Verzorging CVA

 

In het algemeen zal de verzorging van een zorgvrager die een CVA heeft doorgemaakt de volgende specifieke aspecten omvatten.

 

Houding en beweging.

 

In de eerste fase zal de behandeling gericht zijn op het grootst mogelijk herstel van zelfredzaamheid.

Fysiotherapie.

Fysiotherapie zal bestaan uit het helpen versterken van zwakke spieren en het passief bewegen van verlamde gewrichten. Dit om contracturen zo veel mogelijk te voorkomen. Verder zal de fysiotherapeut zich vooral richten op het zo veel als mogelijk inschakelen van de aangedane zijde en het oefenen van de "gezonde kant". Deze zal tenslotte het meeste werk moeten gaan doen. Dit zal wel in een gedoseerde mate dienen te gebeuren, omdat te veel inspanningen het spastische bewegingspatroon doet toenemen.

 

Stimuleren van de verlamde zijde.

Het is belangrijk dat de verlamde zijde van het begin af aan gestimuleerd wordt. De verzorging zal de zorgvrager altijd aan de aangedane zijde moeten benaderen. Op deze manier wordt de zorgvrager gestimuleerd om regelmatig in de richting van de verlamde kant van zijn lichaam te kijken.

 

Hemiplegische houding.

Door de spastische verlamming zal de zorgvrager de neiging hebben een hemiplegische houding aan te nemen. Onder een hemiplegische houding verstaan we het volgende:

 

 

Bevorderen van een symmetrische houding.

Er moet er zo veel mogelijk naar gestreefd gaan worden om een symmetrische houding te krijgen bij een zorgvrager met een CVA. Dit kun je bereiken door de volgende stappen.

 

 

Afasie.

 

Een afasie is een taalstoornis. De zorgvrager zal over het algemeen moeite hebben met communiceren. Door deze stoornis zal de zorgvrager zich eenzaam kunnen voelen, omdat contacten verminderen. De zorgvrager kan moeite hebben met het uiten en begrijpen van taal.

 

de volgende punten zijn van belang bij het begrijpen van taal:

 

De volgende punten zijn van belang bij het uiten van taal.

 

Huidverzorging

 

Door de slechte doorbloeding van de verlamde lichaamshelft is er een grote kans op snel ontstaan van decubitus.

Verder is door de gevoelloosheid een gevaar, huiddefecten worden niet gevoeld. Hierdoor kan de huid gemakkelijk beschadigen door bijvoorbeeld warmte en of kou.

Goede controle van de huid is hierbij zeer noodzakelijk.

 

Gezichtsvermogen.

 

Door een CVA kunnen er gezichtsveldbeperkingen ontstaan. Rechtszijdige verlamden hebben vaak een rechtszijdige uitval van het gezichtsvermogen, bij een linkszijdige verlamming is er vaak een linkszijdige uitval van het gezichtsvermogen. Hierdoor kunnen deze zorgvragers bij het lezen vaak maar een halve bladzijde zien. Bij het eten zien ze vaak maar een half bord. Het is belangrijk om van deze stoornis op de hoogte te zijn, zodat hier rekening mee gehouden kan worden. Zorg dat de zorgvrager je kunt zien en plaats voorwerpen in het zicht van de zorgvrager. 

In de ruimtelijke waarneming kunnen ook stoornissen optreden. Hierdoor kan een zorgvrager afstanden niet goed inschatten, waardoor hij bijvoorbeeld een kopje koffie naast de tafel zet.

 

Mondverzorging.

 

Door een verlamming zou een zorgvarger minder goed zijn tong kunnen bewegen. Hierdoor zal hij onvoldoende zijn mondholte en tanden kunnen reinigen. Ook zal een kant van de mond niet of nauwelijks gevoeld worden, waardoor etensresten in de wangzak kunnen blijven zitten.

Een goede mondverzorging is daarom van belang. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld de mond spoelen en samen met de zorgvrager regelmatig de tanden poetsen.

 

Geheugen.

 

Wanneer er sprake is van een beperkte geheugencapaciteit kan dit inhouden dat de zorgvrager slechts delen van een mededelinmg kan onthouden en uitvoeren.

Het is dus goed om mededelingen kort en krachtig te formuleren en niet te veel informatie in een keer te geven. Probeer zo veel mogelijk geheugensteuntjes in te bouwen, maak eventueel gebruik van een agenda.

 

Apraxie.

 

Apraxie is een stoornis in de bewegingsactiviteit die het onmogelijk maakt handelingen te doen om een bepaald doel te bereiken. Het lukt de zorgvrager bijvoorbeeld niet om de kleding op de juiste manier en de juiste volgorde aan te trekken.

Geef de zorgvrager tijdens het aankleden nauwkeurig feedback. Wacht niet totdat de zorgvrager al klaar is met aankleden, want dan is de feedback niet doeltreffend.

 

Emoties.

 

Een zorgvrager kan gedeeltelijk verlies vertonen van emotionele controle. Hij kan plotseling lachen of zonder duidelijke reden in huilen overgaan.

Het is van belang dat je goed het onderscheid weet te maken tussen echt verdriet en dwangmatig huilen. Hierdoor kun je of aandacht en warmte geven aan de zorgvrager en anders kun je het beste proberen de zorgvrager af te leiden om gedrag te doorbreken.

 

Psychosociaal functioneren.

 

Het getroffen worden door een CVA is een geheel onverwacte gebeurtenis die een diepgaande invloed heeft op het leven van een zorgvrager. het CVA heeft een einde gemaakt aan alles wat gewoon was. De zorgvrager wordt geconfronteerd met allerlei beperkingen. Gevoelens van onmacht kunnen zich uiten in agressie.

Wanneer een zorgvarger een afasie heeft, komt er nog bij dat emoties en gedachten moeilijk onder woorden te brengen zijn. reacties als driftig worden, prikkelbaar zijn of in paniek raken kunnen dan voorkomen. Ook kan de zorgvrager zich juist terugtrekken en zich afzonderen.

 

Het is goed om stil te staan bij het onvermogen van de zorgvrager, om begrip en geduld op te brengen, maar ook om te kunnen aansluiten bij de gezonde, niet beschadigde deel, zodat resterende mogelijkheden zo optimaal mogelijk zullen worden gebruikt.

 

 

Ga naar:

 

Opdracht 1

Aanvullende informatie

 

 

BRON:

Abrahamse, C.A. Gloudemans M.H.A.J. Steenbakkers, L.J.M. Verzorgen van chronisch zieke, lichamelijk gehandicapte en revaliderende zorgvragers 308.  Baarn. nijghversluijs?

www.hersenstichting.nl