Een curriculum vitae is een gestructureerd document waarin iemand een overzicht geeft van zijn of haar professionele en persoonlijke achtergrond. Curriculum Vitae wordt ook wel afgekort met cv.
Doel
Waarom schrijven we een cv?
Het doel van het schrijven van een cv is om een toekomstige stageplaats of werkgever een duidelijke beeld te kunnen geven van je werkervaring, opleiding. Werkgevers willen graag meer weten en daarom vertel je ook je kwaliteiten en vaardigheden. Op basis daarvan wordt je beoordeeld of je geschikt bent voor de specifieke functie of opdracht.
Samenwerken in kleine groepjes om ideeën hardop te kunnen uitspreken, delen van kennis en overeenstemming te bereiken.
Werkwijze: De groep wordt verdeeld in groepen van 4-6 leerlingen.
Materiaal: Per groep ontvangt een groot vel en verdeel het vel in vlak. Een centraal vak in het midden en een eigen vak eromheen per persoon. (zie foto)
Individuele inzet: Elke leerling beschrijft haar/ zijn idee, oplossing of antwoorden in haar/ zijn eigen vak. Je krijgt daar 10min de tijd voor.
Groepsinzet: Bespreken van elkaar inzet. Na overeenstemming met elkaar schrijf je vervolgens de belangrijkste woorden in het grote vak in het midden.
De do's van een cv, belangrijke tips!
Hoe ziet een goede cv eruit?
Een cv is jou persoonlijke visite kaartje bij sollicitaties. En kan een verschil maken voor een nieuwe baan of stageplaats. Je kan je vaardigheden die je beschrijft meteen visualiseren.
- Houd een cv overzichtelijk en zakelijk, schrijf max 2 pagina's
- Pas het cv aan op de functie
- Gebruik een duidelijke opmaak met voldoende ruimte
- Controleer je cv op spel en grammaticafouten (laat het lezen aan je buur)
Opdrachten maken in werkboek Nederlands
Wat? Maken blz 169 t/m 170
Hoe ? Zelfstandig
Hulp? Vragen stellen aan de docent
Tijd? 20 min +/-
Uitkomst ? Je weet wat er in een cv moet staan en waarom.
Klaar? Ga verder in de wikiwijs, nakijken van je boek.
Wat behoort in een cv staan?
Inhoud van een Curriculum Vitae
1. Persoonlijke gegevens
Naam
Adres
Telefoonnummer
E-mailadres
Geboortedatum
Nationaliteit
2. Profielschets, Een korte introductie van jezelf, waarin je jou kwaliteiten en ambities kort beschrijft.
3. Opleidingen, overzicht van scholen, opleiding en jaartallen en behaalde diploma's.
4. Werkervaring, Een lijst met de naam van de organisatie, functie, periode wanneer je werkzaam was en taakbeschrijving.
5. Vaardigheden, overzicht van relevante vaardigheden die van kracht zullen zijn op je toekomstige baan, denk aan software kennis, taal en technische vaardigheden.
6. Certificaten en Cursussen, eventuele bijscholing die je hebt behaald. (optie)
7. Vrijwilligerswerk, Relevante vrijwilligerswerk die je competenties aanvult. (optie)
8. Referenties, Contactgegevens van personen die jou zouden aanbevelen voor de baan of stageplaats. (optie)
Analyseren van de cv's en geef feedback!
De docent deelt verschillende cv's uit aan tweetallen uit de groep.
Feedbackformulier - Analyse van cv's
We gaan vandaag cv’s bekijken en analyseren. Gebruik dit formulier om je mening te geven over wat je ziet en wat beter kan. Denk eraan dat je eerlijke, maar respectvolle feedback geeft.
1. Wat vind je het sterkste punt van dit cv?
Welke onderdelen zijn duidelijk en overzichtelijk?
Wat valt je positief op (bijvoorbeeld de opmaak, de informatie of de manier waarop het geschreven is)?
2. Welke informatie ontbreekt of zou je nog willen zien?
Zijn er dingen die je mist, zoals werkervaring, hobby’s of vaardigheden?
Wat zou dit cv vollediger maken?
3. Hoe duidelijk vind je de opmaak van dit cv? Geef een score van 1 tot 5 en leg uit.
Is het cv overzichtelijk en goed leesbaar?
Gebruik je een cijfer van 1 (heel onduidelijk) tot 5 (heel duidelijk) en beschrijf waarom.
4. Wat kun je leren van dit cv?
Zie je iets dat je zelf zou willen overnemen? Bijvoorbeeld hoe de tekst geschreven is of hoe iemand zijn vaardigheden beschrijft?
5. Welke verschillen en overeenkomsten zie je als je dit cv vergelijkt met dat van een klasgenoot?
Wat hebben de cv’s gemeen (bijvoorbeeld eigen voorstelverhaal of werkervaring)?
Wat is anders (bijvoorbeeld de lengte, opmaak of hoeveelheid informatie)?
6. Als je één tip zou geven om dit cv te verbeteren, wat zou dat zijn?
Kies één ding dat volgens jou anders of beter kan en leg uit waarom.
Opdracht: Maak je eigen cv!
Maak een cv die je direct kan gebruiken.
Een curriculum Vitae (cv) is een overzicht van wie je bent en wat je kan. Hiermee kun je een werkgever laten zien dat je een goede kandidaat voor een baan (vacature).
Een goed CV bevat dan ook informatie over de opleidingen die je gedaan hebt en de werkervaring die je hebt. Maar werkgevers willen meer van je weten. Daarom vertel je vaak ook wat over je vaardigheden en karakterkwaliteiten.
Aan wie geef je je cv?
Tijdens de Ridderkerkse Bedrijvenmarkt van 21 november kun je kennis maken met meer dan 50 bedrijven.
In klas 3 gaan jullie twee weken stage lopen. Op de bedrijvenmarkt kan je op zoek gaan naar een leuk bedrijf waar je stage zou willen lopen.
Wanneer je een bedrijf ontdekt waar je de stage wel zou willen doen dan geef je je C.V. af. Zij hebben dan jouw contact gegevens en kunnen jou altijd benaderen mochten ze hiervoor plek hebben.
Op de volgende bladzijde staat uitgelegd hoe je een cv maakt. Lees het goed door en dan kan je aan de slag. Als jouw cv. af is laat je hem eerst door de mentor goedkeuren voordat je deze meeneemt naar de bedrijvenmarkt.
De opdracht:
Maak een curriculum vitae (ook wel cv) voor de bedrijvenavond van donderdag 21 november 2025. Neem deze mee op de avond zelf en lever hem in bij minimaal 2 bedrijven/organisaties die jou interessant lijken en waar je misschien wel een stage wil doen. Vraag de bedrijven om een visitekaartje of schrijf hun gegevens op.
Wat zet je in je cv?
• Pasfoto Deze mag jezelf kiezen, zorg ervoor dat je ogen goed zichtbaar zijn
• NaamZet onder je naam ook een stukje tekst waarin je jezelf omschrijft en aangeeft waarom je het een leuke baan vindt.
• Personalia Noteer hier adres, woonplaats, telefoonnummer en e-mailadres. Deze moeten correct zijn!
• Hobby’s Laat zien wat je interesses zijn.
• KwaliteitenZet je beste kant in de schijnwerpers.
• StageperiodeDit is vooral belangrijk als je een stageplek zoekt.
• School Geef hier aan vanaf welk jaar je de opleiding bent gestart en gestopt.
• Werkervaring Hier kan je stages of bijbaantjes invullen.
• WerkzaamhedenHier geef je aan wat je gedaan/geleerd hen tijdens jewerk/stage.
Natuurlijk kan je dit cv ook gebruiken als je een bijbaantje zoekt en wilt gaan solliciteren.
Veel succes alvast!
Evaluatie
Thema 2 Motivatiebrief schrijven
Inleiding
Inleiding
Waarom schrijven we een motivatiebrief en wat staat erin?
Een motivatiebrief is een document waarin je jezelf voorstelt en uitlegt waarom je geschikt bent voor een specifieke functie of stage. Het is een belangrijke manier om een goede eerste indruk te maken en om een werkgever ervan te overtuigen dat jij de juiste persoon bent voor de stageplek. Werkgevers willen niet alleen weten wat je kunt, maar ook waarom je gemotiveerd bent om juist bij hen stage te lopen. Het geeft hen een eerste indruk van jou als persoon en hoe goed je bij het bedrijf zou passen.
Waarom heb je een motivatiebrief nodig voor je beroepspraktijkvorming?
Een motivatiebrief is belangrijk omdat het een kans is om je persoonlijkheid, motivatie en kwaliteiten te laten zien. Het laat zien dat je serieus bent over de stage en dat je de tijd hebt genomen om na te denken over waarom je bij dit bedrijf wilt werken. Een goede motivatiebrief kan ervoor zorgen dat je wordt uitgenodigd voor een gesprek, terwijl een slechte brief juist een gemiste kans is.
Wat staat er in een motivatiebrief?
Een goede motivatiebrief heeft drie duidelijke onderdelen:
1. Inleiding: Stel jezelf voor en leg uit waarom je schrijft.
2. Middenstuk: Vertel over je eigenschappen, kwaliteiten en ervaringen.
3. Slot: Sluit positief af en voeg een oproep tot actie toe.
Doelen van dit thema:
- Aan het einde van dit thema kunnen de leerlingen met behulp van een mindmap zijn of haar eigen ervaringen, eigenschappen en kwaliteiten ontdekken en selecteren voor een functie die ze beschrijven in hun motivatiebrief.
- Aan het eind van dit thema kunnen de leerlingen hun eigen ervaringen, kwaliteiten en eigenschappen beschrijven in een motivatiebrief die voldoet aan de juiste structuur van een zakelijke brief.
- Aan het einde van dit thema kunnen de leerlingen analyseren wat een motivatie brief zwak of juist goed maakt.
- Aan het einde van dit thema kunnen de leerlingen feedback verwerken om eventueel aanpassing te maken in hun opdracht.
Mindmap
Maak een mindmap waarin je jouw kwaliteiten, eigenschappen en ervaringen noteert. Denk aan:
- Wat zijn jouw sterke punten?
- Welke vaardigheden heb je geleerd op school of tijdens je hobby's?
- Wat onderscheidt jou van anderen?
Je hebt meer in je dan dat je denkt!!!!
Analyseren van motivatiebrieven
Jullie gaan in tweetallen een goede en slechte motivatiebrief analyseren.
Er staan 2 brieven toegevoegd kijk samen naar de inhoud en analyseer de brieven. Bespreek met elkaar wat is goed of slecht?
Hoe kan het beter? Let daar bij op de kenmerken van een goede motivatiebrief.
Kenmerken van een goede motivatiebrief:
- Persoonlijk en relevant
- Geen taalfouten
- Een duidelijke structuur
Veelgemaakte fouten in een slechte motivatiebrief:
- Te algemeen, geen voorbeelden
- Taal en opmaakfouten
- Geen aansluiting bij de functie
Het schrijven van een concept
Een motivatiebrief is ook een vorm van een zakelijke brief. Het is geen brief die je naar je vriend of vriendin gaat sturen. Het moet voldoen aan de eisen van een duidelijke structuur van een zakelijke brief. Een voorbeeld kunnen jullie zien in de bijlage die is toegevoegd.
Duidelijke layout en structuur van een zakelijke brief:
- Adressering en datum
- Aanhef en afsluiting
- De inhoud (inleiding, middenstuk, slot)
Je gaat nu een concept motivatiebrief schrijven, dus nog geen definitieve maar een oefening om eventueel te kunnen aanpassen.
Feedback
Waarom is feedback belangrijk?
Feedback helpt je om te leren en te groeien. Het laat je zien wat goed gaat en waar je nog aan kunt werken. Door feedback te ontvangen, kun je een beter resultaat behalen, en door feedback te geven, leer je kritisch nadenken over wat kwaliteit is. Het helpt je niet alleen je werk te verbeteren, maar ook om zelf beter te reflecteren op wat je doet.
Hoe geef je goede feedback aan een ander?
Je feedback is specifiek, eerlijk en behulpzaam voor de ander. Je focust niet alleen op wat beter kan, maar benoemt ook wat goed is. Zo blijft de ander gemotiveerd en weet hij of zij precies war er verbeterd moet worden.
Hoe gebruik je feedback om je werk te verbeteren?
Feedback is pas nuttig als je het ook toepast. Kijk naar de opmerkingen die je hebt gekregen, bepaal wat je kunt aanpassen en voer deze verbeteringen door in je werk. Lees de feedback aandachtig door, en stel vragen als iets niet duidelijk is.
Maak tweetallen en wissel je concept brief uit met een klasgenoot. Elk paar beoordeelt elkaars brief met behulp van een feedbackformulier, die kunnen jullie vinden is de bijlage. Vervolgens gaan jullie de feedback samen bespreken, noteer samen verbeterpunten voor de motivatiebrief.
Je kan je feedback goed gebruiken voor het volgende onderdeel, waarbij je feedback kan gebruiken om je brief te herschrijven.
Verwerk de feedback en lever een definitieve motivatiebrief in.
Stap 1: Verwerken van je feedback door verbeterpunten toe te passen en je brief te herschrijven.
Stap 2: Controleer je brief op:
- Taalfouten en opmaak
- Een duidelijke structuur
- Persoonlijke en relevante inhoud
Als je klaar bent lever je het in via een mail naar je docent. De docent beoordeelt vervolgens je brief met een GO (geschikt voor inlevering bij een stagebedrijf) of een NO GO (de brief moet verder worden aangepast). Bij een NO GO krijg je aanvullende feedback van de docent en kun je de brief opnieuw inleveren. Succes!
Evaluatie
Thema 3 Persoonlijke hygiëne in praktijk
Belang van hygiëne op praktijk
Waarom is goede hygiëne belangrijk?
Een goede hygiëne op de werkvloer is belangrijk om de verspreiding van ziekteverwekkers te beperken en een gezonde werkomgeving te behouden. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) benadrukt dat een goede hygiëne de verspreiding van ziekteverwekkende micro-organismen beperkt, wat bijdraagt aan het voorkomen van infectieziekten. (RIVM, 2019)
Voordat je op BPV gaat is het belangrijk dat je deze regels weet en kan toepassen.
We gaan ook daarbij in groepjes stations rouleren nadat we een stukje theorie hebben gehad.
Persoonlijke beschermingsmiddelen in de zorg betekent letterlijk:
Spullen die je draagt of gebruikt om jezelf te beschermen tegen ziekte of gevaar terwijl je voor anderen zorgt. Ze zorgen ervoor dat jij en de mensen om je heen veilig blijven.
Beschermmiddelen:
Handschoenen:
- Beschermen tegen direct contact met bloed, lichaamsvloeistoffen, of andere potentieel besmettelijke materialen.
- Worden vaak gebruikt bij wondverzorging, injecties, of schoonmaak
Mondmaskers:
- Chirurgische maskers: Beschermen tegen spatten van vloeistoffen en verminderen de verspreiding van druppeltjes.
- FFP-maskers: Bieden extra bescherming tegen inademing van schadelijke deeltjes en aerosol.
Schorten of overjassen:
- Voorkomen dat kleding en huid in contact komen met besmettelijke stoffen.
- Beschikbaar in wegwerp- en herbruikbare varianten.
Gezichtsbescherming:
- Beschermbrillen: Beschermen de ogen tegen spatten van bloed, lichaamsvloeistoffen of chemische stoffen
- Gelaatsschermen: Bieden extra bescherming voor het gehele gezicht.
Hoofdbescherming:
- Haarnetjes of mutsen om te voorkomen dat haren in steriele omgevingen terechtkomen.
Schoenovertrekken:
- Voorkomen dat vuil van schoenen wordt verspreid, vooral in steriele ruimtes zoals operatiekamers.
Ademhalingsbescherming:
- Wordt gebruikt in situaties met risico op blootstelling aan aerosolen, bijvoorbeeld bij tuberculose of COVID-19.
Hygiënische smartphone en tablet gebruik op werkvloer
Het is van belang dat er voor hygiëne en een goede sfeer van samenwerking gebruik van telefoon en tablet soms storend is. Handvaten zijn hierbij belangrijk:
1. Hygiëne en Schoonmaak
Maak je telefoon schoon:
Gebruik een doek die speciaal is voor telefoons om je smartphone regelmatig schoon te maken, vooral als deze vuil is of in contact is gekomen met ziektekiemen.
Gebruik een hoesje:
Zet een hoesje of beschermfolie op je telefoon, zodat je hem makkelijker schoon kunt houden.
Desinfecteer na gebruik:
Na het gebruik van je telefoon in een zorgomgeving (zoals bij patiënten), maak je telefoon schoon en desinfecteer deze.
2. Gebruik van Smartphones op het Werk
Gebruik je telefoon alleen voor werk of in je pauze voor privé gebruik:
Gebruik je smartphone alleen voor werkdoeleinden, zoals bellen met collega's of het raadplegen van zorginformatie. Voor privédoeleinden gebruiken tijdens pauze.
Bescherm privacy:
Sla geen gevoelige informatie over patiënten op je telefoon op. Gebruik veilige apps voor communicatie.
3. Communicatie en Apps
Gebruik veilige apps:
Gebruik apps die goedgekeurd zijn door je werkplek voor veilige communicatie en het bewaren van informatie.
Maak afspraken met collega’s:
Spreek af wanneer je je telefoon moet gebruiken en wanneer andere manieren van communicatie beter zijn.
4. Vermijd Risico’s
Gebruik je telefoon niet in steriele omgevingen:
Gebruik je smartphone niet in plekken waar strenge hygiëne nodig is, zoals operatiekamers.
Let op opladen:
Laad je telefoon op in schone ruimtes, niet in ruimtes waar het risico op besmetting hoog is.
5. Training en Controle
Leer de regels:
Zorg ervoor dat alle medewerkers weten hoe ze hun telefoon goed moeten gebruiken en schoonmaken.
Houd toezicht:
Werkgevers moeten controleren of medewerkers de hygiëne- en gebruiksregels volgen.
In de kern wordt communicatie vaak gedefinieerd als "met elkaar praten", maar gaat het werkelijk alleen daarom?
Ja, een informeel gesprek voeren, iemand groeten met een zwaai of het versturen van een bericht via een app vallen allemaal onder communicatie.
Communicatie is het proces waarbij je informatie overbrengt naar iemand anders. Dit kan niet alleen door te praten (verbaal), maar ook door je gedrag en lichaamstaal (non-verbaal). Vaak gebeurt communicatie door een combinatie van beide. Wanneer je met anderen praat of iets uitwisselt, noem je dit interpersoonlijke communicatie. Hierbij is de ene persoon de zender en de andere de ontvanger van de boodschap. De zender gebruikt woorden, gebaren of andere signalen om iets over te brengen. De ontvanger begrijpt deze signalen op basis van zijn eigen kennis en ervaringen (Van der Molen, Hommes, & Kluijtmans, 2011).
In de onderstaande video wordt uitgelegd waarom communicatie zo belangrijk is. Het laat zien dat goede communicatie zelfs invloed kan hebben op hoe goed je leven verloopt en hoe je succes ervaart.
Opdracht: Bekijk onderstaand video en beantwoord vervolgens de volgende vragen
Communicatie; een vaardigheid die de kwaliteit van je leven bepaalt
Basisvaardigheden communicatie
Bij het voeren van een gesprek zijn er vijf belangrijke basisvaardigheden die je helpen om het gesprek goed voor te bereiden en te voeren. Deze vaardigheden zorgen ervoor dat je effectief kunt communiceren en het gesprek goed kunt laten verlopen.
Basisvaardigheden:
Actief luisteren
Dit betekent echt goed luisteren naar de ander, niet alleen wachten tot jij kunt praten. Je luistert met aandacht en probeert te begrijpen wat de ander bedoelt.
Helder communiceren
Het is belangrijk om duidelijk te zijn in wat je zegt. Zorg ervoor dat je boodschap niet verwarrend is en dat de ander begrijpt wat je bedoelt.
Empathie tonen
Dit betekent dat je je in de ander probeert te verplaatsen. Je probeert te begrijpen hoe de ander zich voelt en toont dat je daar begrip voor hebt.
Non-verbaal gedrag inzetten
Non-verbaal gedrag is alles wat je communiceert zonder woorden, zoals je lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en gebaren. Dit kan veel invloed hebben op hoe je boodschap overkomt.
Feedback geven
Feedback geven betekent dat je op een positieve en opbouwende manier laat weten wat je van het gesprek of de boodschap van de ander vindt. Dit helpt om het gesprek verder te verbeteren.
Nu gaan we de presentatie bekijken, waarin we meer theorie over communicatie leren. Je zult straks meer weten over deze vijf basisvaardigheden en hoe je ze kunt gebruiken in je gesprekken!
Nu jullie bekend zijn met de basisvaardigheden van communicatie, gaan we deze vaardigheden in de praktijk brengen. We gaan oefenen om de vaardigheden toe te passen, zodat je ze straks kunt gebruiken bij een sollicitatiegesprek of een gesprek tijdens je stage.
Wat ga je doen?
Je gaat een gesprek voeren met een medestudent. Vraag je medestudent welke opleiding hij of zij heeft gekozen voor de vervolgopleiding en vooral waarom deze keuze is gemaakt. Probeer erachter te komen wat haar motivatie is geweest om voor deze opleiding te kiezen. Stel daarbij de volgende vijf vragen:
Wat sprak je zo aan in deze opleiding?
Was er een bepaald moment of ervaring die je keuze heeft beïnvloed?
Wat vind je het leukste aan de opleiding die je hebt gekozen?
Hoe zie je jezelf in de toekomst na het afronden van deze opleiding?
Waren er andere opleidingen waar je ook aan dacht? Waarom heb je uiteindelijk voor deze gekozen?
Instructie
Laat je medestudent eerst zijn of haar verhaal vertellen. Zorg ervoor dat je goed luistert.
Laat merken dat je het verhaal begrijpt en geïnteresseerd bent.
Na elke keer dat je medestudent een stuk heeft verteld, vat je kort samen wat hij of zij heeft gezegd. Dit helpt om te laten zien dat je goed hebt geluisterd.
Als er iets onduidelijk is, stel dan een vraag om meer uitleg te krijgen.
Gesprekduur:
Maximaal 5 minuten per persoon. Daarna wisselen jullie van rol.
Nabespreking:
Na het gesprek bespreek je kort met je medestudent wat goed ging en wat beter kan. Deze nabespreking duurt ongeveer 5 minuten per persoon.
Opname:
Neem het gesprek op (film het) en lever de opname als een PDF-bestand in.
Tijdsbesteding opdracht totaal: 20 minuten.
Veel succes met oefenen!
Nabespreking
Klassikaal:
Elke student schrijft een persoonlijke reflectie op en voegt deze toe aan haar of zijn online portfolio.
Reflectievragen voor de activiteit:
Hoe voelde je je tijdens het gesprek? Was je zenuwachtig of zelfverzekerd? Waarom?
Welke communicatieve vaardigheden heb je gebruikt tijdens het gesprek? Geef voorbeelden.
Wat ging goed in het gesprek? Noem minimaal één punt waar je trots op bent.
Wat had je anders kunnen doen in het gesprek? Hoe zou je het de volgende keer anders aanpakken?
Heb je gemerkt dat je beter luisterde dan normaal? Hoe kon je merken dat je actief luisterde?
Welke vraag vond je het moeilijkst om te stellen en waarom? Hoe ging je daar mee om?
Wat heb je geleerd over de motivatie van je medestudent? Wat vond je interessant of verrassend?
Hoe denk je dat deze oefening je kan helpen in een toekomstig sollicitatiegesprek of tijdens stage?
Veel succes met oefenen!
Vooruitblikken
Eindelijk! Alle onderdelen zijn behandeld, volgende les gaan jullie aan de slag met de simulatieonderwijs. Vandaag hebben jullie verschillende gesprekstechnieken geoefend, deze technieken kunnen jullie volgende les inzetten tijdens jullie simulatie. Hoe leuk is dat! Succes!
Voorbereiden Simulatie
Voorbereiding
Dit is de laatste les van de reeks. Tijdens deze les ga je actief aan de slag. Dat betekent dat je nu niet alleen de theorie hebt geleerd, maar ook echt gaat oefenen. De acteurs zijn aanwezig, en het is jouw taak om met hen in gesprek te gaan en te communiceren. Het is dus belangrijk dat je je goed voorbereidt voor deze les.
Je moet ervoor zorgen dat je de theorie van gesprekstechnieken en communicatie goed begrijpt. Dit doe je helemaal zelfstandig:
Lees de stencil die je van de docent hebt gekregen. Dit is de theorie over communicatie, en het helpt je om de basisprincipes van gesprekken goed toe te passen.
Tijdens deze les ga je aan de slag met een acteur in het scenariolokaal. Je zult verschillende communicatievaardigheden oefenen in realistische situaties, zodat je goed voorbereid bent voor gesprekken die je misschien in de toekomst zult voeren.
Pre-briefing
Voordat je begint, krijg je een casus van je docent. Hierin staat wat je gaat doen en waarover je gaat communiceren met de acteur. De casus kan verschillende situaties bevatten, zoals:
Een sollicitatiegesprek met een afdelingshoofd van een zorginstelling. (Zorg ervoor dat je je CV en sollicitatiebrief bij de hand hebt!)
Jezelf voorstellen aan je nieuwe team.
Je ziek melden.
Voorbereidingstijd
Je krijgt 20 minuten om je voor te bereiden op de casus die je gaat spelen. Gebruik deze tijd goed om na te denken over wat je gaat zeggen en hoe je het gesprek wilt aanpakken.
Simulatie
Tijdens de simulatie werk je samen met de acteur. Het gesprek wordt opgenomen, zodat je het later kunt terugkijken en evalueren.
Debriefing
Na de simulatie volgt er een debriefing. Dit is een moment waarop jij en je docent samen kijken naar hoe het gesprek is verlopen. Er wordt besproken wat goed ging en wat je de volgende keer misschien anders kunt doen.
Dit is je kans om echt te oefenen en feedback te krijgen, zodat je je communicatievaardigheden verder kunt verbeteren. Succes!
Reflectie
Schrijf een reflectie over de lessenreeks communicatie:
Hoe voelde je je voordat je begon met de simulatie? Was je zenuwachtig of zelfverzekerd? Waarom?
Wat ging goed tijdens het gesprek? Kun je een moment noemen waar je trots op bent?
Welke communicatieve vaardigheden heb je gebruikt tijdens het gesprek? Denk bijvoorbeeld aan actief luisteren, duidelijk praten of je lichaamstaal.
Hoe ging het met het reageren op de acteur? Kon je goed inspelen op wat de acteur zei of deed?
Was er iets in het gesprek dat je moeilijk vond? Hoe ben je hiermee omgegaan?
Wat had je anders kunnen doen in het gesprek? Hoe zou je het de volgende keer anders aanpakken?
Wat heb je geleerd van de feedback tijdens de debriefing? Wat ga je in de toekomst anders doen?
Hoe denk je dat deze oefening je kan helpen bij echte gesprekken, bijvoorbeeld tijdens een sollicitatie of als je met een team werkt?
Hoe kun je de communicatievaardigheden die je hebt geoefend in de simulatie verbeteren in de toekomst?
Wat vond je het meeste waardevolle moment tijdens de simulatie en waarom?
Het arrangement Stapsgewijs richting BPV! - kopie 2 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.