Schoolbiologie

Schoolbiologie

Grensoverschrijdend biologieonderwijs ~ visiedocument

Grensoverschrijdend biologieonderwijs

Sinds mensenheugenis verwondert men zich over de omgeving waarin men leeft en probeert men deze te onderzoeken, begrijpen en deze kennis te delen. Het delen van deze kennis verandert mee met de opvattingen die men heeft ten aanzien van het leren. In dit informatiestuk wil ik focussen op het biologie-onderwijs in de bovenbouw. Mijn focus richt zich op de volgende aspecten: pedagogische uitganspunten, didactische uitgangpunten, organisatorische aspecten en mijn invloed op deze processen binnen de school vanuit mijn rol als docent biologie in het eerstegraads gebied. Ten slotte bekijk is aan de hand van twee artikelen hoe het onderwijs in Noorwegen in China georganiseerd is.

Op de website van het ministerie van onderwijs wordt geopend met het volgende item:

‘Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) werkt elke dag aan een slim, vaardig en creatief Nederland. Een land waar je jezelf mag en kan zijn. Een land waar iedereen mee kan doen. Waar je de vrijheid hebt om je te ontwikkelen en te uiten. Als iedereen een gelijke kans krijgt, dan kan al het talent in Nederland bloeien. Van de handigste handen tot de knapste koppen’(Rijksoverheid, 2022)

In zekere zin wordt geappelleerd aan inclusiviteit; iedereen mag meedoen op zijn of haar eigen niveau en krijgt de kans om het talent van het individu verder te ontwikkelen. Deze items vragen om een benadering van de leerling dat zíj gezien worden en dat de docent aan probeert te sluiten bij de individuele behoeften van de leerling. Werken maken van maatwerk en ontwikkeling van talenten heeft in deze context een belangrijke plek. In mijn biologieonderwijs probeer ik continu te zoeken naar een manier van lesgeven dat past bij de doelgroep, maar dat ook aansluiting vindt bij de lesdoelen van de betreffende stof. Hierbij komt het regelmatig voor dat hetzelfde onderwerp op een compleet andere manier gedoceerd wordt aan een klas. Zo is mijn veronderstelling dat een theoretisch kader bij een  groep leerlingen die meer praktisch is ingesteld, makkelijker te begrijpen is als ze in de praktijk eerst

gezien hebben hoe een onderwerp er in het ‘echt’  uitziet. Het fijne is dat mijn werksituatie deze mogelijkheden ook biedt. Binnen de school waar ik werkzaam ben, hebben we de beschikking over een goed uitgerust prakticumlokaal voor biologie en de ondersteuning van een Technisch Onderwijs Assistent voor zowel de mavo/havo/ vwo onderbouw als voor de bovenbouw. Dit maakt dat de mogelijkheden voor uiteenlopende activiteiten enorm is.

Deze mogelijkheden sluiten ook aan bij de slogan van de school waar ik werkzaam ben. Zo wordt op de website van de school onder andere geopend met: ‘Het gaat om jou en onderwijs van deze tijd’ (Pius X College, 2022). Deze items zijn ingebed in een groter geheel, namelijk de doelen van de Stichting Carmel College. Zij heeft haar visie samengevat in ‘Koers 2025’ ( Carmel College, 2022) dat richting geeft aan het ontwikkelen van het onderwijs dat gegeven wordt op de scholen die vallen onder de paraplu van de stichting.

Differentiatie in lesactiviteit is slechts één item waarop verschil gemaakt kan worden binnen het onderwijs dat verzorgd wordt. Vanuit het idee: ‘onderwijs van deze tijd’ wordt ook verondersteld dat docenten meer kunnen differentiëren en aan kunnen sluiten bij de individuele behoeften van de leerling. Door middel van het gebruik van digitaal materiaal kan er ook meer gedifferentieerd worden. Verschillende methodes bieden ook persoonlijke leerroutes aan die nog specifieker aansluiten op de behoeften van de leerlingen. Al met al is er een groot aantal mogelijkheden waaruit gekozen kan worden. Wat mijzelf betreft, ik overweeg een didactische aanpak per klassensituatie, tijd in het leerjaar en onderwerp. Mijn ervaring is dat menig klas baat heeft bij een gestructureerde start van het schooljaar. Zeker wanneer een groep nog nieuw is, als gevolg van herindeling van de klassen van de leerlingen op grond van het gekozen profiel, vind ik het belangrijk dat er eerst een situatie van rust, veiligheid en duidelijkheid gecreëerd wordt. Later, wanneer deze basisvoorwaarden op orde zijn, laat ik de groep meer werken vanuit verschillende samenwerkingsvormen en is er meer ruimte voor een zekere mate van vrijheid qua lesactiviteiten. In deze ontstane situatie kan er meer regie bij de leerling komen te liggen wat betreft het leerproces. Omgekeerd kan het ook voorkomen dat een groep meer baat heeft bij een situatie die vraagt om meer regie bij de docent, dan zal die mate van samenwerken en vrijheid minder zijn. Echter, het is altijd mijn streven om een zo optimaal mogelijke situatie te creëren waarbij er een fijne sfeer in de groep heerst opdat leerlingen ook open kunnen staan om te leren. Hoe fijn is het dan dat je als docent leerlingen op verschillende wijzen kunt introduceren in de onderwerpen van de lesstof en ze concepten tot zich kunt laten nemen?  

Sluit dit ook aan bij de basisbehoeften van leerlingen? Naar mijn mening zeker wel! Ieder mens wil graag gezien en gekend worden. Ook voor leerlingen in de bovenbouw is een fijne groep van cruciaal belang om tot leren te kunnen komen. In deze fase van de schoolloopbaan van de leerling hebben zij specifiek gekozen voor het vak biologie en zij zullen dus voorbereid moeten worden op wat er van hen verwacht wordt om een kans van slagen te maken. In vakspecifieke zin gaan we de leerlingen dus voorbereiden op wat er volgends de kerndoelen specifiek van leerlingen gevraagd wordt. Echter ook hier geldt weer, wil een leerling tot een optimaal leerresultaat kunnen komen dan zijn de randvoorwaarden om tot leren te kunnen komen ook van belang. Een fijne groep, goede begeleiding van de docent en een prettige omgeving kunnen van doorslaggevend belang zijn. Ook hier verwijs ik graag naar de boeken die meer informatie geven wat betreft het groepsproces en randvoorwaarden om tot leren te komen.

Zo geeft Bijleveld (2020) in zijn boek ‘De gouden weken’ een overzicht van de verschillende fasen die een groep doorloopt alvorens het een prettige groep wordt. Ook Bakker-de Jong en Mijland (2009) gaan geven aan dat er doorslaggevende momenten in het schooljaar zijn betreffende de vorming van een groep. Het belang van een juiste groepsvorming is voor iedere leerling groot en staat aan de basis van een veilige ontwikkeling van het individu.

Zo wordt beschreven (Van der Molen, 1993) dat geborgenheid en veiligheid belangrijke voorwaarden zijn wil een kind op verkenning kunnen gaan. Vanuit het zélf iemand willen zijn ontstaat dan een ideaal, een levensontwerp. Items waar juist leerlingen in de bovenbouw regelmatig mee worstelen. Het ontwikkelen van persoonlijkheid en identiteit in de fase richting de adolescentie is een psychodynamisch proces. Volgens Kegan (Meeus, 1993) is het van belang om oog te hebben voor de verschillende fasen van ontwikkeling waarin een jongere zich bevindt. Hij geeft aan:

’Voor de dagelijkse praktijk waarin gewerkt wordt met jongeren is het juist van belang om kien te zijn op dergelijke verschillen in ontwikkelingsniveau. Een jongere die nog in de conformistische fase zit beleeft zichzelf en de wereld op een totaal andere wijze dan een jongere in de zelfbewuste fase. In interacties met anderen, bijvoorbeeld leerkrachten, zullen die jongeren zich ook op totaal verschillende wijze gedragen (Meeus, 1993, p.149).

 

Om recht te doen aan de leerlinggerichte benadering is het van belang dat je als docent kunt werken vanuit verschillende didactische uitgangspunten. De keuze voor een didactische aanpak zal dan ook samenhangen met de behoefte van de leerlingen op dat moment. Vragen die hierbij gesteld kunnen zijn: waar staat de leerling in zijn ontwikkeling? Wat heeft de leerling nodig om toe te werken naar de gestelde doelen van de leerstof en vaardigheden? Een juiste inschatting van het startniveau en kennis van het gewenste eindniveau speelt hierbij een belangrijke rol. Immers willen wij gericht werken aan ontwikkeling dan zal een inschatting van een leerroute passend bij de behoeften van de leerling een cruciale rol in moeten nemen. 

 

 

Mondiaal wordt er verschillend gedacht ten aanzien van de benadering van leerlingen en hun leerproces. Zo is in Noorwegen het onderwijs op een andere manier georganiseerd dan in Nederland.

Volgens Braathe en Otterstad (2014) gaat men in Noorwegen ook uit van gelijke rechten op onderwijs en wil men gelijke kansen creëren voor kinderen door onderwijs voor iedereen beschikbaar te stellen. In dit artikel wordt verder ingegaan op de ontstane indelingswijze ten aanzien van heterogene groepen die onderwijs krijgen. Het idee is dat onderwijs voor iedereen beschikbaar moet zijn en dat door middel van onderwijs de ongelijkheid die bestaat in de verschillende lagen van de samenleving verminderd kan worden door gelijke doelen te stellen voor alle kinderen in de groep. Ongeacht hun sociaal/ economische achtergrond. In het artikel wordt verder besproken dat er een studie is verricht ten aanzien van deze indeling van leerlingen. Juist een homogene groep werd ingedeeld en gevolgd ten aanzien van het behalen van de onderwijsdoelen die per groep gesteld werden.  Het bleek dat de leerlingen gingen presteren naar indeling van hun groep.

Yang Fengzhen (2002) stelt dat het onderwijs in China lange tijd heeft gefocust op een uitstroom van leerlingen die beschikten over zoveel mogelijk kennis. In de afgelopen jaren is er een verschuiving in de focus opgetreden. Leerlingen mogen zich inschrijven naar vakken van hun interesse en hoeven niet meer alleen maar gericht te zijn op feiten, maar worden meer gestuurd in het richten tot probleem oplossend vermogen. Ook wordt er gewerkt aan een focus op meer competentiegericht onderwijs opdat leerlingen meer bagage hebben om in de maatschappij te kunnen functioneren. Het indelen van de groepen is volgens dit artikel echter wel voornamelijk homogeen wat betreft het startniveau.

 

Tot dusver heeft in het biologie-onderwijs een homogene indeling qua verdeling van de leerlingen over de klassen voornamelijk mijn voorkeur gehad. Echter, mijn achtergrond als docent bewegingsonderwijs heeft mij in het verleden doen ervaren dat een heterogene indeling stimulerend kan werken op een groep leerlingen. Zij ervaren dat ze in verschillende onderdelen goed of minder goed zijn en het helpend vermogen van leerlingen onderling kan hierdoor enorm gestimuleerd worden. Het artikel dat het onderwijs in Noorwegen beschrijft heeft mij weer aan het denken gezet ten aanzien van de verdeling van leerlingen in een biologieles.

 

Het is interessant om te weten hoe deze ontwikkeling in Noorwegen verder vorm heeft gekregen en hoe er in het werkveld gedacht wordt over de verdeling van leerlingen.

Voor de keuze van een didactisch uitgangspunt is het van belang om op de hoogte te zijn van de organisatie van het onderwijs. Hoe is het onderwijs in het werkveld vormgegeven, welke groepsgrootte moet als uitgangpunt genomen worden en is het cognitief gezien een homogeen gezelschap of zijn er grote verschillen in de niveaus?  Zijn deze items specifiek van toepassing in Nederland en hoe wordt dit in andere landen vorm gegeven?

 

Om weloverwogen keuzes te kunnen maken is het van belang om over je eigen grenzen heen te kijken. Op zoek te gaan informatie om weloverwogen keuzes te kunnen maken en legitimeringen voor je keuzes te hebben. Samenwerking met vakcollega’s is hierbij essentieel om tot een aanpak binnen school te komen. Input van buiten de school kan verkregen worden door lidmaatschap van een vakvereniging, het volgen van cursussen, bezoeken van symposia en dergelijke. Allen gericht op uiteindelijk het verbreden van de blik en het opdoen van nieuwe kennis.

 

 

 

 

Bibliografie

Bijleveld. (2011). De gouden weken. Drachten: Educatieve Uitgeverij Eduforce.

Braathe, O. (2013, Februari 01). Education for all in Norway. Opgehaald van Sience Direct: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1877042814003851

Fengzhen. (2002, May 1). Educational Philosophy and theory. Opgehaald van EBSCO: https://web-s-ebscohost-com.hu.idm.oclc.org/ehost/pdfviewer/pdfviewer?vid=2&sid=102d9f95-b7d8-4836-9d47-28395c26dd13%40redis

Koers Carmel College. (2022, Oktober 30). Opgehaald van Stichting Carmel College: https://koers.carmel.nl/bb3d41b7-2893-47f9-961a-dd76344b9fcb/f5621868-a4d1-4807-9475-226971db1d30

Meeus, W. (1994). Adolescentie een psychosociale benadering. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Meiland, B.-d. J. (2009). Handboek positieve groepsvorming. Oirschot: Uitgeverij Quirijn.

Molen, V. d. (1994). Opvoedingstheorie en opvoedingspraktijk. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Pius X College. (2022, Oktober 30). Opgehaald van Pius X College: https://www.piusx.nl/locaties/aalderinkshoek/voor-leerlingen

Rijksoverheid. (2022, Oktober 30). Opgehaald van Ministerie van onderwijs: https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-onderwijs-cultuur-en-wetenschap

 

Colofon

Het arrangement Schoolbiologie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
P. Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-11-02 16:25:08
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
Om het vak biologie op school inhoud en betekenis te geven is het van belang om enige kennis te hebben van onderwijskundige zaken. De items die ik reeds verkend heb, zijn te lezen op deze wikiwijs pagina.
Eindgebruiker
leraar
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld

Downloaden

Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

Metadata

LTI

Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

Arrangement

IMSCC package

Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

Meer informatie voor ontwikkelaars

Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.

close
Colofon
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open