenlijst. De woorden van deze opdracht moeten vetgedrukt in het worddocument staan.
Dom - ehemaligen - einmaligen - frieren - geflogen - geflohen - gemütlich - Palästen
1. Im 18. Jahrhundert sind viele Franzosen nach Preußen ....
2. Könige und Königinnen wohnen oft in...
3. Mir ist kalt. Mir ... die Füße ab.
4. Am ... Opernplatz = So hieß der Platz früher.
5. Wenn es behaglich und ungezwungen ist, sagt man: Es ist ...
Kontext en betekenis geven:
Je bent bezig met een rondleiding door Berlijn. Als je een keer naar Berlijn gaat is dat uiteraard iets wat erg leuk is om te doen. In Berlijn kan dat door met een groep in een "Rundfahrtbus" stappen of je maakt gebruik van een "Rikscha".
Je leert nu woorden m.b.v. WRTS-lijsten, je leert Duitse woorden en zinnen leren, die bij deze situatie passen.
Als je alles goed hebt, dan maak je een kopie van de gehele site (printscreen) en plak je deze in een wordbestand.
DUS: Je gaat inloggen bij WRTS en dan zoek je de lijsten: Webquest Liste 1 & Webquest Liste 2
WRTS: vandijk0308.wrts.nl. /l.vandjk@sevenwolden.nl /
Trefwoorden: DIN ; Webquest Liste 1 ; Webquest Liste 2
Hausaufgaben
Maken:
AB: Seite 75 (fünfundsiebzig), Aufgabe 17 (siebzehn): Zusammenfassung
Lernen:
TB: Seite 70 (siebzig), Lernbox 2 NL-D/D-NL Tip. Maak zelf ook een lijst in WRTS
Beantwoord vragen rondom de Berlijnse muur:
Hoe doe je dat?
1. Je klikt op onderstaande link en dan kun je op Youtube naar een Nederlands liedje luisteren.
De tekst en de beelden geven je een bepaalde indruk.
Ik wil dat je opschrijft wat je ziet/hoort en dat interpreteerd. Het gaat hier minder om juist of fout, maar veelmeer om hoe jij over iets denkt dat je dus ziet en hoort. Vragen horen er ook bij. Dus begrijp je iets niet dan schrijf de vraag op die in je opkomt. Dat is altijd een mooi aanleiding voor een goed gesprek. Je kunt uiteraard ook zelf uitgaan op een zoektoch. Wikipedia en het internet in het algemeen kunnen je van alle nodige informatie voorzien. Je kunt ook vrienden en familie vragen of zij er iets over weten bijvoorbeeld.
Een vraag die je jezelf zou kunnen stellen:
Je ziet bijvoorbeeld een soldaat (DDR soldaat trouwens) op de vlucht slaan wat zegt je dat?
2. M.b.v. interntebronnen zoals wikipedia probeer je de vraag te beantwoorden waarom "de muur" werd gebouwd en hoe het kwam dat "de muur" in 1989 open ging.
Je kunt hier vast ook even je ouders/verzorgers, tantes/ooms en grootouders vragen. Zo lang is het nog niet geleden.
Ik ben ontzettend benieuwd!!! Zet dus alles wat je i.v.m. het filmpje opschrijft in een word bestand en voeg het bij de rest van de gemaakte opdrachten. Maak een kop met: Huiswerk paragraaf 2:
EN!!! Maak er wat werk van een paar kleine zinnen zijn niet voldoende!!
Berlijnse muur
Paragraph 3 (drei) Liebe
Alles dreht sich um die Liebe!!!! Und am 14. Februar ist schon wieder Valentinstag...Oh je.
Jedes Jahr hoffen Millionen auf den heimlichen Lover, der sich am 14. Februar endlich zeigen wird.
Aber woher kommt der Valentinstag? Wie wird er in anderen Ländern gefeiert? Wie sagt man ich liebe dich auf...?
Und alles rund um die Liebe, jetzt in Kapitel 3. Viel Spass!!
Die liebe Liebe: Aufgabe 2
1. Klicke auf den link, lese den Text und beantworte die folgende fragen.
Valentin wie, was wo, warum.
Valentinstag - Wikipedia
a) Wie gaf de "Valentinstag" zijn naam?
b) Er worden drie verschillende legendes/gebeurtenissen genoemd, welke?
c) Waarom is het nou precies op 14 januari?
d) Wat gebeurde met de eerste man die een vrouw voor haar huis zag (in de middeleeuwen)?
e) Sinds wanner viert men in Duitsland "Valentinstag"?
f) Lees de wikipedia-artikel en schrijf op wat volgens jou verder nog belangrijk is romdom het ontstaan van deze traditie.
g) Wat betekenen de volgende woorden? Stap 1: Probeer eerst de betekenis te raden. Stap 2: Dan pas het woord evt. opzoeken. Neem de woorden op in je woordenlijst.
- die Geschichte
Das ist die Geschichte vom Valentinstag.
- (un)verheiratet/getraut
Valentin hatte verliebte Soldaten getraut, die unverheiratet blieben mussten.
- Lose ziehen
Durch das Lose ziehen wurden Pärchen zusammengeführt und viele verliebten sich wirklich.
- auf Befehl
- enthauptet?
Der Bischof wurde auf Befehl des Kaisers enthauptet.
- ausdrucken (ch drucke etwas aus)
Ich habe nette/süße Bilder im Internet gefunden. Ich drucke sie aus.
- die Sprache/ die Sprachen
Hier findest du Gedichte in vielen Sprachen.
- die Pärchen
Manche Pärchen haben sich ineinander verliebt.
- römisch
Die römische Zahl für 5 (fünf) ist V.
Und woanders auf der Welt? Wie macht man das in Japan?
Klicke auf den link (oben). Drücke Ctrl + f und trage Japan ein.
Je hoeft niet alles nauwkeurig te lezen. D.m.v. de Ctrl + f functie kun je snel vinden wat je zoekt.
Lese den Artikel ab dem Punkt un beantworte die folgenden Fragen:
1. De meisjes nemen het initiatief in Japan, dat is al iets anders dan bij ons. Maar wat geven de meisjes aan de jongens?
2. Wat betekent het woord "honmei"?
3. Blijkbaar wordt chocolade ook "in Büro's" aan collega's gegevn. Hoe zit dat met de kwaliteit van de chocolade?
4. Hoe zit dat met de "Rosafarbton"?
Reimmaschine - Was reimt sich auf?
Schrijf nu zelf een liefdesgedicht. In het Duits uiteraard. De link (boven) is een prima hulpmiddel. Je kunt daar namelijk naar woorden zoeken die "reimen". Maak ook gebruik van uitmuntend.de
Denk erom, dat het mogelijk is te controleren op je een gedicht hebt geknipt en geplakt. Doe het gewoon zelf.
Je kunt ook op: google.de "Liebesgedichte" intikken - vind je vast inspiratie ;)
Hausaufgaben
Maken:
- AB Seite: 78 (achtundsiebzig) Aufgabe: 27 (siebenundzwanzig)
- Het gedicht afmaken in het Duits
Leren:
- TB Seite 70 (siebzig) Lernbox 3 NL-D/D-NL
Paragraph 4 (vier) Freundschaft
Tijdens deze les leer je nieuwe grammatica. Het gaat nu om de 3e naamval.
Geen paniek!! Je weet hier al een beetje over.
Je zult nu regeltjes en schema's leren en die moet je stampen. Zodat je de schema's kunt dromen!
Daarnaast laat ik je zien waar je extra uitleg en oefeningen kunt vinden op internet.
Den Jungen kennt ihr doch noch? (julie kennen hem nog wel)
Als hij het kan - dan kunnen jullie het zeker leren!
Jokertje spreekt Duits
Aufgabe 3
Hoe ga je nu aan de slag?
Ten eerste: Je opent het word-document. Je begint met deel A.
Daarna: Je bekijkt de uitlegvideo's.
Daarna: Je gaat terug naar het word-document en je begint met deel B.
Daarna: Of je kun t direct beginnen met deel C in het word-document of je kiest ervoor eerst nog de
"Übungen" te maken.
Terwijl je bezig bent kun je altijd gebruik maken van de schriftelijke grammatica uitleg of de stappenplan, die hier in het webquest staan.
!!Het word-document met de opdrachten stop je dus ook in je map, die je uiteindelijk inleverd. !!
Wat zijn voorzetsels nou eigenlijk ook alweer?
Dat zijn dus voorzetsels (Nederlandse grammatica)
Aanvullend voor de mensen die het even helemaal niet meer weten.
Video voorzetsels 3e en 4e naamval
Hoort bij word-document
Video persoonlijke voornaamwoorden 1e,3e en 4e naamval
Video 3e naamval
Nu volgen een aantal links. Op deze websites kun je oefeningen maken.
Übung 1 - voorzetsels derde naamval
Übung 2 - gebruik van voorzetsels derde naamval
Übung 3 - persoonlijk voornaamwoord alle 3 naamvallen
Übung 4 - wanneer welke naamval
Übung 5 - herhaling der- en eingroep 1e en 4e namval
Übung 6 - o.a. bezittelijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval
Ontleden - hij-proef aan hem-proef (voor hem-proef) hem-proef
Grammatica
Stappenplan
Hausaufgaben
Maken:
De opdrachten die in het word-document staan moeten af!
Leren:
TB Seite 70 (siebzig) Lernbox 4
Paragraph 5 (fünf) Vorschläge
Nu gaat het over "Lernbox 5" en paragraaf 5. Je kunt je vast herinneren, dat er in het TB dan telkens 3 dialogen staan, links boven een box met "Redemittel" en in je AB moet je telkens bezig met het maken van dialogen en vervolgens oefen je met je buurman/vrouw deze dialogen.
Nu gaat het net iets anders.
Op de volgende pagina zullen jullie de "Redemittel" zien staan. In principe zijn dat de Leer-, lesdoelen (Aan het einde van de les kun je dit en dat uitdrukken in het Duits.)
Wat moet er gebeuren? (meer uitleg/instructie per onderdeel)
1. Door de Redemittel en de signaalwoorden goed te lezen zal je moeten beseffen, dat er een verband is tussen de "Lernbox" en dat wat er in de dialogen staat.
2. Vervolgens lees je de dialogen. Je herhaald dan de zinnen uit de "Lernbox". Herhaling is belangrijk voor de informatieverwerking in je hersenen!
3. In tweetallen bedenk je zelf een passende situatie en schrijven jullie zelf een korte (!) dialoog, die jullie ook kunnen spelen (een mini-rollenspeel)
4. Huiswerk is het afmaken van deze dialogen/je eigen stukje oefenen + opdrachten maken uit het AB. Dus nog een rondje herhalen.
WAAROM? Herhaling is belangrijk + je bent dan al bezig met het leerwerk (Lernbox 5)
Vorschläge - Aufgabe 4
De uiteindelijke opdracht is:
Mini-rollenspel:
In tweetallen schrijven jullie een korte dialoog. Je moet 7x aan het woord zijn geweest en degene met wie je samenwerkt moet ook 7x aan het woord zijn geweest.
Je eigen stukje v/d dialoog oefen je thuis. De volgende les kunnen jullie de situatie spelen in aanwezigheid van jullie docent. (Het hoeft dus niet voor de klas)
Ga nu stap voor stap verder door op "volgende" te klikken en te doen wat daar staat.
Redemittel
1. Open je TB: Seite einundsiebzig - Lernbox fünf.
2. Pak een potlood en geef de zinnen nummers van 1 t/m 35.
3. Zet in een word-document dan de redemittel (mis. kun je die hier ook knippen en plakken);
en zet er uiteindelijk de cijfers bij.
Je leert dan al de Lernbox en je hebt een basis voor je eigen dialoog. Als je dus een idee hebt
voor je dialoog maak even een aantekening.
- Zeggen wat iemand moet doen of laten/ een opdracht geven:
Signalwörter: Jij = du; moeten = müssen
Imperatief/gebiedene wijs:
2.pers.ek = du-vorm; enkel de stam van het werkwoord = Halt (nicht) deinen Mund!
2.pers.mv = ihr-vorm; stam + t = Tragt (tragen = dragen) den Tisch (nicht) ins Wohnzimmer!
3.pers.mv = u-vorm; hele werkwoord = Tragen Sie den Tisch (nicht) ins Wohnzimmer.
nicht = dat iemand het moet laten/niet moet doen
Dus: In welke zinnen v/d Lernbox vind je de gebiedene wijs terug of het woord moeten?
- Waarschuwen/dreigen:
Signalwort: waarschuwen = warnen; anders = oder
Als je doorgaat met...dan; Stop ermee...anders
Tevens zou iemand gebruik kunnen maken van de gebiedene wijs.
Neem nu even een kijkje in de Lernbox - bij de andere onderdelen ook
- Aanmoedigen:
Iemand die aangemoedigd moet worden is meestal bang voor iets of om iets te doen.
Signalwort: bang/bang zijn = die Angst/Angst haben (LET OP! NL met zijn ; D met hebben)
-
- Een voorstel doen of vragen:
Een vraag stellen = W-Wörter aan het begin v/d zin of Het werkwoord staat aan het begin v/d zin.
Zal ik? = Zullen = sollen = Soll ich?
- Iemand adviseren/om raad vragen/om hulp vragen:
Signalwörter: Je moet, raad = der Rat, hulp = Hilfe, nodig hebben = brauchen, advies = der Vorschlag
zullen wij = sollen of wollen wir
Hoe maak je ook alweer een vragende zin in het Duits?
- Een wens uitspreken of vragen:
Signalwort: wens = der Wunsch, wensen = wünschen
Denk aan de zou-vormen: ik zou graag willen = ich würde gerne, zou kunnen = könnte etc.
- Toestemming vragen of geven:
Je/hij/zij etc mag/mogen: dürfen (Modalverben)
- Een aanbod aannemen:
Signalwort: graag = gerne of gewoon "ja", "okay", akkoord = einverstanden
- Overeenstemming bereiken:
Situatie: Iemand zal iets voorstellen, dan zal iemand een ander voorstel doen of het gemaakte voorstel
aanvullen: Zullen we dit en dat doen = sollen; ja/nee; misschien is het beter dat = vielleicht/besser;
ik heb een idee = Ich schlage vor/ Ich habe einen Vorschlag; iets op tegen hebben = etwas dagegen haben; akkoord = einverstanden.
- Weigeren/iets is verplicht:
Signalwort: Nee = nein; wil ik niet = will ich nicht; verplicht = Verpflichting, die Pflicht, je moet = musst
!! Is je weleens opgevallen, dat de dialogen van paragraaf 5 haast compleet uit de zinnen van Lernbox 5 bestaan?!!
Voorbeeld dialogen
Dialoog 1:
Situatie schetsch + betekenis:
Twee (of meerdere personen) ontmoeten elkaar. Iemand vraagt om hulp, advies, een idee, wil dat de ander iets voor hem doet.
Stel je voor je studeerd. Er is een grote kans dat je dan kennis zal maken met een Duitse student (er zijn momenteel namelijk erg veel Duitse studenten, die meestal maar weinig Nederlands kunnen spreken, ze zijn immers nog niet zo lang in Nederland). Deze student moet nog van alles uitzoeken en begrijp evt. een uitleg of opdracht niet. Hij/zij kan je dan dus om hulp of advies vragen. OF
Je werkt in een bedrijf. De meeste bedrijven hebben betrekkingen met Duitse bedrijven. Je wordt gebeld vanuit Duitsland en je "collega" vraagt om hulp of uitleg of advies. Dat kan natuurlijk ook andersom.
!! Wist je trouwens dat Nederland elk jaar ongeveer 8 miljard euro misloopt omdat werknemers onvoldoende Duits kunnen spreken?!!
Katja: Hallo Susi, setz dich doch!
Susanne: Gerne. Hast du einen Moment Zeit?
Katja: Natürlich.
Susanne: Ich brauche deinen Rat.
Katja: Was kann ich für dich tun?
Susanne: Du gehst doch in die Schule für Touristik?
Katja: Ja.
Susanne: Ich würde mir die gerne mal angucken.
Katja: Soll ich dich mal mitnehmen?
Susanne: Das wäre nett. Ich traue mich nämlcih nicht alleine.
Katja: Nur keine Angst! Passt es dir morgen?
Susanne: Dann habe ich einen Termin. Geht es auch nächste Woche?
Katja: Okay.
Dialoog 2:
Situatie schets + betekenis:
Een vriend/vriendin van je is niet goed bezig met wat dan ook. Als vriend is het min of meer je plicht iemand dan daarop te wijzen. Je hebt immers het beste met hem/haar voor.
Denk terug aan dialoog 1. Ook nu kun je weer denken aan een Duitse medestudent/e of een handelsrelatie.
Als werknemer wil je natuurlijk het beste voor je bedrijf en als er dreigt iets mis te lopen ben je ook verplicht daarvoor te zorgen dat het wel goed komt. Dus als er iets mis gaat bij je Duitse collega's moet je misschien even bellen en het probleem aankaarten.
Stefan: Du tust nichts mehr für die Schule.
Martin: Nein. Warum auch?
Stefan: Das geht schief so. Ich warne dich.
Martin: Was geht dich das an?
Stefan: Du bist mein Freund.
Martin: Ich will eine Lehre machen.
Stefan: Tust du mir einen Gefallen?
Martin: Mit Jankow reden, meinst du?
Stefan: Ja. Du musst etwas unternehmen.
Martin: Ich brauche keine Hilfe.
Stefan: Hör auf mit dem Quatsch, oder ich rede nicht mehr mit dir.
Martin: Okay, okay. Schon gut.
Stefan: Man braucht zuerst ein Diplom. Nur damit kann man (eine) Karriere machen
Martin: Leider ja.
Dialoog 3:
Situatie schets + betekenis:
Je hebt iets met (meerdere) mensen afgesproken. Je hebt bv. een tijd, plek en wat je wil gaan doen bepaald in afspraak met je vrienden. Maar er gaat iets mis en nu dreigt van alles mis te gaan. Samen moeten jullie erover nadenken wat je nu wel of beter niet kunt doen om ervoor te zorgen at het alsnog goed komt.
Studenten tijd is ook de tijd van lol hebben, samen biertjes drinken, uitstapjes maken noem maar op. Ook ben je nog wat jonger maak je vaak afspraken om iets te ondernemen. Ik geef hier vaak studenten aan omdat je uiterst dan hoogstwaarschijnlijk in contact zal komen met Duitsers.
Stefan: Patrick und Lisa müssten schon hier sein.
Katja: Wenn sie nicht rechtzeitig da sind, können wir die Tour vergessen.
Stefan: Was machen wir jetzt? (Was sollen wir jetzt machen?)
Katja: Keine Ahnung. Nils darf hier nicht parken. Das ist nicht gestattet (= toegestaan, D= erlaubt)
Stefan: Wollen wir ihn anrufen? (sollen wir - kan ook)
Katja: Nils? Ich habe seine Nummer nicht dabei.
Stefan: Hm. Das ist also keine gute Idee.
Katja: Hast du einen besseren Vorschlag?
Stefan: Eigentlich nicht. Was schlägst du vor?
Katje: Wollen wir uns hier drüben hinstellen? Da sieht Nils uns bestimmt. Und er darf dort halten.
Oder hast du etwas dagegen?
Stefan: Nein, nein. Einverstanden.
Hulp bij je eigen dialoog en thuis oefenen
Waar kan ik hulp vinden/ Hoe pak ik het aan?
Maak het niet te ingewikkeld. Ik wil dat jullie vooral werken met de zinnen uit de Lernbox en dus ook de voorbeeld dialogen.
Je hebt deze nu gelezen en ook de Lernbox bekeken. Bedenk nu in tweetallen een situatie. Deze situatie hoeft helemaal niet echt te verschillen van die, die in de voorbeeld dialogen worden geschetst.
Je kunt eerst voor jezelf 7 zinnen bedenken/kiezen en dan voegen jullie dat wat jullie hebben samen. Misschien moet je dan sommige zinnen een beetje aanpassen, maar je hebt dan wel een basis.
Hulpmiddelen:
Je "Textbuch" > Lernbox 5 en paragraaf 5.
Je "Arbeitsbuch" > Seite: zweiundachtzig (82), dreiundachtzig (83) und vierundachtzig (84)
Uitspraakregels Duits
Hoe kan ik Lernbox 5 leren?
Hoe kun je thuis de zinnen uit Lernbox 5 & 6 leren:
Er is nooit 1 goede/ juiste manier van leren. Je zul moeten zoeken naar een manier, die het beste bij je past.
Je kunt hier ook heel veel over vinden op internet.
Ik kan je wel een paar tips geven.
- Als je de opdrachten zoals aangeboden in het Webquest hebt gemaakt, heb je al een rondje geleerd.
En heb je ook geoefend deze zinnen toe te passen.
- Maak zelf een lijst in WRTS, maar let op, dat je de zinnen er ook zonder spelfouten in zet.
- Zet de nummers, die je voor de zinnen in de Lernbox hebt geplaats ook in de dialogen van paragraaf 5.
MET POTLOOD!! Door te moeten zoeken moeten je hersenen de moeite doen om de zin, die je zoekt net
iets langer te onthouden.
- Splits de zinnen op! Vaak hoor ik: Lernbox 2 en 3 zijn veel makkelijker te leren. Dat klopt, want je moet maar 1 woord onthouden. Dus:
- woorden hebben een functie. Maak een lijst/tabel met: zelfstandig naamword, werkwoord, pers.vnw. etc.
- Verdeel de woorden. Voorbeeld: Ich brauche deinen Rat
Pers.vnw.: Ich (1e naamval/onderwerp)
werkwoord: brauchen (ich brauche, du brauchst etc = regelmatig)
bezittelijk vnw: deinen (jouw = deinen Rat = lijdend voorwerp = 4e = Rat (m.) = deinen)
zelfst.nmw.: Rat = der Rat
(uitleg erachter is aan jou of je het erbij wilt zetten of niet. Je oefent er wel direct grammatica mee)
- Sommige mensen vinden het prettig leren als zij er iets bij kunnen zien of horen.
- Je kunt een tekening bij een woord of zin maken.
- Heb je de zinnen in WRTS gezet kun je deze ook luisteren. En spreek de zinnen uit!
- Dan zijn er nog de goede oude "flash-cards".
- Wetenschappers hebben aangetoond dat als je woorden nog een keer (dus niet alleen dan) voor het slapen gaan leert, je een groter kans hebt op een opname in het langetermijngeheugen. Goede slaap doet iets met je!
- MAAR: Het allerbelangrijkst is het herhalen!!! kort van te voren intensief leren is misschien net voldoende voor de volgende dag. MISSCHIEN!! Je moet wel een woordenschat opbouwen, dus volgende week vergeten kan ernstige gevolgen hebben voor later.
Hoe was dat? Hoe werkt dat met het onthouden van iets?
Zo werkt het dus
Geheugencursus
Hausaufgaben
Maken:
- AB Seite 82 (zweiundachtzig) Aufgabe 40, Seite 83 (dreiundachtzig) Aufgabe 42, Seite 84 (vierundachtzig)
Aufgabe 44
- Jullie dialoog moet volgende les klaar zijn en je moet thuis je 7 zinnen even oefenen i.v.m. uitspraak.
Leren:
- TB Seite 71 (einundsiebzig) Lernbox 5 (NL-D)
Paragraph 6 (sechs) Herzklopfen
PARTY! FLIRTEN! KÜSSEN!!!!!!
Aufgabe 5 Bist du ein Mädchen? Klik hier!
Hattest du schon mal Herzklopfen?
Bist du ein "Flirt-Monster" ? Oder wären ein paar Tips ganz gut?
Klicke auf diesen link und bekommst einen Menge Tips wie du am beste einen Jungen verführen kannst!
PS:
De opdrachten staan onderaan, net als een aantal woorden die je helpen te begrijpen wat je moet lezen.
Bravo.de
Aufgabe 1:
De vragen en antwoorden zet je in een word-document.
- Open de link en klik op: Zum Artikel
Wörter: (vergeet je eigen woordenlijst niet. Zoek zelf ook woorden op)
schüchtern = verlegen
aufnehmen/ ich nehme auf = opnemen i.v.m. oogcontact = maken
die Fläche = vlakte, maar tussen je ogen = de plek tussen je ogen
unterhalten = met iemand praten
unbeschwert = onbezord
leichtherzig = luchthartig
streichen = strijken/wrijven
Vraag 1: Wat kan men leren?
Klicke auf: Hier geht's los
Vraag 2: Waarvoor zijn jongens bang? Wat helpt dan om jongens de eerste stap te laten zetten?
Vraag 3: Hoe zit dat met het oogcontact maken?
Vraag 4: Waar komt het tijdens een gesprek met een jongen op aan?
Vraag 5: Wat moet je zeker niet doen in het eerste gesprek?
Vraag 6: Hoe zit dat met je non-verbale-communicatie?
Vraag 7: Wat heeft je haar met flirten te maken?
Vraag 8: Hoe kun je flirten oefenen?
Aufgabe 2:
Sluit het tabblad en open de link nog een keer. Kopier dit:
Dr. Sommer-Test: Bist Du ein Flirt-Profi?
en plak het daar waar je naar iets kunt zoeken.
- Klik op "mehr" dan op "hier geht's los" en start de test.
- En? Wat is het resultaat? Ben je een flirtprofi?
Flirten tijdens feestjes - dat kennen we allemaal. Natuurlijk wil je de volgende dag alles vertellen aan je beste vriend of vriendin. Die is er helaas niet...dus...
Schreibe eine Email:
Gebruik "Lernbox 6" en uitmuntend.de. Vragen en antwoorden zet je in een word-document.
Je maakt er uiteindeljik een mooi briefje van. Hoe? Kijk even op pagina 66 in je "Textbuch".?
1. Zeg dat je feest geweldig leuk was.
2. Zeg dat jouw vrienden het hebben georganiseerd.
3. Zeg dat ze een ruimte hebben gehuurd.
4. Zeg dat jullie karaoke hebben gedaan en veel hebben gelachen.
5. Zeg dat de stemming super was.
6. Zeg dat jullie later tot vroeg in de morgen in de disco hebben gedanst.
7. Zeg tegen de ander dat het jammer is dat hij/zij er niet bij kon zijn (dus de du-vorm hé!).
8. Zeg dat je een leuke jonge/meisje hebt gezien.
9. Zeg dat je als meisje niet de eerste stap durft te nemen.
10 Zeg dat je niet wist wat je moest gaan doen.
11. Zeg dat je geprobeerd hebt oogcontact te maken.
12. Zeg dat je jullie een afspraak hebben gemaakt.
13. Zeg dat hij/zij je so snel mogelijk terug moet schrijven.
!! Uiteraard hoort bij het schrijven van een mail een goed begin en einde!!
Aufgabe 5 Bist du ein Junge? Klik hier!
Hattest du schon mal Herzklopfen?
Bist du ein "Flirt-Monster" ? Oder wären ein paar Tips ganz gut?
Klicke auf diesen link und bekommst einen Menge Tips wie du am beste ein Mädchen verführen kannst!
PS:
De opdrachten staan onderaan, net als een aantal woorden die je helpen te begrijpen wat je moet lezen. ??
Bravo.de
Aufgabe 1:
De vragen en antwoorden zet je in een word-document.
- Open de link en klik op:?? "So angelst du dir dein Traumgirl"??
Wörter: (vergeet je eigen woordenlijst niet. Zoek zelf ook woorden op)
trauen = durven
ansprechen / trauen jemanden anzusprechen = durven iemand aan te spreken.
auf jemanden stehen = op iemand vallen/iemand leuk vinden
neugierig = nieuwsgierig
dennoch = toch/echter
einen Witz reißen = een grap maken
sich locker machen = ontspannen (Mach dich mal locker, Alter! = Relax, man!)
Pferdeschwanz = paardenstaart
Klicke auf: "Hier geht's los"
Vraag 1: ?Meisjes willen wat..? En wat hoeft niet per se? Waar moet je op letten?
Vraag 2: Uiteraard! Wat is voor meisjes belangrijk? Waar kun je beter niet over beginnen?
Vraag 3: Dennoch: en dan...? wat staat er?
Vraag 4: Een portie van wat helpt tijdens het flirten?
Vraag 5: Okee complimenten dat is logisch. Maar dat kun je dus ook fout doen. Hoe moet het?
Vraag 6: Wat is de "final touch"?
Aufgabe 2:
Sluit het tabblad en open de link nog een keer. Kopier dit:
Dr. Sommer-Test: Bist Du ein Flirt-Profi?
en plak het daar waar je naar iets kunt zoeken.
- Klik op "mehr" dan op "hier geht's los" en start de test.
- En? Wat is het resultaat? Ben je een flirtprofi? ? ?
Flirten tijdens feestjes - dat kennen we allemaal. Natuurlijk wil je de volgende dag alles vertellen aan je beste vriend of vriendin. Die is er helaas niet...dus...?
Schreibe eine Email:
Gebruik "Lernbox 6" en uitmuntend.de. Vragen en antwoorden zet je in een word-document.
Je maakt er uiteindeljik een mooi briefje van. Hoe? Kijk even op pagina 66 in je "Textbuch".
1. Zeg dat je feest geweldig leuk was.
2. Zeg dat jouw vrienden het hebben georganiseerd.
3. Zeg dat ze een ruimte hebben gehuurd.
4. Zeg dat jullie karaoke hebben gedaan en veel hebben gelachen.
5. Zeg dat de stemming super was.
6. Zeg dat jullie later tot vroeg in de morgen in de disco hebben gedanst.
7. Zeg tegen de ander dat het jammer is dat hij/zij er niet bij kon zijn (dus de du-vorm hé!).
8. Zeg dat je een leuke jonge/meisje hebt gezien.
9. Zeg dat je als meisje niet de eerste stap durft te nemen.
10 Zeg dat je niet wist wat je moest gaan doen.
11. Zeg dat je geprobeerd hebt oogcontact te maken.
12. Zeg dat je jullie een afspraak hebben gemaakt.
13. Zeg dat hij/zij je so snel mogelijk terug moet schrijven.
!! Uiteraard hoort bij het schrijven van een mail een goed begin en einde!!??
Hausaufgaben
Maken:
AB Seite fünfundachtzig (85) Aufgabe 47
Leren:
TB Seite einundsiebzig (71) Lernbox 6 (NL-D)
Proefwerk
Je kunt natuurlijk alsnog gebruik maken van je AB en TB.
Lees de teksten en maak de opdrachten. Wat vooral een goede voorbereideing is, is de ePack op it's learning. Daarmee kun je het gehele hoofdstuk oefenen (Assessment) of alleen de grammatica (paragraaf 4). Dan is er nog de Wort- en Grammatiktrainer.
Als je opdrachten uit het AB maakt - laat ze even aan je docent/e zien. Je wilt natuurlijk weten of je het allemaal klopt.