Zorgvragers met aandoeningen aan de hersenen

Zorgvragers met aandoeningen aan de hersenen

WELKOM!

 

Beste leerling deze digiles gaat over zorgvragers met aandoeningen aan de hersenen.

Deze digiles hoort bij het vak doelgroepen. Je gaat de komende twee weken met deze digiles aan de slag.

Je leert tijdens deze digiles over de volgende onderwerpen:

 

  • Zorgvragers met een CVA
  • Ziekte van Parkinson

 

Casus

 

Je bent stage aan het lopen in verpleeghuis de Zoute Viever in Oost-Souburg. Je loopt op een kleinschalige woonvorm met zes zorgvragers. Je hebt het er erg naar je zin, maar je merkt dat er niet veel achtergrond informatie te vinden is over de ziektebeelden van de zorgvragers. Je kaart dit aan bij je begeleider en die geeft je hier gelijk in. Ze vindt ook dat extra informatie voor stagiares beschikbaar moet komen. Ze vraagt je drie opdrachten te maken waarin jij twee ziektebeelden gaat uitdiepen voor de afdeling en andere stagiares.

 

 

Werkwijze

 

Aan de linkerzijde van deze pagina zie je een menu. De eerste zeven menuknoppen bevatten informatie die je nodig hebt om de opdracht te kunnen uitvoeren.

 

In de knoppen daaronder vindt je vervolgens: (Door met je muis op de hyperlink te gaan staan en vervolgens Ctrl+klik te doen, zal de pagina in een nieuw venster openen.)

 

Planning

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Beoordelingsmodel

Aanvullende informatie

 

Begin methet maken van een planning. Ga vervolgens met de opdrachten aan de slag. Begin bij opdracht 1 en eindig met opdracht 3.

 

Om deze opdracht met een voldoende af te sluiten moet je minimaal 55 punten halen.

 

Veel plezier en succes!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zorgvragers met een CVA

 

CVA staat voor cerbro vasculair accident en betekent vrij vertaald dat er een ongeluk is gebeurt in de bloetvaten van de hersenen. Hierdoor wordt de bloedsomloop in een gedeelte van de hersenen verstoord.

 

Het hersenweefsel wat voorbij de plaats van het ongeluk met het bloedvat ligt krijgt dan geen of onvoldoende bloed. Het gevolg daarvan is dat er geen of weinig zuurstof en glucose in een deel van de hersenen komt, waardoor een deel van de functie van de hersenen uitvalt.

 

Soms kan dit functieverlies van een voorbijgaande aard zijn, maar meestal is dit functieverlies blijvend. Eeen CVA treedt vrijwel altijd op in één helft van de hersenen. Dus of in de linkerhersenhelft, of in de rechterhersenhelft. Vaak wordt niet de gehele hersenhelft beschadigd, maar een gedeelte ervan.

 

Ga naar:

 

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Aanvullende informatie

 


 

bron: www.hartsichting.nl

 


Oorzaken CVA

Oorzaken van een CVA.

 

Een CVA is een verzameling van aandoeningen die met elkaar gemeen hebben dat hun oorzaak het gevolg is van een stoornis in de bloedvoorziening van de hersenen.

 

Een CVA is onder te delen in onbloedige en een bloedige vorm. Bij de bloedige vorm is er sprake van van een bloeding doordat er een bloedvat kapot is gegaan. Bij de onbloedige vorm is er sprake van een afsluiting van bloedvaten door een verstopping. Dit noemen we ook wel een infarct.

Een CVA heeft in 80% van de gevallen een onbloedige oorzaak.

 

 

Onbloedige CVA.

 

Tot een onbloedige CVA rekenen we:

 

  • een hersentrombose: dit is een bloedstolsel dat vast is komen te zitten aan de beschadigde binnenzijde van een ader. Dit gebeurt meestal, omdat er sprake is van arterisclerose. (verkalking van de bloedvaten
  • een hersenembolie: dit is een bloedstolsel dat buiten de hersenen is gevormd en uiteindelijk blijft steken in een hersenslagader. Dit bloedstolsel is meestal in het hart ontstaan.

 

Bloedige CVA.

 

Tot een bloedige CVA rekenen we:

 

  • de hersenbloeding; dit treedt meestal plotseling op, vooral bij mensen met een hoge bloeddruk en aderverkalking. De aanleiding voor een CVA is dan meestal een plotselinge bloeddrukstijging door bijvoorbeeld lichamelijke inspanningen. Hierdoor kan een verzwakt bloedvat in de hersenen scheuren.
  • een bloeding tussen de slijmviezen: een bloedvat met een verwijding (aneurysma) zal scheuren en een bloeding veroorzaken.
  • een bloeding tussen het hersenvlies en de schedel: dit ismeestal als gevolg van een ongeval.

 

 

Ga naar: 

 

Opdracht 1

Opdracht 3

Aanvullende informatie


BRON:

Abrahamse, C.A. Gloudemans M.H.A.J. Steenbakkers, L.J.M. Verzorgen van chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvragers 308.  Baarn. nijghversluijs

http://www.cva-samenverder.nl/index.php 

Verschijnselen CVA

 

Zenuwbanen die uit het hersengebied komen, kruisen zich hoog in het ruggenmerg. Op deze wijze regelt de linkerkant van de hersenen de rechterkant van het lichaam, behalve van het hoofd, en de rechterkant van de hersenen de linkerkant van het lichaam.

 

Bij het uitvallen van een gebied aan de rechter- of linkerhersenhelft vertoont de tegenovergestelde helft van het lichaam uitvalsverschijnselen. Voor het gezicht geldt dat juist dezelfde helft is aangedaan.

 

Lichamelijke gevolgen:

* Verlamming:

  • Hemiplegie: verlamming van één zijde van het lichaam.
  • Hemiparese: gedeeltelijke verlamming of verlies van spierkracht aan één zijde van het lichaam.
  • Halfzijdige gevoelsstoornissen (vrijwel altijd aan de kant van de verlamming). Per persoon kan het verschillen welk gevoel verminderd is (pijn, warmte, koude, houding, beweging, tast).
  • Hemianopsie: één helft van het gezichtsveld is uitgevallen. De oorzaak ligt in de hersenbeschadiging, er is niets mis met de ogen.
  • Incontinentie of niet goed uit kunnen plassen.
  • Epilepsie: de grootste kans hierop bestaat in de eerste maanden na de beroerte. De aanvallen kunnen zowel geheel als gedeeltelijk zijn.


Onzichtbare gevolgen

* Cognitieve gevolgen:

  • Aandacht- en concentratiestoornissen: moeite met concentreren en verdelen van aandacht; tragere snelheid van denken en informatieverwerking.
  • Geheugenstoornissen: opgeslagen informatie niet meer (goed) kunnen oproepen; problemen met opslaan van informatie in het kortetermijn- en/of langetermijngeheugen, voorwerpen of gezichten niet meer kunnen herkennen (agnosie).
  • Stoornissen in de planning en uitvoering van doelgerichte activiteiten: problemen met het formuleren van doelen; moeite met meervoudige dagelijkse activiteiten zoals koffiezetten of koken (apraxie).
  • Constante vermoeidheid: 70 procent van de getroffenen heeft last van vermoeidheid, die ongewoon en extreem is. Deze vermoeidheid kan niet in verband gebracht worden met inspanning en is van lange duur.


* Gevolgen op gebied van communicatie:

  • Taalstoornissen: moeite met vinden van woorden, problemen met het vormen of begrijpen van taal (afasie); gebruik van rare woorden en zinnen; gebruik van lange zinnen of te veel praten; informatie letterlijk nemen in plaats van figuurlijk.
  • Spraakstoornissen: als de spieren van de mond verlamd zijn of niet gecoördineerd kunnen bewegen, wordt de spraak moeilijk verstaanbaar (dysartrie).


* Gedragsmatige gevolgen:

  • Niet kunnen leren van ervaringen: geen of verminderd ziekte-inzicht kan leiden tot overmoedig en riskant gedrag; zelfoverschatting.
  • Verstoorde controle: ongeduldig; impulsief; rusteloos of gejaagd; prikkelbaar; agressief.
  • Verlies van zelfredzaamheid: dit kan leiden tot terugtrekking en weinig initiatief.


* Emotionele gevolgen:

  • Als direct resultaat van de schade die de beroerte aan de hersenen heeft veroorzaakt: vaak is er een depressieve stemming, soms een overmatige vrolijkheid. Andere karakterveranderingen die kunnen optreden: sociaal onaangepast gedrag; vloeken en agressiviteit; snel huilen; verhoogde prikkelbaarheid; veranderd gevoel voor humor.
  • Als reactie van de getroffene op de klachten of op de reacties van de omgeving: voorbeelden zijn: gebrekkig zelfvertrouwen; somberheid en depressie; onzekerheid; angst voor het optreden van een nieuwe beroerte; gevoelens van frustratie en machteloosheid.

 

 

Ga naar:

 

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Aanvullende informatie

 

 

Bron:

www.cva-samenverder.nl

Abrahamse, C.A. Gloudemans M.H.A.J. Steenbakkers, L.J.M. Verzorgen van chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvragers 308.  Baarn. nijghversluijs?

Verzorging CVA

 

In het algemeen zal de verzorging van een zorgvrager die een CVA heeft doorgemaakt de volgende specifieke aspecten omvatten.

 

Houding en beweging.

 

In de eerste fase zal de behandeling gericht zijn op het grootst mogelijk herstel van zelfredzaamheid.

Fysiotherapie.

Fysiotherapie zal bestaan uit het helpen versterken van zwakke spieren en het passief bewegen van verlamde gewrichten. Dit om contracturen zo veel mogelijk te voorkomen. Verder zal de fysiotherapeut zich vooral richten op het zo veel als mogelijk inschakelen van de aangedane zijde en het oefenen van de "gezonde kant". Deze zal tenslotte het meeste werk moeten gaan doen. Dit zal wel in een gedoseerde mate dienen te gebeuren, omdat te veel inspanningen het spastische bewegingspatroon doet toenemen.

 

Stimuleren van de verlamde zijde.

Het is belangrijk dat de verlamde zijde van het begin af aan gestimuleerd wordt. De verzorging zal de zorgvrager altijd aan de aangedane zijde moeten benaderen. Op deze manier wordt de zorgvrager gestimuleerd om regelmatig in de richting van de verlamde kant van zijn lichaam te kijken.

 

Hemiplegische houding.

Door de spastische verlamming zal de zorgvrager de neiging hebben een hemiplegische houding aan te nemen. Onder een hemiplegische houding verstaan we het volgende:

 

  • het hoofd wendt zich naar de hersenhelft die schade opgelopen heeft.
  • de nekspieren aan de aangedane zijde verkorten zich.
  • de verlamde schouding is enigzins naar beneden gezak en de hand en arm zijn naar binnen gebogen.
  • de romp aan de verlamde zijde verkort zich.
  • de knie is overstrekt en de voet bevindt zich in de spitsvoetstand.

 

Bevorderen van een symmetrische houding.

Er moet er zo veel mogelijk naar gestreefd gaan worden om een symmetrische houding te krijgen bij een zorgvrager met een CVA. Dit kun je bereiken door de volgende stappen.

 

  • voordat een zorgvrager een handeling gaat uitvoeren moet de aanwezige spasticiteit in arm of hand weggenomen worden door tegengestelde bewegingen te maken.
  • bij alle activiteiten moet de zorgvrager aan de aangedaane zijde worden gestimuleerd.
  • activiteiten uit laten voeren met beide handen.
  • goede houding bevorderen bij het lopen door te werken met loopstok en een drie- of vierpoot.

 

Afasie.

 

Een afasie is een taalstoornis. De zorgvrager zal over het algemeen moeite hebben met communiceren. Door deze stoornis zal de zorgvrager zich eenzaam kunnen voelen, omdat contacten verminderen. De zorgvrager kan moeite hebben met het uiten en begrijpen van taal.

 

de volgende punten zijn van belang bij het begrijpen van taal:

  • Probeer een gesprek te voeren in een rustige omgeving
  • probeer mededelingen zo eenvoudig mogelijk te doen.
  • spreek rustig, in korte zinnen, maar wel op een natuurlijke manier.
  • vraag één ding tegelijk en wacht dan eerste reactie af.
  • houd er rekening mee dat er voornamelijk trefwoorden uit een mededeling begrepen worden. Benadruk deze trefwoorden met je stem.
  • wijs, als het mogelijk is, aan waarover je spreekt. Of maak gebruik van gebaren.
  • schrijf trefwoorden op tijdens een gesprek. Maak eventueel eenvoudige tekeningen.?

 

De volgende punten zijn van belang bij het uiten van taal.

  • stel korte gesloten vragen.
  • blijf stimuleren tot aanwijzen, gebaren, tekenen of schrijven
  • gebruik een taalzakboek, als de zorgvrager dit heeft.

 

Huidverzorging

 

Door de slechte doorbloeding van de verlamde lichaamshelft is er een grote kans op snel ontstaan van decubitus.

Verder is door de gevoelloosheid een gevaar, huiddefecten worden niet gevoeld. Hierdoor kan de huid gemakkelijk beschadigen door bijvoorbeeld warmte en of kou.

Goede controle van de huid is hierbij zeer noodzakelijk.

 

Gezichtsvermogen.

 

Door een CVA kunnen er gezichtsveldbeperkingen ontstaan. Rechtszijdige verlamden hebben vaak een rechtszijdige uitval van het gezichtsvermogen, bij een linkszijdige verlamming is er vaak een linkszijdige uitval van het gezichtsvermogen. Hierdoor kunnen deze zorgvragers bij het lezen vaak maar een halve bladzijde zien. Bij het eten zien ze vaak maar een half bord. Het is belangrijk om van deze stoornis op de hoogte te zijn, zodat hier rekening mee gehouden kan worden. Zorg dat de zorgvrager je kunt zien en plaats voorwerpen in het zicht van de zorgvrager. 

In de ruimtelijke waarneming kunnen ook stoornissen optreden. Hierdoor kan een zorgvrager afstanden niet goed inschatten, waardoor hij bijvoorbeeld een kopje koffie naast de tafel zet.

 

Mondverzorging.

 

Door een verlamming zou een zorgvarger minder goed zijn tong kunnen bewegen. Hierdoor zal hij onvoldoende zijn mondholte en tanden kunnen reinigen. Ook zal een kant van de mond niet of nauwelijks gevoeld worden, waardoor etensresten in de wangzak kunnen blijven zitten.

Een goede mondverzorging is daarom van belang. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld de mond spoelen en samen met de zorgvrager regelmatig de tanden poetsen.

 

Geheugen.

 

Wanneer er sprake is van een beperkte geheugencapaciteit kan dit inhouden dat de zorgvrager slechts delen van een mededelinmg kan onthouden en uitvoeren.

Het is dus goed om mededelingen kort en krachtig te formuleren en niet te veel informatie in een keer te geven. Probeer zo veel mogelijk geheugensteuntjes in te bouwen, maak eventueel gebruik van een agenda.

 

Apraxie.

 

Apraxie is een stoornis in de bewegingsactiviteit die het onmogelijk maakt handelingen te doen om een bepaald doel te bereiken. Het lukt de zorgvrager bijvoorbeeld niet om de kleding op de juiste manier en de juiste volgorde aan te trekken.

Geef de zorgvrager tijdens het aankleden nauwkeurig feedback. Wacht niet totdat de zorgvrager al klaar is met aankleden, want dan is de feedback niet doeltreffend.

 

Emoties.

 

Een zorgvrager kan gedeeltelijk verlies vertonen van emotionele controle. Hij kan plotseling lachen of zonder duidelijke reden in huilen overgaan.

Het is van belang dat je goed het onderscheid weet te maken tussen echt verdriet en dwangmatig huilen. Hierdoor kun je of aandacht en warmte geven aan de zorgvrager en anders kun je het beste proberen de zorgvrager af te leiden om gedrag te doorbreken.

 

Psychosociaal functioneren.

 

Het getroffen worden door een CVA is een geheel onverwacte gebeurtenis die een diepgaande invloed heeft op het leven van een zorgvrager. het CVA heeft een einde gemaakt aan alles wat gewoon was. De zorgvrager wordt geconfronteerd met allerlei beperkingen. Gevoelens van onmacht kunnen zich uiten in agressie.

Wanneer een zorgvarger een afasie heeft, komt er nog bij dat emoties en gedachten moeilijk onder woorden te brengen zijn. reacties als driftig worden, prikkelbaar zijn of in paniek raken kunnen dan voorkomen. Ook kan de zorgvrager zich juist terugtrekken en zich afzonderen.

 

Het is goed om stil te staan bij het onvermogen van de zorgvrager, om begrip en geduld op te brengen, maar ook om te kunnen aansluiten bij de gezonde, niet beschadigde deel, zodat resterende mogelijkheden zo optimaal mogelijk zullen worden gebruikt.

 

 

Ga naar:

 

Opdracht 1

Aanvullende informatie

 

 

BRON:

Abrahamse, C.A. Gloudemans M.H.A.J. Steenbakkers, L.J.M. Verzorgen van chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvragers 308.  Baarn. nijghversluijs?

www.hersenstichting.nl

 

 

 

 

Ziekte van Parkinson

 

De ziekte van Parkinson is een progressieve ziekte, in de volksmond ook wel "beefziekte" genoemd. Het is een aandoening van het contrale zenuwstelsel waarbij een stoornis optreedt in de verbinding tussen de hersenen en de spieren.

Mensen met de ziekte van Parkinson hebben steeds minder dopamine in hun hersenen, waardoor zij problemen krijgen met het bewegen. als het tekort aan dopamine groter wordt, vind ook weefselafbraak plaats.

De ziekte openbaart zich meestal tussen het vijfstigste en vijenzestigste levensjaar en komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.

 

BRON:

www.parkinson.nl

Oorzaak ziekte van Parkinson

 

Over de oorzaken van de ziekte van Parkinson is eigenlijk nog niets bekend. de laatste tijd denkt men dat de oorzaak wel eens in een giftige eigen stofwisselingsproduct zou kunnen zitten. op dit terrein vindt nu veel onderzoek plaats

 

Ga naar:

 

Opdracht 1

Opdracht 3

Aanvullende informatie

 

BRON:

Abrahamse, C.A. Gloudemans M.H.A.J. Steenbakkers, L.J.M. Verzorgen van chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvragers 308.  Baarn. nijghversluijs

Verschijnselen Parkinson

 

De ziekte begint meestal aan één zijde en blijft aan die zijde altijd het ernstigst. De eerste verschijnselen zijn vaak subtiel: een van de armen zwaait niet mee bij het lopen, men gaat klein en kriebelig schrijven. De tremor, het beven, kan geheel afwezig zijn, wat de diagnose kan vertragen. Kenmerkend voor de parkinson-tremor is, dat hij vrij grof is, en ook in rust optreedt. Geleidelijk aan worden bewegen en alledaagse bezigheden steeds moeilijker. 

 

Motorische Verschijnselen

De ziekte van parkinson kan een groot aantal motorische verschijnselen met zich meebrengen.

De kernverschijnselen bij de ziekte van parkinson zijn:

  •  Rigiditeit (stijfheid van de ledematen) 
  • Akinesie (hypokinesie) (bewegingsarmoede) 
  • Rusttremor (trillen bij rust) (eerst aan één hand, arm of been, later aan beide) 
  • Gestoorde (voorovergebogen) houding en gestoorde houdingsreflexen.
  • Micrografie (klein en kriebelig schrijven)
  • Maskergelaat (uitdrukkingsloos gezicht)
  • moeilijk slikken en spreken
  • Verminderde opvangreflexen en balans
  • Moeite om te starten of veranderen van beweging (wisselen van motorisch programma).
  • Afwijkend looppatroon: neiging steeds harder te gaan lopen, met kleine passen (omdat een normaal looppatroon niet goed lukt, laten patiënten zich voorover vallen en "lopen" ze op hun opvangreactie

 

Symptomen van het autonoom zenuwstelsel

Het autonoom zenuwstelsel regelt de spijsvertering en het verwijden en vernauwen van bloedvaten. Maar ook de ademhaling, en de hartslag staan onder invloed van het autonome zenuwstelsel.

De ziekte van parkinson dient ook schade toe aan het autonoom zenuwstelsel, de symptomen hiervan zijn:

 

  • Overmatige talgproductie
  • Speekselvloed
  • Overmatige transpiratie
  • Obstipatie
  • Urineverlies
  • Orthostatische hypotensie (dalen van de bloeddruk bij overeindkomen, met duizeligheid als gevolg)

 

Psychische Verschijnselen

Bij de ziekte van Parkinson kunnen na verloop van tijd allerlei psychische klachten optreden.

Veel mensen met de ziekte kennen perioden waarin ze voortdurend somber zijn. Ze beleven geen plezier meer aan hun normale bezigheden, zijn doodmoe en kunnen zich slecht concentreren. Deze klachten vat men samen onder het ziektebeeld 'Parkinson-depressie'.

Andere psychische verschijnselen die zich kunnen voordoen bij de ziekte van parkinson zijn:

 

  • Vermoeidheid 
  • Concentratieproblemen
  • Dementie
  • Psychose (Hallucinaties)

 

 

Ga naar:

 

Opdracht 1

Opdracht 2

Opdracht 3

Aanvullende informatie

 

 

BRON:

Abrahamse, C.A. Gloudemans M.H.A.J. Steenbakkers, L.J.M. Verzorgen van chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvragers 308.  Baarn. nijghversluijs?

www.parkinson-vereniging.nl

 

 

 

 

 

 

 

Verzorging parkinson

Houding en beweging.

 

Met behulp van fysiotherapie kan men voorkomen dat gewrichten vast gaan zitten. Hierdoor kunnen contracturen optreden. Fysiotherapie kan ook de spierstijfheid beperken. De therapie bestaat dan voornamelijk uit oefentherapie, waarbij de zorgvrager zoveel mogelijk zelf oefeningen doet. De oefeningen richten zich dan op het lopen, de lichaamshouding en het behoud van functies van armen en benen.

het is belangrijk de zorgvrager zoveel mogelijk te laten bewegen. Daarnaast is het belangrijk dat er wordt gelet op obstakels en oneffenheden op de vloer.

 

Spraak.

 

De zorgvrager kan moeite hebben met spreken. Probeer dan geduld op te brengen om goed te luisteren. Herhaal en vat samen wat je al verstaan hebt. Neem dus de tijd om te luisteren, maar geef de zorgvrager ook de tijd om te kunnen spreken. Wanneer het stemvolume niet krachtig genoeg is, probeer dan zoveel mogelijk achtergrond lawaai te verminderen.

Bij spraakproblemen kan de hulp van een logopediste ingeschakeld worden. Deze kan helpen met het trainen van de gelaatsspieren, de ademhaling en het tempo van spreken.

 

Huidverzorging

 

Als er bij de zorgvrager sprake is van overtollig speekselverlies, dan kan extra huidverzorging van de kin en hals nodig zijn. Deze moet dan eregelmatig schoon en droog gemaakt worden. Ook kan het nodig zijn de huid licht in te vetten.

Door een verhoogde talg- en zweetproductie kan het nodig zijn extra te wassen of te douchen. Ook kan het nodig zijn vaker schone kleren aan te trekken.

 

Gestoorde slikfunctie.

 

de slikfunctie bij een zorgvrager met de ziekte van Parkinson kan gestoord zijn. Ook kan de overmatige speekselproductie ervoor zorgen dat slikken moeilijker gaat.

Belangrijk is dan, dat er tijdens het eten rust is en dat de zorgvrager voldoende tijd heeft om te kunnen eten. Daarbij is een goede zithouding ook van belang.

 

Voeding.

 

Een zorgvrager met de ziekte van Parkinson kan last krijgen van obstipatie. Belangrijk is dan om voldoende vocht en vezelrijke voeding aan te bieden.

Het kan ook zijn dat de maaltijd door het tempo van de zorgvrager langzamer gaat. Dit kan komen doordat de zorgvrager die zelf eet veel last heeft van tremoren. vaak gaan deze zorgvragers minder eten.

je kunt dan de zorgvrager aangepast bestek en hulpmiddelen bij eten en drinken aanbieden. Lukt dit niet, dan kan de zorgvrager geholpen moeten worden met het eten en drinken.

 

Maskergelaat

 

De zorgvrager kan dorr de starheid in zijn gezicht minder mimiek tonen. Het is dan goed om te beseffen dat de zorgvrager nog wel degelijk emoties heeft. Hij kan ze echter niet uiten.

belangrijk is dan dat je goed kijkt en luisterd naar de uitingen van de zorgvrager.

 

Psychische en sociale gevolgen.

 

Uitingen van verdriet, woede en somberheid kunnen voorkomen. Dit zou kunnen komen doordat de ziekte van Parkinson angst en onzekerheid over het verloop van de ziekte met zich meebrengt.

Ook schaamte voor het eigen functioneren kan een rol spelen. Het beven, trage bewegen en het moeilijk spreken, zijn niet bevoordelijk voor het sociale contact van de zorgvrager. Het gevoel van eigenwaarde kan hierdoor beschadigd worden en de zorgvrager kan de neiging hebben zich terug te trekken en in een sociaal isolement te geraken.

De manier waarop de omgeving van de zorgvrager, is van groot belang. Toon respect en neem de zorgvrager serieus.

De zorgvrager kan gestimuleerd worden contcat te leggen met een patiëntenvereniging.

 

 

Ga naar:

 

Opdracht 1

Opdracht 2

aanvullende informatie

 

 

BRON:

Abrahamse, C.A. Gloudemans M.H.A.J. Steenbakkers, L.J.M. Verzorgen van chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvragers 308.  Baarn. nijghversluijs?

www.alzheimer-nederland.nl

 

Opdracht 1

 

Je hebt in overleg met je begeleider op je stage besloten om een handboek te gaan maken voor alle stagiares op de afdeling. In je handboek ga je uitleg geven over het CVA en de ziekte van Parkinson. Je stagebegeleider heeft een aantal punten meegegeven waaraan je handboek moet voldoen.

 

Je handboek voldoet aan de volgende eisen. 

Per ziektebeeld wordt uitgewerkt:

 

  • Oorzaak
  • Verschijnselen
  • Consequenties voor het leven van een zorgvrager die dit ziektebeeld heeft. (lichamelijk, psychisch, sociaal)
  • Consequenties voor het leven van een partner/ gezinsleden van een zorgvrager die dit ziektebeeld heeft.
  • Aandachtspunten bij de verzorging van het ziektebeeld.?

 

Hoe maak je een verslag.

 

Het doel van een verslag is dat je aan een ander uitleg geeft over het onderwerp. De lezer moet de kans krijgen om jouw uitleg te begrijpen.

 

Waaruit bestaat een verslag:

 

Kaft

 Op de kaft staan:

 

  • je naam,
  • de namen van je klasgeno(o)t(en),
  • de titel van het verslag, (probeer een pakkende titel te bedenken)
  • de klas,
  • het jaartal.

 

 Inhoudsopgave.

Hierin staan de hoofdstukken met hun namen en de bladzijdennummers.

 

Inleiding

In de inleiding vertel je kort waar dit verslag over gaat. Dus de onderwerpen die aan bod gaan komen. Eigenlijk maak je hierin de lezer enthousiast om verder te gaan lezen.

 

Kern:

Deze bestaat uit de verschillende hoofdstukken. Bedenk titels voor de hoofdstukken die de inhoud dekken. Maak de hoofdstukken niet te groot, je kunt beter meerdere kleinere hoofdstukken maken, dit is overzichtelijker.

 

Nawoord:

Hierin vertel je hoe je het vond om dit verslag te maken en wat je er van geleerd hebt.

 

Bronvermelding:

Hier vermeld je alle literatuur die je hebt gebruikt, de internetsites die je hebt bezocht, de mensen die je hebt gesproken om informatie voor dit verslag te verkrijgen.

 

Welke stappen ga je nu nemen om een verslag te schrijven:

 

  1. Lees de opdracht door.
  2. Schrijf de titel op van de hoofdstukken die in het verslag komen
  3. Bedenk op welke vragen je antwoord wil/moet geven. Je kunt eventueel ook nog onderverdelen in paragrafen.
  4. Zoek bij elk hoofdstuk de juiste informatie die hoort bij de vraag, zodat je antwoord kunt geven. Op internet en in boeken is veel informatie te vinden. Teveel informatie verzamelen maakt het vaak moeilijk, hierdoor zie je soms “door de bomen het bos niet meer”. Beperk je dus. Je mag gebruik maken van internet en boeken, maar als je hier iets van overneemt moet je wel begrijpen wat er staat. Om dat duidelijk te maken, beschrijf je informatie in je eigen woorden. Besteed aandacht aan stijl en spelling. Een verslag in krom Nederlands wordt niet geaccepteerd. Pas op met spellingscontrole, die leest over veel dingen heen. Het is geen schande iemand te vragen de fouten uit je tekst te halen. Plaatjes in een verslag kunnen dingen duidelijk maken en maken het aantrekkelijker voor de lezer.
  5. Schrijf de inleiding
  6. Schrijf het nawoord
  7. Schrijf je inhoudsopgave en je bronvermelding
  8. Maak je kaft.

 

Opdracht 2

Je hebt je verslag afgerond en je stagebegeleider is zeer tevreden. Ze merkt echter dat niet iedereen de beschreven consequenties in je verslag begrijpt.

Ze geeft je daarom de opdracht te gaan verhelderen in het team. Ze wilt dat jij dat gaat doen door het geven van een presentatie met je begeleider. Je begeleider vraagt aan jou of je een presentatie wilt voorbereiden door gebruik te maken van PowerPoint of Prezi.

 

Opdracht:

Bereidt een presentatie voor met behulp van PowerPoint of Prezi.

Met deze presentatie geef je voorlichting aan je collega's over de consequenties van CVA en ziekte van Parkinson voor het leven van een zorgvarger.

In de presentatie komen de volgende punten aan bod.

 

  • Inleiding (wat ga je vertellen en hoe ga je dat doen)
  • Kern (de kern van je verhaal komt hier aan bod. De consequenties voor het leven van de zorgrager)
  • Afsluiting (sluit je verhaal af)
  • Vragen ( stel de mogelijkheid tot het stellen van vragen)

 

In de aanvullende informatie staat een Powerpoint presentatie waarin tips en trucs staan voor het maken van een presentatie.

Verder vind je hier een link naar de prezi site waar je een prezi presentatie kunt maken.

 

Opdracht 3

Al je collega's op de Zoute Viever zijn op de hoogte van de twee ziektebeelden. Toch merk je dat de informatievoorziening op de afdeling nog niet op orde is.

Veel mantelzorgers, familie en vrienden van zorgvragers weten ondanks de digitale middelen van tegenwoordig nog niet exact wat de ziektebeelden CVA en Parkinson inhouden.

Je hebt het plan voorgelegd aan stagebegeleider om een voorlichtingsfolder te gaan maken. Deze vindt dat een prima plan.

 

Opdracht: Maak een voorlichtingsfolder over CVA en de ziekte van Parkinson.

 

 

Een folder is een stuk papier (meestal A4-formaat) dat op een bepaalde manier gevouwen is.

 

Je kunt een folder voor twee doelen gebruiken:

 

  • om beknopte informatie over een bepaald onderwerp te geven
  • om de lezers tot actie aan te zetten

 

Voorbereiding:

 

  1. Bepaal je doel(en).
  2. Bepaal welke informatie je in de folder wilt plaatsen.
  3. Bepaal je doelgroep. Elke doelgroep heeft kenmerken, die bepalend zijn voor de wijze waarop je de folder maakt. Afhankelijk van de doelgroep kies je voor de aanspraakvorm “u”of “je”. Bestaat je doelgroep uit bijvoorbeeld verzorgenden dan kun je vakjargon gebruiken.
  4. Schrijf je tekst in het klad. De tekst behoort aan een aantal technische en inhoudelijke eisen te voldoen:

 

Technische eisen zijn:

 

  • Prettig leesbaar
  • Overzichtelijk
  • Kort en bondig
  • Voorbeelden
  • Voordelen voor de lezer

 

Inhoudelijke eisen zijn:

 

  • Gericht op de doelgroep
  • Deskundigheid

TIP: Leg de tekst aan een aantal mensen voor met de vraag of ze kritisch willen reageren. Verwerk de reacties in je tweede kladversie.

 

Een folder maken:

 

  1. Vouw een A4-tje driemaal over de breedte, dan heb je zes vlakken. Verdeel de tekst over de verschillende vlakken. Zet op de voorkant van een dichtgevouwen folder in het kort waar de folder over gaat. Zet op de binnenzijde van een opengevouwen folder de eigenlijke informatie. Breng op de achterzijde de gegevens aan van de organisatie waar je verdere informatie kunt verkrijgen: naam van de organisatie, bezoek- en postadres, postcodes, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres. Om een A4-tje in vlakken te verdelen kun je gebruik maken van Word of Microsoft Publisher.
  2. Gebruik bij voorkeur gekleurd papier.
  3. Maak je tekst overzichtelijk en daardoor prettiger leesbaar door:

 

  • De titel van je folder een groot en vet lettertype te geven;
  • Je tekst in alinea’s te verdelen en elke alinea van een tussen kopje te voorzien;
  • Enkele plaatjes toe te voegen die aansluiten bij de tekst;
  • De regelafstand van de blokjes tekst binnen de alinea’s wat te vergroten;
  • Verder niet (of heel weinig) met cursief of onderstrepingen te werken.

 

Planning

Hieronder zie een schema voor een planning van deze opdrachten. Je kunt dit schema terug vinden bij de aanvullende informatie. Je kunt het schema dan openen als WORD bestand en dan digitaal invullen en uitprinten.

 

Je vult het schema voordat je begint met de opdrachten in. je vult in welke week het is, je vult de geplande datum in en je maakt een schatting van het aantal minuten dat je denkt met de opdracht bezig te zijn.

Vervolgens ga je met de opdrachten aan de slag. Wanneer je klaar bent met de opdrachten vul je in wanneer je met de opdrachten bezig bent geweest en hoe veel tijd je er exact aan hebt besteed.

 

we gaan de komende twee weken aan de slag met deze digiles. Je hebt in totaal 200 minuten te besteden voor het maken van de opdrachten.

 

 

Naam:

Groep:

 

Opdracht:

Weeknummer

Geplande dag

Geschatte tijd

Uitvoerdatum

Werkelijke tijd

 

Opdracht 1

 

 

 

 

 

 

Opdracht 2

 

 

 

 

 

 

Opdracht 3

 

 

 

 

 

 

Beoordeling

Hieronder vind je een tabel, waarin je terug kunt vinden op welke punten je word beoordeeld. ook staat er bij aangegeven hoeveel punten je maximaal per onderdeel kunt verdienen. Helemaal onderaan de pagina zie je een link. hier kun je de tabel openen en gemakkelijk uitprinten.

 

Opdracht

 

Item

Punten waardering

Aantal behaalde punten.

Opmerkingen

 

Opdracht 1: Handboek

 

 

Lay-out handboek

-          Naam

-          Klas

-          Titel

-          Jaartal

-          Inhoudsopgave

-          Inleiding

-          Kern

-          Nawoord

-          Bronvermelding

-          Paginanummering

 

 

 4  punten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oorzaken (2X)

-          CVA

-          Ziekte van Parkinson

 

 

 10 punten

 

Bij ontbreken ziektebeeld. -5 punten

 

 

 

 

 

Verschijnselen (2X)

-          CVA

-          Ziekte van Parkinson

 

 

10 punten.

 

Bij ontbreken ziektebeeld    -5 punten

 

 

 

 

 

Per ziektebeeld beschreven consequenties op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied

 

 

10 punten.

 

Bij ontbreken ziektebeeld. -5 punten

 

 

 

 

 

Per ziektebeeld beschreven consequenties voor de partner/ gezin.

 

 

10 punten.

 

Bij ontbreken ziektebeeld. -5 punten

 

 

 

 

 

Per ziektebeeld beschreven verzorgingsaandachtspunten

 

 

10 punten.

 

Bij ontbreken ziektebeeld. -5 punten.

 

 

 

 

 

Opdracht 2: Voorbereiding presentatie.

 

 

Lay-out presentatie.

-          Naam

-          Klas

-          Titel

-          Jaar

-          Plaatjes

-          Regel van 7x7

-          Gebruik maken van PPT of Prezi.

 

 

3 punten

 

 

 

 

Inleiding.

-          Beschreven wat er verteld gaat worden

-          Inhoudsopgave

 

 

5 punten

 

 

 

 

Kern.

-          Uitleg over de consequenties voor het leven van de zorgvrager met CVA of ziekte van Parkinson

 

 

5 punten

 

 

Bij ontbreken ziektebeeld. -2.5 punt.

 

 

 

 

Afsluiting.

-          Gelegenheid tot het stellen van vragen.

 

 

5 punten.

 

 

 

 

Opdracht 3: folder

 

Lay-out folder.

-          Titel folder

-          Tekst is verdeeld in alinea’s

-          Minimaal 2 plaatjes

-          Niet of weinig cursief gedrukte tekst

-          Gevouwen A4 formaat.

 

 

3 punten

 

 

 

 

Inhoud.

-          Tekst is gericht op de doelgroep. (mantelzorgers/ familie)

-          Prettig leesbaar

-          Overzichtelijk

-          Kort en bondige tekst.

 

 

5 punten

 

 

 

 

Folder CVA

 

 

10 punten

 

 

 

 

Folder Ziekte van Parkinson

 

 

10 punten

 

 

 

 

 

Totaal aan tal punten.

 

 

 

 

 

 

Cijfer = Totaal aantal punten : 10

 

 

 

Aanvullende informatie

Hieronder vind je een aantal links naar documenten die je kunt gebruiken als aanvullende informatie bij het maken van je verslag, folder en presentatie.

 

Extra:

Wil je een Prezi presentatie maken ga je naar de volgende website.

 

www.prezi.com

 

Let wel. Je moet een account aanmaken.

Voordeel van prezi is dat wanneer je een internet verbinding hebt, je altijd toegang hebt tot je presentatie. Je kunt er zelfs met meerdere mensen tegelijk aan werken. Verder is het gewoon op onderzoek uit gaan.

Wil je een keer iets anders dan een PowerPoint presentatie. Maak dan gebruik van Prezi.

Het is geen verplichting om met Prezi te gaan werken.

 


Bronnen

Hieronder vind je een aantal links naar verschillende websites die je wat kunnen vertellen over zorgvargers met een CVA of de ziekte van Parkinson.

 

www.hersenstichting.nl

www.cva-samenverder.nl

www.hartstichting.nl

www.alzheimer-nederland.nl

www.parkinson-vereniging.nl

www.parkinson.nl

www.google.nl

www.prezi.com


 

  • Het arrangement Zorgvragers met aandoeningen aan de hersenen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Koen Spaandonk Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2012-04-24 13:29:52
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    digiles over zorgvragers met aandoeningen aan de hersenen. De leerlingen gaan werken over de onderwerpen CVA en ziekte van Parkinson. Verder kan de leerling aan het einde van de les een handboek maken in microsoft Word, een folder maken met Microsoft Word of microsoft Publisher en een presentatie voorbereiden met behulp van microsoft PowerPoint of Prezi.
    Leerniveau
    MBO, Niveau 3: Vakopleiding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    cva, hersenen, parkinson

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Spaandonk, Koen. (z.d.).

    Zorgvragers met aandoeningen een het ruggenmerg

    https://maken.wikiwijs.nl/37115/Zorgvragers_met_aandoeningen_een_het_ruggenmerg

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.