Voedingsstoffen in de bodem:
bord - tafel - keuken - kelder
Voor een succesvolle oogst is het van groot belang dat de gewassen kunnen beschikken over voldoende voedingsstoffen. En met voedingsstoffen gaat het net als met je eigen voeding.
Leerlijn
Dit arrangement maakt onderdeel uit van een leerlijn. Aansluitend bij de kwalificatiedossiers voor het MBO. Dit arrangement en de overige die hieronder genoemd worden kunnen bij de behandeling van de kerntaken en werkprocessen worden ingezet.
Examenstandaard: 713-2 Beheer grasland en voedergewassen (melkvee niv. 4) Examenstandaard: 703-1 Verzorgen grasland en voedergewassen (melkvee niv. 3)
Kerntaak: Draagt zorg voor productiie
Werkproces: Draagt zorg voor voederwinning en begrazingsterrein
Omschrijving werkproces: De dierverzorger beheert op een dierenhouderijbedrijf het weiland en de percelen waar voedergewassen verbouwd worden, zodat het land optimaal benut wordt en de oogst kwalitatief goed voer oplevert, afgestemd op de bedrijfsdoelen.
Binnen dit werkproces zijn de volgende arrangementen ontwikkeld. Deze arrangementen kunnen vrij gebruikt worden en als bronarrangement dienen. Uiteraard met bronvermelding.
Disclaimer: Mocht u materiaal aantreffen dat met auteursrechten beschermd is stuurt u ons een mailtje. We zullen het materiaal dan direct verwijderen of de auteursrechten regelen.
Werkdocumenten
Hieronder de werkdocumenten waarin je de opgaven kunt maken:
Op een land- of tuinbouwbedrijf worden gewassen geteeld. De producten worden geoogst en afgevoerd van het perceel. Met het oogstproduct worden ook voedingsstoffen afgevoerd. Deze voedingsstoffen zijn afkomstig uit de bodem of zijn aangevoerd via bemesting of neerslag (depositie). Daarnaast gaan voedingsstoffen uit de bodem verloren via uitspoeling en via gasvormige verliezen. Tenslotte worden ook voedingsstoffen vastgelegd in de bodem, die voor een deel later beschikbaar komen en voor een deel min of meer definitief zijn vastgelegd.
Met bemesting zorgt u voor een toevoer van voedingsstoffen en instandhouding van de bodemvruchtbaarheid. Onderstaand is schematisch een deel van de kringloop van voedingsstoffen weergegeven.
Welke voedingstoffen heeft gras nodig, wat is de functie van de voedingstoffen. Welke gevolgen heeft een gebrek of overmaat van een voedingstof voor de plant. En welke meststoffen moet je inzetten. Maak een bemestingsplan uitgaande van een grondonderzoek. Dit en meer in dit onderdeel. Maak de opdrachten in het werkdocument door gebruik te maken van de bronnen in de submenu's staan.
In het werkboek vind je alle belangrijke informatie over de bemesting van mais bij elkaar, onder andere hoeveel stikstof, fosfaat en kali je aan het maisgewas moet geven.
Het eindigt met een formulier waarmee je een bemestingsplan kunt maken of een uitgevoerde bemesting kunt controleren.
Maak een bemestingsplan voor mais met behulp van de volgende gegevens:
* Zandgrond, dekzand, grondonderzoek: 2-13-2015
* Continuteelt
* Bouwlandinjectie 40 m³ runderdrijfmest/ha
* Opbrengst: 15,5 ton droge stof/ha
* Pw getal 45, P-PAE 1,9, P-AL48
* Groenbemester voorafgaand aan de teelt
* K-getal 9
* Boriumgehalte 0,32
Volg de volgende stappen:
Bepaal de behoefte aan N, P2O5, K2O, MgO en B aan de hand van de uitgangspunten
Bereken de werkzame hoeveelheden uit dierlijke mest
Bepaal hoeveel er nog gegeven moet worden met kunstmest
Ga na of en hoeveel je met rijenbemesting wilt geven
Kies de kunstmestsoorten of maak je eigen samenstelling.
Bereken de kunstmestgiften.
Maak dit plan:
Op papier.
Met behulp van www.nutrinorm.nl. Maak daarvoor eerst een account aan op de site.
Lever de plannen in bij je docent.
Bemestingsplan voor het bedrijf
Mestwet, normen en tabellen
Voor het bemesten van landbouwgrond mag u maximumhoeveelheden dierlijke mest, stikstof en fosfaat gebruiken. Op deze pagina vindt u alle tabellen die u nodig heeft om de gebruiksruimte voor dierlijke mest, stikstof of fosfaat te berekenen. Ook de forfaitaire normen voor het berekenen van de mestproductie, het omrekenen naar varkens- en pluimvee-eenheden en de uitrijdperioden staan op deze pagina.
Voor het bemesten van landbouwgrond mag u maximumhoeveelheden dierlijke mest, stikstof en fosfaat gebruiken. Op deze pagina vindt u alle tabellen die u nodig heeft om de gebruiksruimte voor dierlijke mest, stikstof of fosfaat te berekenen. Ook de forfaitaire normen voor het berekenen van de mestproductie, het omrekenen naar varkens- en pluimvee-eenheden en de uitrijdperioden staan op deze pagina.
Met de “NutriNorm Bemestingsplanner” kunt u binnen één programma op bedrijfsniveau uw optimale bemestingsplan berekenen voor zowel de teelt als de bodemvruchtbaarheid. De laatste inzichten van bemesting en bodemvruchtbaarheid zijn hierin meegenomen. Evenals de meest recente wettelijke bemestingsnormen. Het gebruik van de NutriNorm Bemestingsplanner is gratis.
Bemestingsadvies
De Adviesbasis bemesting grasland en voedergewassen bevat bemestingsadviezen voor grasland, grasland met klaver, graslandvernieuwing, maïs, granen voor GPS, voederbieten en luzerne.
De Adviesbasis bemesting grasland en voedergewassen bevat bemestingsadviezen voor grasland, grasland met klaver, graslandvernieuwing, maïs, granen voor GPS, voederbieten en luzerne.
Uitgangspunt: een bedrijf met 50 ha zandgrond, waarvan op 10 ha (= 20%) snijmaïs wordt verbouwd, de overige 40 ha wordt gebruikt als intensief grasland; het bedrijf heeft derogatie; er wordt afwisselend gemaaid en geweid; 20 ha heeft een NLV van 100, de overige 20 ha heeft een NLV van 200. Het bedrijf heeft 76 melkkoeien, 8000 l melk per koe met ureumgehalte van 30 mg/100 g, 35 kalveren en 30 pinken.
Hoe maak je een bemestingsplan?
Zoek uit door middel van de tabellen hoe je de stikstofbemesting gaat aanpakken. Volg daarbij onderstaande stappen.
1. Binnen het stelsel van gebruiksnormen mag op verschillende gewassen een bepaalde hoeveelheid werkzame N toegediend worden. Hoeveel voor dit bedrijf?
2. Op basis van het aantal dieren kan worden berekend hoeveel mest er beschikbaar is. Bereken dit.
3. Uit de mestanalyse blijkt de samenstelling van de mest: Ntot = ..... kg/m3, Nmin =.......kg/m3 , Vul dt in met de analyse van je bedrijf.
4. Er is gekozen om op het maïsland 45 m3 dierlijke mest per ha uit te rijden, in totaal 450 m3 (45 m3 x 10 ha maïsland) dierlijke mest.
5. Hoeveel mest is er dan over voor grasland?
6. Hoeveel kunstmest ga je nog geven voor mais.
7. Hoeveel is er dan nog over voor gras?
8. Hoe ga je de bemesting aanpakken bij een bepaald gebruik, maak zelf een gebruiksplan.
50 ha dekzandgrond, waarvan op 10 ha (= 20%) snijmaïs wordt verbouwd, de overige 40 ha wordt gebruikt als intensief grasland; het bedrijf heeft derogatie; er wordt afwisselend gemaaid en geweid; 20 ha heeft een NLV van 100, de overige 20 ha heeft een NLV van 200. Het bedrijf heeft 76 melkkoeien, 8000 l melk per koe met ureumgehalte van 30 mg/100 g, 35 kalveren en 30 pinken.
Mestproductie: 2321 m3
Percelen:
Voor: 10 ha snijmais
Achter: 15 ha gras, gebruik MWMWW, kies zelf de data
Links: 15 ha gras, gebruik MWWMW, kies zelf de data
Rechts: 10 ha gras, gebruik WMWM, kies zelf de data
Kunstmest: Maak zelf een selectie van meststoffen en bepaal de voorraad
Het arrangement Bemesting: voeding voor de plant is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Harm Geert Moesker
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-12-04 20:31:22
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Welke voedingstoffen heeft een plant nodig, wat is de functie van de voedingstoffen. Welke gevolgen heeft een gebrek of overmaat van een voedingstof voor de plant. Herkennen van gebreksverschijnselen. En hoe maak je een bemestingsplan voor snijmais en grasland.
Leerniveau
MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding;
MBO, Niveau 3: Vakopleiding;
MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie;
Welke voedingstoffen heeft een plant nodig, wat is de functie van de voedingstoffen. Welke gevolgen heeft een gebrek of overmaat van een voedingstof voor de plant. Herkennen van gebreksverschijnselen. En hoe maak je een bemestingsplan voor snijmais en grasland.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.