Aufgabe 3

Hoe ga je nu aan de slag?

Ten eerste: Je opent het word-document. Je begint met deel A.
Daarna: Je bekijkt de uitlegvideo's.
Daarna: Je gaat terug naar het word-document en je begint met deel B. 
Daarna: Of je kun t direct beginnen met deel C in het word-document of je kiest ervoor eerst nog de
                "Übungen" te maken.

Terwijl je bezig bent kun je altijd gebruik maken van de schriftelijke grammatica uitleg of de stappenplan, die hier in het webquest staan.

!!Het word-document met de opdrachten stop je dus ook in je map, die je uiteindelijk inleverd. !!

Word-document (paragraaf 4)

Wat zijn voorzetsels nou eigenlijk ook alweer?

Dat zijn dus voorzetsels (Nederlandse grammatica)
Aanvullend voor de mensen die het even helemaal niet meer weten.

Video voorzetsels 3e en 4e naamval
Hoort bij word-document

Video persoonlijke voornaamwoorden 1e,3e en 4e naamval

Video 3e naamval

Nu volgen een aantal links. Op deze websites kun je oefeningen maken.

Übung 1 - voorzetsels derde naamval

Übung 2 - gebruik van voorzetsels derde naamval

Übung 3 - persoonlijk voornaamwoord alle 3 naamvallen

Übung 4 - wanneer welke naamval

Übung 5 - herhaling der- en eingroep 1e en 4e namval

Übung 6 - o.a. bezittelijke voornaamwoorden 1e en 4e naamval

Ontleden - hij-proef aan hem-proef (voor hem-proef) hem-proef