De Opdracht
Dit is de opdracht ‘De onderwijsassistent als didactisch ondersteuner’.
In deze opdracht verdiep je je in een leerling met een leerprobleem en een specifieke onderwijsbehoefte. Je verdiept je in de ontwikkeling van taal en/of rekenen, onderzoekt welke kerndoelen aansluiten bij de leeftijdsgroep waar jij stageloopt. De IBO bestaat uit twee opdrachten, beide opdrachten zijn opgedeeld in 3 delen:
- Oriënteren en onderzoeken – je doet kennis op van het onderwerp en gaat op onderzoek uit, wat hoort hier allemaal bij? Wat vind ik daarvan?
- Verwerken – je verwerkt de kennis die je in het eerste deel hebt opgedaan, bijvoorbeeld door deze toe te passen in de praktijk of door een creatieve verwerking.
- Reflecteren – je reflecteert op je eigen handelen en op de resultaten van de opdracht.
Kerntaken Werkprocessen
Kerntaak
|
P3-K1 uitvoeren van lesactiviteiten in overleg met de leraar
|
Werkproces
|
P3-K1-W1 Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van een plan voor de begeleiding
P3-K1-W2 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
P3-K1-W4 Biedt (specifieke) ontwikkelingsgerichte leeractiviteiten aan
|
Aanpak
Opdracht 1
Je verdiept je in een leerling met een leerprobleem gericht op taal of rekenen en een specifieke onderwijsbehoefte. Je verdiept je in de theorie en voert een participerende observatie uit, waarna je vier activiteiten uitvoert die bijdragen aan de ontwikkeling van deze leerling.
Opdracht 2
Je ontwerpt 1 taal- of rekenactiviteiten bij de kerndoelen Nederlands of Rekenen/Wiskunde uit de leerlijnen taal of rekenen (SLO TULE of CED groep). Voer één van de ontworpen taal- of rekenactiviteiten uit met een originele activerende werkvorm.
Opdracht 1 – begeleiden van een leerling
1. Beschrijf de veel voorkomende reken- en taalproblemen uit je stagegroep in eigen woorden. Verdiep je in de theorie over de leerproblemen. Zoek 3 verschillende betrouwbare bronnen en noteer in je verslag welke bronnen je geraadpleegd hebt. Beschrijf in je eigen woorden (minimaal 1 A4) de gevonden theorie én koppel de theorie aan de leerling (denk aan: wat houdt het in, kenmerken, oorzaken en gevolgen, begeleidingsmogelijkheden).
2. Maak een keuze of je op het vakgebied taal of rekenen een leerling gaat begeleiden. Koppel de theorie uit punt 1 aan de leerling (denk aan: wat houdt het in, kenmerken, oorzaken en gevolgen, begeleidingsmogelijkheden).
3. Stel de leerling voor in je verslag (anonimiseer) en beargumenteer je keuze.
4. Doe een participerende observatie met de leerling tijdens een activiteit van het vakgebied die je gekozen hebt. In de bijlage zit een format voor de participerende observatie.
5. Beschrijf de taalontwikkeling van kinderen:
- Beschrijf het verwerving sproces en de geletterdheid van de taalontwikkeling volgens de stappen uit het boek blz. 90 en 107- 110 (Didactiek)
- Beschrijf de woordenschatontwikkeling.
- Beschrijf het leesproces. Blz. 111
- Beschrijf de schrijfontwikkeling.
- Wanneer je voor een NT2 of meertalige leerling kiest: Beschrijf hoe de periode van taal verlopen is, sinds het kind (in Nederland) op school is.
- Waar staat de leerling die jij gaat begeleiden.
6. Beschrijf bij de rekenontwikkeling van kinderen:
- het voorbereidend rekenen
- aanvankelijk rekenen
- voortgezet rekenen van de leerling.
- Waar staat de leerling die jij gaat begeleiden.
7. Verdiep je in de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling aan de hand van pagina 145/146 (Pedagogiek) uit je boek. Maak een tabel waarin je aangeeft welke onderwijsbehoefte de leerling heeft (zie bijlage plan van aanpak).
8. Beschrijf de kerndoelen voor taal of rekenen, vertaal deze naar tussendoelen en kijk in de methode waar deze dan terugkomen in de lesdoelen. Zorg dat je begeleiding hierbij aansluit.
1. Je hebt nu informatie verzameld uit de theorie en uit de conclusie van je observatie. Op basis van deze informatie bedenk je 4 activiteiten die passen bij het leerprobleem en de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. Vul voor de vier activiteiten een plan van aanpak in, zie bijlage.
2. Begeleid de leerling (4x) in de praktijk. Maak hierbij veel gebruik van concrete materialen (werkbladen kunnen een aanvulling zijn).
Opdracht 2 – Uitvoeren van leeractiviteiten
1. Observeer de docent tijdens een les van het vakgebied die je gekozen hebt (taal of rekenen). Gebruik hierbij het methodisch werkplan.
Bij het vakgebied taal:
Hoe is …
- het taalaanbod?
- de feedback?
- de taalproductie?
- Hoe zet de docent de interactievaardigheden in?
Bij het vakgebied rekenen:
- Hoe is het rekenaanbod tijdens de les?
- Sluit de les aan bij de ontwikkeling van de leerlingen? Leg uit waarom je dat vindt en gebruik hierbij de theorie.
2. Beschrijf de kerndoelen voor taal of rekenen passend bij de observatie die je hiervoor gedaan hebt, vertaal deze naar tussendoelen en kijk in de methode waar deze dan terugkomen in de lesdoelen. Zorg dat je activiteit hierbij aansluit.
- Bereid je lesactiviteit voor met behulp van het methodisch werkplan.
- Voer de activiteit uit op je BPV.
Rubrics
Bronnen
Profielboek OA Didactiek
- Hoofdstuk 3 - Taal en Didactiek
- Hoofdstuk 4 - Rekenen en didaktiek
Profielboek OA Pedagogiek
- Hoofdstuk 4 - Specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van leren
Methodisch werkplan
Plan van aanpak begeleiden
Format participerende observatie
Reflectie
Opdracht 1 - begeleiden van een leerling
Reflecteer op je handelen door de volgende vragen te beantwoorden. Je mag gebruik maken van de reflectietoolbox:
- Wat is het effect van de uitgevoerde activiteiten op de ontwikkeling van de leerling?
- Wat vond je goed gaan in de uitvoering van de verschillende onderdelen (verdiepen in de theorie, observatie, uitvoering activiteiten)?
- Als je de opdracht nogmaals zou moeten uitvoeren, wat zou je dan anders aanpakken?
Opdracht 2 - uitvoeren van lesactiviteiten
Reflecteren
Kies voor de reflectie van opdracht 2 voor een passend reflectiemodel uit de bijlage met Reflectiemodellen of uit de reflectietoolbox. Reflecteer op het proces en op product.
Checklist voor inleveren
Checklist inhoud
Hoofdstuk/onderwerp
|
Inhoud
|
Gedaan?
|
Voorblad
|
Naam, klas, vakken, docent, datum van inleveren
|
|
Inhoudsopgave
|
Weergave van de hoofdstukken van de IBO mét paginanummers
|
|
Inleiding
|
Waarom schrijf je deze opdracht, voor welke vakken en opleiding, wat kan de lezer verwachten in dit verslag (leeswijzer).
|
|
Hoofdstuk 1: Rubrics begin van de periode
|
Je laat zien waar je je op dit moment (week 1) bevindt.
Je stelt bij elke rubric een SMART-doel op.
|
|
Hoofdstuk 2: Opdracht 1
|
Begeleiden van een leerling punt 1 t/m 8
Verwerken punt 1 en 2
|
|
Hoofdstuk 3: Opdracht 2
|
Uitvoeren van lesactiviteiten punt 1 en 2
Verwerken punt 1 en 2
|
|
Hoofdstuk 4 Reflectie
|
Resultaten op opdracht 1 en 2.
Reflectie op SMART-doelen.
Rubrics ingevuld en getekend door BPV-begeleider.
|
|
Afsluiting.
|
Checklist vorm
Q&A
Leren voor de toets
Nu pedagogisch werk Profielboek OA Pedagogiek: H4 specifieke onderwijsbehoeften op het gebied van leren
Nu pedagogisch werk Profielboek OA Didactiek: 2.3 H3 en H4
wk. 1
wk. 2
wk. 3
Onderwerp
|
datum
|
coöp / act.
|
namen A
|
namen B
|
meertaligheid
|
23-mei
|
c
|
Sofie, Anna,
|
Tomas, Eline
|
ontw. Woordenschat
|
23-mei
|
c
|
Denise, Eva,
|
Fenne, Laurence, Renske, Rianne
|
ontw. Geletterdheid
|
23-mei
|
C
|
Myrthe, Jara, Willemijn
|
Mabon, Dana, Robin
|
ontw. Lezen
|
6-jun
|
a
|
Leah, Nikki, Mischa
|
Evi, Diede, Eva
|
ontw. Schrijven
|
6-jun
|
a
|
Anna, Aya, Laura
|
Kobe, Nilmar, Milan, Robbin
|
taal en zaakvakken
|
6-jun
|
a
|
Lars, Melanie, Marissa
|
Bente, Janna, Luuk Esther Yasmin
|
(zie voor al deze onderwerpen:
|
|
|
|
|
profielboek didactiek h3)
|
|
|
|
|
wk. 4
wk. 5
wk. 6
wk. 7
Feedbackformulier
Waarderingslijsten