Opdracht

Opdracht
Je hebt ongeveer drie uur de tijd voor deze opdracht. Lees eerst alle stappen door voor je begint.  

Stap 1: Maak op een blaadje een woordspin over jezelf. Een goede woordspin bestaat uit minstens 15 woorden. Wat typeert jou? Wat zijn kenmerken? Waar ben je goed in? Wat vind jij belangrijk? Waar kunnen we jou aan herkennen? Wat weten mensen niet zo snel van jou? Welke kwaliteiten heb jij? Wat zijn je dromen? Hobby’s, valkuilen, sport, angsten, gekke momenten, familie, onzekerheden etc. Je maakt dus een stapje naar binnenin jezelf.  

Stap 2: Kies de 8 belangrijkste woorden van de woordspin die je wilt uitwerken.

Stap 3: Kies 1 thema of woord uit je woordspin dat een relatie heeft met jouw stage of de richting waarin je wilt gaan werken. Teken, schilder, knip & plak (collage), bouw, papier-maché, vouw een kunstwerk over dit thema of woord.

Stap 4: Zorg dat iedereen jouw kunstwerk herkent.

Stap 5: Laat je kunstwerk aan de docent zien. De docent controleert of jij aan alle eisen hebt voldaan.

Materiaal/benodigdheden (je gebruikt minstens 2 verschillende materialen), bijv:

➢    Potloden
➢    Tijdschriften
➢    Schaar, lijm, gum, puntenslijper, kwasten, water
➢    Gekleurd papier
➢    Wasco
➢    A2 papier
➢    Verf
➢    Foto’s