PTA

Overzicht PTA per jaar

 

 

 

Overzichtstabel met verantwoording van alle eindtermen

 

Theoretische leerlijn bovenbouw & beschrijving overgang vanuit de onderbouw

Wanneer het programma van de onderbouw met die van de bovenbouw vergeleken wordt op het Pius X College neem ik een aantal zaken als focuspunt. Zo wil ik het programma bekijken aan de hand van de onderwerpen van de aangeboden theorie en de manier van toetsing.

In de onderbouw bieden we biologie in alle drie de leerjaren aan. Klas 1,2 en 3 hebben allemaal twee lesuren biologie-onderwijs per week. Dit programma in de onderbouw heeft als uitgangspunten de leerlingen kennis te laten maken met het vak biologie, het aanleren van de basiskennis en basisvaardigheden die noodzakelijk zijn voor het biologie-onderwijs in de bovenbouw.

In het programma wordt al geanticipeerd op de manier van toetsen in de bovenbouw. In de bovenbouw vindt er voornamelijk toetsing plaats aan de hand van T2 toetsvragen. Hierbij wordt getoetst of een leerling in staat is om de opgedane kennis toe te passen in een nieuwe context. T2 verwijst hierbij naar het systeem van toetsvragen opstellen aan de hand van RTTI (Drost, Verra 2012). In de onderbouw starten we aanvankelijk met een hoger percentage R en T1 vragen. Waarna we verder werken naar een uitbouw van het aantal T2 en I vragen en een afname van het percentage R en T1 vragen. Aan de hand van dit item proberen we leerlingen alvast stap voor stap voor te bereiden op de manier van toetsing in de bovenbouw en werken we toe naar het percentage RTTI vragen zoals dat op examens gepresenteerd wordt aan de kandidaat. Daarnaast werken we ook aan het toepassen van bronnen. De bronnen die in de bovenbouw gebruikt wordt zijn eenvoudiger en naar mate de leerling vordert worden de bronnen complexer. Tot slot is de lay-out van alle toetsen die aangeboden worden vergelijkbaar met die van examens. Op deze manier hopen wij te bewerkstelligen dat leerlingen niet meer hoeven te ‘wennen’ aan het examen, maar dat de lay-out en werkwijze van het examen een ‘normale’ procedure voor de leerling is.

Qua onderwerpen volgt de onderbouw de methode biologie voor jou van uitgeverij Malmberg. De aangereikte onderwerpen voldoen aan het basisniveau dat we graag zien wat betreft de kennis van de biologieconcepten. Echter, in het programma van de onderbouw is wel ruimte aanwezig voor verdieping. We hebben items uit het bovenbouwprogramma gefilterd die extra aandacht kunnen gebruiken om het concept beter te laten inbedden. Door meer aandacht voor deze items hopen we vlotter door die stof in de bovenbouw te kunnen gaan en tijdswinst te kunnen pakken in het programma. Juist omdat leerlingen al enige conceptuele benaderingen aangereikt hebben gehad, kan verondersteld worden dat we tijdswinst kunnen pakken. Specifiek benaderd is er in klas 3 extra ruimte voor verdieping betreffende genetica, evolutie, osmose en ecologie.

Verder wat betreft de indeling qua onderwerpen volgen we in klas 4 vwo de hoofdstukken die de methode aangeeft. Deze zijn samenhangend en kunnen prima in deze volgorde aan de orde komen. Echter in klas 5 en 6 is er gezocht naar een samenhangend geheel wat betreft de domeinen en hoofdstukonderwerpen. Hier wordt niet de indeling van de methode gevolgd omdat het naar onze smaak niet overal een relevante samenhang vertoont. We hebben gekozen voor een passend geheel qua hoofdonderwerp en daarop zijn de hoofdstuknummers en onderwerpen geselecteerd tot een coherent relevant deel.

 

 

Practicumleerlijn

Het doel wat practica voor biologie volgens de vaksectie is dat leerlingen in staat moeten zijn om vanuit verschillende handelingen en resultaten een samenhangend geheel te doorzien. Ze worden in staat geacht om conclusies te trekken uit verschillende meetresultaten. Verder moeten ze kritisch kunnen reflecteren en opties kunnen geven voor vervolgonderzoek. Om dit op macro-niveau te kunnen, starten we in de onderbouw met enkelvoudige, op zichzelf staande proefjes om basisvaardigheden ten aanzien van het gebruik van de materialen aan te leren. Verder leren ze hun proef voor te bereiden en uit te werken aan de hand van het format van een natuurwetenschappelijk verslag. Naar mate leerlingen verder komen in het onderbouwprogramma, worden de practica stap voor stap complexer en nemen ze meerdere lesmomenten in beslag. Een voorbeeld hiervan is het practicum evolutie bij planten dat vijf lesuren in beslag neemt. In de bovenbouw is er dan vervolgens niet zozeer een uitbereiding qua tijdsbesteding, maar wel een verwerkingsniveau en handelingsniveau dat complexer wordt.

Onderzoeksleerlijn

De leerlijn wat betreft onderzoeksvaardigheden ontwikkelt zich van gesloten opdrachten waarbij leerlingen vooral volgens een handleiding werken naar een meer open setting waar leerlingen uitgedaagd worden om zelf actiever hun proef voor te bereiden en zelf hun onderzoeksvragen te formuleren. Uiteindelijk wordt verwacht dat de leerling in staat is om zelf een practicum te ontwerpen, uit te voeren en te evalueren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderstaand is weergegeven hoe de inbedding van de leerlijn practica en onderzoek vertaald is naar de practica-opdrachten.

Natuurwetenschappelijke vaardigheden biologie (eindtermen eindexamen A5 t/m A9) - VWO

 

Klas 1

Klas 2

Klas 3

Klas 4V

Klas 5V

Klas 6V

Onderzoeken

 

Tuinkers: volgens gegeven methode
hypothese opstellen en conclusie trekken

Zintuigpractica: volgens methode onderzoeksvragen en hypotheses opstellen. Conclusies trekken.

Verbranding: volgens methode hypothese opstellen en conclusie trekken
Voedingspractica: idem

Zetmeelvertering: idem

Evolutie van planten: gegeven methode zelf onderzoeksvraag en hypothese opstellen en conclusies trekken. Zelf planning maken en samenwerken.

 

Mens en milieu: gegevens casussen: zelf onderzoeksvraag, hypothese en methode opstellen. Gegevens presenteren.

Apenheul, gedragsonderzoek: eigen onderzoeksvraag en hypothese opstellen en conclusies trekken. Verslag maken

 

Placebo effect en dubbelblind onderzoek: invloed van cafeïne in cola op hartslag

Fruitvliegen: methode gegeven, rest zelf opstellen en uitwerken

 

Melk: idem

 

Eigen onderzoek naar hartconditie/inspanning/longcapaciteit

Eigen ecologisch onderzoek; zelf werkplan opstellen

 

 

Ontwerpen

Technisch ontwerp: model wervelkolom testen
Zelf cel bouwen met schoenendoos

 

 

DNA model bouwen

 

Eigen onderzoek (zie hierboven)

Modelvorming

Model lineaal: stevigheid voet

Stolp: werking middenrifademhaling

 

Poster verteringsstelsel

Osmogooien: model voor diffusie/osmose.

 

Poster ecosysteem

Meiose practicum

Werken met Binas, schema’s gebruiken om T2 vragen te beantwoorden

Poster afweer

Werken met Binas, schema’s gebruiken om T2 vragen te beantwoorden

Werken met Binas, schema’s gebruiken om T2 vragen te beantwoorden

nat.wet.

instrument

omgaan met microscoop, zelf eenvoudige preparaten maken
Mossel ontleden: hanteren scalpel

vissenkieuwen ontleden, werken met glaswerk, scalpel, dood materiaal (hygiene)

microscopie, zelf preparaten maken

Werken met glaswerk

 

Microscopie: zelf preparaten maken

 

Kreeft ontleden

Microscopie weefsels

 

ECG maken (Coach)

Harten snijden

Microscopie cellen en weefsels. Praktisch SE

Waarderen en oordelen (zie syllabus vwo 2016)

Discussie nav orgaandonatie (in 1 klas)

Roken

Gezond eten

Sexualiteit
Genotsmiddelen

Toepassingen erfelijkheid (klonen, genet. mofic. ed)- discussie adhv stellingen

Discussie prenatale diagnostiek en erfelijkheid

Orgaandonatie discussie

Meningsvorming t.a.v. ecologische vraagstukken

 

Onderbouwing weging toetsing

De weging van de toetsten is gebaseerd op de hoeveelheid te bestuderen stof. Hoe meer de stof omvat, hoe hoger de weging. Een gemiddelde hoeveelheid leerstof heeft weging 2 maal. Neemt de hoeveelheid leerstof toe dan is de weging van de toets ook verhoogd naar een weging 3 keer. Enerzijds heeft dit te maken met de inspanning die een leerling moet leveren om de stof eigen te maken. Zo gezegd meer leerstof houdt in dat er meer tijd besteed moet worden om de leerstof eigen te maken. Anderzijds heeft dit ook een gevolg voor de complexiteit van het leren. Meer leren houdt in ook meer moeten onthouden en meer verbanden leggen. Dit vraagt een hoger organisatieniveau van de leerling. Ook hierom een hogere weging van de toets dan bij een lagere hoeveelheid leerstof.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bibliografie

Drost, V. (2012). Handboek RTTI. Emmen: Uitgeverij Plus.

Examenblad. (2023, Oktober 17). Opgehaald van Info landelijk examenprogramma biologie: https://www.examenblad.nl/examen/biologie-vwo-2/2023

SLO. (2023, Oktober 17). Opgehaald van Handreikingen examenprogramma havo/vwo: https://www.slo.nl/handreikingen/havo-vwo/handreiking-se-bio-hv/examenprogramma/

 

PTA programma biologie

Verantwoording van de eindtermen