Basisvaardigheden ict brugklas Sandrode

Basisvaardigheden ict brugklas Sandrode

1.Laptopgebruik en installatie

Digitale vaardigheden en mediawijsheid op Sandrode

Op Sandrode zijn niet alle lessen digitaal maar in onze maatschappij en ook op Sandrode moet je wel digitaal vaardig zijn. 

2. De eerste weken starten met een laptop

Alle docenten en leerlingen op Sandrode werken met een laptop. We maken veel gebruik van lesmaterialen op de laptop en van verschillende digitale programma's. Het is daarom belangrijk dat je leert om goed met je laptop te werken. Bij de lessen mediawijsheid gaan we leren hoe je met de laptop om moet gaan en hoe je verschillende programma's moet gebruiken.

Misschien zijn er al een heleboel dingen die je kunt in Windows of met Word en misschien ben je al wel super handig met je internet browser. Toch gaan we bij het begin beginnen, zodat iedereen hetzelfde kan. Help elkaar gerust.

Ook gaan we bij mediawijsheid leren hoe je goed en veilig gebruik maakt van het internet en sociale media.

 

Veel plezier!

 

Wat je al wel of niet weet

Misschien zijn er al een heleboel dingen die je kunt in Windows of met Word en misschien ben je al wel super handig met je internet browser. Toch gaan we bij het begin beginnen, zodat iedereen hetzelfde kan. Help elkaar gerust. Op deze manier krijgt iedereen in de klas dezelfde basiskennis.

Veel succes

Handleiding laptops brugklas 1e week

Als je de laptop hebt ingericht kun je verder met het verkennen van de digitale mogelijkheden.

3: Windows 11

Op alle laptops hier op school staat een programma dat Windows heet. Dit is het besturingsprogramma. Zonder Windows zou het gebruik van een computer veel moeilijker worden, maar met Windows is het af en toe ook al lastig zat. In de volgende stappen ga je een aantal dingen leren waardoor je je laptop slim kan gebruiken.

 

windows 11 logo
windows 11 logo

Bureaublad en taakbalk

Als de app of het programma zichtbaar is in het startmenu, kun je eenvoudig de sleepmethode gebruiken om het naar het bureaublad te brengen, waar de snelkoppeling wordt gemaakt.

1. Klik op Start en klik op Optie Alle toepassingen.

2. Je  vindt het pictogram van het geselecteerde bestand op het bureaublad, daarna kun je het naar de gewenste positie op het bureaublad slepen. Je kunt ook met de rechtermuisknop op een lege ruimte op het bureaublad klikken en de optie sorteren op gebruiken om de snelkoppelingen op het bureaublad te rangschikken.

Meerdere bureaubladen zijn mogelijk.

Je kunt meerdere bureabladen maken zodat je een bureaublad hebt voor school, thuis, games enz.

Zo hou je alles een betje gescheiden en overzichtelijk.

meerdere bureaubladen

Opdracht

Sleep een app uit je startmenu naar je bureaublad

snelkoppelingen maken van websites

Open je favoriete browser (internet). Je kunt deze methode gebruiken voor Firefox, Chrome, Safari en Edge. Open de website waarvoor je een snelkoppeling wilt maken. In de adresbalk ziet u een klein pictogram. Dit heeft de vorm van een slot of een kleine i in een cirkel. Klik hierop en sleep het naar het bureaublad.

Opdracht

Maak snelkoppelingen van:

Magister, Zermelo, Outlook, MsOffice en OneDrive

 

Kopieer de URL door rechts te klikken, kies: kopieer

 

Klik rechts

Voer de URL in (plakken door Ctrl + V)

Geef de snelkoppeling een naam (Magister, Zermelo, Outlook, MsOffice of OneDrive)

Zet de snelkoppeling op je bureaublad of in de taakbalk.

 

schermafdruk maken of een gedeelte ervan

Met de toetscominatie windows-logo toets + shift+ S kun je een schermafdruk maken.

Ook als je maar een klein stukje van je scherm wil gebruiken kun je met de rechthoek (bovenaan in het midden) een stukje selecteren. Dit komt dan op je klembord te staan.

 

Of je slaat het op in je map afbeeldingen. Geef het een correcte naam zodat je het weer kan terugvinden.

Opdracht

Maak een schermafdruk van je bureaublad en laat dit door je docent controleren.

Meerdere schermen tegelijkertijd zien

Als je met meerdere programma's tegelijkertijd werkt zoals Magister, Word enz, kun je alle schermen tegelijkertijd in beeld krijgen.

Beweegt  de muisaanwijzer boven de knop Maximaliseren van een venster of selecteer een venster en druk je op Win+Z en kies je vervolgens een uitlijningsindeling.

Zie afbeelding.

Opdracht : Downloaden

Meestal moet je iets downloaden voordat je het kunt gebruiken, hoe werkt dat en waar komt dat dan te staan? In de video hieronder zie je dat.

downloaden

Nu ben jij aan de beurt. Download het bestand dat hieronder staat en zorg dat dit in je map mediawijsheid komt te staan.

 

 

Speciale sneltoetsen voor Windows 11

4. OneDrive opslag

OneDrive is een plaats in the cloud waar je al je bestanden kan opslaan. Al je werkstukken,verslagen maar ook foto's en filmpjes kun je hier neerzetten. Je kan dan altijd bij al je materiaal of het nu via je computer, tablet of mobiel is.

Om chaos te voorkomen ga je eerst mapjes aanmaken in OneDrive.

mappen in One Drive maken

Ga via start, bureaublad of taakbalk naar OneDrive.

Bekijk het filmpje hoe je mappen kunt maken in OneDrive.

 

 

mappen in OneDrive maken

Opdracht

Nu ben jij aan de beurt! Maak net als in het filmpje een map aan voor Jaar 1 en maak in die map voor elk vak een eigen map.

  • Nederlands
  • Engels
  • Frans
  • Wiskunde
  • Biologie
  • Aardrijkskunde
  • Geschiedenis
  • Levensbeschouwing
  • LO
  • Mentorles
  • Mediawijsheid of ICT

5: Magister

Op Mencia Sandrode werken we met Magister.
Magister is belangrijk voor docenten, leerlingen en ouders. Je vindt de volgende zaken in Magister:

- Agenda / of je huiswerk hebt

- Rooster

- Links naar digitaal lesmateriaal

- Afwezigheidregistratie

- Mail met docenten

Je gaat de verschillende onderdelen van Magister bekijken

Logo Magister

Je kunt naar Magister via de snelkoppeling op je bureaublad of de website van Mencia Sandrode.

 

 

Je hebt inloggevens gekregen van school

      4. Log in met je gebruikersnaam en wachtwoord dat je van school hebt gekregen
   

      5. Je bent nu ingelogd
                         

Opdracht : Inloggen

Klik op het tabblad "Vandaag" linksbovenin

Hier krijg je informatie over de nieuwste cijfers en wijzigingen in het huiswerk.
Ook verschijnen er hier berichten van docenten.

Lees alle mailtjes die je al hebt gekregen.

Verwijder de mailtjes die je niet meer nodig hebt.

 

 

 

Opdracht : Vandaag (nieuws)

Via het tabje ‘agenda' is het actuele rooster van die dag op te vragen.
In het rooster zie je:

1. Wanneer je welke les hebt

2. Of je huiswerk hebt voor een bepaald vak

3. Of dit huiswerk een opdracht of een toets is (zie onderstaande afbeelding)

Staat er al huiswerk in je rooster?
Is dit een opdracht of een toets?

Klik er eens op?

 

Opdracht : Rooster

Het huiswerk wordt door de docent in het lesuur geplaatst. Er is een verschil tussen huiswerk en toetsen. Dat zie je gelijk.

Opdracht : Huiswerk

Voor hoeveel vakken heb je voor woensdag huiswerk opgekregen?

Opdracht : Cijfers

Voor elk vak kun je inzien wat je cijfers zijn. Ook waarvoor je het cijfer hebt gehad kun je zien. In de laatste kolom staat het gemiddelde. Dit gemiddelde past zich automatisch aan als er een cijfer bijkomt.

 

 

Je hebt nu waarschijnlijk nog geen cijfers gehaald. Wanneer je wel cijfers hebt kun je alle cijfers dus heel overzichtelijk op een rij zien. Ook je ouders kunnen dit zien

 

Voor een aantal vakken zul je via Magister naar het lesmateriaal moeten gaan.
Dit geldt bijvoorbeeld voor Nederlands, Engels, Biologie, Wiskunde.
Je vindt dit lesmateriaal via het tabblad "Digitale Leermiddelen"

 

  • Open de bovenste digitale methode

Opdracht: digitaal lesmateriaal

Wanneer je het kopje 'berichten' selecteert, kan je een bericht versturen en ontvangen.

 

 

Wanneer je op het plus teken klikt, kan je een nieuw bericht zenden naar leerlingen en docenten.

Bij 'aan' kan je aangeven of je een bericht naar een leerling of naar personeel wil versturen. Vervolgens typ je de eerste letters in van de persoon die je zoekt en dan verschijnt de naam.

In het onderwerp kan je typen waar je bericht over gaat. Met de paperclip kan je een bijlage toevoegen, dit kan bijvoorbeeld een plaatje of een Word document zijn.

In het tekstveld daaronder kan je een bericht typen. Als je klaar bent klik je op 'verzenden' rechts bovenin.

Opdracht: magistermail

Stuur een net  berichtje naar je mentor waarin je schrijft dat je een opdracht aan het maken bent voor mediawijsheid en dat je de mentor een fijne dag toewenst.

 

 

Denk ook aan de regels voor het opstellen van een keurige e-mail. Dus :

  • Open beleefd (Beste meneer if mevrouw..... ,)
  • Stel je vraag duidelijk.  Meld wat je graag wilt hebben/weten/vertellen.
  • Bedank voor de moeite.
  • Eindig netjes met een groet en eronder je naam
    (Met vriendelijke groet,
    Jonathan)

6: Printen

Het kan zijn dat je docent vraagt om iets op papier in te leveren, maar je hebt de opdracht op je laptop gemaakt. Dan moet je gaan printen. Op Sandrode kan je dit doen in de gang beneden en boven. Hiervoor moet je wel je bestanden  eerst opslaan in een mapje.

 

  • Hoe zie je een afdrukvoorbeeld.
  • Hoe moet je printen.

 

  • Voordat je gaat printen kun je zien hoe je pagina er uit ziet.
  • Klik op de knop: Bestand.
  • Klik op Afdrukken
  • Naast het menu zie je hoe het document er geprint uit gaat zien.

 

  • Ben je tevreden over het resultaat dan kun je gaan afdrukken.
  • Klik op Bestand
  • Wil je meer dan één exemplaar printen dan kun je dat ook veranderen.
  • Kies voor Afdrukken en klik bovenaan in het venster op Afdrukken.
  •  

 

 

  • Controleer of je bij Printer FollowMePrinter hebt staan. Dat is de juiste printer om op school af te kunnen drukken!
  • Klik dan op ok.
  • Ga naar de printer.
    Gebruik je schoolpasje om te kunnen printen.

 

Ctrl+P

 
  •  

Als je een bestand wil printen kies je afdrukken en

Selecteer :  ‘Sharp follow me’

Ga naar een printer en meld je aan.

 

Of

Via mail:

Stuur een mail naar: mobileprint@skvob.nl

Je krijgt een mail terug met daarin een code.

Ga naar een printer op school.

Meld je aan met ‘mobile print’.

Type de code in.

7: Na de eerste weken.

Afspraken over laptopgebruik

Je volgt de instructie van de docent op.

Je gaat respectvol om met gedeeld materiaal.

 

8. Internet browser

Om internet te gebruiken op je computer heb je een browser nodig.
Er zijn verschillende browsers zoals Firefox, Chrome, internet Explorer, Brave en Edge.

Voor je schoolwerk is het handig om de Edge browser te gebruiken.

Staat deze niet op je taakbalk?
Zoek naar Edge en maak het icoon vast op je taakbalk

Tabbladen

In je browser kun je gebruik maken van tabbladen. Dit zorgt ervoor dat je verschillende internetpagina's tegelijkertijd geopend kan hebben. Kijk de video hieronder om te zien hoe je tabbladen kan gebruiken

tabblad

Zoeken op internet

Zoeken op internet kan heel flinke uitdaging zijn, er zijn heel veel onderwerpen heel veel websites gemaakt. Bij Google kun je heel aantal tips en trucs gebruiken om beter te zoeken.

1. Wees duidelijk en houd het simpel

2. Wees specifiek; woorden kunnen soms meer dingen betekenen, dus denk na over wat je bedoelt.

3. Open de resultaten in een nieuw tabblad

4. Je kan Google ook sites laten negeren; bijvoorbeeld als je wikipedia niet als bron mag gebruiken van je docent kan je achter je zoekopdracht -site:wikipedia.org zetten, je zult dan geen resultaten van wikipedia zien.

5. Je hoeft geen hoofdletters en leestekens te gebruiken, Google negeert die toch

6. Als je maar 1 website wilt doorzoeken kan dat ook, zet achter je zoekopdracht site:entoen.nu en je zult alleen maar resultaten van entoen.nu krijgen.

7. Je kunt Google woorden laten uitsluiten, als je vogels gaat zoeken, maar je wilt niets over uilen en spreeuwen zet je achter je zoekopdracht -uil -spreeuw en dan zul je veel vinden over vogels, maar niets over uilen en spreeuwen.

8. Voor sommige dingen zijn er meer woorden (synoniemen). Als je wilt dat Google alle synoniemen ook zoekt zet je voor je zoekopdracht ~ (dit symbool heet tilde).

Dit zijn een aantal tips die je kunt gebruiken om dingen in Google gemakkelijker te zoeken, maar er zijn er nog veel meer.

 

Als je opzoek bent naar informatie op een website kan je natuurlijk alles lezen wat er staat, maar je kan ook heel snel zoeken naar specifieke informatie. Kijk de video hieronder om te zien hoe je dat doet.

zoeken

Opdracht: zoeken op internet

Nu ben jij aan de beurt.

  1. Ga naar www.google.nl
  2. Je hebt de volgende vraag: Hoeveel Nederlanders wonen er in Spanje?
  3. Denk goed na hoe je dit gaat zoeken. Let op! houdt je zoekterm duidelijk en kort.
  4. Wie heeft het het snelst gevonden?
  5. Hebben jullie allemaal hetzelfde gevonden?
  6. Welke website zou het meest betrouwbaar zijn?

 

Bespreek dit met je docent en klasgenoten.

Bladwijzers maken

Als je een opdracht moet maken waar je langer dan 1 les meebezig bent hoef je niet elke keer de websites die je gebruikt opnieuw op te zoeken. Je kan van de website die je handig vindt ook een bladwijzer maken. In de video hieronder zie je hoe je dat kunt doen.

bladwijzer

Nu ben jij aan de beurt. Maak een bladwijzer van Magister, zodat je altijd snel en gemakkelijk je rooster kan vinden.

9. Bestanden en bestandsnamen.

Elke programma heeft zijn eigen bestandseigenschappen. Eeen worddocument kun je bijvoorbeeld opslaan als een docx bestand een powerpoint presentatie als ppt bestand.

Nieuw word document starten

Kijk naar de instructiefilm om te weten hoe je een nieuw word document maakt.

nieuw doc

Bestanden opslaan (als)

Bekijk het filmpje hieronder over bestanden opslaan.

Bestand hernoemen

•Hoe verander ik de naam van een document?

  Zet de cursor op de naam, klik rechts,

  kies naam veranderen

 

• Hoe kan ik in OneDrive een document verplaatsen?

  Zet de cursor op de naam van het document.

  Klik en sleep.

 

Zoeken naar documenten

Soms kan het gebeuren dat je iets kwijt raakt op je computer, maar alles is ook weer terug te vinden. In de volgende video zie je hoe je iets, dat je dacht kwijt te zijn, weer terug kan vinden.

zoeken

Je kunt niet alleen documenten zoeken met de zoekfunctie, je kunt ook gemakkelijk programma's en apps zoeken en vinden.

Nu ben jij aan de beurt!

Ga op zoek naar het knipprogramma op je laptop en open dit.

 

Zoek onder het windows logo!

 



Heb je het gevonden?
Je ziet nu een icoontje met een schaar in je taakbalk. We gaan er voor zorgen dat je dit programma niet meer op hoeft te zoeken, maar dat het vast staat op je taakbalk.

1. Ga met je muis naar dit icoontje
2. Klik op de rechter muisknop.
3. Klik op: "Dit programma vastmaken aan de taakbalk"

Nu kun je dit programma altijd gebruiken, zonder te zoeken.

Bestanden verplaatsen

Het kan gebeuren dat je iets op de verkeerde plek hebt opgeslagen en je wilt het naar een andere map verplaatsen. Dat kan! Bekijk de video en je weet hoe het moet.

bestanden verplaatsen

Bestanden delen

Soms moet je samenwerken met een klasgenoot, wat je dan gemaakt hebt in Word of Powerpoint kun je op verschillende manieren delen. In de video hieronder zie je hoe je vanuit Word direct kunt delen.

delen

10. Een stukje gebruiken van het scherm met een kniptool

Soms wil je dat wat op je scherm staat bewaren, bijvoorbeeld bij een opdracht uit magister of uit je digitale boek. Dit kan je opverschillende manieren doen. In de video zie je hoe je het knipprogramma kan gebruiken.

Voor knippen is er ook een toetsen combinatie dit is <ctrl + x> .

Wil je iets alleen kopieren dan gebruik je  <ctrl + c> .

Als je nu de bestanden wilt plakken dan gebruik je de combinatie <ctrl + v>

 

 

Bij de nieuwe versies kun je ook de volgende combinatie knoppen gebruiken om een knipsel te maken van wat er op je scherm staat.

windows logotoets + shift + S.

 

Dit kun je opslaan als een afbeelding.

 

kniptool

Opdracht

Nu ben jij aan de beurt! Maak net als in de video een screenshot van de mappen die je hebt gemaakt of gebruik de combinatie van toetsen. Sla je screenshot op in je bestand mediawijsheid.

Laat je screenschot zien aan je docent die dit goed moet keuren voor je verder gaat met de volgende opdracht.

 

11: Office

Office is niet alleen het Engelse woord voor kantoor, maar ook de verzamelnaam van een aantal programma's die je misschien al kent, zoals Word, Powerpoint, Excel enz. In de komende tijd ga je meer leren over hoe je deze programma's kan gebruiken.

12. Word

Het office programma dat je waarschijnlijk het meeste zal gebruiken is Word. In de video hieronder zie je hoe je snel en eenvoudig een nieuw document kan maken.

Nu ben jij aan de beurt! Open Word op je computer en open een nieuw document.

Misschien staat het Word icoontje niet onderin de taakbalk of op je bureaublad. Je hebt al geleerd hoe je een programma met de verkenner kunt vinden en kunt vastmaken aan de taakbalk.
Weet je niet meer hoe dit moet? Vraag het aan je docent of aan een andere leerling.

Typ bovenaan je word document een titel: "mijn basisschool".

Typ 10 tot 12 regels met lettertype Arial en lettergrootte 12 waarin je vertelt op welke basisschool je hebt gezeten. vertel iets over de school, de leraren, klasgenoten, de musical enz.

 

Sla het op in de OneDrive in een mapje ICT onder de naam: "Wordopdrachten"'.

Let op!!  We gaan hier mee verder in een volgende opdracht.

 

 

Word documenten bewerken

  • Hoe kun je tekst selecteren.
  • Hoe kan ik tekst kopiëren en plakken?
  • Hoe kan ik tekst knippen en plakken?

 

  • Tekst selecteren kan op verschillende manieren.
  • Eén woord.
  • Een hele zin.
  • Een alinea

  • Woord.
  • Ga voor het woord staan met de muis.
  • Houd de muisknop ingedrukt en sleep over het woord.
  • Of: Dubbelklik als je in het woord staat.
  • Zin
  • Ga met de muis vooraan de zin staan.
  • Houd de muisknop ingedrukt en sleep over de hele zin.
  • Of: Ga met de muis voor de regel staan en klik eén keer.
  • Alinea
  • Ga met de muis vooraan de alinea staan.
  • Dubbelklik en de hele alinea wordt geselecteerd.
  • Als je naast de regel of het woord klikt is de selectie weg.

Soms moet je voor een vak een opdracht maken in Word.
Het is dan de bedoeling dat het document er netjes uit ziet. Dit houdt in dat je bijvoorbeeld werkt met een duidelijk lettertype, titels, alinea's en paginanummers. Je kunt een document in Word netjes en heel persoonlijk maken.
In de volgende opdracht gaan we hier mee oefenen.

Opdracht Word:

1. Download het Word document dat hieronder staat

2. Sla het document op in de map mediawijsheid

3. Noem je document: Klas, Achternaam, Voornaam Opdracht Word 

4. Voer de opdrachten in het document uit

5. Lever het document in bij je docent

Weet je niet precies hoe je iets moet doen, vraag je docent om hulp.

 

Speciale tekens invoegen

 

  • Speciale tekens typen?
  • Bijvoorbeeld puntjes op de e.
  • Zo dus ë.

 

  • Je moet soms de SHIFT toets gebruiken.
  • Typ eerst een aanhalingsteken.
  • Je ziet eerst niets op je scherm.
  • Typ daarna een kleine letter e.
  • Dan zie je ë.
 
  • Probeer eens uit hoe dat werkt met:
  • á à ë ï ó õ
  • Typ ook eens de regel:
  • René maakte 10 kopieën voor Máxima.

  • Het kan ook anders.
  • Klik op het Tabblad Invoegen.
  • Klik dan in de groep Symbolen op Symbool.
  • Eerst een klein menu.
  • Klik op Meer symbolen om meer symbolen te zien.
  • Kies een symbool en klik op invoegen.
  • Wingdings zijn ook leuk! Die kun je kiezen bij Lettertype.
  • Kijk eens naar die Wingdings.

sneltoetsen word

https://support.microsoft.com/nl-nl/office/toetscombinaties-in-word-95ef89dd-7142-4b50-afb2-f762f663ceb2#PickTab=Windows

Tab toets

Veel mensen gebruiken de spatie balk als ze zaken onder elkaar willen zetten, op het scherm ziet het er dan redelijk uit maar vaak als men het print, blijken de rijtjes toch rommelig te staan. Hoe komt dit nu? Dit heeft te maken met de breedte van de letter en het lettertype. Zo neemt een ‘w’ meer ruimte in dan een ‘i’. Een voorbeeld om het iets duidelijker te maken, het volgende rijtje is gemaakt met spaties.

Waarom
     Is
    Dit
    Rommelig?

 

Daarom gebruiken we een tab.

Wat is een tab? Een tab is een manier op de cursor te laten verspringen.

Een tab wordt gebruikt om tekst, getallen, woorden recht onder elkaar te krijgen.


Wat voor soort tabs kennen we? We kennen

  • de linkslijnende tab

  • de rechtslijnende tab

  • de centreer tab

  • de decimaal tab

 

Soorten tabs

Linkslijnende tab
Een linkslijnende tab zorgt ervoor dat alle woorden / getallen links uitgelijnd worden d.w.z. dat alle eerste letters (cijfers) onder elkaar komen te staan.

Rechtslijnende tab
Een rechtslijnende tab zorgt ervoor dat alle woorden / getallen rechts uitgelijnd worden d.w.z. dat alle laatste letters (cijfers) onder elkaar komen te staan.

Centreer tab
Een centreer tab trekt een denkbeeldige lijn waarom heen de woorden / cijfers gecentreerd worden.

Decimaal tab
Deze wordt gebruikt voor het uitlijnen van getallen, hij zet namelijk alle komma’s in een lijn onder elkaar.

Tabs toets instellen

  • Hoe gebruik je de tab toets?
  • Hoe stel je zelf een tab in?
 

  • Linksboven op je toetsenbord zit een TAB toets
  • Daarmee kun je je tekst mooi UITLIJNEN.
  • Standaard heeft Word al Tabs voor je ingesteld.
  • Maar je kunt ook heel precies Tabs instellen, zoals jij dat wilt.

 

 

  • Je moet eerst eerst de Lineaal aanzetten.
  • Ga naar het Tabblad Beeld.
  • In de groep Weergeven/verbergen zet je het vinkje bij Lineaal aan.
  • Als je TABS gaat gebruiken kan de lineaal heel handig zijn.

 

 

  • Probeer eerst maar eens tabs uit met de Tabtoets.
  • Typ EEN en dan een TAB.
  • Typ TWEE en dan weer een TAB.
  • Ga zo door tot tien.
  • Probeer het ook uit met cijfers: 1, 2, enz.

 

 

 

  • Links in het scherm zie je een klein icoontje. Als je de lineaal hebt aan gezet.
  • Door een keuze te maken uit een van de tabstops kun je zelf een tab instellen.

 

  • Je kunt verschillende tabstops kiezen:
  • Links uitlijnende tab
  • Rechts uitlijnende tab
  • Centreer tab
  • Decimale tab; gebruik je bij getallen.
  • Je kunt een tabstop kiezen door op het icoontje te klikken.

 

  • Kies bijvoorbeeld een Links uitlijnende tab .
  • Klik onder  de lineaal op positie 1, 3 en 5.
  • Je ziet dan de tabstops in de lineaal verschijnen.
  • Druk de tabtoets in en typ 10, weer een tab 20, weer een tab 30. (Het gaat vanzelf!)

 

 

  • Wil je de tabstop verwijderen?
  • Klik in de lineaal op het tekentje.
  • Houd de linker muisknop goed ingedrukt en sleep het tekentje naar beneden.
  • En weg...

 

Opdracht: symbolen

​ ​​ ​

Symbolen

  • Je gaat een kleine poster maken.
  • Je gaat symbolen uitproberen.
  • Gebruik zoveel mogelijk symbolen en vreemde tekens.
  • Kijk of je ook letters kunt kleuren.
  • Sla het werk op in de onedrive. Geef het de naam: Symbolen.

  •  

Opdracht

​ ​​ ​

Tabstops

 

  • Je gaat een lijstje maken van 10 leerlingen uit je klas.
  • Ga eerst de namen verzamelen, schrijf ze op een kladje.
  • Vraag ook naar de leeftijd.
  • Stel 2 linkslijnende tabstops in op positie 1 en 7.
  • Stel een rechtslijnende tabstop in op postie 15.
  • Heb je de gegevens?
  • Typ dan eerst de leeftijd, dan de voornaam en dan de achternaam.
  • Sla het document op met de naam Tabstops.

spellingscontrole

 

 

  • Hoe doe ik de spelling- en grammatica controle?
  • Hoe zet ik de spelling- en grammatica controle om in een andere taal?
  • Hoe selecteer ik tekst?
  • Hoe kan ik tekst kopiëren en plakken?
  • Hoe kan ik tekst knippen en plakken?
  • Hoe maak ik een kop- en voettekst?
  • Hoe centreer ik een kop- of voettekst?
  • Hoe voeg ik de paginanummering in?

 

 

 

 

 

 

 

Spellingscontrole in een andere taal zetten.

  • Voordat je in je document gaat typen moet je dit eerst instellen!
  • Opdracht:
  • Klik op het tabblad Controleren.
  • Klik daarna onder Taal op het pijltje.

 

Klik op Controletaal instellen.

 

  • Kies in dit menu de taal.
  • Voor Engels kies je Engels (Groot-Britannië).
  • Je kunt aanvinken of je tijdens het typen de spelling- grammatica controle aan of uit wilt zetten.
  • Klik op OK.

 

 

Opdracht : spelling en grammatica controle

Laat het document controleren op spellingsfouten.

Hoeveel fouten staan er in?

 
 

 

  • Hoe maak ik een kop- en voettekst?
  • Hoe voeg ik de paginanummering in?
  • Hoe centreer ik een kop- of voettekst?
  Bij een echt werkstuk hoort een koptekst.
Die komt boven- of onder aan elke  bladzijde weer terug.
Je ziet dan op iedere pagina waar het  werkstuk over gaat.

  • Opdracht:
  • Maak een nieuw pagina aan in Word.
  • Klik op het tabblad Invoegen.
  • Kies Koptekst. Je ziet allerlei verschillende soorten  
    kopteksten.
  • Kies de eerste koptekst.
  • Klik in de titelbalk en typ:
  • Werkstuk Beestenboel.
  • Maak de koptekst vet.
  • Geef de koptekst een lettergrootte van 16.
  • Opdracht:
  • Klik op het volgende vakje: Typ hier.
    Daar kun je je naam invullen.
  • Bij de volgende kun je je klas invullen.
  • Als je klaar bent met je koptekst klik dan op het rood met witte kruisje.
  • De koptekst sluit dan of.
  • Door de dubbelklikken op de koptekst kom je weer in het typveld van de koptekst.

Je kunt de tekst van een kop- of voettekst in het midden van de pagina zetten.

  • Opdracht:
  • Klik op het tabblad Invoegen
  • Kies Koptekst.
  • Zoek in het lint de opties Positie.
  • Klik op Uitlijningstab invoegen.
  • Klik in het menu op Centrum.
  • Klik daarna op ok.
  • In het document staat de cursor in het midden.
  • Typ je tekst.

 

Een ander manier is om bij het instellen van een kop- of voettekst een lay-out te kiezen waar de tekst al in het midden is ingedeeld.

B.v. Semafoor of Spriet.

Net als een boek heeft een werkstuk paginanummers.
Die kunnen we zelf intypen. Maar dat is veel werk. Word heeft slimme knoppen om dat automatisch in te stellen.

Je kunt  ook de Voettekst gebruiken.

 

  • Open het bestand van Beestenboel.
  • Klik op tabblad Invoegen
  • Kies voor Voettekst. Je ziet verschillende mogelijkheden.
  • Maak een keuze.
  • Klik in het tekstvakje en vul je naam en klas in.
  • Klik op het kruisje om de Voettekst af te sluiten.

 

 

  • Je kan een Voettekst helemaal instellen zoals jij dat wilt.
  • Met of zonder naam.
  • Met of zonder paginanummer.
  • Probeer maar uit waaruit je kunt kiezen.
  • Als je op de knop Paginanummer klikt kun je kiezen waar je Paginanummer moet komen.
    En hoe het nummer eruit moet zien.
 

 

Opdracht: basis word gebruik

afbeeldingen invoegen

Open het word bestand "mijn basisschool" uit de eerste word opdracht.

Voeg een afbeelding in van internet.

Sla de afbeelding eerst op!

Voeg het dan pas toe.

 

  • Klik  op het tabblad Invoegen.
  • Klik op Afbeelding.
  • Zoek op je laptop naar een afbeelding die je hebt opgeslagen.
  • Voeg de Afbeelding in, door op de knop invoegen te klikken.

Meer opties

  • Je kunt ook online afbeeldingen invoegen
  • Of een schermopname.
  • Een fotoalbum kan ook.
  • Probeer de mogelijkheden maar eens uit.

Sla het document op.

 

 

Afbeelding invoegen

Word tips and tricks

Bij de onderstaande filmpjes zie je snel hoe je de opmaak en structuur van een worddocument verandert.

word opmaak

Word opmaak en structuur

13. PowerPoint

Powerpoint wordt vaak gebruikt om te presenteren.

Je kunt afbeeldingen, filmpjes, bestanden en animaties toevoegen om je presentatie mooier te maken.

  • Ga naar Start.
  • Typ in het zoekvenster Powerpoint.
  • Klik op het icoontje

Start met een dia, dia toevoegen en opslaan.

Diavoorstelling

Heb je alle dia`s klaar (ongeveer 5), dan ga je kijken of het één mooi geheel is.
Bij het tabblad Diavoorstelling kun je alle dia`s achter elkaar laten afspelen.
 
 
 
 
  • Helemaal links staat: Vanaf begin.
    Klik hierop, je ziet nu de eerste dia op groot scherm, met je muis kan je verder klikken naar de volgende dia`s.
 
Je kunt ook op F5 klikken om de presentatie te starten.
 
Kijk goed of er nog je nog iets wil veranderen.
Bv. een plaatje erbij, andere kleur tekst, allemaal dezelfde achtergrond.
Ben je klaar, sla het bestand dan op.

Lay-out aanpassen

Presentatie aanpassen aan eigen voorkeur.

  • Klik op het tabblad Ontwerpen.
  • Je krijgt dan een overzicht met verschillende Thema's.
  • Je hebt al een thema gekozen, maar die kun je veranderen.
  • Je kunt een ander thema kiezen bij Thema's.
  • Je kunt het bestaande thema aanpassen bij Varianten.
  • Je kunt ook de achtergrond nog aanpassen. Achtergrond opmaken.
  • Onder de knop ontwerpideeën vind je nog meer mogelijkheden.

 

 

 

 

Ontwerp aanpassen 1

Wil je nog meer aanpassen?

  • Klik op Kleuren of Fonts.
  • Pas je presentatie aan naar jouw voorkeur.
  • Vergeet niet tussen door op te slaan!

 

Ontwerp aanpassen 2

Diaovergang

Aan de slag!

We beginnen vanaf nu met een aantal kleinere opdrachten om het programma beter te leren kennen. In de grotere opdracht ga zelf een PowerPoint inrichten. Deze lever je over vijf lessen in bij je docent.

 

Oefening: PowerPoint openen (let op: deze opdracht gaat uit van een standaardinstallatie van Powerpoint)

1.     Klik op het PowerPoint icoon in de werkbalk onderin je scherm.

PowerPoint wordt gestart en het onderstaande venster verschijnt:

 

 

Dit beginscherm bestaat uit 2 vensters:

 

Hoofdvenster

De dia waar je nu in werkt

Dia’s

Een overzicht van alle dia’s in het klein, links in het scherm

  Wil je notities kunnen invoeren onder iedere dia, klik dan onderin het scherm op Notities.

De werkbalken: Hieronder zie je de opties van alle werkbalken.

 

Menubalk

 

Werkbalk Start

 

Werkbalk Invoegen

 

Werkbalk Ontwerpen

Werkbalk Overgangen

Werkbalk Animaties

 

Werkbalk Diavoorstelling

 

Werkbalk Controleren

 

Werkbalk Beeld

 

Het tabblad Bestand:

Onder de menuoptie Bestand (linksboven) zijn de meest gebruikte opties te vinden zoals Nieuw, Openen, Opslaan, Opslaan als en Afdrukken. Bij Openen zijn de locaties te zien waar presentaties kunnen worden opgeslagen en vind je rechts de laatst geopende bestanden, zodat je snel verder kan met waar je gebleven was.

 

 

Het is altijd verstandig om aan het begin, tijdens het werken en natuurlijk aan het eind de presentatie op te slaan. Het opslaan van een presentatie is hetzelfde als het opslaan van een bestand. We gaan de presentatie opslaan in de OneDrive.

Oefening: Presentatie opslaan
1. Klik op het tabblad >Bestand
2. Klik op >Opslaan als. Geef je bestand een naam bijvoorbeeld 'Basis PowerPoint'
3. Selecteer in OneDrive de map waarin je de presentatie wilt opslaan > Kies voor je gemaakte map 'ICT'

4. Klik >Opslaan.

Als je nog geen map 'ICT' hebt gemaakt in OneDrive, vraag dan je docent om extra hulp!

Presentatie maken

1.     Klik op het tabblad >Bestand en klik vervolgens op >Nieuw.

2.     Er verschijnt een taakvenster met de verschillende opties die je nu hebt:

 

 

3. Klik op een voorbeeld naar keuze en er wordt een nieuwe presentatie aangemaakt. TIP: gebruik ook het zoekvenster bovenaan het scherm om op trefwoord naar een bepaald ontwerp te zoeken.

Het hoofdvenster is weer te zien met daarin een blanco titeldia. Een presentatie begint altijd met de Titeldia.

Op dit moment hebben we nog een compleet wit vlak, met twee tekstvakken voor een titel en een ondertitel.

Oefening: Een Titeldia maken
1. Klik op het bovenstaande lege vak > Klik om een titel te maken. 
2. Voer hier de titel van de presentatie in > Deze mag je zelf verzinnen!
3. Klik vervolgens op >Klik om een ondertitel te maken.
4. Voer een tekst in > bijvoorbeeld je naam of klas, dit mag je zelf verzinnen!


(!) Aan de linkerkant van het scherm zie je gedurende het in elkaar zetten van de presentatie een overzicht van alle gemaakte dia's, inclusief hun tekst.

Oefening: Nieuwe dia
1. Klik op > Nieuwe Dia in de werkbalk Start. PowerPoint selecteert de dia Titel en Tekst.
2. Voer bij > Klik om een titel te maken een titel voor deze dia in.

3. Klik op >Klik om tekst toe te voegen.
4. Typ een trefwoord of zin en druk op >Enter. Er verschijnt automatisch een nieuw opsommingsteken.
5. Typ vervolgens meerdere andere trefwoorden/zinnen en druk steeds op >Enter.
6. Klik buiten het vierkante kader als je alle tekst hebt ingevoerd.

Bekijk tot slot ook nog het onderstaande filmpje over PowerPoint

Powerpoint de basis

Afbeelding invoegen

Oefening: Afbeelding invoegen
1. Klik op >Nieuwe dia in de werkbalk Start.
2. Voer bij Titel  een zelfgekozen titel in. Op de dia staat in het onderste tekstvak ook een aantal plaatjes.
3. Klik bij die plaatjes op 1 van de opties >Afbeeldingen of >Onlineafbeeldingen.



4. Bij de keuze voor Afbeeldingen wordt de Windows Verkenner geopend. Selecteer een afbeelding uit 1 van je mappen. Klik vervolgens op >Invoegen.
5. Bij de keuze voor Onlineafbeeldingen wordt een Bing zoekvenster geopend. Type een zoekterm in en selecteer een geschikte afbeelding. Klik vervolgens op >Invoegen.

Opmaak

Oefening: Ontwerpsjabloon
1. Klik in de menubalk op >Ontwerpen.
In de werkbalk verschijnt een aantal gekleurde sjablonen:

 

 

3. Beweeg met de muis over de verschillende sjablonen en de presentatie verandert meteen. Klik op een sjabloon als je dat wilt toepassen.
4. Wanneer je een ontwerpsjabloon toepast, geldt dit voor alle dia’s van de presentatie.
5. Klik in de menubalk op >Diavoorstelling, Voorstelling weergeven.

 

In PowerPoint 2016 zijn ook Ontwerpideeën toegevoegd. Die optie vind je helemaal rechts in de werkbalk Opmaak. Deze optie werkt alleen wanneer je een afbeelding toevoegt via Online afbeeldingen (zie het hoofdstuk over Afbeeldingen invoegen). Op basis van de gevonden afbeelding doet PowerPoint suggesties voor een ontwerp van de hele presentatie. Zie hieronder een voorbeeld op basis van een gevonden afbeelding bij het trefwoord "fruit". De ontwerpideeën staan in een apart scherm aan de rechterkant. Kies je daar een optie van, dan wordt je dia aangepast op basis van dit nieuwe sjabloon.

 

 

TIP1: Bedenk bij het maken van een goeie Powerpoint presentatie dat je niet teveel tekst op 1 dia zet. Trefwoorden die je verhaal ondersteunen zijn voldoende, dus gebruik geen lange zinnen.
TIP2: Gebruik lettertypes als Arial of Verdana die zich goed lenen voor presentaties. Gebruik in je presentatie overal hetzelfde lettertype en voor titels dezelfde grootte.
TIP3: Bedenk dat je tekst goed leesbaar moet zijn, dus voorkom bijvoorbeeld lichte tekstkleuren op een lichte achtergrond. Kleur moet functioneel zijn en niet afleiden.
TIP4: Soms zegt een plaatje meer dan zoveel woorden. Gebruik ook eens een afbeelding die je boodschap goed verbeeldt zonder daar verder nog tekst bij te zetten.
TIP5: Voor het Nova College is er een apart sjabloon in de huisstijl. Dit kun je als basis voor je eigen presentaties gebruiken en zo hoef je niet meer na te denken over lettertypes, kleuren of afbeeldingen. Je kunt dit sjabloon gebruiken door met behulp van DigiSync ViewOffice te installeren.

  • Open je presentatie.
  • Je gaat diaovergangen instellen.
  • Klik op het tabblad Overgangen Je ziet dan verschillende overgangen.
  • Door op het pijltje te klikken krijg je meer mogelijkheden.
  • Ga maar eens wat uitproberen.

 

 

  • Naast de overgangen zie je de knoppen voor Tijdsinstellingen.
    Daarmee kun je de snelheid instellen waarmee de dia's tevoorschijn komen.
  • Of dat een dia na een muisklik tevoorschijn komt.
    Dit moet je uitproberen.

  • Als je een instelling heb aangepast kun je met de knop Voorbeeld zien wat je hebt ingesteld.

 

 

 

Diaovergangen instellen

Animaties

Door animaties aan de plaatjes en de tekst toe te voegen wordt je presentatie nog mooier.

  • Klik op het tabblad Animaties.
  • Kies een animatie.
  • Je moet wel eerst op de afbeelding of de tekst klikken om een anmimatie toe te voegen.
  • Met het pijltje naast animaties krijg je meer opties.

 

 

  • Net als bij Diaovergangen kun je animaties ook instellen op tijd.
  • Gebruik in het menu Tijdinstellingen.
  • Met de knop voorbeeld kun je zien wat je hebt ingesteld.

 

 

Animaties instellen

Klik op de knop: Voorbeeld om te zien hoe de animatie er uit ziet.

Een link invoegen

Een link kun je eenvoudig in een tekstvak invoegen, namelijk door deze van het internet te kopieren en die vervolgens te plakken. Bij een lange link ziet dat er alleen niet heel fraai uit. Daarom kun je beter kiezen voor de mogelijkheid om een aanklikbare tekst in te voegen. Dat werkt als volgt:

1.     Klik op het tabblad >Invoegen en kies het bovenste deel van de knop >Koppeling. NB wanneer je op het onderste deel van deze knop klikt kun je een link naar een bestand op je OneDrive toevoegen. Klik je op het bovenste deel van de knop dan verschijnt het venster Hyperlink invoegen.

2.  In het venster Hyperlink invoegen heb je verschillende opties:

- Je kunt linken naar een document op je pc (Bestaand bestand).

- Je kunt een internet adres invoegen in het vakje Adres.

- Je kunt via de knop "Plaats in dit document" linken naar een andere dia.

- Je kunt linken naar een Nieuw document dat je vanuit PowerPoint aanmaakt met de optie "Nieuw document".

- Je kunt een e-mailadres invoegen met de optie "E-mailadres".

Wil je dat men op een bepaalde tekst moet klikken om de link te openen, typ die tekst dan in het vakje achter Weer te geven tekst. Wil je bijvoorbeeld dat iemand het weerbericht van Haarlem kan oproepen met 1 klik, typ dan in het vakje Weer te geven tekst "weerbericht Haarlem" en bij Adres de link naar de site van de KNMI.

 

TIP: Een andere methode om een link van een stukje tekst in je dia te maken is deze tekst eerst te selecteren en er dan met de rechtermuisknop op te klikken. In het snelmenu dat verschijnt kies je dan voor Koppeling en hetzelfde scherm (Hyperlink invoegen) als hierboven zal dan verschijnen.

 

 

Videobestand invoegen

Wil je een videobestand invoegen dan klik je op de optie Video bij de afbeeldingen die op een dia zichtbaar zijn:

 

Het scherm dat daarna verschijnt heeft meerdere opties:

  • Een eigen bestand invoegen door erheen te bladeren.
  • Een YouTube video invoegen.
  • Een video embedden met behulp van een speciale insluitcode.

Deze opties worden in de hoofdstukken links verder uitgelegd. 

Een eigen filmbestand invoegen

Ga net zo te werk als bij het invoegen van afbeeldingen, maar kies nu het icoon video. Je kunt ook video invoegen via de menuoptie >Invoegen > Video >Video op mijn pc.

Gebruik bij oefening het volgende bestand: https://comeniuscvo-my.sharepoint.com/:v:/g/personal/admunck_comenius_nl/EfSbF66rm8xKjq1CXa3ZZfkBza6GXXBtHea0TFU_VH5CNQ?e=VwmyW2

Zorg dat je het bestand download en opslaat op je laptop! Vergeet niet goed te kijken waar je je download terug kunt vinden. Downloaden doe je door op dit icoon te klikken 

Oefening: een eigen filmbestand invoegen
1. Selecteer de dia waar je een video wilt invoegen aan de linkerkant in het overzicht.
2. De dia verschijnt in het grote scherm.
3. Klik in de menubalk op >Invoegen. De werkbalk invoegen verschijnt:

 

 

4. Klik in deze werkbalk helemaal rechts op het pijltje onder het woord Video.
5. Klik in het uitgeklapte lijstje op >Video op mijn pc.
6. De Windows Verkenner verschijnt. Blader naar het bestand dat je wilt invoegen en klik dan op >Invoegen.
7. De video wordt ingevoegd en in het lint verschijnen de extra opties die erbij horen.

 

 


8. Je filmfragment is ingevoegd en je kunt het nog bij de hoeken groter of kleiner maken. Onder het fragment staat een afspeelbalk waarmee je kunt afspelen en pauzeren en het volume kunt regelen.

NB: Filmbestanden die je wilt invoegen in Powerpoint kunnen alleen van het type .MPEG, .MPG, .MOV, WMV of .AVI zijn. Ook kunnen zogenaamde GIF-animaties worden ingevoegd.

NB: Bedenk wel dat wanneer je een eigen filmbestand opneemt in de Powerpointpresentatie deze hierdoor erg groot kan worden.

Een YouTube filmpje invoegen

Een filmpje dat je op YouTube.com hebt gevonden is eenvoudig in te voegen in een PowerPoint presentatie. Gebruik hiervoor opnieuw de optie >invoegen >Video en kies dan Online video. Een venster verschijnt met 2 keuzes.

 

 

Bij de optie YouTube staat een zoekvenster. Wanneer je hier een zoekterm invoert gaat PowerPoint voor je zoeken binnen YouTube. De opties die vervolgens verschijnen kun je selecteren en invoegen. In onderstaand voorbeeld is gezocht naar "powerpoint 2016 video".

 

De 2e optie om online video in te voegen is het gebruiken van een zogenaamde insluitcode. Weet je al welk filmpje je van YouTube wilt gebruiken dan kun je onder dit filmpje bij de optie >Delen >Insluiten een insluitcode vinden. Deze kopieer je en plak je in het vakje "Hier insluitcode plakken". Zie onderstaand voorbeeld op YouTube.

 

Insluitcodes zijn ook bij andere filmsites te vinden, zoals Vimeo. Je bent dus niet alleen afhankelijk van YouTube om geschikt filmmateriaal te vinden.

 

 

Diaovergangen en animaties

 

Oefening: Diaovergangen
1. Klik op de eerste dia
2. Klik in de menubalk op >Overgangen.
3. De werkbalk Overgangen opent met daarin van links naar rechts soorten overgangen.

 

 

4. Klik op 1 van de overgangen.
5. Je ziet dat de diaovergang wordt getoond.
6. Klik op meerdere overgangen en bekijk het resultaat.
7. Selecteer een diaovergang die je mooi vindt.
8. Klik op >Op alles toepassen (rechts naast de overgangen en effectopties).

 

Oefening: animaties op afbeeldingen toepassen
1. Klik in een dia 1x op een ingevoegde afbeelding.
2. Klik bovenaan op het tabblad >Animaties.
3. In deze werkbalk staan diverse animaties. Selecteer in een willekeurige dia een afbeelding door er 1x op te klikken.
4. Klik op enkele animaties en in de dia zie je meteen wat het effect op de afbeelding is.

Tip: Door op het onderste pijltje rechts naast de rij animaties te klikken kun je de rij uitklappen en zie je alle animaties die je kunt kiezen (zie afbeelding hieronder).

 

 

 

 

Een hele mooie overgang die je kan gebruiken is morphing, nieuw in PowerPoint 2016. Hiermee kun je tussen 2 dia's objecten en tekst geleidelijk laten veranderen naar iets anders. Hoe dat werkt en hoe dat eruit kan zien zie je in onderstaand filmpje. Je kunt ook deze video bekijken voor een goede indruk van de mogelijkheden.

 

 

Powerpoint morph overgang

Afspelen

Door een simpele druk op de F5 knop kun je een Powerpoint presentatie vanaf het begin afspelen. Maar er zijn nog meer opties om je presentatie te vertonen. Stel bijvoorbeeld dat je de presentatie wilt inzetten voor vertoning tijdens een open dag en hij continue moet afspelen. Dit kun je allemaal instellen en hieronder zie je aan de hand van oefeningen welke opties er zijn.

 

Oefening: diavoorstelling afspelen
1. Klik bovenaan op het tabblad >Diavoorstelling. De werkbalk Diavoorstelling verschijnt:

 

 

2. Klik in deze werkbalk op de knop >Vanaf begin.

Je presentatie wordt nu van begin tot eind afgespeeld. Op het grote scherm wordt de hele dia getoond, maar op je laptop zie je een aparte presentator weergave. Daarin kun je de huidige dia zien, maar ook alvast de volgende. je kunt doorklikken of terugklikken onderaan het scherm en je kunt een pennetje selecteren voor het maken van digitale notities in de huidige dia. Dit wordt dan ook meteen aan het publiek getoond. Hieronder zie je het presentator scherm.

 

Onder de huidige dia in de presentatorweergave zie je enkele knoppen.

Van links naar rechts zijn dit:

  • Een pen waarmee je van je muis een laserpointer, pen of markeerstift kan maken. Je kunt ook de kleur van de inkt aanpassen. Heb je eenmaal wat gemarkeerd of geschreven, dan wordt ook de optie Gum actief en kun je zaken weer verwijderen.

  • Een knop met een vierkant waarmee je alle dia's voor jezelf op een rijtje kunt zien zodat je kunt klikken op een andere dia dan de volgende.
  • Een zoomlens waarmee je op een bepaald deel van de dia kunt inzoomen. Klik je nog een keer op de lens dan zoom je weer uit.
  • Een scherm waarmee je het beeld even op zwart kan zetten voor de toeschouwers. Handig als je alle aandacht voor je uitleg en niet voor je dia wilt hebben.
  • Een knopje met 3 puntjes waarmee je de presentatie kan beeindigen, de presentatorweergave kunt verlaten of een zwart of wit scherm kan tonen. Op deze schermen kun je met de digitale pen ook aantekeningen maken. Selecteer je 1 van de laatste opties dan kun je met een druk op Escape de dia weer in beeld krijgen.

 

3. Klik door de presentatie heen en als je een zwart scherm ziet nog 1x en je bent terug in PowerPoint.
4. Klik nu in de werkbalk Diavoorstelling op de knop >Tijdsinstellingen voor try-out.

De diavoorstelling start opnieuw en wordt nu opgenomen. Bovenaan links staat een timer die toont hoeveel seconden de totale voorstelling duurt (rechts) en hoelang iedere dia in beeld is (in het witte vakje).

 

5. Klik regelmatig totdat de voorstelling klaar is. Klik ook nog een keer als het zwarte scherm verschijnt.
6. Er verschijnt een melding waarbij je moet aangeven of je deze tijdsinstellingen accepteert. Klik hier op >Ja.

 

Je hebt nu aangegeven hoe lang een bepaalde dia in beeld getoond moet worden. Nu wil je er nog voor zorgen dat de voorstelling continue achter elkaar blijft afspelen.

 

7. Klik in de werkbalk Diavoorstelling op de knop >Diavoorstelling instellen. Het volgende scherm verschijnt:

 

8. Vink nu het vakje aan voor Herhalen tot op ESC wordt gedrukt en klik op >OK.

De diavoorstelling heeft nu de tijdsinstellingen overgenomen en stopt tijdens het afspelen pas als je op de ESC knop drukt.

 

Eindopdracht

Nu je alle onderdelen van dit programma hebt doorlopen is het tijd om dit in de praktijk toe te passen. Het resultaat van de eindopdracht is een PowerPoint presentatie die je meteen kunt inzetten. Sla deze presentatie op in je OneDrive.

Omschrijving eindopdracht:

Stel je voor dat je deze presentatie moet geven aan nieuwe kinderen van groep 8. Wat zouden ze dan kunnen leren over het Comenius? Je gaat een PowerPoint hierover maken

1. Maak een nieuwe PowerPoint presentatie. Deze PowerPoint presentatie gaat over het Comenius Krimpen. Sla dit bestand als eerste op met de titel 'Mijn school' in de map 'ICT'.

 

2. De presentatie moet bestaan uit de volgende onderdelen:

  • titeldia met daarop een afbeelding, jouw naam en de titel van de presentatie
  • inhoudsdia: geef in een opsomming aan waar jouw presentatie over gaat. Dit is de 'inhoudsopgave' van je PowerPoint.
  • Je kiest een thema
  • Je geeft elke dia een diaovergang
  • Op elke dia komt een afbeelding
  • Je maakt tenminste vijf dia's waarin je een groep 8 leerling iets verteld over onze school!
  • Zoek op Youtube een filmpje over het Comenius op en voeg deze toe aan de presentatie
  • Zorg dat tenminste twee afbeeldingen kunnen bewegen doordat je een animatie toevoegt aan de afbeelding.

3. Verder moet de presentatie zo zijn ingesteld dat deze automatisch afspeelt.

Wanneer je een presentatie maakt is het belangrijk om aan een aantal dingen te denken. De hoofdzaak van presentaties is het overbrengen van informatie, bijvoorbeeld tijdens het geven van een presentatie bij het vak biologie. Je wilt dan aan de klas.. maar ook aan je docent kennis overbrengen! Het is daarom belangrijk dat je de tijd neemt om te bedenken hoe je dit wilt gaan doen.

Zet eerst in grote lijnen je presentatie op papier, een soort inhoudsopgave waarin je opschrijft wat je wilt vertellen, in welke volgorde, wat de kernboodschap is, enzovoort. Aan de hand van deze aantekeningen kun je de presentatie in PowerPoint ontwerpen.

Animatie voorbeeld.

Elke animatie kun je aanpassen zoals jij wilt.

In het lint gebruik je daarvoor Tijdsinstellingen.

Als je daarmee oefent kun je leuke animaties en zelfs filmpjes maken.

Animatie speciaal

Youtube video invoegen

 

Opslaan als presentatie

Als je presentatie helemaal klaar is dan sla je het bestand op als een .ppt bestand.

Daarmee kun je het bestand altijd weer aanpassen.

Wil je de presentatie gelijk starten dan moet je deze opslaan als .pps.

Dat doe je zo:

  • Ga naar Bestand en klik op: Bestand opslaan als.
  • Dan klik je bij Opslaan als op het zwarte pijltje.
  • Kies dan: Powerpoint voorstelling.
  • Klik dan op: Opslaan.

  • Op je laptop zie je bij je bestanden twee keer je presentatie.
  • Klik op de bovenste van de twee op je presentatie te starten.

 

 

Voorstelling

tips and tricks ppt

 

Leerdoelen

  • Je weet wat je moet doen om een presentatie goed voor te bereiden.
  • Je weet hoe je een presentatie goed moet laten verlopen.
  • Je weep hoe je Powerpoint moet opstarten.
  • Je weet he je een extra dia invoegt.
  • Je weet hoe je een afbeelding moet invoegen.
  • Je weet hoe je een diavoorstelling moet starten.
  • Je weet hoe je de lay-out moet aanpassen.
  • Je weet hoe je diaovergangen moet instellen.
  • Je weet hoe je animaties moet maken.
  • Je weet hoe je een presentatie op moet slaan als voorstelling.
  • Je weet hoe je een mediaopname maakt.

 

14.Excel

15. E-mail

Alle leerlingen hebben een e-mailadres gekregen van school. Hij ziet er standaard als volgt uit:

voornaamachternaam@mencialeerling.nl.

 

Het wachtwoord heb je als het goed is al aangepast. Wel zijn er extra inloggegevens nodig. Het is dan ook verstandig om je telefoonnummer op te schrijven en een ander e-mailadres die je gebruikt.

Zo log je in:

  1. Open je Internet browser
  2. Type in de adresbalk in:
  3. Vul je emailadres in: voornaamachternaam@mencialeerling.nl
  4. Vul je wachtwoord in
  5. Vul als er om gevraagd wordt de andere verificatiegegevens in. Dit zijn je mobiele nummer en een ander mailadres. Desnoods het emailadres van je ouders.
    Als je ooit je wachtwoord kwijt raakt dan stuurt het programma je een link naar je telefoon of het andere e-mailadres.

 

 

Opdracht: mailen

Stuur een keurige mail naar de docent die jou nu les geeft.

Vraag hem of haar of die jouw opdracht wilt aftekenen.

Zorg ervoor dta er een goed onderwerp in je mail genoteerd staat.

 

Denk ook aan de regels voor het opstellen van een keurige e-mail. Dus :

  • Open beleefd (Beste meneer if mevrouw..... ,)
  • Stel je vraag duidelijk.  Meld wat je graag wilt hebben.
  • Bedank voor de moeite.
  • Eindig netjes met een groet en eronder je naam
    (Met vriendelijke groet,

     Jonathan)

16. Mediawijsheid

Voor de lessen mediawijsheid maken we gebruik van werkbladen.
Deze werkbladen krijg je van je docent

Tijdens deze lessen worden de volgende onderwerpen besproken:

  • Privacy
  • Sexting
  • Social media

Privacy

Voor deze les heb je nodig:

- Werkblad Privacy

- Pen
- Schaar
- 5 enveloppen (per klas)

 

 

Sexting

Sexting is een naaktfoto of -filmpje van jezelf maken en die via social media versturen naar een vriend of vriendin. Deze ogenschijnlijk onschuldige handeling kan ernstige gevolgen hebben wanneer de foto of het filmpje verspreid wordt via internet en dus voor iedereen toegankelijk wordt.

Tijdens de volgende lessen gaan we dieper op het onderwerp sexting in.
We kijken filmpjes over de gevolgen van sexting en zullen veel met elkaar in gesprek gaan.

Opdracht: De vloer op

In de klas bekijk je een fragment van het programma de vloer op.

 

Opdracht: Duivelse dilemma's

Bekijk in de klas de film Duivelse Dilemma's
De volgende les gaan we aan de slag met een opdracht.

 

 

Opdracht : Campagne

Wanneer naaktbeelden worden verspreid zonder toestemming is dat strafbaar. Hier zijn veel jongeren zich niet van bewust. Zo heeft een kwart van de jongeren naaktfoto's van zichzelf. 18% heeft deze ook gedeeld en één op de 5 heeft hier spijt van. Veel jongeren vinden dat er meer voorlichting nodig is. Dit kan op scholen gebeuren, maar we kunnen ook zelf een hele hoop doen om sexting en de gevolgen hiervan tegen te gaan.

 

Jullie gaan in groepen van 4 een campagne bedenken om sexting tegen te gaan.

 

 

Met een campagne wil je mensen iets duidelijk maken,of iets aan mensen verkopen.
Onze boodschap is dat sexting strafbaar is en veel negatieve gevolgen heeft. We willen sexting tegen gaan.
Een campagne kun je op veel manieren maken. Zo kun je een filmpje of een reeks filmpjes maken, een folder of een poster.
Dit mogen jullie zelf weten.

Bedenk goed:

  • Wat is de boodschap van de campagne?
  • Wie is de doelgroep en waar bevindt de doelgroep zich? 
  • Wat is het doel van de campagne?
  • Wanneer is de campagne geslaagd?
  • Hoe verspreid je de boodschap?
  • Hoe kan de doelgroep het beste worden bereikt? Denk bijvoorbeeld aan leuke stukjes tekst, afbeeldingen of zelfs een filmpje.

 

Nadat de hoofdlijnen voor de campagne zijn vastgesteld, kunnen de kinderen in groepjes aan de slag met een bepaald onderdeel van de campagne:  Wat is de titel en slogan van de campagne?  Wat voor promotiemateriaal kan je maken? Denk aan flyers, posters, filmpjes (voorlichtingsfilmpjes of interview met homoseksuelen), strips etc.

Nadat jullie deze hoofdlijnen hebben besproken kunnen jullie aan de slag.

  • Maak een goede titel of slogan voor je campagne
  • Bedenk goed welk promotiemateriaal je allemaal wil maken (filmpjes, intervies, posters, flyers, folders)
  • Verdeel de taken

 

Jullie hebben drie lessen de tijd
De 4e en 5e les  les zullen we de campagnes aan elkaar presenteren

Sociale media

Opdracht: codes

Je gaat codes leren maken en leren kraken.

Je bouwt ook een escape room en gaan deze escape room uiteindelijk ook spelen.

Je hebt in ieder geval nodig:

- Werkbladen geheimtaal

- Schaar

Opdracht: sporen

Je gaat van alles  leren over de sporen die je achterlaat op het internet.

Ook speel je met elkaar het stellingenspel.

Wat heb je nodig?
- Werkbladen datasporen
werkbladendatasporen.pdf

- Stellingen kaartjes van je docent

Opdracht :encryptie

Denk je dat het veilig is op het internet, of is het ook echt veilig?
Zijn privé berichten wel echt privé?

Wat heb je nodig?

- Werkbladen encryptie
werkbladenencryptie.pdf

Opdracht: internet

Voor deze les heb je nodig:

- werkbladen internet
werkbladeninternet.pdf

- schaar

- A3 papier

- potlood/stift/ pen

Opdracht: algoritmes

Je gaat leren hoe verschillende slimme programma's zoals navigatie werken.
Bij het maken van deze programma's wordt gebruik gemaakt van algoritmes. Dit zijn een soort van stappenplannen.

Om te begrijpen hoe ingewikkeld deze algoritmes zijn gaan jullie een zelfrijdende auto ontwerpen.

Wat heb je nodig?

- Werkbladen algoritmes
werkbladenalgoritmes.pdf

Sociale media

Je maakt een aantal opdrachten.
De opdrachten gaan over social media. Wat deel je op social media? Wat is jouw digitale identiteit? Ben je online iemand anders dan offline?
Van deze opdrachten maak je een word document. Deze lever je in bij de docent.
De volgende keer worden de opdrachten nabesproken.

Voor je aan de opdrachten gaat beginnen:

  1. open een nieuw word document
  2. sla deze op in je map "mediawijsheid" onder de naam: Klas Achternaam, Voornaam opdrachtsocialmedia
  3. Geef je document de titel: Opdrachten Social Media
  4. Maak de opdracht met een nette opmaak zoals je geleerd hebt.

 

 

Opdracht: sociale media 1

Een profielpagina aanmaken is zo gedaan. Je eigen profiel probeer je vorm te geven door jezelf een nickname te geven, foto's van leuke gebeurtenissen te plaatsen, je favoriete muziek, films en merken in te stellen en eventuele teksten te plaatsen.
Je maakt hierbij al een selectie wat je wel en niet wilt laten zien, je plaatst geen foto van jezelf plaatsen waar je spinazie tussen je tanden hebt zitten. Maar sommige mensen plaatsen zelfs foto's van anderen of bewerken foto's. Zo kan iemand op een foto heel anders lijken dan hij of zij in werkelijkheid is. Media kan dus de identiteit van een persoon vervormen.

Jij en je klasgenoten hebben vast ook wel een online profiel bij Instagram, Tiktok, Twitter, sayat.me of een andere social media site.
Zoek samen met een klasgenootje op welke informatie je over hem of haar weet te vinden. Probeer elkaar eens te googlen!
Kijk ook eens op www.watchyourspace.nl, www.wieowie.nl  of www.zoekplus.nl.

Als je elkaar gevonden hebt probeer dan zijn of haar site eens te bekijken alsof je elkaar nog nooit hebt ontmoet.
Wat kun jij over je klasgenoot ontdekken als jij hem of haar nog niet kende.
Welk beeld krijg je door zijn of haar profiel.

Schrijf een kort verslagje op waarin je dit beeld samenvat in je aangemaakte word document.

Opdracht: sociale media 2

Je klasgenoot heeft een aantal kernwoorden opgeschreven over jouw profiel. Misschien ben je hier wel van geschrokken of juist niet. Misschien heeft je klasgenoot wel een beeld van je gekregen wat je helemaal niet had verwacht, of die helemaal niet klopt.
Google jezelf eens, en kijk wat er over jou te vinden is. Beantwoord hierover de volgende vragen en noteer dit in je social media document:

  1. Heb je kanten die je liever niet naar buiten brengt via internet, welke kanten zijn dit?
  2. Ben je anders bij vreemden dan bij je vrienden?
  3. Hoe wil dat mensen jou op internet zien?
  4. Is dat eerlijk?
  5. Ben je er wel eens mee bezig dat ook veel onbekenden jou op internet zien?
  6. Hoe kun je daar rekening mee houden?

Opdracht: sociale media 3

Soms zullen onbekenden jouw profiel bekijken. Meestal zal dit onschuldig zijn, maar er gebeuren steeds vaker nare dingen. Zo geven mensen zich uit voor een bekende Nederlander om contact te leggen met mensen. Zijn loverboys steeds vaker op zoek naar nieuwe slachtoffers via internet en wordt er wel bij mensen ingebroken die op facebook zeiden met vakantie te zijn.
Het is dus belangrijk altijd in je achterhoofd te houden dat er mensen op jouw profiel kijken die misschien kwaad in de zin hebben.

Jullie hebben net het profiel van een klasgenoot bekeken en over je eigen profiel een aantal vragen beantwoord. Misschien heb jij wel een beeld over je klasgenoot gekregen die hij of zij helemaal niet vindt kloppen, of heeft je klasgenoot dingen over jou ontdekt die je eigenlijk liever niet online hebt.

Tijd dus om even je eigen profiel te checken! Maar waar moet je dan allemaal op letten?
Maak in groepjes van vier of vijf een aantal afspraken betreft je profiel.
Wat kun je wel en niet online zetten? Waar moet je opletten? Wie mag wat zien?

Voer de wijzigingen op je profiel gelijk uit!

Geef in je word document aan welke wijzigingen je gemaakt hebt en waarom.

Opdracht: Discussie social media

De vorige keer heb je drie opdrachten gemaakt over social media.
Deze heb je ingeleverd en zijn nagekeken door je docent.

Er zijn vast een aantal zaken die opvallen en waar jullie een goed gesprek over kunnen voeren.

Voordat jullie in discussie gaan kijk je klassikaal de volgende video: