Welkom bij de lessen CREA van periode 1! In deze lessenreeks ga je aan de slag met het uitvoeren van verschillende creatieve opdrachten. Tijdens de lessen word je hierop voorbereid en zul je tussentijds feedback krijgen op het door jou ingeleverde werk. Aan de hand hiervan verwachten we dat je je eigen creatieve vaardigheden (verder) ontwikkelt. Waar je uiteindelijk ook komt te werken en ongeacht met welke doelgroep je aan de slag gaat, je komt altijd in aanraking met creativiteit en de mogelijkheden daarvan. Het ontwikkelen en uitbreiden van je creatieve vaardigheden neemt daarom een belangrijke plaats in binnen de opleiding. In de opdrachten wordt regelmatig een koppeling gemaakt naar thema’s die in ander domeinen of bij Oriëntatie worden behandeld.
Smore:
Op de website van Smore maak je een nieuwsbrief aan met de opdrachten die je hebt gemaakt. Hier zien we de foto’s in terug maar ook je procesverwerking. Je zorgt ervoor dat als ik de nieuwsbrief lees ik begrijp wat je hebt gemaakt, welke materialen je hebt gebruikt en hoe je tot het eind product van de opdracht bent gekomen. Bij de opdrachten staan ook vragen bij die je hierin ook verwerkt moet hebben.
Aan het einde van de periode lever je de link van jouw Smore in via teams in opdrachten.
Bovenstaande opdrachten zijn in onderstaande documenten afzonderlijk beschreven. Verdere uitleg volgt tijdens de les. Op basis van de uitwerking ontvang je tussentijds feedback van de docent. Wanneer de opdracht is goed gekeurd door de docent is de opdracht afgerond. De docent houdt dit bij. Iedere student levert deze periode de in totaal 6 opdrachten in. De eerste reeks opdrachten (1 t/m 6) worden door iedereen uitgevoerd.
Let op:
Het uitwerken van de opdrachten vraagt, naast creativiteit, ook de nodige tijd! Per opdracht is aangegeven hoeveel tijd naar verwachting nodig is voor de uitwerking. Om een achterstand te voorkomen in het belangrijk om hiervoor wekelijks voldoende tijd in te plannen. Zorg er in ieder geval voor dat de eerste drie opdrachten halverwege de periode af hebt en volg de deadlines.
Doelen:
• De student kan met verschillende beeldende materialen en technieken werken;
• De student kan zichzelf neerzetten door gebruik van beeldende materialen en technieken;
• De student kan beeldmateriaal ontwerpen om een bepaald thema onder de aandacht te brengen;
• De student kan met ‘gratis te vergaren materiaal’ werken én weet hoe hij/zij dit kan doen metzijn/haar (toekomstige) doelgroep;
• (De student kan, aan de hand van duurzaam materiaal, een ruimte ontwerpen dat is afgestemd opde wensen en verwachtingen van zijn/haar -toekomstige- doelgroep).
Link examen en werkprocessen MZ:
B1-K1-W4: Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding
B1-K1-W4: Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
Les 1 IKunst
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
Eindopdracht
Smore:
Op de website van Smore maak je een nieuwsbrief aan met de opdrachten die je hebt gemaakt. Hier zien we de foto’s in terug maar ook je procesverwerking. Je zorgt ervoor dat als ik de nieuwsbrief lees ik begrijp wat je hebt gemaakt, welke materialen je hebt gebruikt en hoe je tot het eind product van de opdracht bent gekomen. Bij de opdrachten staan ook vragen bij die je hierin ook verwerkt moet hebben.
Aan het einde van de periode lever je de link van jouw Smore in via teams in opdrachten.
Bovenstaande opdrachten zijn in onderstaande documenten afzonderlijk beschreven. Verdere uitleg volgt tijdens de les. Op basis van de uitwerking ontvang je tussentijds feedback van de docent. Wanneer de opdracht is goed gekeurd door de docent is de opdracht afgerond. De docent houdt dit bij. Iedere student levert deze periode de in totaal 6 opdrachten in. De eerste reeks opdrachten (1 t/m 6) worden door iedereen uitgevoerd.
Let op:
Het uitwerken van de opdrachten vraagt, naast creativiteit, ook de nodige tijd! Per opdracht is aangegeven hoeveel tijd naar verwachting nodig is voor de uitwerking. Om een achterstand te voorkomen in het belangrijk om hiervoor wekelijks voldoende tijd in te plannen. Zorg er in ieder geval voor dat de eerste drie opdrachten halverwege de periode af hebt en volg de deadlines.
We zijn constant bezig met onszelf ‘neerzetten.’ Selfies maken en op Instagram zetten, snapchat, foto’s naar elkaar sturen en zoveel mogelijk likes verzamelen op facebook. Een mooie selfie maken is in deze tijd niet moeilijk (denk aan filters etc.), maar: Wie ben je nou eigenlijk echt? Wat laat je zien aan de buitenkant? En als jouw vrienden jou mochten omschrijven aan onbekenden, wat zouden ze dan allemaal over je kunnen zeggen?
Deze les ga je jezelf middels beeldende vormen ‘neerzetten’. Je mag er voor kiezen om met verschillende materialen te werken (potloden, stiften, krijt, verf, tijdschriften, stof, gekleurd papier, krantenknipsels, glitters, papier-maché). Laat je creativiteit zijn gang gaan en bedenk iets wat bij jou past.
Jij staat centraal.
Opdracht
Opdracht
Je hebt ongeveer drie uur de tijd voor deze opdracht. Lees eerst alle stappen door voor je begint.
Stap 1: Maak op een blaadje een woordspin over jezelf. Een goede woordspin bestaat uit minstens 15 woorden. Wat typeert jou? Wat zijn kenmerken? Waar ben je goed in? Wat vind jij belangrijk? Waar kunnen we jou aan herkennen? Wat weten mensen niet zo snel van jou? Welke kwaliteiten heb jij? Wat zijn je dromen? Hobby’s, valkuilen, sport, angsten, gekke momenten, familie, onzekerheden etc. Je maakt dus een stapje naar binnenin jezelf.
Stap 2: Kies de 8 belangrijkste woorden van de woordspin die je wilt uitwerken.
Stap 3: Kies 1 thema of woord uit je woordspin dat een relatie heeft met jouw stage of de richting waarin je wilt gaan werken. Teken, schilder, knip & plak (collage), bouw, papier-maché, vouw een kunstwerk over dit thema of woord.
Stap 4: Zorg dat iedereen jouw kunstwerk herkent.
Stap 5: Laat je kunstwerk aan de docent zien. De docent controleert of jij aan alle eisen hebt voldaan.
Materiaal/benodigdheden (je gebruikt minstens 2 verschillende materialen), bijv:
We drukken ons zelf op veel verschillende manieren uit.
Door middel van taal, door beweging, en door beelden. Veel kunstenaars hebben door hun kunst hun kijk op de maatschappij gegeven; vaak ook leverden ze op die manier kritiek of lieten ze zien hoe zij over bepaalde zaken dachten.
Kunst is heel persoonlijk. Het ene kunstwerk spreekt je wel aan, het andere niet. Het is een kwestie van smaak – toch helpt het als je meer weet over de kunstenaar en het kunstwerk. In deze les maken we kennis met verschillende schilderijen en ga je jouw eigen draai geven aan het onderwerp van het kunstwerk.
Opdracht
Opdracht
Je hebt twee lessen de tijd voor deze opdracht. Lees eerst alle stappen door voor je begint.
Stap 1: Kies één van de kunstwerken die op tafel liggen. Beantwoord in je boekje de volgende vragen: - Waarom heb je deze gekozen? - Wat vind je er mooi aan? - Waar gaat het over? Bedenk het eerst zelf en zoek het daarna op.
Stap 2: Maak met je mobiele telefoon een foto en zorg dat je het raster aan zet.
Stap 3: Teken het kunstwerk nu na op minimaal A3 formaat. Gebruik het raster om het kunstwerk na te tekenen en te vergroten.
Stap 4: Kleur, schilder of plak het kunstwerk op jouw manier. Geef er jouw draai aan.
Stap 5: Laat je kunstwerk aan de docent zien. De docent controleert of jij aan alle eisen hebt voldaan.
Eén van de manieren om activiteiten te organiseren voor je cliënten is aan te sluiten bij de actualiteit. De seizoenen zijn daarvoor goed geschikt; het helpt kinderen en ouderen bij tijdsbesef en is heel herkenbaar.
Bovendien hoef je deze activiteiten maar 1 keer voor te bereiden en kun je ze ieder jaar gebruiken. Naast de opdracht voor jezelf werk je ook uit hoe je deze opdracht met jouw doelgroep kunt uitvoeren.
Opdracht
Werkwijze
Stap 1:Schrijf op een blaadje de kenmerken van de verschillende seizoenen. Wat zie je, wat voel je, hoe weet je dat het seizoen veranderd?
Stap 2: Maak op een A4 een schets van hoe jij je boom eruit wilt laten zien.
Stap 3: Maak de seizoenen zichtbaar aan de hand van een boom in 3D (dat wil zeggen: niet op papier (het platte vlak), maar maak een boom). Je mag zelf bedenken welke materialen je wilt gebruiken en hoe groot je wilt werken. Als je klaar bent maak je weer een foto voor in je portfolio.
Stap 4: Werk in je portfolio uit welke crea-activiteit je kunt doen met jouw doelgroep (van je stage of de doelgroep met wie je het liefst wilt werken). Beschrijf: - de opdracht - de materialen - hoe je te werk gaat
Eisen
• Jouw werkstuk moet als boom te herkennen zijn, net als de seizoenen.
• Werk de activiteit voor jouw cliënten zo concreet mogelijk uit, op zo’n manier dat je het volgende week zou kunnen doen.
Je hebt 2 lessen om te werken aan je product en het uitwerken van de activiteit.
Evaluatie en huiswerk
.
Les 5 - Quote
Leerdoelen
.
Onderwijsleergesprek
Binnen jullie opleiding moeten je veel weten over jezelf. Jij bent namelijk degene die straks met de
doelgroep gaat werken! Voordat je met mensen aan de slag gaat als professional, daarbij anderen
kunt ondersteunen, moet je eerst jezelf goed kennen.
Veel mensen gebruiken ‘quotes’ (spreuken) om zichzelf uit te drukken. Dit kan op een grappige,
serieuze, mysterieuze manier. Quotes kunnen je helpen duidelijk te maken wat er in je omgaat maar
kunnen ook inspireren of tot nadenken aanzetten. Voor kinderen en mensen met psychische klachten
zoals depressie helpt het om hun gedachtes/gevoel uit te drukken door te tekenen en schilderen.
Jullie gaan in deze opdracht aan de slag met het vormgeven van een eigen quote waarbij je duurzaam
aan de slag gaat!
Opdracht
Werkwijze
Stap 1: Bedenk een quote of zoek een quote op internet die bij jou past. Dit mag gaan over hoe je jenu voelt, over hoe jij in het leven staat, wat je hebt geleerd afgelopen periode, wat jij belangrijk vindt of wat jou inspireert. De quote moet bij jou passen!
Stap 2: Maak een schets op een A4 papier om je idee te onderzoeken: Welke kleuren passen bij jouw woorden? Grote letters of klein, dun of krachtig, rond of strak? Waar staan de letters op het papier: midden, zijkant, hoek etc.? Is het belangrijk dat het leesbaar is? Leer van en inspireer elkaar door je ontwerp met anderen te delen.
Stap 3: Pak een wit A4/a3/a2/a1 vel en maak eerst een rand zoals op een schilderij. Deze rand mag jij vullen met restjes papier of ander restmateriaal. Je mag zelf weten hoe groot jouw ‘lijst’ wordt.
Stap 4: Je gaat de quote verder uitwerken. Hiervoor gebruik je jouw schets als voorbeeld. Werk eerst met potlood, dan kan je het daarna inschilderen. Bedenk wat je wilt als achtergrond: 1 kleur, meerdere kleuren, een landschap, een gezicht?
Stap 5: Schilder of teken je werk in. Je mag er ook voor kiezen om alleen met papier te werken.
Eisen
• Je hebt gebruik gemaakt van restmateriaal;
• Er is geen wit meer te zien: het hele vel is beschilderd of beplakt
Je krijgt 1 les (drie lesuren) om te werken aan jouw quote.
Evaluatie en huiswerk
.
Les 6 Recycle diertje
Leerdoelen
Aan het einde van de les heb ik:
Een fantasie of bestaand dier maken
Materiaal hergebruikt
Koppeling gemaakt tussen CREA-activiteit en recyclemateriaal
Onderwijsleergesprek
Bekijk dit filmpje:
Straks als (persoonlijk) begeleider ben jij een voorbeeld voor de kinderen, cliënten en mensen om je heen. Het is dus van belang dat je weet wat je doet met afval en wat het nut is van het scheiden van afval. Waarom scheidt jij afval?
Tevens is het goed te weten dat jij hen kan leren hoe je iets kan maken van gerecycled afval. De meeste materialen zijn eenvoudig in huis te vinden, zoals verpakkingen, flessen, doppen, bakjes, kurken, potjes of wc-rolletjes. En dat is heel handig, want zo leer je hen dat je iets leuks van deze materialen kan maken en het is kosteloos.
Opdracht
Opdracht
Stap 1: Bedenk een dier dat je graag wilt maken (voorbeelden zie internet/ Pinterest) .
Stap 2: Knip de bijbehorende onderdelen uit het (rest-)papier en plak deze op het wc-rolletje. (Vleugels, oogjes, snavel, slurf, armpjes, pootjes etc.).
Extra: Laat jouw diertje een actie tegen de plastic soep zijn door middel van tekst, omgeving of spandoek.
Benodigdheden:
Papier (rest-papier)
Wc rolletjes
Lijm
Scharen
Evaluatie en huiswerk
.
Les 7 Wasco en Ecoline
Leerdoelen
.
Onderwijsleergesprek
Ecoline is een vloeibare aquarelverf. Het hoort bij de niet-watervaste inkten en is in veel kleuren verkrijgbaar. Dat betekent dat je het met water kan mengen of dat het oplost in water.
Wascokrijt is een vette krijt. Dit krijt wordt veel door kinderen gebruikt om te tekenen. Als je water en vet wilt mengen lukt dat niet. Zij stoten elkaar af. Dan gebeurt er dit (zie afbeelding): Het vet en water mengen dus niet, ze stoten elkaar af. Dit gebeurt ook als je met wasco en ecoline werkt, deze twee stoten elkaar ook af. Dat geeft een verassingseffect wat erg leuk is.
Opdracht
Op woensdag 4 oktober startte de Kinderboekenweek. Misschien heb je er wel iets over meegekregen of je broertje en zusje hier mee bezig geweest.
Het thema van de Kinderboekenweek is nu: Bij mij thuis. Twee jaar geleden was GI-GA-GROEN! Het thema. Jullie gaan nu met dit thema aan de slag.
Opdracht
Stap 1: Pak een wit papier
Stap 2: Teken met wasco krijt het thema: “GI-GA-GROEN!” (dit mag met letters, vormen, figuren, plaatjes).
Stap 3: Kleur sommige vlakken in en laat sommige vlakken leeg.
Stap 4: Verf nu met ecoline over je hele tekening heen. Dit mag met 1 kleur maar ook met meerdere kleuren (zorg dat er een krant/ bord onder ligt).
Het arrangement Beeldende vorming (crea) is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Kimberley van Vulpen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-10-06 15:32:33
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
