De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
3. Taakverdeling
Maken voorafgaand aan de les
Opdracht: De taken van het team
Welke functies hebben de collega's in jouw team.
Geef per functie aan welke taken erbij horen.
Hoe weet iedereen wat hij/zij moet doen?
Hoe komen jouw collega's aan de informatie die ze nodig hebben om hun taken goed uit te voeren?
Wat zijn jouw taken? Hoe kom jij aan de informatie die je nodig hebt om jouw taken goed te kunnen doen?
Doelen
Je noemt welke taken er bij welke functie horen.
Je noemt wat jouw taken zijn binnen het team.
Je noemt hoe jij en je collega's aan de informatie komen die je nodig hebt om je werk goed te kunnen doen.
Je legt uit hoe je een goede taakverdeling kunt maken.
Bespreken gemaakte opdracht
Bespreken opdracht 'De taken van het team'.
Opdracht: Belangrijke zaken eerst
Werkzaamheden/taken kun je koppelen aan twee factoren, hoe dringend ze zijn en hoe belangrijk, zie onderstaande tabel. Dringend zijn de dingen die gelijk om aandacht vragen. Belangrijk heeft te maken met het stellen van prioriteiten.
Dringend
Niet dringend
Belangrijk
Niet belangrijk
Vul de tabel in:
Welke werkzaamheden/taken zijn belangrijk en dringend? Bedenk er zoveel mogelijk en zet deze in het vak 'Belangrijk en Dringend'.
Welke werkzaamheden/taken zijn belangrijk en niet dringend? Bedenk er zoveel mogelijk en zet deze in het vak 'Belangrijk en Niet dringend'.
Welke werkzaamheden/taken zijn niet-belangrijk en dringend? Bedenk er zoveel mogelijk en zet deze in het vak 'Niet-belangrijk en Dringend'.
Welke werkzaamheden/taken zijn niet belangrijk en niet dringend? Bedenk er zoveel mogelijk en zet deze in het vak 'Niet belangrijk en Niet dringend'.
Vergelijk de ingevulde tabel met die van een ander groepje. Ga je nog werkzaamheden/taken toevoegen/verplaatsen/wijzigen?
Hoe kun je tijdens het coördineren van werkzaamheden ervoor zorgen dat je zoveel mogelijk tijd besteed aan dingen die belangrijk zijn? Wat is daarvoor nodig?
Hoe kun je tijdens het coördineren van werkzaamheden ervoor zorgen dat je weinig tijd besteedt aan onbelangrijke dingen? Wat is daarvoor nodig?
Ga met elkaar in gesprek over het coordineren van werkzaamheden. Bespreek de volgende onderwerpen:
- Hoe zorg je voor een eerlijke verdeling van de werkzaamheden in een team? Wat is daarvoor nodig?
- Hoe zorg je ervoor dat je als team samen goede kwaliteit van ondersteuning biedt? Wat is daarvoor nodg?
- Hoe zorg je er als team samen voor dat iedereen op de hoogte is van bijzonderheden/ dingen die er zijn gebeurd?
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
6. Overlegstructuur
Maken voorafgaand aan de les
Opdracht: Overleggen
Tijdens welke overleggen worden er bijzonderheden overgedragen aan collega's?
Tijdens welke overleggen wordt er afgestemd met collega's van andere disciplines
Aan welke overleggen neem je zelf deel tijdens de BPV?
Wat is het doel van deze overleggen?
Wat is jouw rol tijdens deze overleggen? Wat wordt er van jou verwacht?
Doelen
Je noemt op welke momenten van de dag er bijzonderheden worden overgedragen aan collega's
Je noemt tijdens welke overleggen er wordt afgestemd met collega's van andere disciplines
Je noemt het doel van de overleggen waaraan je deelneemt.
Je legt uit wat er tijdens verschillende overleggen van jouw wordt verwacht.
Bespreken gemaakte opdracht
Antwoorden opdracht 'Overleggen' doornemen.
Opdracht: Samenwerken
Bekijk de animatie met de strategie, missie en visie van Reinaerde.
Wat vind je van deze strategie, missie en visie? Wat spreekt je aan? Wat zou je iets willen toevoegen?
Hoe is op jouw werkplek de samenwerking tussen collega’s? Wat vind je van deze samenwerking? Wat gaat goed? Wat kan beter?
Hoe is op jouw werkplek de samenwerking geregeld met professionals van buiten de organisatie die betrokken zijn bij cliënten? Wat vind je van deze samenwerking? Wat gaat goed? Wat kan beter?
Hoe is de samenwerking met familie, mantelzorgers en overige betrokken bij jouw cliënten geregeld? Wat vind je van deze samenwerking? Wat gaat goed? Wat kan beter?
Welke gedragsregels zijn er voor de cliënten op jouw werkplek? Zorgen jullie er samen voor dat iedereen de gedragsregels hanteert? Zo ja, hoe?
Vergelijk jouw antwoorden op vraag 1 t/m 5 met die van medestudenten. Wat zijn de overeenkomsten? Wat zijn de verschillen? Hoe komt dat?
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
7. Coördineren van werkzaamheden
Maken voorafgaand aan de les
1. Werken aan BPV-opdracht: BPV Voert coördinerende taken uit.
2. Voer coördinerende werkzaamheden uit. Tijdens de les vertel je:
Welke werkzaamheden je hebt gecoördineerd.
Hoe je dit hebt gedaan.
Wat goed ging.
Wat je lastig vond.
Wat je een volgende keer anders wilt doen.
Doelen
Werk aan de eindopdrachten, zie les 8.
Bespreken gemaakte opdrachten
1. Hoe ver ben je met de BPV-opdracht?
2. Coördineren van werkzaamheden. Tijdens de les vertel je:
Welke werkzaamheden je hebt gecoördineerd.
Hoe je dit hebt gedaan.
Wat goed ging.
Wat je lastig vond.
Wat je een volgende keer anders wilt doen.
Evalueren en huiswerk volgende les
De docent bespreekt de les na. Wat neem je mee uit deze les?
Wat moet je maken voorafgaand aan de volgende les?
8. Eindopdrachten en evaluatie
Maken voorafgaand aan de les
1 Inleveren via het inleverloket: BPV Opdracht 4 (alleen N4): Voert coördinerende taken ui
Jouw document heeft een voorblad met daarop je eigen naam en de naam van de BPV-opdracht en bevat:
Een tabel waarmee werkzaamheden en taken in kaart zijn gebracht. Beschrijf of je nog werkzaamheden hebt moeten verdelen en zo ja, hoe je dat gedaan hebt. Beschrijf of er nog extra ondersteuning nodig was en waarom dit wel/niet zo was.
De feedback die je hebt gegeven aan één of meerdere collega’s heb je kort uitgeschreven. Daarbij schrijf je uit hoe je het hebt ervaren om feedback te geven volgens de feedbackregels.
Een uitgewerkte evaluatie a.d.h.v. de genoemde punten en een ingevulde feedbacklijst.
2. Voorbereiden Pitch Coördineren van werkzaamheden
Tijdens de pitch van 1 minuut vertel je:
Welke werkzaamheden je hebt gecoördineerd.
Hoe je dit hebt gedaan.
Welke informatie je hebt gegeven aan collega's
Je geeft je klasgenoten minimaal 2 tips voor het coördineren van werkzaamheden.
Doelen
Je hebt werkzaamheden gecoördineerd.
Je hebt de BPV-opdracht 'Voert coördinerende taken uit' afgerond.
Eindopdrachten
1 Inleveren via het inleverloket: BPV Opdracht 4 (alleen N4): Voert coördinerende taken uit
Jouw document heeft een voorblad met daarop je eigen naam en de naam van de BPV-opdracht en bevat:
Een tabel waarmee werkzaamheden en taken in kaart zijn gebracht. Beschrijf of je nog werkzaamheden hebt moeten verdelen en zo ja, hoe je dat gedaan hebt. Beschrijf of er nog extra ondersteuning nodig was en waarom dit wel/niet zo was.
De feedback die je hebt gegeven aan één of meerdere collega’s heb je kort uitgeschreven. Daarbij schrijf je uit hoe je het hebt ervaren om feedback te geven volgens de feedbackregels.
Een uitgewerkte evaluatie a.d.h.v. de genoemde punten en een ingevulde feedbacklijst.
2.Pitch Coördineren van werkzaamheden
Tijdens de pitch van 1 minuut vertel je:
Welke werkzaamheden je hebt gecoördineerd.
Hoe je dit hebt gedaan.
Welke informatie je hebt gegeven aan collega's
Je geeft je klasgenoten minimaal 2 tips voor het coördineren van werkzaamheden.
Evalueren en afsluiten
De docent bespreekt de lessenreeks na. Wat neem je mee uit deze lessen?
Het arrangement Coördinerende en leidinggevende rol, BBL MZ4, leerjaar 3, periode 1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.