Inleiding
Niemand heeft trek in plastic soep
Lessenserie groep 3 en 4
gebaseerd op globalisering en duurzaamheid
Door:
Elise van der Aart
Pien van Rooijen
Merel Hoogenboom
Hogeschool Leiden
Korte achtergrond bij alle lessen:
Les 1
Globalisering betekent dat alle landen steeds meer met elkaar verbonden raken. Het gaat
hierbij om bijvoorbeeld communicatie, technologie en goederenproducties. Denk hierbij
aan de kleren die je draagt en het speelgoed dat je hebt kunnen uit een ander land komen.
Daarnaast hoor je muziek uit allerlei landen en gebruiken wij innovaties die niet in
Nederland zijn bedacht. Door globalisering wordt de wereld relatief ‘kleiner’.
Al die goederen die in andere landen worden gemaakt moeten ook vervoerd worden. Dit kan
op verschillende manieren gedaan worden. Denk hierbij aan een containerschip, het
vliegtuig, de trein of met een vrachtwagen. Dit vervoer gaat niet altijd vlekkeloos. Zo valt er
nog weleens een container van een containerschip af in zee. Deze spullen die in de
container zitten komen dan allemaal in de zee terecht.
Soms spoelen er spullen aan. Op Texel hebben ze een museum ingericht over de spullen die
allemaal zijn aangespoeld daar op het strand.
Hier volgt wat verdere informatie over het Juttersmuseum op Texel. Het museum is al open
sinds 1984. Het Juttersmuseum ligt in het dorpje Oudenschild. Hier zijn alle spullen
verzameld en tentoongesteld die ooit zijn aangespoeld. Er wordt een informatieve
rondleiding gegeven tijdens het bezoek in het museum, waar veel helfdhaftige verhalen
worden verteld over de verhalen met de schepen.
________________________________
Les 2
De plasticsoep is een grote verzameling afval dat in de oceaan ligt. Deze verzameling wordt
steeds groter, doordat er steeds meer afval in de zee belandt. Hierdoor wordt er steeds meer
plastic meegevoerd met de stroming in zee. Doordat er zoveel stukken en stukjes plastic bij
elkaar liggen en door elkaar zweven, heeft Charles Moore dit ´plastic soup´ genoemd. Het
grootste gedeelte van de plasticsoep zweeft of zinkt in het water. Hierdoor lijkt het meer op
plasticsoep dan een drijvende vuilnisbelt. Niet alleen grote stukken plastic, zoals flessen,
visnetten of vaten, zweven in deze soep, maar ook juist hele kleine deeltjes plastic, de
microplastics drijven en zweven in het water. Onderzoekers weten niet precies hoe groot de
plasticsoep is, maar verwachten dat de plasticsoep ongeveer 34 keer zo groot is als de
oppervlakte van Nederland (41.528 km2).
_______________________________
Les 3
Een circulaire economie beschrijft een wereld waarin al het afval wordt hergebruikt voor
een ander doel. Een circulaire economie draait om slimmer omgaan met spullen. In plaats
van ze weg te gooien na gebruik, worden materialen en producten steeds opnieuw gebruikt.
Zo wordt afval geminimaliseerd, en blijven waardevolle grondstoffen in omloop.
________________________________
Les 1
In het kort
Les 1
Duur: 45-60 min
Benodigdheden : Een knuffel, PowerPoint met plaatjes, Google Maps op het
digibord, Wisbordjes per groepje met stift.
Kinderen vragen kleding mee te nemen: bijvoorbeeld t shirts. Het gaat om de labeltjes van de kinderen. Neem voor de zekerheid al drie kledingstukken mee met label.
Voorbereiden : Zorg ervoor dat de powerpoint en de Google Maps klaar staan.
Powerpoint in google drive
Voorkennis en lesdoel
Verwachte voorkennis
Dit is de eerste les in de driedelige lessen reeks: ‘Niemand heeft trek in plastic soep.’ De kinderen
zitten nu in groep 3/4. Zij hebben nog niet eerder lessen gehad over de plastic soep of over
globalisering. Zij hebben naar verwachting geen kennis over deze onderwerpen. Wel zou het zo
kunnen zijn dat de leerlingen in hun vrije tijd al eerdere kennis hebben opgedaan dat niet elk product
uit Nederland komt.
Lesdoel
Aan het einde van de les hebben de kinderen kennisgemaakt met het begrip plasticsoep en hebben zij
ervaren en gezien dat niet elk product uit Nederland komt. (Globalisering).
De les
Verras
Ik neem een knuffel mee in de klas. Ik ga voor de klas met de knuffel spelen. Hierbij
verwacht ik dat de kinderen gaan roepen: 'juf, wat ben jij nu aan het doen?’
Voorkennis activeren
Ik laat de knuffel vallen en dan zie ik dat het knuffeltje niet uit Nederland komt. Hij is dus in
een ander land gemaakt. Ik speel dat ik dit heel raar vind en dat we dit verder moeten
uitzoeken. Willen jullie mij helpen?
Lesdoel op leerlingniveau
Vandaag leer je over het begrip globalisering.
Verloop van de les
Jullie krijgen eerst een stukje uitleg en daarna gaan we samen kijken wat er wel of niet in
Nederland is gemaakt.
Kern
De kinderen hebben al een knuffel gezien die niet uit Nederland komt. Vanuit dit verhaal
kunnen we makkelijk verder naar het verhaal over globalisering en wat dat nu precies
inhoudt.
Verhaal
Jullie hebben net allemaal mijn knuffel gezien, maar deze knuffel is bijzonder. Deze knuffel
is anders dan anders en dat heeft een reden. Deze knuffel heb ik gekregen van het
Juttersmuseum op Texel. Dit museum heeft allemaal knuffels en spullen die zijn
aangespoeld op het strand.
Maar hoe komen deze knuffels en andere spullen nu eigenlijk allemaal in de zee?
● De kinderen krijgen even de tijd om na te denken. Samen denken we na hoe dit
zou kunnen komen.
● Ik stuur erop aan dat het misschien wel komt, omdat het van boten is afgevallen
in de zee.
Hierna gaan we erop verder dat deze knuffel niet uit Nederland komt. Dit kunnen we zien
aan het labeltje. Het zou heel goed kunnen zijn dat hij van een containerschip is gevallen,
want normaal komen deze knuffels via dit schip naar Nederland.
Hierbij laat ik een plaatje zien van een containerschip. Hierbij vertel ik dat deze schepen allemaal spullen vervoeren vanuit andere landen naar bijvoorbeeld Nederland. Daarna vraag ik aan de kinderen welke spullen zij denken dat er allemaal op dit schip kunnen liggen.
● De kinderen geven een aantal suggesties.
● Nadat de kinderen een aantal suggesties hebben gegeven, kijken we wat er in de
klas is, wat misschien wel op zo’n schip heeft gelegen.
Kledingstukken
Samen in de klas kijken we naar de kledingstukken van de kinderen. Daarnaast laat ik op
het bord een wereldkaart zien. We bekijken de labels van de kleren en bekijken dan
waar het land ligt. Dit kan gedaan worden met Google Maps.
We komen samen tot de conclusie dat de kleren vaak uit verre landen komt.
Ik vertel aan de kinderen dat dit niet alleen met kleren zo is maar ook bijvoorbeeld met
groente en fruit. Wij hebben in Nederland heel veel spullen die in andere landen zijn
gemaakt. Deze spullen worden dan per containerschip, trein of vliegtuig naar Nederland
verplaatst.
Afsluiting
Afsluiting
Quiz: waar komt het vandaan?
De kinderen krijgen een quizje met de vraag waar iets vandaan komt.
● Op het bord is een tomaat te zien
● Op het bord is een kledingstuk te zien.
● Op het bord is chocolade te zien.
De kinderen gebruiken wisbordjes en schrijven per tafelgroepje het antwoord op. De
kinderen kunnen dit bijna niet goed hebben, maar het doel is ook niet dat ze het goed
hebben. Het doel is dat de kinderen doorkrijgen dat niet alles in Nederland is gemaakt.
Les 2
In het kort
Les 2
Duur: 45-60 min
Benodigdheden: Plaatjes en filmpjes
Voorbereiden: Zoek de powerpoint op en zet deze klaar.
Powerpoint in google drive
Voorkennis en lesdoel
Verwachte voorkennis
Dit is de tweede les in de driedelige lessenserie 'Niemand heeft trek in plasticsoep’. Om het
onderwerp te introduceren hebben de leerlingen les 1 over het onderwerp globalisering
gehad. De leerlingen hebben geleerd waar hun speelgoed vandaan komt en hoe dat hier
komt. Zij hebben geleerd dat alle spullen die zij hebben, niet allemaal uit Nederland komt
en dat het niet zomaar in de winkel komt te liggen. Ook hebben de leerlingen geleerd dat
deze lange reis niet altijd goed gaat en dat het containerschip kan omslaan. Hierbij vallen er
dan spullen in het water. De leerlingen hebben de vorige les ook kort kennisgemaakt met
het begrip ‘plasticsoep’. Zij weten dat dit plastic in de zee is. Verder zullen de meeste
leerlingen hierover niet zoveel weten. Het is mogelijk dat leerlingen hier buiten school wel
eens over gehoord hebben of het wel eens op het jeugdjournaal hebben gezien.
Lesdoel
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen het begrip ‘plasticsoep’ uitleggen en kunnen
zij vertellen wat zij eraan kunnen doen om de plasticsoep tegen te gaan door middel van
afval scheiden en recyclen.
Didactisch model
Tijdens deze les wordt er gebruikgemaakt van de geografische vierslag. In de geografische
vierslag wordt er gebruik gemaakt van 4 aspecten: waarnemen, herkennen, verklaren en
waarderen. Dit zie je terug in de les op de volgende manieren: Waarnemen: we bekijken het
plaatje van het Juttersmuseum en de leerlingen krijgen de vragen: ‘Wat zie ik?’, ‘Waar zie ik
dit?’ Herkennen: tijdens het toneelstuk komen de leerlingen bij het aspect herkennen.
Tijdens het toneelstuk denken de leerlingen ‘Waar zie ik dit nog meer?’ Verklaren: ik vraag
aan de leerlingen hoe dit zou komen? Waarderen: wat vind je hiervan?
Verras
Ik laat een plaatje van het juttersmuseum zien aan de leerlingen.
Voorkennis activeren
Ik vraag aan de leerlingen de volgende vragen:
-Wat zien we hier?
-Hoe zouden al deze spullen hier zijn gekomen?
-Waar zie ik dit?
Lesdoel leerling niveau
Aan het eind van de les kan jij uitleggen wat plasticsoep is en uitleggen dat je dit kunt oplossen
door afval scheiden en recyclen.
Verloop van de les
Eerst gaan jullie luisteren naar een stukje uitleg en een filmpje bekijken. Daarna gaan we
zelf naar wat afval kijken en kijken hoe we dit juist kunnen splitsen en bedenken hoe we dit
zouden kunnen recyclen.
Kern van de les
De leerlingen hebben net weer teruggeblikt op de les over globalisering. Ik maak een
bruggetje door te vertellen dat er natuurlijk nog meer in het water valt en dat het
Juttersmuseum niet alles uit het water kan halen.
Dit speel ik uit:
In vooral zeeën en oceanen vind je niet zo snel allerlei speelgoed, maar wel heel veel plastic
verpakkingen, zoals waterflesjes, plastic zakjes, plastic rietjes en nog veel meer ander
plastic. Dit vertel ik aan de hand van plaatjes, zodat de leerlingen er een beter beeld van
krijgen.
Maar hoe zou dit nou kunnen komen?
Iedere dag gebruik jij heel de dag door plastic. Denk bijvoorbeeld aan ’s ochtends je tanden
poetsen of het drinken wat je nu mee hebt in een beker, flesje of in een pakje. Iedereen
gebruikt onbewust heel veel plastic en dat is prima, maar dan moet je het wel weggooien in
de prullenbak. Een groot deel van het plastic dat wij gebruiken komt vaak niet in de
prullenbak terecht en dat waait dan de sloot in en dit komt dan weer in de zee of oceaan.
Plastic verteert niet, dus dat betekent dat het altijd blijft bestaan en niet zomaar kapot gaat.
Dus als het plastic eenmaal in de zee is gekomen, dan blijft het daar ook. Hierdoor ontstaat
er een hele hoop plastic bij elkaar, zoals bij bovenstaande foto te zien is. Dit stroomt met de
stroming mee en komt allemaal in het midden van de oceaan terecht. In de oceanen leven
dieren zoals krabben, schildpadden en vissen. Deze dieren zien plastic als eten en eten dit
op. Dit is natuurlijk ook helemaal niet goed voor deze dieren. Ook blijven veel van deze
dieren hangen in het plastic. Doordat de dieren blijven hangen in het plastic of het opeten,
gaan de diertjes vanzelf dood.
Ik vraag aan de leerlingen of zij misschien ideeën hebben wat we hieraan zouden kunnen
doen. Dit bedenken wij samen met de hele klas. Als de leerlingen dit lastig vinden, dan help
ik mee met ideeën. In deze ideeën benoem ik de begrippen ‘recyclen’ en ‘afval scheiden’.
De volgende les gaan we hiermee een verwerking doen.
Filmpje over plastic soep
Afsluiting
Afsluiting
Ik stel aan de leerlingen de volgende vragen:
-Wat vinden jullie hier nou van?
-Vinden jullie dat wij hier iets aan moeten doen?
Voor de volgende les krijgen jullie een opdracht mee. Kijk thuis of buiten op straat of je een
plastic fles hebt en neem die mee naar school.
Les 3
In het kort
Les 3
Duur: 45-60 min
Benodigdheden:
● Een halve petfles per kind
● Schaar
● Crêpepapier
● Dubbelzijdig plakband
● Eventueel wiebeloogjes, anders zwart en wit papier om zelf ogen te maken.
Voorbereiding: Vraag de leerlingen een paar dagen van tevoren om van thuis een plastic
(pet)fles mee te nemen.
Leg de benodigdheden klaar en zoek de powerpoint op.
Powerpoint in google drive
Voorkennis en lesdoel
Verwachte voorkennis
De kinderen zijn begonnen aan het thema: ‘Niemand heeft trek in plastic soep’. Dit
formulier beschrijft de derde en laatste les uit de lessenserie. In deze les sluiten we het
thema af met een creatieve opdracht: maak je eigen zeedier.
In de voorgaande lessen (les 1 en les 2) hebben de kinderen kennisgemaakt met het begrip
‘plastic soep’. Ze hebben geleerd hoe ze kunnen bijdragen aan een schonere wereld door het
afval te scheiden. Ook hebben ze ervaren dat niet alles uit Nederland komt en dat
containerschepen allerlei spullen vervoeren, waarbij het soms voorkomt dat spullen in de
zee terechtkomen.
In deze les gaan de kinderen afval recyclen.
Lesdoel
Aan het einde van de les hebben de kinderen kennisgemaakt met het begrip circulaire
economie : een wereld waarin al het afval wordt hergebruikt voor een ander doel.
Aan het einde van de les zijn de kinderen creatief bezig geweest met het maken van een
zeedier uit een (halve) petfles.
Verras
Pak een plastic flesje en drink hem leeg.
Voorkennis activeren
Vraag aan de kinderen wat je met een leeg flesje moet doen.
→ Weggooien in de (plastic)afvalbak.
Lesdoel leerling niveau
Je leert dat je plastic afval kan gebruiken voor een ander doel.
Je maakt een eigen zeedier uit plastic afval.
Verloop van de les
Deze les hebben we het over een slimme oplossing voor al dat afval. En helpen jullie hieraan
mee!
Kern van de les
Slimme mensen denken na over manieren om ervoor te zorgen dat er geen afval meer is
op de wereld." Dit betekent dat afval niet wordt weggegooid, maar dat al het afval voor iets
anders wordt gebruikt. Dit noem je met een moeilijk woord: een circulaire economie.
Bijvoorbeeld dit snoeppapiertje. Deze gooien we dan niet weg in de afvalbak, maar
gebruiken we voor een nieuw snoepje. Op deze manier hoeven we geen nieuw
snoeppapiertje te maken. "En dat is beter voor onze wereld.
Opdracht
Om bij te kunnen dragen aan een ‘schonere’ wereld, gaan wij ons afval hergebruiken door
er iets nieuws van te maken. We gooien het dus niet weg, maar gebruiken het opnieuw voor
iets anders.
→ We maken een eigen zeedier van onze plastic fles.
Aan de slag
Leg in stappen uit hoe de kinderen hun zeedier gaan knutselen:
1. Pak je plastic fles en knip deze doormidden. Let op de
scherpe randjes!
2. Gebruik de onderkant van de plastic fles.
3. Plak twee wiebeloogjes op de fles.
4. Kies drie kleuren crêpepapier en knip hier stroken uit.
5. Plak dubbelzijdig plakband op de rand van de fles.
6. Plak de crêpepapier stroken hieraan vast.
Afsluiting
Afsluiting
Bespreek met de kinderen wat je met de andere helft van de fles zou kunnen doen (de
bovenkant van de plastic fles).
Waarvoor kan hij gebruikt worden?/ Wat kun je ermee maken?
Dus niet weggooien in de afvalbak, maar …