Project 1.07 - Water

Project 1.07 - Water

Mens en natuur

Wateronderzoek

Is water nou levend, dood of levenloos. Het is maar net hoe je er naar kijkt…. Water zelf hoort bij de levenloze natuur. Het plassen, sloten en vaarten in Den Haag zit echter vol leven. In deze opdracht onderzoek je welke organismen in dit zoetwater leeft.

Na onderzoek en verdieping in de eerste twee lessen, krijg je een opdracht van ecoloog  Ernst van Hoogheemraadschap Rijnland.

1 Op onderzoek in de sloot

Op onderzoek in de sloot.

Leerdoelen

Je leert:

- welke soorten organismen in een zoetwateromgeving leven;

- onderzoeksmethode om zoetwaterorganismen te vangen;

- organismen determineren.

 

Inhoud

In deze les ga je met je docent naar een sloot met een behoorlijke biodiversiteit. Bij deze sloot maak je kennis met de dieren en planten die in de sloot leven en de planten die langs de sloot groeien.

Je docent legt uit hoe en waar je slootdiertjes kunt vangen. Je noteert je vangsten en andere organismen die je vindt, op het opdrachtenblad.

 

Wat heb je nodig:

- Netje

- Wit bakje

- Petrischalen met vakjes

- Determinatietabellen / zoekkaarten

- Obsidentify op telefoon, bereid voor!

- Loepje

- Binoculair

- Opdrachtenblad

- Klembord

- Briefje voor geleende artikelen

 

Wat ga je doen?

Je gaat met al je onderzoekspullen naar een sloot.

- Noteer je waarnemingen op het opdrachtenblad bij opdrachten 1, 2, 3.

2 Verdieping en opzet onderzoek.

 

Leerdoelen

Je leert:.

- welke relatie de organismen onderling hebben: voedselweb, voedselketen, ecosysteem;

- hoe de koolstofkringloop in het ecosysteem loopt.

 

Inhoud

In de vorige les heb je bij de sloot verschillende dieren en planten ontdekt. In deze les onderzoek je welke rol de planten en dieren in het ecosysteem hebben. Je maakt hiervoor enkele voedselketens en een voedselweb.

 

Wat heb je nodig?

- Je werkblad

- Een laptop

 

Wat ga je doen?

1            Eigenschappen van planten

Hieronder staat de volledige lijst van planten en dieren die je klas in de Broeksloot hebben gevonden Noteer bij de planten in de tweede kolom in welke abiotsche omstandighedende planten normaal groeien.

Lijst planten en dieren in de Broeksloot 2324

Je kunt hiervoor de volgende site gebruiken:

Verspreidingsatlas

 

2            Wat eten slootdieren?

Op je werkblad heb je in een tabel bij opdracht 3 de namen van je gevonden dieren genoteerd.

Noteer bij de waterdieren in de tweede kolom wat het dier eet.

Je kunt hiervoor bijvoorbeeld de volgende site gebruiken:

Bioplek wat eten dieren?

 

3            Voedselweb van je sloot

Je weet nu van alle dieren uit de sloot wat ze eten. Je kunt nu aan de hand van een voedselweb laten zien welke relaties alle dieren en planten hebben.

Bouw je voedselweb op je opdrachtblad bij opdracht 4.

Maak daarna opdracht 5.

Als je niet meer weet hoe een voedselweb er uit ziet, legt een zeebioloog het hier nog even uit:

De zeebioloog en het voedselweb.

 

4            Waterkwaliteit

Een voedselweb met veel soorten is een stevig voedselweb. Een sloot met een stevig voedselweb heeft een goede waterkwaliteit. Een voedselweb met weinig soorten heeft een lage water-kwaliteit.

Aan de hand van de organismen die in een sloot leven kun je dus zien wat de kwaliteit van het water is.

Met de site waterdiertjes kun je een cijfer voor de waterkwaliteit van een sloot bepalen.

Vul op de site waterdiertjes bij Meting in welke diertjes je hebt gevonden en bepaal daarmee een cijfer voor de waterkwaliteit.

Waterdiertjes.nl

 

keuze opdracht

5            Welke algen leven in de sloot?

Iets minder zichtbaar in de sloot zijn de eencellige algen. Je kunt de algen zichtbaar maken door wat water uit de sloot met een centrifuge te bewerken. Je docent legt uit hoe dit moet. Je kun de algen onder een microscoop bekijken.

- Noteer de namen van de algen of tekeningen van de algen op het opdrachtblad.

Hulp bij het op naam brengen de algen vind je hier:

Bioplek: algen en wieren in sloot en vijver.

 

Wat heb je nodig?

- Een monster slootwater

- Pipet

- Centrifuge

- Microscoop

- Objectglazen, dekglazen en prepareernaald

3 Eigen wateronderzoek

Je krijgt van waterecoloog Ernst een opdracht voor een onderzoek. Je leert een onderzoek opzetten, uitvoeren en uitwerken.

 

Leerdoelen:

Je leert:

- een onderzoek opzetten, uitvoeren en uitwerken.

 

Wat ga je doen?

Je bekijkt de video van Ernst met de opdracht.

Je zet aan de hand van de opdracht een onderzoek op.

De volgende les voer je deze onderzoeksopdracht uit.

 

Hoe zet je een onderzoek op?

In het project water ben je al vaker de onderzoekscyclus tegengekomen.

- Vragen stellen

- Gegevens verzamelen

- Samenvatten

- Reflecteren

Je gebruikt deze vier onderdelen bij het opzetten van een onderzoek én het maken van een onderzoeksverslag.

Als je niet goed weet hoe dat moet vind je hier een voorbeeld..

 

Wat ga je doen?

Aan de hand van de vraag van Ernst bereid je een onderzoek voor.

- Noteer je onderzoeksopzet op het werkblad.

- Bespreek je onderzoeksopzet met je docent .

- Voer je onderzoek uit!

 

Na het uitvoeren van je onderzoek maak je een verslag van je onderzoek.

Je spreekt met je docent een inleverdatum af.

Mens en Maatschappij

Waterkringloop

Waterkringloop

Intro

Het water in de Noordzee is ooit als een regendruppel neergevallen en heeft in het verleden meerdere malen een lange reis gemaakt.

Misschien wel van de top van een berg tot honderden meters onder de grond, eeuwen later opgedronken en uitgeplast, verdampt en als regendruppeltje in een wolk terechtgekomen.
Water is dus altijd onderweg.

Je hebt vast wel eens water gekookt in een pan, fluitketel of waterkoker.
Hoe kun je zien of water kookt?
En wat gebeurt er als je water (te) lang kookt?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • benoemen in welke fasen water voorkomt.
  • de namen van de zes faseovergangen opnoemen.
  • de waterkringloop beschrijven en aangeven op welke plekken in de waterkringloop verdamping en condensatie voorkomen.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en verklaart de verschillende fasen van de waterkringloop.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert in welke fasen water kan voorkomen en welke faseovergangen belangrijk zijn in de waterkringloop.
Stap 2 Je bekijkt een korte video over de waterkringloop en sleept gebeurtenissen in de waterkringloop in de juiste volgorde.
Stap 3 Je bekijkt nog een video over de waterkringloop. De drie vragen die je beantwoordt, gaan over de faseovergangen en de rol van de wind.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen terug die gaan over de waterkringloop.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B, dan maak je een schematische tekening van de waterkringloop met gebruikmaking van de opgegeven woorden.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt hangt af van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Water in fasen

Water komt in verschillende toestanden (fasen) voor.
Bestudeer de pagina's 'Water in drie fasen' en 'Waterkringloop' en de video in de Kennisbank.

In het schema zie je hoe de overgangen tussen de verschillende fasen van water genoemd worden.
Bij deze opdracht over de waterkringloop zullen we het hebben over condensatie en verdamping.

Waterdamp is onzichtbaar. Om te bewijzen dat er water in lucht zit kun je je adem op een koude ruit te blazen: de ruit beslaat.
De waterdamp (gas) verandert dus in water (vloeibaar).
Als je even wacht is de ruit niet meer beslagen: het water op de ruit is verdampt.

Stap 2: De waterkringloop

Bekijk de waterkringloop. In de waterkringloop zie je een aantal verschillende gebeurtenissen.
In de sleepopdacht onder de animatie zet je gebeurtenissen in de juiste volgorde.


Maak de sleepoefening.

Stap 3: Water is continu op reis

Water verandert voortdurend van fase. Dat voortdurend veranderen van fase noem je de waterkringloop.
Het woord kringloop geeft aan dat er geen begin is en dus ook geen einde: het gaat dus altijd door!

Bekijk nu het volgende filmpje op Schooltv.
Na het bekijken van de video beantwoord je drie vragen over verdamping, condensatie en de rol van de wind.

Afronding

Begrippen

Fasen
Verschillende ontwikkelingsstappen van het water.
Smelten
Van vast naar vloeistof.
Stollen
Van vloeistof naar vast.
Verdampen
Van vloeistof naar gas.
Condenseren
Van gas naar vloeistof.
Vervluchten
Van vast naar gas.
Rijpen
Van gas naar vast.
Waterkringloop
De 'reis' die water maakt. De stappen die ervoor zorgen dat water verdampt, er wolken komen en dat uit de wolken weer neerslag valt.
Oppervlaktewater
Water dat zich in vloeibare vorm aan de oppervlakte van de aarde bevindt.
Grondwater
Water dat zich niet aan de oppervlakte bevindt, maar ondergronds in de bodems en gesteenten.
Aquifer
Een watervoerende laag in de ondergrond.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap ga je de toets 'Waterkringloop' maken.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Waterkringloop

Je gaat een eindproduct maken waarmee je de waterkringloop in beeld brengt.
Je eindproduct bestaat uit een schematische tekening van de waterkringloop.

Gebruik in het schema in ieder geval de volgende woorden:
oceanen en zeeën, verdamping, waterdamp, condensatie, wind, wolken, neerslag, grondwater en rivieren.

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door je docent.
In de gereedschapskist zie je de beoordelingscriteria.
Zorg er ook voor dat je je schema op tijd inlevert.

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven wat er gebeurt als water kookt en/of te lang kookt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de fasen en faseovergangen van water benoemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Heb je voor Eindopdracht B gekozen?
    Had je voldoende tijd om een schematische tekening van de waterkringloop te maken?
  • Eindopdracht B
    Heb je alle opgegeven termen in de schematische tekening verwerkt?
    Kun je in je eigen woorden uitleggen hoe de waterkringloop werkt?

Problemen met water

Problemen met water

Intro

Aan een aantal wetenschappers werd in 1998 gevraagd wat volgens hun de belangrijkste problemen van 21ste eeuw zouden worden.

De meest genoemde antwoorden: bevolkingsgroei en problemen met water.

Het gaat om drie soorten problemen: te veel water, te vuil water en te weinig water.
Teveel water zorgt voor overstromingsgevaar en te weinig water veroorzaakt problemen voor bijvoorbeeld natuur, landbouw, industrie en scheepvaart.

Heb je een idee wat te vuil water kan veroorzaken? Kun je een voorbeeld noemen?
Denk hierbij eens aan ons drinkwater.

In deze opdracht staan de problemen met water centraal.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • twee redenen noemen waardoor de vraag naar veilig water wereldwijd toeneemt.
  • twee verschillende problemen omschrijven die het gevolg zijn van een tekort aan schoon water.
  • redenen noemen waardoor er in een gebied wateroverlast kan ontstaan en een mogelijk gevolg van wateroverlast beschrijven.
  • aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de verdeling van water kan leiden tot (internationale) conflicten.

 

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je analyseert en waardeert watervraagstukken (teveel, te weinig, te slechte kwaliteit) op verschillende ruimtelijke schalen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bekijkt een video over overstromingen in Bangladesh. Je kunt aangeven door welke invloeden deze overstromingen worden veroorzaakt, door middel van het beantwoorden van de vragen.
Stap 2 Je leert waarom naast overstromingen in Bangladesh ook waterschaarste ontstaat en waarom schoon drinkwater een probleem is. Je bekijkt de video en beantwoordt vragen daarover.
Stap 3 Je leert over de verschillen in waterloop, waterstand en weersomstandigheden in Nederland en Bangladesh. Je bekijkt drie video's en beantwoordt daar vragen over.
Stap 4 Je leest een tekst over het te verwachten watertekort in het Midden-Oosten. Tegelijkertijd maak je deze tekst compleet door het invullen van een aantal woorden.
Stap 5 Je leest een tekst over het Project Zuidoost-Anatolië. Terwijl je dit leest, maak je de tekst compleet.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen terug die gaan over waterschaarste, te veel water en te vuil water.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B: dan maak je een quiz over de waterproblemen in Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht


Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt, hangt af van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Problemen met water

Problemen met water kunnen ontstaan door waterschaarste, verdroging, overstroming of door conflicten.

Bestudeer alle pagina's van de Kennisbank en bekijk de video over water in de Kennisbank.

Bangladesh

Bangladesh is een land in Zuid-Azië. Het land grenst aan India en aan de Indische Oceaan. In het noorden ligt het Himalayagebergte. De hoofdstad van Bangladesh heet Dhaka.

Net als in Nederland zijn er veel rivieren in Bangladesh. De twee belangrijkste rivieren zijn de Ganges en de Brahmaputra.
Bangladesh is een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Het land is bijna vier keer zo groot als Nederland en heeft ongeveer 160 miljoen inwoners.

Bekijk het volgende filmpje op Schooltv en beantwoord daarna de vragen over Bangladesh.

 

Stap 2: Geholpen .... met giftig water

Een roodgeverfde pomp

Ondanks de vele overstromingen in Bangladesh is er in sommige perioden sprake van waterschaarste.
Om het land te helpen, hebben hulporganisaties in de jaren 70 van de vorige eeuw meer dan 10 miljoen waterpompen in de grond geplaatst om grondwater op te pompen.

Waterpompen moeten zorgen voor schoon drinkwater. Door schoon drinkwater te gebruiken, kun je voorkomen dat mensen besmet raken met ziekten als cholera en dysenterie die ernstige, zelfs dodelijke, diarree veroorzaken.

Het probleem echter is dat het grondwater van Bangladesh niet zo schoon is.
Schoon grondwater zit veel dieper in de grond. De grond van Bangladesh zit namelijk vol arsenicum. Arsenicum komt daar van nature voor in de aardkorst, rotsen, bodem en de zee.
Het is een zeer giftige, dodelijke stof.

In de jaren 80 begon het grote aantal mensen met zwarte huidvlekken op te vallen, een van de eerste tekenen van langdurige arsenicumvergiftiging. Een kwart van alle waterbronnen in Bangladesh bevat namelijk arsenicum.

Een tien jaar durend Amerikaans onderzoek onder 12.000 Bengali wees in 2016 uit dat een op de vijf sterfgevallen in Bangladesh gerelateerd is aan drinkwater uit bronnen met arsenicumconcentraties van meer dan 10 microgram per liter.

Omdat het water ook wordt gebruikt voor irrigatie, krijgen de mensen via rijst alsnog een dosis mee. Pompen met arsenicum besmet water worden rood geverfd. Toch worden ze vaak nog gebruikt...

Bekijk de volgende video.
Het meisje in het filmpje heeft drie opties: geen water, vervuild water of vergiftigd water.

Maak daarna de oefening.

Stap 3: Nederland en Bangladesh

Luchtfoto van de Ganges

In Nederland komen enkele grote rivieren samen in een delta met rivierarmen die in zee uitmonden.
De Rijn-Maas-Scheldedelta is bijvoorbeeld een grote rivierdelta in Nederland en België die gevormd wordt door de samenvloeiing van de Rijn, de Maas en de Schelde.
Het resultaat is een veelheid van voormalige eilanden en zee- en rivierarmen, die samenkomen in Zeeland, dat het hart van de Delta vormt.

In Bangladesh monden de rivieren de Ganges en Brahmaputra uit in een grote rivierdelta.
Net als Bangladesh heeft Nederland wel eens last van een hevige storm of hoge waterstanden in de rivieren. Maar daarmee houden de overeenkomsten tussen Nederland en Bangladesh wel op.
Om te beginnen kent Nederland geen droog en nat jaargetijde. Het hele jaar door valt er regen.

Je gaat nu kijken naar drie video's over waterzuivering in Nederland.
De eerste video gaat over hoe Nederland zich door de eeuwen heen heeft gewapend tegen overstromingen.
De tweede video belicht hoe vuil grondwater wordt gefilterd om schoon drinkwater te krijgen.
En de derde video laat alle procedures zien die het water doorloopt vanuit de natuur totdat het geschikt is als drinkwater.

Beantwoord na het bekijken van de video's de vragen over Nederland en Bangladesh.

Video: Waterwerken

Video: Filtreren

Video: Drinkwater

Stap 4: Midden-Oosten watertekort

De verwachting is dat het Midden-Oosten in 2040 te kampen krijgt met het grootste watertekort.
Dat is althans de uitkomst van een onderzoek van het World Resources Institute.

Lees het volgende artikel. In de tekst ontbreken echter een paar woorden.
Maak de tekst compleet.

Stap 5: Project Zuidoost-Anatolië

Zuidoost-Anatolië in het rode kader

Project Zuidoost-Anatolië is een project van de Turkse overheid.
Het heeft als doel de inkomens in de Turkse regio Zuidoost-Anatolië te doen toenemen door de economische ontwikkeling te bevorderen. Hierdoor zal een betere levensstandaard worden gecreëerd voor de negen miljoen inwoners van de regio. Er zijn verder tal van ecologische, maatschappelijke en politieke motieven.

In de volgende opdracht krijg je meer uitleg over dit project. Je leest de tekst en vult de ontbrekende woorden in.

Afronding

Begrippen

Waterschaarste
Het gebrek aan voldoende schoon water.
Watervluchtelingen
Mensen die de droogte ontvluchten en op zoek gaan naar gebieden met meer water.
Overstroming
Het onder water lopen van een gebied dat onder normale omstandigheden droog ligt.
Tsunami
Een grote vloedgolf veroorzaakt door een zeebeving.
Moesson
Winden bij de evenaar die elk half jaar van richting veranderen.
Smeltwater
Water dat afkomstig is van gesmolten sneeuw of ijs.
Waterkwaliteit
Hoe het oppervlaktewater en het grondwater zijn samengesteld. Het gaat hierbij om de biologische en de chemische samenstelling.
Arsenicum
Komt van nature voor in de aardkorst, rotsen, bodem en de zee.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Problemen met water'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Quiz maken

Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten
Waterproblemen in de wereld kunnen verschillend van aard zijn. De waterproblemen van Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten kennen overeenkomsten, maar ook grote verschillen.

Het eindproduct van deze opdracht is een quiz maken over de waterproblemen in Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten. Kijk eerst nog even goed naar de leerdoelen en zorg dat deze goed in de vragen terugkomen.

Zorg ervoor dat:

  • de vragen en antwoorden van de quiz duidelijk aangeven welke waterproblemen er zijn in Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten.
  • de quiz duidelijk maakt dat er grote verschillen zijn tussen Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten als het gaat over het oplossen of ontstaan van waterproblemen.

Quiz maken

Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.

 

Klaar?
Kijk nog even in de gereedschapskist of je quiz aan de beoordelingscriteria voldoet.
Je docent zal de quiz beoordelen.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je eindproduct als:

  • De vragen en antwoorden van de quiz duidelijk maken welke waterproblemen er zijn in Nederland en welke waterproblemen er zijn in Bangladesh en het Midden-Oosten.
  • De quiz duidelijk maakt dat er grote verschillen zijn tussen Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten als het gaat over het oplossen of ontstaan van waterproblemen.
  • De quiz met zorg gemaakt is.
  • De quiz op tijd klaar is.
  • Maak afspraken met je docent.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Herken je de problemen van te veel, te weinig of te vuil water?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven waarom het verkrijgen van schoon drinkwater nog steeds een probleem is in Bangladesh?

Hoe ging het?

  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het lastig om geschikte quizvragen te bedenken aan de hand van wat je geleerd hebt?

    Vond je het fijn om de opdracht alleen te doen?
    Of had je de opdracht liever samen met een klasgenoot gedaan, zodat je ook wat kon oefenen?

Nederland waterland

Intro

In het begin van de 17e eeuw kreeg Jan Adriaenszoon Leeghwater de taak om de Beemster droog te leggen. De Beemster was toen een groot meer.

Amsterdamse kooplieden wilden de polder droogleggen om er voedsel te kunnen verbouwen. De Beemster is een goed voorbeeld van hoe Nederlanders grote delen van Nederland zelf hebben 'gemaakt'.

In deze opdracht kijk je naar de drooglegging van de Beemster, maar de opdracht had ook over een andere inpoldering kunnen gaan.

Kun je twee gebieden in Nederland noemen die ingepolderd zijn?

Je krijgt ook uitleg over wat het niveau is van de waterstanden in Nederland en hoe dit wordt gemeten (NAP).

Kun je aangeven waar de letters NAP voor staan?

Centraal staat in deze opdracht de omgang van Nederland met het water.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven waarom waterkeringen en dijken in Nederland belangrijk zijn.
    Ik gebruik daarbij het begrip NAP.
  • beschrijven wat een polder is en waarom polders drooggemaakt zijn.
    Ik kan minimaal twee voorbeelden noemen.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft de gevolgen van het menselijk ingrijpen in de Nederlandse watersituatie en oplossingen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert over het begrip NAP en vergelijkt twee kaartjes over het waterniveau in Nederland. Ook beantwoord je een vraag.
Stap 2 Je leest op een website over hoe de inpoldering van De Beemster is verlopen. Tijdens het kijken van video's over inpoldering noteer je 20 woorden die met Nederland waterland te maken hebben.
Stap 3 Je bekijkt samen met een klasgenoot een woordenwolk en beantwoordt er vragen over.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen die te maken hebben met inpoldering en het waterniveau in Nederland.
Eindopdracht A Kies je voor Eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor Eindopdracht B: dan zoek je eerst een tekst. Aan de hand daarvan ga je een woordenwolk maken.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt hangt af van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: NAP

Peilmerk NAP

NAP betekent Normaal Amsterdams Peil.

Het is de standaardhoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden getoetst.
Voor het gemak wordt het NAP gelijkgesteld aan het gemiddeld zeeniveau.

In de Kennisbank Waterverdeling vind je ook een pagina over 'Waterstand'.
Bekijk deze pagina en ook de video in de Kennisbank over NAP.

Bekijk in de volgende opdracht twee kaartjes over de ligging van Nederland ten opzichte van het NAP.

Stap 2: Inpolderen

De Werelderfgoedlijst is een lijst met gebouwen, gebieden en evenementen die uniek zijn en als onvervangbaar worden beschouwd.
De Beemster staat op deze lijst. Deze droogmakerij uit 1612 kan als voorbeeld worden gezien van hoe de Nederlanders zelf land hebben 'gemaakt'.

Op de website entoen.nu/beemster vind je veel informatie over De Beemster.

Bekijk van de website in ieder geval het volgende onderdeel:
Kaart Landaanwinning vanaf 1300

Natuurlijk mag je ook de andere onderdelen bekijken.
Maak tijdens het kijken naar dit onderdeel en naar de video's een lijst met minimaal twintig woorden die te maken hebben met Nederland waterland.

Video: Werelderfgoed De Beemster


Video: De molengang


Video: Water: vriend of vijand?

Stap 3: Woordenwolk

Van een tekst over De Beemster is een 'woordenwolk' gemaakt.
In een woordenwolk geldt dat hoe vaker een woord voorkomt in het artikel, hoe groter het woord in de wolk staat.

Bekijk samen met een klasgenoot de woordenwolk die je hier ziet.
Geef antwoord op de volgende vragen.

  • Wat zijn de belangrijkste tien woorden?
  • Wat is volgens jullie het onderwerp van de tekst die is gebruikt voor het maken van de woordenwolk?

Afronding

Begrippen

Peilmerken
Meetmerken waarmee het NAP inzichtelijk gemaakt wordt.
Normaal Amsterdams Peil (NAP)
Om te controleren of de dijken nog hoog genoeg zijn, worden de waterhoogte en hoogte van het land regelmatig gemeten. Deze hoogten worden gemeten ten opzichte van het niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Droogmakerij
Een bemalen gebied (polder) dat van oorsprong een meer, een ander groot open water of drasland was.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Nederland waterland'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Woordenwolk

Je gaat nu zelf een woordenwolk maken.
Zoek op internet een tekst van ongeveer 200 woorden die gaat over 'Nederland waterland'.
Selecteer de tekst van het artikel en ga dan naar een van de volgende websites:

Maak op een van de sites een woordenwolk.
Bevat de woordenwolk de woorden die je had verwacht?
Staan er woorden niet in of staan sommige woorden er kleiner (of juist groter) in dan je had verwacht?
Kies de belangrijkste woorden uit je woordenwolk en maak met die woorden één zin die de hoofdgedachte van de tekst weergeeft.

Klaar?
Laat de woordenwolk beoordelen door je docent.

Beoordeling
Je docent beoordeelt de woordenwolk op inhoud en vormgeving.
Het moet duidelijk zijn dat de woordenwolk gaat over de omgang van Nederland met het water.
En de woordenwolk moet er goed verzorgd uitzien.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je zelf twee voorbeelden geven van ingepolderd land?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wel uitleggen waarom waterkeringen en dijken belangrijk zijn voor Nederland?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was het lastig om een lijstje van 20 woorden over Nederland en het water samen te stellen?
    Heeft het bekijken van de video's je daarbij geholpen?
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Was het lastig om een woordenwolk te maken over dit onderwerp?

Drinkwater

Intro

In Nederland kun je water uit de kraan drinken.
Het water is gezuiverd grondwater of oppervlaktewater.

Het drinken van voldoende water is belangrijk voor onze gezondheid.
Kun je drie redenen noemen waarom het zo gezond is?

In deze opdracht staat het drinkwater centraal.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen waarom zout water niet geschikt is voor consumptie.
  • aangeven waar je zoet water kunt vinden.
  • uitleggen waarom vooral grondwater wordt gebruikt voor het maken van drinkwater.
  • omschrijven hoe waterzuiveringsbedrijven grond- en oppervlaktewater zuiveren tot drinkwater.
  • de drie belangrijkste taken van een waterschap noemen.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je analyseert en waardeert watervraagstukken op (te veel, te weinig, te slechte kwaliteit) op verschillende ruimtelijke schalen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert over de waterverdeling op aarde, over watersoorten en je maakt er oefeningen over.
Stap 2 Je bekijkt een video over een waterzuivering en beantwoordt er vragen over.
Stap 3 Je bekijkt een video over oppervlaktewater zuiveren en je kunt aangeven in welke volgorde dat plaatsvindt.
Stap 4 en   Je bekijkt een video over een waterschap. Daarna kun je uitleggen welke taken drinkwaterbedrijven en waterschappen hebben.
Stap 5 en Je bekijkt video's over waterverbruik en waterschaarste. Ook lees je een krantenartikel over waterschaarste. Bij de video's en het krantenartikel zitten een aantal vragen en opdrachten, onder meer over hoe je waterverbruik kunt terugdringen en de betekenis van je voetafdruk.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen terug die gaan over drinkwater.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
Eindopdracht B en Kies je voor eindopdracht B, dan maak je een drinkwaterkrant.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je materiaal voor het maken van een krant nodig.
Zie: www.krantenmaken.nl

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Zoet en zout water

Brak kwelwater in Texel.
De zoutkristallen en de aanwezigheid
van micro-algen zorgen ervoor dat
het water deze kleur aanneemt.
Bron: Natuurmonumenten, 18 juli 2017
Foto: Flying Focus Aerial Photography

Bestudeer alle pagina's van de Kennisbank en bekijk de video in de Kennisbank.

Maak de volgende oefeningen.
Deze gaan over de informatie, die je zojuist in de kennisbank hebt gelezen.

Stap 2: Drinkwater

Ooit waren er bijna 200 waterbedrijven in Nederland, maar uiteindelijk zijn tien grote drinkwaterbedrijven overgebleven.

In Nederland komt er schoon en lekker water uit de kraan. Dat hebben we te danken aan deze drinkwaterbedrijven. Zij maken het water schoon en drinkbaar.

Je krijgt in het filmpje uitleg over hoe in een drinkwaterbedrijf grondwater wordt gezuiverd totdat het gebruikt kan worden als drinkwater.

Bekijk het volgende filmpje tot 03:56 min.
Daarna maak je een oefening waarin je de ontbrekende woorden in de tekst invult.

Stap 3: Oppervlaktewater zuiveren

In deze video over de rioolwaterzuivering krijg je uitleg over hoe oppervlaktewater en grondwater wordt gezuiverd tot drinkwater.

Bekijk nu de video en beantwoord daarna de twee vragen over de video.

Stap 4: Drinkwaterbedrijven

Nederland heeft tien grotere drinkwaterbedrijven. Zij zorgen ervoor dat er op elk moment schoon water uit de kraan stroomt.
Zij halen het uit de grond of uit de rivier en maken dat water vervolgens schoon.
Het gezuiverde water gaat via leidingen naar alle huizen en als je de kraan opendraait heb je schoon drinkwater.

Van al het water dat uit de kraan komt, gebruik je maar een beetje.
De rest verdwijnt via het putje of de afvoer in het riool. Dat is afvalwater.
Het schoonmaken van afvalwater gebeurt door waterschappen. Maar waterschappen hebben nog andere taken.

Bekijk de volgende video over het waterschap Aa en Maas.
Je krijgt daardoor inzicht in wat de taken van een waterschap zijn.

 

Stap 5: Waterverbruik en waterschaarste

Je gaat nu een toets maken over waterverbruik en waterschaarste.
Deze toets bestaat uit vier verschillende onderdelen.

Opdracht 1 Waterverbruik

In Nederland is het heel gewoon om de kraan open te draaien en onze drinkfles te vullen of een douche te nemen.
In Kenia is dat niet zo gewoon.

Bekijk onderstaande video. Je ziet hierin de verschillen in waterverbruik in Nederland en Kenia.



De gemiddelde Nederlandse gebruiker verbruikt ongeveer 128 liter drinkwater per dag.
Hiervan wordt ongeveer 1.8 liter gebruikt om daadwerkelijk ook op te drinken.

Hoe verklaren jullie de 128 liter waterverbruik per dag als daarvan maar 1.8 liter wordt gedronken?
Maak samen een lijst waar die 128 liter waterverbruik vandaan zou kunnen komen.
Zouden jullie je waterverbruik onder de 128 liter kunnen krijgen?

Opdracht 2 Besparen op waterverbruik

Bekijk de video ‘Over waterverbruik en hoe we waterverspilling kunnen bestrijden’.
Kies uit de door jullie gemaakte lijst in opdracht 1 twee mogelijkheden.
Hoeveel zou je kunnen bezuinigen?


 

Opdracht 3: Waterschaarste

De aarde bestaat voor tweederde uit water, maar helaas is niet al dat water drinkbaar of bruikbaar voor landbouw.
Hoe gaan we om met die waterschaarste?
Wat kunnen we doen om die schaarste te verminderen?


Lees onderstaand krantenartikel van de Volkskrant uit 2016.

Vier miljard mensen geconfronteerd met waterschaarste

Het tekort aan zoet water in de wereld is nijpender dan werd aangenomen. Wereldwijd hebben vier miljard mensen minstens een maand per jaar last van ernstige waterschaarste. Dat concludeert Arjen Hoekstra, hoogleraar watermanagement aan de Universiteit Twente, in een onderzoek dat vrijdag is gepubliceerd in Science Advances.


Volgens Hoekstra hebben wetenschappers de waterschaarste tot nu toe onderschat. Dat komt doordat in eerdere studies is gekeken naar de beschikbaarheid van water op jaarbasis en geen rekening werd gehouden met seizoenschommelingen. 'Dat is misleidend', zegt Hoekstra. 'Door naar het tijdsbestek van een jaar te kijken wordt een deel van de schaarste weggepoetst. Het geeft een positiever beeld. Schaarste doet zich vooral voelen in droge periodes. Een watertekort kan in hetzelfde jaar nog worden gevolgd door overstromingen.'

Eerdere berekeningen geven aan dat 2 tot 3 miljard mensen worden geconfronteerd met ernstige waterschaarste. Door voor elke plek op aarde te kijken naar het aantal mensen dat een of meer maanden per jaar met schaarste wordt geconfronteerd komt Hoekstra op het aanzienlijk hogere getal van 4 miljard. Tussen de 1,8 en 2,9 miljard mensen heeft er 4 tot 6 maanden per jaar mee te maken. Een half miljard wereldbewoners kampt het hele jaar door met watertekort.

Meeste slachtoffers in China en India
In de berekeningen van Hoekstra is sprake van waterschaarste als de feitelijke waterconsumptie groter is dan de hoeveelheid water die voor duurzaam gebruik beschikbaar is. Hij spreekt van ernstige schaarste als de vraag naar water minstens 2 keer groter is dan de beschikbaarheid bij duurzaam verbruik. Hoekstra: 'Dan wordt de watervoorraad uitgeput. Dan daalt het grondwater, drogen meren op, stroomt er minder water door de rivieren en komt de watervoorziening voor landbouw en industrie in gevaar.' Bij schaarste wordt de landbouw gewoonlijk het eerst getroffen. Er is te weinig water voor de gewassen, de voedselzekerheid komt in gevaar. Dan volgt de industrie en pas later komt de drinkwatervoorziening in het geding. Het verbruik van drinkwater is slechts een klein deel (gemiddeld 4 procent) van de totale waterconsumptie. Hoekstra: 'Tekort aan drinkwater is vooral een kwestie van infrastructuur: het water is niet daar waar het nodig is.' Bijna de helft van de 4 miljard mensen die te maken heeft met waterschaarste woont in China en India. Maar ook elders in de wereld zijn omvangrijke regio's met problemen. Behalve in India en China heerst schaarste in het westen van de VS, Mexico, Australië, Noord- en Zuid-Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Europa.

Uitvinder van de 'watervoetafdruk'
Hoekstra is degene die het steeds vaker gebruikte begrip 'watervoetafdruk' introduceerde. Het is een manier om te berekenen hoeveel water nodig is voor de productie van bijvoorbeeld een kilo vlees, fruit of een spijkerbroek. Hij becijferde dat de gemiddelde wereldburger 4.000 liter water per dag gebruikt, voor een aanzienlijk deel in de vorm van dierlijke producten.

© de Volkskrant, Cor Speksnijder 12 februari 2016

 

Opdracht 4: Bezuinigen op je voetafdruk

Bekijk de video’s en lees het krantenartikel.
Bespreek met je klasgenoot of je kunt bezuinigen op je eigen voetafdruk.
Noteer minstens drie manieren. Waarom is bezuiniging volgens jou nodig?

Afronding

Begrippen

Zout water
Water waarin zout is opgelost. In zout water zit meer zout dan mensen aankunnen: zout zuigt vocht op.
Zoet water
Water dat wel drinkbaar is. Toch is zoet water in meren, oppervlakten en grondwater vaak wel vervuild.
Brak water
Dit vind je op plaatsen waar zoet water en zout water in elkaar overvloeien.
Kwelwater
Water dat onder de dijk door sijpelt en terug de polder in loopt.
Drinkwaterbedrijf
Een bedrijf dat ervoor zorgt dat grondwater gezuiverd wordt tot drinkbaar kraanwater.
Waterschappen
Een waterschap zorgt voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het is een overheidsorganisatie.
Normaal Amsterdams Peil (NAP)
Om te controleren of de dijken nog hoog genoeg zijn, worden de waterhoogte en hoogte van het land regelmatig gemeten. Deze hoogten worden gemeten ten opzichte van het niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Peilmerken
Meetmerken waarmee het NAP inzichtelijk gemaakt wordt.
Wadden
Delen van de Waddenzee die bij laag water droog vallen. Een wad is een modder- of zandplaat die in een ondiepe zee is ontstaan.
Getijde
De op- en neergaande beweging van de zee. Deze beweging wordt veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan. De gemiddelde duur van een getijde is iets meer dan 12 uur.
Eb
De periode tussen hoogwater en laagwater.
Vloed
De periode tussen laagwater en hoogwater.
Stormvloed
Het opstuwen van zeewater door stormwinden.
Springtij
Is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Springtij treedt eens in de ongeveer 14 dagen op.
Waterhuishouding
De organisatie van het afvoeren van regen- en afvalwater en de zuivering daarvan. Verder heeft het te maken met de zorg voor drinkwater.
Waterbeheer
Het zorgen voor veiligheid tegen overstromingen en het zorgen voor de aanwezigheid of aanvoer van voldoende water van goede kwaliteit.

Eindopdracht A: Toets

Hier vind je een afsluitende toets over  'Drinkwater'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Krant maken

Jullie gaan aan de slag met het maken van het eindproduct: een drinkwaterkrant.

In de drinkwaterkrant komen allerlei 'waterweetjes'.
Ga op internet op zoek naar informatie over de winning en het gebruik van drinkwater.
Zoek bijvoorbeeld eens uit hoeveel water een Nederlander gemiddeld per dag gebruikt.
Of hoeveel je moet betalen voor al het water dat je gebruikt. Of zoek uit wat wordt bedoeld met een waterwingebied.
Gebruik eventueel de website www.krantenmaken.nl.

Verwerk al die weetjes in jullie drinkwaterkrant. Zorg ook voor passende afbeeldingen. Zorg ervoor dat je krant op tijd klaar is. Maak hierover afspraken met je docent.

Klaar?
Kijk nog even of de krant voldoet aan de beoordelingscriteria.
Die vind je in de gereedschapskist.
Lever je krant in bij je docent. Die zal de krant beoordelen.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je drinkwaterkrant als in de krant:

  • minimaal tien weetjes over de winning en het gebruik van drinkwater staan;
  • vermeld staat hoe drinkwater wordt gewonnen;
  • de rol van de drinkwaterbedrijven en de waterschappen bij de winning en het gebruik van drinkwater duidelijk is beschreven;
  • weinig of geen taalfouten staan.

Hij/zij zal ook bekijken of de krant er verzorgd uitziet en weinig of geen taalfouten bevat.

Krant maken

Een krant kun je natuurlijk hartstikke goed zelf maken! Je verzamelt foto’s, tekeningen, schema’s, tekststukjes en quotes over een bepaald onderwerp.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Waarom is water drinken zo gezond?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het proces van waterzuivering nu beter begrijpen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je die tijd ook nodig om de krant te maken of kwam je tijd te kort?

  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hebben jullie genoeg informatie verwerkt over de winning en het gebruik van water?
    Waren de taken gelijk verdeeld tussen je klasgenoot en jou?

Menselijke ingrepen

Intro

Door menselijk ingrijpen is de loop van de Rijn en de Maas en de IJssel veranderd en ook het oeverlandschap van deze rivieren.

Door menselijk ingrijpen zijn de overstromingsrisico's in de afgelopen tijd toegenomen. Het gaat om drie belangrijke oorzaken:

  1. ontbossing langs de midden- en bovenloop van de rivier.
  2. verstedelijking en verstening
  3. regulatie (= in goede banen leiden) van de rivier.

In deze opdracht lees je hoe dat is gegaan en waarom hierdoor het gevaar van overstroming van de rivieren in Nederland is toegenomen.

Bekijk deze video.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • beschrijven hoe ontbossing langs de midden- en bovenloop van rivieren gevaar kan opleveren.
  • omschrijven welk gevaar er schuilt in de bouw en uitbreiding van steden en dorpen langs de oevers van rivieren.
  • uitleggen hoe ingrijpen in de loop van rivieren ten behoeve van de scheepvaart het gevaar van overstromingen heeft vergroot.

Wat ga ik doen?

 

Onderdeel Activiteit
Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bekijk een filmpje over ontbossing. Welke gevolgen heeft ontbossing voor een rivier?
Stap 2 Lees een tekst over verstening. Welke gevolgen heeft verstening voor een rivier?
Stap 3 Lees en bekijk een filmpje over obstakels bouwen in de rivier. Welke gevolgen hebben obstakels in een rivier?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht of Speel het spel Twee voor Twaalf met de begrippen uit dit thema.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Download het werkblad dat je nodig hebt in Stap 4 om het spel Twee voor Twaalf te spelen.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.  

Aan de slag

Stap 1: Ontbossing

Ontbossing langs rivieren

Door menselijk ingrijpen zijn de overstromingsrisico's in de afgelopen tijd toegenomen.
In Nederland en ook over de grens zijn door de eeuwen heen bij rivieren bossen gerooid. Bomen langs een rivier houden water vast. Door het kappen van bomen wordt het water minder goed vastgehouden. Hierdoor neemt de hoeveelheid water die wordt afgevoerd toe.
Op alle plekken waar de watermassa langs stroomt, stijgt het gemiddeld waterpeil. Het gevolg is een grotere kans op overstromingen. Dus ook in Nederland.

Ontbossing langs rivieren heeft nog een ander ongunstig gevolg, al gaat dat niet op voor de Nederlandse situatie.
Kijk de eerste anderhalve minuut van de  volgende video.

Beantwoord de vragen.

Stap 2: Verstening

Verstening door verstedelijking

Een tweede vorm van menselijk ingrijpen waardoor de kans op overstroming is vergroot, is de bebouwing (verstedelijking en verstening).

Nederland wordt steeds meer volgebouwd. Steden en dorpen groeien, ook in stroomgebieden van de rivieren. De omgeving versteent meer en meer. Dat heeft gevolgen voor de opnamecapaciteit van de bodem. Neerslag dringt moeilijker door in de grond; er is minder infiltratie in de bodem.
Gevolg is een snellere afvoer van de neerslag. Ook nu neemt de hoeveelheid water die wordt afgevoerd toe.
Het gemiddeld waterpeil stijgt en de kans op overstromingen neemt toe.

 

Stap 3: Kanalisatie en kribben

Stuw en sluis bij Grave

Regulatie van de rivier

Een derde vorm van menselijk ingrijpen waardoor de kans op overstromingen is vergroot, is de regulatie van de rivier.

Een vorm van regulatie is het aanleggen van kribben. Door kribben aan de oevers van de rivier aan te leggen blijft het water beter in het midden van de rivier. Dit bevordert de bevaarbaarheid en zorgt voor minder schade aan de oevers, maar verslechtert de waterafvoer.

Ten behoeve van de scheepvaart zijn in de grote rivieren soms bochten afgesneden. Dat vergroot de bevaarbaarheid, maar de rivier heeft daardoor minder ruimte om water te bergen en het gemiddeld waterpeil neemt toe.

Voor een betere bevaarbaarheid zijn ook stuwen en sluizen aangelegd. Een stuw is een bouwwerk in een beek, rivier of waterloop dat water tegenhoudt en waarmee het waterpeil kan worden geregeld. Deze stuwen in de rivieren zorgen ervoor dat het waterpeil van deze rivieren het hele jaar hoog genoeg is voor de scheepvaart.
Ze zorgen er ook voor dat bovenstrooms gelegen gebieden genoeg water krijgen en niet verdrogen.
Helaas hinderen sluizen en stuwen de waterafvoer van de rivieren ook en is door deze kanalisatie de kans op een overstroming toegenomen.


Bekijk de video over de werking van het sluizenstelsel.

 

 

Afronding

Eindopdracht: Twee voor twaalf

 


Julie hebben gezien hoe door menselijk ingrijpen landschappen in het stroomgebied van rivieren zijn veranderd en er zelfs aan de loop van rivieren is gesleuteld. Het vergroot de kans dat rivieren buiten hun oevers treden en overlast veroorzaken.

Om je kennis te testen, doe je samen met een klasgenoot mee aan een variant op het bekende spel ‘Twee voor Twaalf’. Je speelt tegen je klasgenoten.
Het gaat als volgt:

Instructie Twee voor Twaalf

  1. De docent/spelleider spreekt een zin uit waarin een woord is weggelaten.
  2. Het woord dat uit deze zin is weggelaten moet je zien te raden.
  3. Denk je het woord te weten, noteer het op je werkblad.
  4. De eerste letter van het woord komt in het eerste vakje van Rij 1.
  5. Weet je het woord niet, zet in dat vakje dan een vraagteken.
    De spelleider geeft de tweede zin, enzovoort. 12 zinnen in totaal.
  6. Telkens moet je het woord zien te ‘raden’ en de eerste letter ervan noteren in het blok.
  7. Als de spelleider door zijn zinnen heen is, heb je twaalf letters/vraagtekens bij elkaar op je werkblad.

Van deze 12 letters moet je nog een woord zien te maken. Dat gaat zo:
  • De spelleider noemt het ontbrekende woord in de eerste zin en geeft aan in welk vakje van rij 2 de eerste letter moet komen.
    Je vult die letter in en de spelleider geeft het ontbrekende woord uit de tweede zin met het bijbehorende vakje.
    Je vult ook deze letter in. Enz.
  • Probeer zo snel mogelijk het woord te raden. Als je denkt dat je de oplossing weet, laat je dat weten aan de spelleider.
    Heb je het goede woord, dan ben je de winnaar. Zo niet, dan gaat het spel verder zonder jullie en ben je uitgeschakeld.

 


Veel spelplezier!

Beoordeling

Degene die als eerste het woord geraden heeft en aan de docent heeft doorgegeven, heeft gewonnen.

Terugkijken

Intro

  • Heb je de video ter introductie bekeken? Past de video goed bij de opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je drie voorbeelden van menselijk ingrijpen noemen die invloed hebben op de kans op overstromingen.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest.
    Heb je binnen die tijd ook de eindopdracht kunnen doen?
  • Inhoud
    Heb je zelf wel eens op een boot een stukje van een rivier bevaren?
    Heb je toen iets gemerkt van het menselijk ingrijpen?
  • Eindopdracht
    Hebben jullie het spel 'Twee voor twaalf' gespeeld. Ging het goed?
  • Het arrangement Project 1.07 - Water is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2024-06-20 09:40:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Het zevende project in leerjaar 1 is "Water". Hieraan nemen de volgende vakken deel: 1. Mens & Natuur 2. Mens & Maatschappij 3. ...
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Drinkwater - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52482/Drinkwater___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Menselijke ingrepen vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82666/Menselijke_ingrepen_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Nederland waterland - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52483/Nederland_waterland___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Problemen met water - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52486/Problemen_met_water____hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Waterkringloop - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52481/Waterkringloop___hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.