De komende paar weken ga jij je bezig houden met een GIS systeem. Om te begrijpen wat je eigenlijk aan het doen bent, is het wel zo handig om wat te leren over GPS en GIS systemen. Wat is dat nou eigenlijk?
Toetsing, Leerdoelen, Planning
Wat moet je op het einde van de periode kunnen met QGIS?
Ik kan voorbeelden noemen van ruimtelijke data (Wat is GIS?)
Ik kan in eigen woorden omschrijven wat een GIS is (Wat is GIS?)
Ik kan aangeven wat het belang is van werken met geografische systemen
Ik kan een basale kaart met waarnemingen produceren in QGIS.
Ik kan een (nieuw) project openen.
Ik kan de belangrijkste knoppen in QGIS gebruiken.
Ik kan afstanden meten in QGIS
Ik kan een oppervlakte berekenen in QGIS
Ik kan inzoomen, plugins installeren, kaartenlagen zichtbaar maken en/of activeren
Ik kan een andere/nieuwe kaartlaag toevoegen aan een project
Ik kan de symbologie van mijn lagen veranderen om dit passend te maken voor de desbetreffende informatie dat wordt weergegeven.
Ik kan data vanuit een externe bestand omzetten en verwerken in QGIS.
Ik kan een print layout maken en exporteren zodat mijn QGIS kaart gebruikt kan worden in rapporten.
Hoe word je straks getoetst?
Je rondt QGIS straks af door middel van twee cijfers;
Lesopdrachten
Er worden drie weken lesopdrachten gegeven. Deze lever je alle drie, invidueel, in als portfolio op Peppels in de laatste week.
QGIS kaart maken in 60 minuten (eindopdracht).
In een van de laatste weken wordt er van jou verwacht dat je in 60 minuten een QGIS kaart kan maken, daar een printbare versie van kunt samenstellen en dit kan exporteren naar PDF.
Je zult een soortgelijke oefenopdracht krijgen tegen het einde van deze module, maar ieder eindopdracht verschilt. Heb je vragen over QGIS of vind je het lastig, kom dan voor die tijd met vragen.
Zorg dat je, wanneer je de QGIS eindopdracht moet maken, je laptop vol is en gereed om 60 minuten lang een opdracht te maken.
Heb je wel eens moeite gehad om de parkeerplaats van de auto terug te vinden? Of heb je wel eens in de mist de weg proberen te zoeken? In dit soort gevallen kan een gps-apparaat je een hoop gezoek besparen. GPS is een afkorting van Global Positioning System.
Op de introductiedag (stranddag) hebben jullie ook met een Garmin GPS kennis gemaakt, hier zullen jullie tijdens de opleiding nog meer gebruik van gaan maken, dus goed om te weten hoe het allemaal werkt!
Met dit systeem kun je zeer nauwkeurig bepalen waar je je bevindt. Het bestaat uit 24 satellieten die elk op een hoogte van 20.200 km in zes vaste banen om de aarde draaien. Om de signalen van de satellieten te ontvangen en te kunnen bepalen waar je bent, heb je een gps-apparaat nodig. Het gps-systeem is een Amerikaans systeem. Er zijn er nog meer, zoals het Russische Glonass-systeem en het Europese Galileo, die steeds vaker op de Garmin gps’en aanwezig is.
De punten die de GPS tijdens de route opslaat zijn coördinaten (lengte- breedte). Open je na een wandeling die punten in Google Maps of Google Earth, dan zie je waar je gelopen hebt.
Hoe werkt GPS dan?
De satellieten zenden informatie de ruimte in. Deze informatie bevat het nummer van de satelliet, de locatie van de satelliet in de ruimte en de datum en tijd dat het signaal is verstuurd. Een gps toestel ontvangt en interpreteert deze gegevens. Met behulp van een berekening (driehoeksmeting) kan de gps ontvanger jouw locatie bepalen.
Verschillende soorten systemen
GPS/NAVSTAR
GPS is eigenlijk ook maar 1 van de (tegenwoordig) velen satalliet plaatsbepalingssystemen. Deze werd in 1967 ontwikkeld, en is dus een van de eerste manieren dat gebruikt werd. Daarom is het ook zo'n veelgebruikte term. Toen heette het systeem nog NAVigation Satellite Time And Ranging, dus NAVSTAR afgekort.
WAAS en EGNOS
Om de nauwkeurigheid van gps-apparaten te verbeteren zijn nieuwe technieken ontwikkeld. In Noord-Amerika kan gebruik gemaakt worden van WAAS (Wide Area Augmentation System) en in Europa van het EGNOS–systeem (European Geostationary Navigation Overlay Service). Beide systemen bestaan uit satellieten en grondstations. In de praktijk leveren deze systemen geen betere ontvangst op.
Galileo
In Europa is Galileo, een systeem voor gps-navigatie, ontwikkeld. Het systeem gaat bestaan uit dertig satellieten en moet 2020
operationeel zijn. Het Europese systeem is nauwkeuriger (tot 2m horizontaal en 4m verticaal) dan het bestaande Amerikaanse gps-systeem. Galileo gaat ook via commerciële diensten tweerichtingsverkeer aanbieden.
Glonass
Glonass is het Russische navigatie systeem. Het Glonass satelliet systeem is op steeds meer Garmin gps systemen te ontvangen.
Beidou
Beidou is het Chinese navigatie systeem. Het Beidou systeem is niet bruikbaar op Garmin gps systemen.
GIS en coördinaten
GIS-systemen
GPS punten kunnen en worden verwerkt in programma's, die vervolgens de data verbeelden. Voorbeelden hiervan zijn, zoals eerder genoemd, Google Earth of Google Maps.
Beide programma's zijn voorbeelden van een GIS: Geografisch Informatie Systeem.
Een GIS maakt het mogelijk om diverse gegevens (data) te beheren, analyseren en te delen met anderen. GIS is geworteld in de geografie, waarbij locatie ten grondslag ligt aan de integratie van vele soorten data. Door de data via een actuele kaart te delen, worden complexe gegevens beter zichtbaar en visueel aantrekkelijk gemaakt. Zo onthult GIS diepere inzichten in data, zoals patronen, situaties en relaties, waardoor gebruikers slimmere beslissingen kunnen nemen. Je kunt dus informatie met een geografische coordinaten (bv. X-Y of lengte- en breedtegraad) opslaan, aanpassen en zichtbaar maken op een kaart of luchtfoto. Als je informatie opzoekt over coordinaten, of als je straks bezig gaat in QGIS, zul je vaker 'CRS' voorbij zien komen. Wat is dat?
Wat is CRS?
Kaartprojecties proberen het oppervalk van de aarde of een gedeelte van de aarde na te bootsen op een vlak stuk papier of computerscherm. Een Coördinaten ReferentieSysteem(CRS) definieert dan met behulp van coördinaten, hoe de twee-dimensionale, geprojecteerde kaart in jouw QGIS is gerelateerd aan echte plaatsen op aarde. De beslissing welke kaartprojectie en Coördinaten ReferentieSysteem te gebruiken is afhankelijk van het regionale bereik van het gebied waarmee je wilt werken, op de analyse van wat je wilt doen en vaak van de beschikbaarheid van gegevens.
Geografische coördinatensystemen
Het gebruiken van Geografische Coördinaten ReferentieSystemen komt veel voor. Zij gebruiken graden van breedte- en lengtegraad en soms ook een waarde voor de hoogte om een locatie op het oppervlak van de aarde te beschrijven. De meest populaire zijn genaamd WGS 84 en Amersfoort RD New.Maar, er bestaan nog ontzettend veel andere systemen!
Breedtegraden lopen parallel aan de evenaar en verdelen de aarde in 180 gelijk delen van dezelfde grootte van Noord naar Zuid (of van Zuid naar Noord). De verwijzing voor de breedtegraden is de evenaar en elke hemisfeer is verdeeld in negentig gedeelten, die elk één breedtegraad weergeven.
In de noordelijke hemisfeer worden breedtegraden gemeten vanaf nul op de evenaar tot en met negentig op de Noordpool.
In de zuidelijke hemisfeer worden breedtegraden gemeten vanaf nul op de evenaar tot en met negentig op de Zuidpool. Breedtegraden in de zuidelijk hemisfeer worden vaak negatieve waarden toegekend (0 tot en met -90°) om het digitaliseren van kaarten te vereenvoudigen.
In de volgende lessen ga je zelf met een 'echte' GIS werken: QGIS. Het verschil met Google Earth en/ of Maps is dat je de gegevens (data) met QGIS op die kaart wel zelf kan aanpassen. Niet alleen maar bekijken dus.
Ruimtelijke data
Door aan een plek (locatie) op aarde een eigen coördinaat te geven is het voor iedereen duidelijk waar die plek zich bevindt. Zo kun je een breedte- en een lengtegraad aan jouw huis koppelen. Aan een plek of locatie kunnen weer andere -extra- gegevens gekoppeld worden: de temperatuur van de omgeving, de hoeveelheid etage's van een huis, het aantal inwoners, het inkomen, leeftijden van de bewoners etc.
Gegevens (data), die gekoppeld zijn aan een locatie, noem je ruimtelijke (geografische) data.
Voorbeelden van ruimtelijke data zijn
% leeftijden per postcodegebied of buurt
lengte- en breedtegraad van verschillende soorten vulkanen
straat- en huisnummers in Amsterdam
GIS is een geografisch systeem: er wordt gebruik gemaakt van ruimtelijke data.
Met een GIS kun je verschillende lagen ('layers') van ruimtelijke data op elkaar leggen. Zo kun je gemakkelijk samenhang tussen ruimtelijke data ontdekken en verklaren. Kijk maar in het onderstaande plaatje: 'losse' straten, bodems en landschap vormen toch één geheel.
Het is goed om je af te vragen 'wat heb ik tot nu toe geleerd?" Je helpt je geheugen namelijk om het beter op te slaan voor later. Door het nu kort op te schrijven gaat het van je 'werkgeheugen' naar je diepere geheugen. Je kunt het je dan later weer makkelijker 'herinneren'. Dat is leren...
QGIS opstarten
Voordat je gebruik kunt maken van QGIS, moet er eerst het e.a. gebeuren. Je moet het programma bijvoorbeeld installeren, en daarna is het handig om je eerst eens te orienteren in de wereld van plugins. Daar moet jij namelijk ook gebruik van maken straks. De komende hoofdstukken zullen uitleggen hoe je het gebruik van QGIS op kunt starten.
QGIS installeren
Om kaarten te kunnen maken in QGIS, moet het programma eerst gedownload worden. Het downloaden en installeren van het GIS programma QGIS is eigenlijk heel eenvoudig.
Ga naar onderstaand webpagina. De website kan naar wens in het Nederlands of in een andere taal worden weergegeven.
Maak een keuze afhankelijk van of je Windows of MacOS gebruikt.
Voor Windows selecteer je:
Voor MacOS selecteer je:
Zodra je op een van deze opties klikt, zal het QGIS installatiepakket beginnen met downloaden. Bij sommige browsers zal een 'pop-up' scherm in beeld komen die eerst zal vragen het bestand op te slaan. Het bestand zal standaard opgeslagen worden in de 'downloads' map van je laptop.
Dubbelklik op het bestand vanuit je 'downloads' folder, of klik op de recent gedownloade items in je internet browser.
Doorloop de installatiewizard door respectievelijk op 'volgende', 'akkoord', 'installeren' en 'voltooien' te klikken.
Zodra QGIS geinstalleerd is zal er een icoon (naar wens) op het bureaublad worden geplaatst.
QGIS starten
Om het QGIS programma te starten, kun je twee dingen doen:
Dubbelklik op de desktop icoon van QGIS.
Zoek in het Windows startmenu op ‘QGIS’ (zie onderstaand afbeelding). Er worden vervolgens meerdere applicatie-opties gegeven voor QGIS. Hier wordt QGIS Desktop (gevolgd door versienummer) geselecteerd.
Selecteer QGIS Desktop 3.16.x en klik erop;
De applicatie QGIS start.
De andere applicaties die in het “start”-menu worden weergegeven zijn voor specifieke doeleinden en laten we voor nu buiten beschouwing.
QGIS is geopend, en nu?
Als je QGIS opent, zie je een opstartscherm (zie onderstaand afbeelding).
De staat van een QGIS sessie wordt een project genoemd. Je kunt met één project tegelijk werken. Dubbelklik op 'new empty project' om te beginnen aan een nieuw QGIS kaart.
Plug-ins gebruiken
Plug-ins gebruiken
Plug-ins in QGIS voegen nuttige mogelijkheden toe aan de software. Plug-ins worden geschreven door ontwikkelaars van QGIS en andere onafhankelijke ontwikkelaars die de bronfunctionaliteit van de software willen uitbreiden. Deze plug-ins worden dan geüpload naar de opslagplaats voor Plug-ins voor QGIS, nagekeken door leden van de gemeenschap en dan voor alle gebruikers van QGIS beschikbaar gemaakt.
Procedure
Bron plug-ins
Bron plug-ins maken al deel uit van de standaard installatie van QGIS. Je hoeft ze alleen maar in te schakelen om ze te kunnen gebruiken.
Open QGIS. Klik op Plug-ins --> 'Plug-ins beheren en installeren' om het dialoogvenster Plug-ins te openen.
Zelfs als dit de eerste keer is dat u QGIS gebruikt, zult u veel plug-ins zien vermeld onder de tab 'Geïnstalleerd'. Dat komt omdat zij Bron plug-ins zijn en werden geïnstalleerd gedurende de installatie van QGIS. Deze plugin's kun je activeren door op het box ervoor te klikken zodat er een vinkje tevoorschijn komt. Vanaf dat moment kun je gebruik maken van de desbetreffende plug-in.
Plug-in PDOK
We willen nog wat andere plugins erbij hebben. Deze kun je ten alle tijden toevoegen in het programma. Wij gaan ons nu focussen op de plug-in 'PDOK services plugin'.
Wat is PDOK?
Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) is een platform voor het ontsluiten van geodatasets van Nederlandse overheden. Dit zijn actuele en betrouwbare gegevens voor zowel de publieke als private sector. PDOK stelt digitale geo-informatie als dataservices en bestanden beschikbaar. De PDOK diensten zijn gebaseerd op open data en daarom voor iedereen vrij beschikbaar.
PDOK plug-in toevoegen in QGIS
Om de PDOK-services te kunnen bekijken is er een eenvoudige plugin beschikbaar via de standaard plugin-systeem in QGIS. Om deze toe te voegen ga je naar hetzelfde scherm als in de vorige stap; Klik op Plug-ins --> 'Plug-ins beheren en installeren' om het dialoogvenster Plug-ins te openen.
Vorige keer keken wij in het tabblad 'Geinstalleerd/installed', nu gaan we naar 'niet geinstalleerd/not installed'. Hier zien we een grote varieteit aan beschikbare plug-ins voor QGIS.
In de zoekbalk typ je 'PDOK' in. Je zult dan een aantal verschillende PDOK plug-ins zien. Selecteer in dit geval 'PDOK services plugin'.
Klik op 'install plugin' om PDOK services te installeren in QGIS. Zodra dit is gebeurd (en dit gebeurt snel), zal deze plugin uit je lijstje verdwijnen. Dit komt omdat het niet langer een 'not installed' programma is. Je zult PDOK services nu terug vinden onder tabblad 'installed'.
Je kunt nu de geopende plugin venster afsluiten. Als het goed is zie je nu een nieuw onderdeel in je panelen staan; namelijk een PDOK service met een zoekbalk.
Waar kunnen we PDOK nu voor gebruiken?
Nou, bijvoorbeeld topografie toevoegen!
Als je een nieuw kaart wilt maken in QGIS, is het handig om een functionele achtergrond te hebben waar je in kunt werken. Je wilt bijvoorbeeld een kaart maken, waarin je datapunten van waargenomen otters toevoegt. Je wilt door middel van je kaart laten zien waar de otters waar zijn genomen. Het is dan handig om een topografisch achtergrond te hebben zodat dit en een oogopslag duidelijk is. PDOK zorgt ervoor dat er meerdere van (o.a.) dit soort kaarten beschikbaar zijn, waarin al het nodige (coordinatensysteem, zoom-mogelijkheden, etc.) al is verwerkt.
Klik op je nieuwe PDOK symbool.
Je krijgt dan gelijk een lijst met verschillende PDOK services. Omdat wij ons nu willen focussen op een topografie kaart, selecteer je nummer 14; opentopo. Als je zelf een kaart gaat maken, kun je ook andere topo kaarten selecteren.
Gefeliciteerd! Je hebt je eerste stap van een kaart maken afgerond.
CRS systeem in QGIS
CRS systeem in QGIS
We hadden het eerder over je kaartweergave in GIS. Nog eerder hadden wij het over PDOK topo kaarten. Er is toen kort benoemd dat de topo kaarten van PDOK werken met coordinaten, en als jij punten (bijvoorbeeld de waarnemingen van bevers) in wilt voeren, de coordinaten systemen overeen moeten komen.
Maar, hoe zit dat nou eigenlijk?
Toepassing in QGIS
Wanneer je een laag toevoegt, zoekt QGIS automatisch naar het CRS ervan. Als standaard een ander CRS is ingesteld voor het project, dan wordt het laagbereik “direct” vertaald naar dat CRS, en de kaartweergave wordt gezoomd naar dat bereik als je begint met een blanco project van QGIS. Als er al lagen in het project staan, wordt geen aanpassing van het kaartvenster uitgevoerd, dus zullen alleen objecten, die vallen binnen het huidige bereik van het kaartvenster, zichtbaar zijn.
Bij acties zoals een nieuwe shapefile laag erin gooien, of datapunten van een extern bestand toevoegen, zal er altijd een kopje staan in je dialoogvenster dat gaat over de CRS. Vaak zal er al iets staan, maar zorg ervoor dat dit correspondeert met wat er in je kaartweergave staat; anders zal jouw nieuwe data niet matchen met je topo kaart. Later komt hier meer informatie over bij de desbetreffende stappen.
Dus, het is belangrijk om ervoor te zorgen dat je coordinatensystemen op elkaar zijn afgestemd in QGIS. Wij zullen over het algemeen altijd werken met WGS 84 of Amersfoort RD New.
Controleer altijd dat je geselecteerde CRS systemen met elkaar overeen komen (dus wat er op je kaartweergave staat, en wat er staat als je iets wilt toevoegen (externe data bijv.).
Als je later gaat leren om datapunten toe te voegen aan je QGIS kaart, zullen we hier weer op terugkomen.
Aan de slag in QGIS
Gebruikersinterface
Om daadwerkelijk gebruik te kunnen maken van QGIS, is het handig om te weten wanneer je welke knop moet gebruiken en waar je die knoppen kunt vinden.
De QGIS interface is onderverdeeld in 5 componenten (zie onderstaand afbeelding):
Menubalk
Werkbalken
Panelen
Kaartvenster
Statusbalk
1. Menubalk
De menubalk verschaft toegang tot functies van QGIS met een standaard drop-down menu systeem. Hier heb je al eerder gebruik van gemaakt, namelijk toen je naar de plugin's ging kijken.
Hier vind je allerlei (algemene) opties als het gaat om je project, weergave, kaartlaag, plugins en meer.
De menu's, hun opties, geassocieerde pictogrammen en sneltoetsen voor het toetsenbord kun je vinden als je op de onderstaande link klikt. Hier staan alle opties uitgebreid toegelicht.
Vanuit het menu 'view', kun je panels en werkbalken van QGIS in- en uitschakelen. Je kunt klikken op de werkbalken of panelen om deze te (de)activeren.
Werkbalken
Werkbalken geven toegang tot de meeste functies in de menu's. Daarnaast kun je hier aanvullende gereedschappen voor het werken met de kaart.
Ieder werkbalk kan verplaatst worden naar waar je zelf wilt. Hiervoor klik je op een balk, houd je dit ingeklikt terwijl je de werkbalken verschuift naar een nieuw plek.
Panelen
Panelen zijn speciale widgets waarmee je kunt werken om meer complexe taken uit te voeren.
4. Kaartvenster
Je kaartweergave (ofwel kaartvenster) is het gebied waar je eigen kaart wordt weergegeven in 2D.
5. Statusbalk
De Statusbalk geeft je algemene informatie over de kaartweergave, en verwerkte of beschikbare acties en biedt jou gereedschappen om de kaartweergave te beheren.
De kaartweergave verkennen
We gaan nu spelen met je kaart(weergave). Je zou hier namelijk interactieve dingen mee moeten kunnen doen.
Zorg dat je een PDOK topokaart in je kaartweergave hebt. Doorloop dan de onderstaande stappen om ervoor te zorgen dat je weet hoe dit moet.
Met behulp van een aantal gereedschappen (symbolen, iconen in je werkbalk) zou je o.a. het volgende kunnen doen met je kaart:
Het kan worden verschoven, wat de weergave verplaatst naar een ander gebied van de kaart: dit wordt uitgevoerd met het gereedschap Kaart verschuiven, de pijltoetsen, verplaatsen van de muis, terwijl de toets Spatie, de middelste knop van de muis of het muiswiel wordt ingedrukt.
Het kan worden in- of uitgezoomd, met de aangewezen gereedschappen Inzoomen en Uitzoomen. Druk op de Alt-toets om (snel) van het ene gereedschap naar het andere te schakelen. Zoomen kan ook worden uitgevoerd door het muiswiel voorwaarts te rollen voor inzoomen en naar achteren te rollen voor uitzoomen. De zoom wordt gecentreerd op de positie van de muiscursor.
Je kunt de Zoomfactor aanpassen in het menu Extra ► Opties ► Kaartgereedschap.
Het kan worden gezoomd naar het volledige bereik van alle geladen lagen (Volledig zoomen), naar het bereik van een laag (Zoom naar laag) of naar het bereik van de geselecteerde objecten (Zoom naar selectie)
Je kan terug/vooruit navigeren door de geschiedenis van de kaartweergave met de knoppen Vorig beeld en Volgend beeld of met de knoppen terug/vooruit van de muis.
Klik met rechts op de kaart en je zou in staat moeten zijn om Coördinaten kopiëren te gebruiken voor het aangeklikte punt in het kaart-CRS, in WGS84 of in een aangepast CRS. De gekopieerde informatie kan dan worden geplakt in een expressie, een script, tekstbewerker of werkblad, mocht dat nodig zijn.
Meerdere kaartweergaven
Standaard opent QGIS één enkele kaartweergave (“hoofdkaart” genoemd), die strak is verbonden aan het paneel Lagen; de hoofdkaart geeft automatisch de wijzigingen weer die u maakt in het gebied van het paneel Lagen. Maar het is ook mogelijk aanvullend kaartweergaven te openen waarvan de inhoud kan afwijken van de huidige status van het paneel 'Lagen'.
Ga, om een nieuwe kaartweergave toe te voegen, naar View► New map view.
Een nieuw zwevend widget, dat de rendering van de hoofdkaartweergave nabootst, wordt toegevoegd aan QGIS. Je mag net zoveel kaartweergaven toevoegen als je nodig hebt. Zij kunnen zwevend worden gehouden, naast elkaar worden geplaatst of op elkaar worden gestapeld.
Nu kun je spelen, zoeken of andere dingen uitvoeren op je (extra) kaart zonder dat dit invloed heeft op je hoofdkaart.
Zoomen en verschuiven; pictogrammen, gebruik
Meten in QGIS
Meten in QGIS
Als je dan toch een topo kaart open hebt staan, misschien ben je wel benieuwd hoe ver het nou eigenlijk is van je school naar het station, of van je woonplaats naar je werk. Natuurlijk kun je dit ook in een programma zoals Google Maps berekenen, maar, daar zijn we nu niet want wij werken met QGIS.
Lengte en gebieden interactief meten
Klik op het pictogram op de werkbalk Attributen om het meten te beginnen. De pijl naar beneden nabij het pictogram schakelt tussen gereedschap om lengte, gebied of hoek te meten.
Laten we ons voor nu even focussen op afstand meten doormiddel van 'measure line'
Het gereedschap stelt je in staat om op punten in de kaart te klikken. Elke lengte van een segment, als ook het totaal, wordt weergegeven in het venster Meten. Deze komt automatisch tevoorschijn in je beeld (en kun je ook verschuiven als deze in de weg zit).
Met je linkermuisknop kun je een segment selecteren, en kun je daarna meteen een nieuw segment selecteren. Zo zou je een hele route kunnen uitstippelen. Klik met de rechtermuisknop om het meten te stoppen.
Alle meetpunten (segmenten) worden automatisch genoteerd in je venster meten. Hier kun je ook het totaal zien, in dit geval in meters. Door middel van een drop-down menu kun je dit aanpassen, mocht dat nodig zijn. Werk je met meters, zorg er dan ook voor dat je daadwerkelijk meters hebt geselecteerd.
Shapefile laag aanmaken
Shapefile laag aanmaken
Nu dat je je een beetje weet te orienteren in QGIS, wordt het tijd dat je daadwerkelijk wat gaat doen met je kaart. De komende hoofdstukken gaan we focussen op het toevoegen van kaartlagen.
Een van de manieren die je het vaakst zal gebruiken, is een nieuwe shapefile-laag maken.
Wat is een shapefile?
De ESRI (Environmental Systems Research Institute) Shapefile is een veelgebruikt uitwisselingsformaat voor geografische informatie.
Shapefiles zijn geschikt voor geometrieën die bestaan uit stuksgewijs rechte lijnen of polygonen van stuksgewijs rechte lijnen. Of punten.
Toevoegen van een shapefile
Druk, om een nieuwe laag voor de indeling ESRI Shapefile te maken, op de knop Nieuwe Shapefile-laag in het menu Kaartlagen ► Laag maken ► of op de werkbalk Databronnen beheren.
Het dialoogvenster Nieuwe Shapefile-laag zal worden weergegeven, zoals hieronder weergegeven.
Voer een bestandnaam in. Hier kun je ook een shapefile bestand met bestaande punten toevoegen (leer je later).
Selecteer je Geometrie-type. Dit geeft aan hoe jij straks data vorm wilt geven. Dit is een drop-down menu waar je kunt kiezen uit:
Punt
Multipunt
Lijn
Polygoon
Je zult in de toekomst het meeste werken met Punt en Polygoon.
Klik op 'ok' en je zult zien dat er nu in je lagen overzicht (links) een nieuwe kaartlaag is toegevoegd.
Punten invoegen (handmatig)
Punten invoegen (handmatig)
Nu ga je aan de slag met datapunten toevoegen in je nieuwe shapefile laag. Als eerste bespreken wij punten toevoegen.
Points/punten toevoegen in je shapefile laag
Als je punten wilt toevoegen aan je QGIS kaart, zorg er dan voor dat je in de vorige stap (Shapefile laag aanmaken) als geometrie type 'points' of 'punten' geselecteerd hebt.
Je zult nu een aantal dingen moeten aanklikken in je QGIS interface, wil je daadwerkelijk punten toe gaan voegen.
De eerste stap is om de datase in de bewerkingsmodus te zetten. Selecteer de laag in het deelvenster 'lagen' en klik op 'toggle editing' Dit heeft een potlood symbool ervoor staan. Meerdere lagen kunnen tegelijk bewerkt worden. De laag die geselecteerd is in je lagen overzicht, is degene waarin jij werkt op dat moment.
Als je eenmaal bewerken geactiveerd hebt, kun je een van je werkbalken (je 'digitizing toolbar') gebruiken om functies toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen.
Zie bovenstaand afbeelding. Als je een grijze vierkant ziet om je potlood heen, betekent dit dat je in bewerkingsmodus bent.
Om een nieuwe punt toe te voegen in je kaart, selecteer je het icoontje met drie stippen erop, 'add point feature'. Dit kun je ook activeren door (Ctrl + .) te selecteren op je toetsenbord. Let op: bewerkingsmodus MOET dus geactiveerd zijn om punten toe te kunnen voegen.
Zodra je dit hebt aangeklikt, kun je op je kaart punten toevoegen. Om dit te doen klik je op een plek in je kaart. Er zal een popup scherm in beeld komen die vraagt om jouw punt te voorzien van een identificerend nummer. Dit hoef je niet perse te doen, simpelweg op 'ok' drukken zal ervoor zorgen dat dit scherm weggaat.
Je kunt zo veel punten toevoegen als dat je zelf wilt. In een later hoofdstuk zullen we ingaan op hoe je de symbolen, kleuren, formaat, etc. kunt veranderen voor je punten.
Ben je klaar met al je punten invoeren; klik dan bewerken (potlood symbool) weer uit. Je bent namelijk klaar met het bewerken van je eerste shapefile laag. Er zal gevraagd worden of je je punten wilt op slaan, doe dit! Anders zullen je punten weer verwijderd worden.
Waarnemingen van meerdere soorten invoeren, kan dat?
Mocht je, bijvoorbeeld zowel huismussen waarnemingen, als beverwaarnemingen willen invoeren als (eigen toegevoegde) punten, dan maak je hier ook TWEE verschillende shapefile lagen voor aan, die je beide voorziet van een eigen titel. Wel selecteer je dan voor beide shapefile lagen 'point' of 'punt' als geometrie type.
Symbologie van punten veranderen
De symbologie van een laag is zijn visuele uiterlijk op een kaart. Het visuele uiterlijk van de kaart (die afhankelijk is van de symbologie van de individuele lagen) is ontzettend belangrijk. De eindgebruiker van de kaarten die jij maakt moet in staat zijn om eenvoudig te zien wat de kaart weergeeft. Net zo belangrijk is dat jij in staat moet zijn de gegevens te verkennen, terwijl je ermee werkt, en goede symbologie helpt daar veel bij.
Symbologie personaliseren
De symbologie van een laag wijzigen:
Open zijn laageigenschappen. Dit doe je door met je rechtermuis te klikken op de desbetreffende kaartlaag en eigenschappen(properties) te selecteren.
Je kunt ook bij de eigenschappen komen door te dubbelklikken op het icoontje dat al standaard bij je te veranderen laag staat.
Er komt een nieuwe venster tevoorschijn. Als het goed is, opent deze standaard op het tabblad 'symbologie'. Zo niet, zorg ervoor dat je dit selecteerd.
Je ziet hier een aantal dingen die je kunt veranderen, waaronder: doorzichtigheid, kleur en formaat. Personaliseer je symbool.
Wat daarnaast ook mogelijk is, is een nieuw symbool te gebruiken in plaats van de standaarde 'punt'. Dit zie je in je symbolen overzicht. QGIS bevat al het e.a. aan symbolen, maar het is ook mogelijk om symbolen toe te voegen aan dit overzicht. Dit gebeurt door middel van een plugin.
Plugin voor symbolen
Als het goed is weet uit eerdere informatie hoe je plugins toe kan voegen. Om meer symbolen te krijgen, is een plugin genaamd; resource sharing een goede. Installeer deze plugin, en open deze vervolgens in QGIS.
Dit is een plugin waar veel verschillende dingen gevonden kunnen worden, symbolen zijn hier slechts een onderdeeel van. In de zoekbalk kun je 'symbol' in toetsen, en dan komen automatisch alle bestanden voor symbolen naar voren. Selecteer welke je wilt hebben, en installeer deze (klik op 'install').
Zodra de gewenste pakketten zijn geinstalleerd, zullen deze niet automatisch in je overzicht staan.
Ga weer terug naar de eigenschappen van de laag die je wilt veranderen.
Standaard staat je overzicht geselecteerd op 'marker'
Nu moet je die daaronder selecteren, 'simple marker'
Klik vervolgens op de drop-down menu bij 'symbol layer type'. Kies dan SVG-marker. Het is namelijk zo dat de symbolen die jij zojuist hebt geinstalleerd via de plugin, automatisch worden opgeslagen als SVG-bestanden.
Zodra je dat selecteerd, zie je je geinstalleerde symbool-pakketten uit je nieuwe plugin.
Als je een van de symbolen selecteerd door daar op te klikken, kun je ook hiervan de kleur en formaat aanpassen
Selecteer de gewenste wijzigingen en klik daarna op 'ok'. Je veranderingen worden opgeslagen, en als het goed is zie je je symbool op je kaartweergave veranderen.
Gefeliciteerd, je kan nu succesvol symboliek aanpassen!!
Polygon invoegen
Polygoon invoegen
Je hebt zojuist geleerd hoe je punten toe kon voegen en kon personaliseren. Nu ga je leren hoe je een polygon in kan voegen.
Polygon toevoegen in je shapefile laag
Als je een polygoon wilt toevoegen aan je QGIS kaart, zorg er dan voor dat je in de vorige stap (Shapefile laag aanmaken) als geometrie type 'polygon'geselecteerd hebt.
Je zult nu een aantal dingen moeten aanklikken in je QGIS interface, wil je daadwerkelijk punten toe gaan voegen. Veel van de onderstaande punten zullen je enigszins bekend voorkomen als je eerder punten toe hebt gevoegd aan je kaart.
De eerste stap nadat je je kaartlaag hebt aangemaakt is wederom om de datase in de bewerkingsmodus te zetten. Selecteer de laag in het deelvenster 'lagen' en klik op 'toggle editing' Dit heeft een potlood symbool ervoor staan.
Als je eenmaal bewerken geactiveerd hebt, kun je een van je werkbalken (je 'digitizing toolbar') gebruiken om functies toe te voegen, te verwijderen of te wijzigen.
Zie bovenstaand afbeelding. Als je een grijze vierkant ziet om je potlood heen, betekent dit dat je in bewerkingsmodus bent.
Om een nieuwe punt toe te voegen in je kaart, selecteer je dit keer het icoontje een groene ovaal erboven, 'add polygon feature'. Dit kun je ook activeren door (Ctrl + .) te selecteren op je toetsenbord. Let op: bewerkingsmodus MOET dus geactiveerd zijn om punten toe te kunnen voegen.
Zodra je dit hebt aangeklikt, kun je op je kaart beginnen met klikken om je polygon te vormen. Om dit te doen klik je op een plek in je kaart. Je zult merken dat dit iets anders gaat dan punten toevoegen. Je moet namelijk meerdere keren klikken om jouw oppervlakte te voorzien van een polygon, een beetje zoals je hebt gedaan toen je de vierkante meter ging meten in een eerdere hoofdstuk.
Met je linker muisknop kun je nieuwe punten aanklikken, met je rechter muisknop kun je je polygon stoppen.
Er zal wederom een popup scherm in beeld komen die vraagt om jouw polygon te voorzien van een identificerend nummer. Dit hoef je niet perse te doen, simpelweg op 'ok' drukken zal ervoor zorgen dat dit scherm weggaat.
Ben je klaar met al je punten invoeren; klik dan bewerken (potlood symbool) weer uit. Je bent namelijk klaar met het bewerken van je polygon shapefile laag. Er zal gevraagd worden of je je polygon wilt op slaan, doe dit! Anders zal dit weer verwijderd worden.
Symbologie van polygon veranderen
Ook voor polygonen kun je het e.a. aan symbologie veranderen. Veelal werkt dit hetzelfde als bij de punten, zoals eerder besproken.
Symbologie personaliseren
De symbologie van een laag wijzigen:
Open zijn laageigenschappen. Dit doe je door met je rechtermuis te klikken op de desbetreffende kaartlaag en eigenschappen(properties) te selecteren.
Je kunt ook bij de eigenschappen komen door te dubbelklikken op het icoontje dat al standaard bij je te veranderen laag staat.
Er komt een nieuwe venster tevoorschijn. Als het goed is, opent deze standaard op het tabblad 'symbologie'. Zo niet, zorg ervoor dat je dit selecteerd.
Je ziet hier een aantal dingen die je kunt veranderen, waaronder: doorzichtigheid en kleur. Personaliseer je polygon. Door de doorzichtigheid aan te passen, maak je het ook mogelijk om de kaartegegevens onder je polygon nog in beeld te hebben.
Maar stel, je wilt geen polygon over jouw wijk heen, maar je wilt juist alleen jouw wijk in je kaartweergave zien, niks daaromheen. Ook dat is mogelijk!
Geinverteerde polygonen
Als je in de laag eigenschappen venster zit, zie je bovenaan 'single symbol' staan. Dit wordt standaard weergegeven. Als je daarop klikt, zie je dat dit een drop-down menu is. De een-na-laatste mogelijkheid heet 'geinverteerde polygopn'.
Selecteer Geinverteerde polygopn.
In de eerste instantie verandert er niet veel in je venster. Pas als nodig je kleur (Tip; als je wit gebruikt zal het niet zo gek lijken) of doorzichtigheid aan, en klik op 'ok'.
Nu zie je dat er veel is veranderd! In plaats van dat er een polygoon OVER jouw wijk heen zit, is de rest van Nederland nu bedekt. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld een natuurgebied, of jouw wijk af te bakenen en te laten zien in een kaart. Dit is vooral handig als dat het enigste is dat je moet laten zien.
Externe data; wat kun je er mee?
Het komt vaak voor dat er buiten QGIS om datapunten verzameld worden.
Een voorbeeld is de NDFF.
Wat is de NDFF?
De NDFF bundelt, uniformeert en valideert natuurgegevens in Nederland. De gegevens brengen in beeld wat in een bepaald gebied bekend is over het voorkomen van planten- en diersoorten en zijn voor iedereen beschikbaar via een eenmalige levering of een abonnement. De NDFF is de meest complete natuurdatabank van Nederland en bevat uitsluitend gevalideerde gegevens.
De NDFF is niet zomaar inzichtelijk voor iedereen, daarvoor moet je een abbonnement hebben. Hiermee kun je ook gegevens exporteren naar GIS-systemen of downloaden in Excel bestanden.
Wat heeft dat met jullie te maken?
Jullie zullen als eindopdracht een QGIS kaart moeten maken met data vanuit NDFF. De docenten zijn in bezit van meerdere Excel bestanden van verschillende waarnemingen van soorten. Jullie zullen hier ook mee oefenen.
Excelbestand converteren naar CSV bestand
De bestanden waarmee jullie zullen werken zijn Excel bestanden (.xlsx). Deze bestanden kunnen niet gelezen worden door QGIS. Als wij die bestanden dus willen verwerken in onze kaartweergave, zal er iets moeten gebeuren. De bestanden moeten geconverteerd worden naar een Comma Separated Values (CSV)-bestand.
CSV bestand
Een CSV-bestand is een tekstbestand dat enkele gegevens bevat. In gewone omstandigheden wordt een CSV-bestand gebruikt om gegevens van de ene applicatie naar de andere over te brengen. Bij wijze van verklaring slaat een CSV-bestand gegevens op, zowel cijfers als tekst in een platte tekst.
Om je spreadsheet op te slaan als een CSV,
Open je bestand met behulp van de spreadsheetapplicatie
Klik op Bestand en kies Opslaan als
Kies de locatie waar jij jouw bestand wilt opslaan. Daaronder zie je een Save als type optie, kies CSV (door komma's gescheiden) en klik ten slotte op Opslaan knop.
De toepassing kan een bericht weergeven waarin staat dat sommige functies in jouw werkmap mogelijk verloren gaan als je deze opslaat als CSV. Dat wil zeggen dat elke vorm van opmaak van zo'n vetgedrukte tekst niet wordt opgeslagen. Gewoon klikken Ja te gaan.
Nu is jouw bestand klaar om gelezen te kunnen worden door QGIS! Maar.. we zijn er nog niet, want er kan nog genoeg gebeuren.
Als je een Excel bestand hebt omgezet naar een CSV bestand, kun je dit invoeren in QGIS. Laten we kijken hoe dat moet.
Om een nieuw laag uit een bestand in je kaartweergave te laden;
Ga naar tabblad kaartlagen, en selecteerdDatabronnen beheren, klik op de knop Databronnen beheren openen (of druk op Ctrl+L). Dit is te vinden in je 'data source manager' toolbar.
Als daarop geklikt word, zie je een popup venster in beeld komen. Zorg dat je onder 't tabblad 'tekengescheiden tekst' zit.
Klik op het knopje met drie puntjes (...) naast bestandsnaam (rechtsboven) om je CSV bestand te zoeken en te selecteren.
Er komt dan automatisch tekst te staan bij bestandsnaam en laag naam. Je kunt je laag naam nog aanpassen, in dit geval bijvoorbeeld 'bruinvis waarnemingen'.
Bij het pijltje genaamd 'bestandsindeling', Selecteer je 'zelfgekozen tekstscheiders' en dan 'tab' en 'puntkomma' te aanvinken.
Bij het kopje 'opties voor record en velden' hoef je niks aan te passen.
Onder het kopje 'geometrie definitie' moet je wel een aantal dingen controleren.
Zorg dat 'punt coordinaten' geselecteerd is.
Controleer of de juiste kolommen uit je Excel bestand bij 'x veld' en 'y veld staan. Kijk hiervoor even terug in je excel bestand hoe de kopjes van de x-coordinaten en y-coordinaten genoemd waren. In dit geval: centrumx (voor X) en centrumy (voor Y)
Controleer of het automatisch goed is ingevoerd in je popup venster. In de meeste gevallen zal dit automatisch gaan.
Controleer vervolgens je 'geometrie CRS'. Dit is je coordinatenstelsel. In veel gevallen zal dit ook automatisch goed gaan, maar controleer voor jezelf of wat hier staat, overeen komt met wat er in je QGIS kaartweergave gebruikt worden. Dit kun je controleren door rechtsonderin te kijken in je kaartweergave (hier kun je ook op klikken). In de meeste gevallen zul je EPSG28992 Amersfoort/RD New selecteren. Zie je de juiste coordinatenstelsel er niet tussen staan? Klik dan op het knopje met een wereldbolletje. Daar kun je dan de juiste vinden.
Komt dit niet overeen, pas dan in je popup venster de Geometrie CRS aan zodat deze overeenkomt met wat er in je kaartweergave staat. Andersom kun je dat ook proberen, dus je kaartweergave aanpassen op wat er in je popupvenster stond.
Mocht dit de eerste keer niet goed gaan, verwijder dan je laag uit je kaartweergave, en voeg je CSV bestand opnieuw toe.
Als dat allemaal gecontroleerd is, klik je op 'add'. Je popup venster zal niet weg gaan, maar je ziet als het goed is wel punten verschijnen op je kaartweergave.
Zodra dit gelukt is, kun je op 'close' klikken op weg te gaan uit je popup venster.
Er zullen in de eerste instantie simpele bolletjes staan als symbool voor je datapunten. Dit kun je aanpassen in de symbologie, zoals eerder uitgelegd.
Wat goed van je! Je kunt nu datapunten van externe bronnen toevoegen aan je QGIS kaart!! Topper dat je bent.
Combineren van je QGIS skills
In alle waarschijnlijkheid zul je in veel gevallen de kennis die je nu hebt opgedaan, moeten combineren. Denk bijvoorbeeld aan een inverted polygoon maken van het onderzoeksgebied, met daarbinnen de externe datapunten die je toe moet voegen.
Printbare kaart maken
Print-layout en kaart toevoegen
Nu je een kaart kunt maken, dien je ook in staat te zijn deze af te drukken of naar een ander document-type te kunnen exporteren. De reden daarvoor is dat de kaartweergave in QGIS zelf, geen afbeelding is. Iemand die geen QGIS heeft, of dezelfde gegevens van jouw computer mist, zal jouw QGIS bestand niet kunnen gebruiken of inzien.
We laten je nu kennis maken met de afdruk layout.
Klik op het menuitem 'project' en ga naar 'nieuwe afdruklayout'. Er wordt eerst gevraagd of je de nieuwe layout een naam wilt geven. Doe je dit niet, dan zal er automatisch een naam gegeven worden. Er zal een blanco dialoogvenster openen. Hoe je dit noemt maakt niet uit, het zal geen onderdeel zijn van wat je inlevert.
Zorg ervoor dat de layout van je kaart in je 'bewerkbare' kaartweergave al is zoals je die ook in je printbare layout wilt hebben.
Klik met rechts op het blad in het centrale deel van het venster voor de lay-out en kies Pagina-eigenschappen in het contextmenu.
Controleer of de waarden op de tab Item-eigenschappen zijn ingesteld op het volgende:
Grootte: A4
Oriëntatie: Liggend
Nu is de lay-out van de pagina zoals je die wilt hebben, maar deze pagina is nog steeds blanco. Er ontbreekt duidelijk een kaart. Laten we dat fixen!
Klik op de knop Kaart toevoegen. Deze vind je in de linker verticale balk met knoppen. je kunt dit ook vinden onder het tabblad 'item toevoegen'. Je kunt, met dit gereedschap geactiveerd, een kaart op de pagina plaatsen.
Klik en sleep een vak op de blanco pagina. De kaart zal automatisch verschijnen op de pagina. Je kunt de kaart verplaatsen door erop te klikken en rond te slepen, mocht dat nodig zijn. Ook de grootte kan nog aangepast worden door in de hoeken te klikken en te slepen.
Laat wat ruimte over langs de randen, wat extra ruimte aan de linker- of rechterkant, en wat extra ruimte aan de bovenzijde voor een titel. Zo loop je geen risico dat je legenda in de weg zit van je kaartdata.
Zoom in en uit op de pagina met behulp van deze knoppen, maar let op; dit zal niet je kaart zelf in of uit zoomen:
Om je kaart zelf te vergrootten of te verschuiven, kun je gebruik maken van het gereedschap Inhoud item verschuiven. Klik dan op je kaart. Vergroten of verkleinen kan dan door op je kaart je Ctrl toets in te houden, en met twee vingers op je touchpad naar elkaar toe te bewegen of uit elkaar te bewegen.
Je kunt ook in de hoofdvenster je kaart aanpassen, dit zal dan automatisch in je print-layout aanpassen. Als, om enige reden, de kaartweergave niet juist wordt bijgewerkt, kun je de kaart geforceerd vernieuwen door op de knop Scherm vernieuwen te klikken.
Sla na deze stappen je kaart alvast op.
Titel toevoegen en vastzetten van items
Je hebt nu een kaart toegevoegd in de print layout, maar veel meer staat er nog niet, waardoor de lezers/gebruikers nog steeds niet zo goed weten wat gaande is. Zij hebben daarvoor context nodig en die kun jij toevoegen.
Laten we beginnen met een titel toevoegen.
Klik op de knop Label toevoegen
Klik op de pagina, boven de kaart, accepteer de voorgestelde waarden in het dialoogvenster Nieuw item Eigenschappen en een label zal boven de kaart verschijnen.
Je kunt ook boven je kaart klikken, ingedrukt houden en slepen om een tekstvak te plaatsen.
Pas de grootte aan en plaats het in het midden boven aan de pagina. Het kan op dezelfde manier worden aangepast en verplaatst als waarop je de grootte van de kaart aanpaste en die verplaatste.
Als je de titel verplaatst, zul je merken dat er hulplijnen verschijnen om jou te helpen de titel in het midden van de pagina te plaatsen (zoals je bijvoorbeeld ook bij Word gewend bent).
Er is overigens ook een gereedschap op de werkbalk Acties om je te helpen de titel relatief aan de kaart (niet de pagina) te plaatsen:
Klik op de kaart om het te selecteren. Houdt Shift ingedrukt op je toetsenbord en klik op het label, zodat zowel de kaart als het label zijn geselecteerd.
Zoek naar de knop Geselecteerde items links uitlijnen en klik op de pijl voor het keuzemenu ernaast om de opties voor plaatsing weer te geven en klik op Midden uitlijnen (of een andere optie die je wilt):
Nu is het frame van het label gecentreerd aan de kaart, maar niet de inhoud ervan. De inhoud van het label centreren:
Selecteer het label door er op te klikken.
Klik op de tab Item-eigenschappen in het zijpaneel van het venster Afdruklay-out.
Wijzig de tekst van het label naar iets passends:
Gebruik deze interface om het lettertype en de optie voor uitlijning in te stellen in het gedeelte Uiterlijk: Je kunt hiervoor op 'font' drukken, en dan zie je het volgende:
Kies een groot, maar zinnig, lettertype (het voorbeeld zal het standaard lettertype met een grootte van 36 gebruiken)
Stel Horizontale uitlijning in op Centreren.
Je kan ook de kleur van het lettertype wijzigen, maar het is waarschijnlijk het beste om die zwart te laten staan, zoals de standaard is.
De standaardinstelling is om geen kader toe te voegen rondom het tekstvak van de titel. Als je echter een kader wilt toevoegen, kun je dat zo doen:
Scroll, op de tab Item-eigenschappen, naar beneden tot je de optie Frame ziet.
Klik op het keuzevak Frame om het kader in te schakelen. Je kan dan ook de kleur en breedte van het kader wijzigen
Als je dat allemaal hebt gedaan, heb je nu het begin van een kaart met context.
Er zal in de opdrachten ook van je gevraagd worden om een subtitel te maken, met daarin o.a. je naam, klas en datum. Dit doe je op dezelfde wijze als hierboven. Zorg er alleen voor dat je subtitel iets kleiner is dan je hoofdtitel.
VASTZETTEN
Om er voor te zorgen dat je niet per ongeluk deze elementen verplaatst nu ze uitgelijnd zijn, kun je de items op hun plaats vastzetten:
Selecteer eerst je kaart. In het venster aan de rechterkant ga je naar het tabblad 'item eigenschappen' en dan naar het onderdeel 'lagen'. Hier zorg je dat je 'lagen vergrendelen' en 'stijlen voor lagen vergrendelen' aanvinkt. Dit is cruciaal om ervoor te zorgen dat je kaart blijft zoals die nu is. Later ga je een extra kaartje toevoegen aan je overzicht, waardoor deze kaart zou kunnen veranderen. Vergeet dit dus niet!!!
Selecteer daarna zowel het label als je kaart.
Klik op de knop Geselecteerde items vastzetten op de werkbalk (bovenin). Je kunt dit ook vinden door op het tabblad items te klikken, en dan 'geselecteerde items vastzetten' selecteren.
Mocht je er natijd achter komen dat je toch nog iets aan moet passen, dan zul je de items weer los moeten maken. Dit kan door in hetzelfde menu als het vastzetten, 'alle items losmaken' te selecteren. Zorg er daarna wel weer voor dat je alles weer vast zet.
Een legenda toevoegen
De lezer van de kaart moet ook in staat zijn te zien welke verschillende dingen op de kaart eigenlijk betekenen. In sommige gevallen, zoals de plaatsnamen, is dit nogal duidelijk. In andere gevallen is het moeilijker te raden, zoals dat symbooltje die je gebruikt hebt voor je bruinvissen. Laten we een nieuwe legenda toevoegen.
Klik op de knop Legenda toevoegen
Klik op de pagina om de legenda neer te zetten, accepteer de voorgestelde waarden in het dialoogvenster Nieuw item Eigenschappen.
Een legenda wordt toegevoegd aan de pagina van de lay-out, de symbologie van de lagen weergevend zoals ingesteld in het hoofddialoogvenster.
Zoals gewoonlijk kun je klikken op het item en dat verplaatsen naar waar je dat wilt:
Niet alles op een legenda is noodzakelijk, dus laten we enkele niet gewenste items verwijderen.
Op de tab Item-eigenschappen vind je het paneel Items voor Legenda.
Deselecteer het vak Automatisch bijwerken, wat je in staat stelt de items voor de legenda direct te bewerken
Selecteer het item met open topo bijvoorbeeld.
Verwijder het uit de legenda door te klikken op de knop
Zorg dat je alleen overhoudt wat nuttig is voor de lezer/gebruiker om te weten.
Bovenaan kun je ook een titel voor je legenda toevoegen, vaak vul je hier simpelweg "legenda' in. Font, formaat en eventueel kleur kun je aanpassen onder het kopje 'font en text formatting', iets verder naar beneden.
Ook hier kun je er weer een border/frame om heen laten zetten. Dit doe je door in hetzelfde venster 'Frame' aan te klikken.
Noordpijl en schaalbalk toevoegen
Het is voor de lezer/gebruiker ook fijn om te weten welke richting het Noorden is, voor het geval ze niet bekend zijn met de geselecteerde stukjes topografie, en met wat voor formaten we te maken hebben, hoe ver is het van de ene waarneming naar de ander? Daarvoor voegen we vaak noordpijlen en schaalbalken toe aan onze printbare kaarten.
Schaalbalk toevoegen:
Klik op het knopje Schaalbalk toevoegen. Ook dit kun je vinden onder 'items toevoegen
Klik dan ergens op je kaart waar je je schaalbalk wilt plaatsen. Ga akkoord met de voorgestelde instellingen.
Je schaalbalk komt nu op je kaart te staan. Je kunt nog kiezen uit een aantal verschillende opmaken, dit doe je rechts in de opties als je op je schaalbalk klikt.
Controleer dat je kilometers geselecteerd hebt. Werk je met een kleiner oppervlakte, dan kan het handig zijn om een andere eenheid te kiezen (bijv. meters).
Noordpijl toevoegen:
Klik op de knop Noordpijl toevoegen
Klik dan ergens op je kaart waar je je noordpijl wilt plaatsen. Ga akkoord met de voorgestelde instellingen.
Je zult rechts nu wat anders zien staan, namelijk dezelfde symbolen die je eerder hebt gezien. Selecteer hiervoor onder 'app symbols' de 'arrows' folder. Hier komen de verschillende noordpijlen te staan. Selecteer hier eentje uit.
Je kunt de grootte en kleur aanpassen.
Zodra je alle elementen op de juiste plek hebt staan, kun je ook deze elementen weer vastzetten zoals je eerder hebt gedaan bij je kaart en titel. Dit voorkomt ongewilde verschuivingen.
Overzichtskaart Nederland toevoegen
Er zal in de opdrachten van je gevraagd worden dat je ook een overzichtskaart van Nederland toevoegt in je print layout. Dit zorgt ervoor dat de lezer/gebruiker in een oogopslag kan zien waar in Nederland jouw 'ingezoomde' onderzoekslocatie zich bevindt.
Warning: om dit succesvol uit te voeren, zonder je andere kaart helemaal te veranderen, MOET je de onderstaande stap hebben uitgevoerd met je eerste kaart in printlayout. Dit is ook aangegeven in het hoofdstuk over items vastzetten.
Selecteer eerst je kaart. In het venster aan de rechterkant ga je naar het tabblad 'item eigenschappen' en dan naar het onderdeel 'lagen'. Hier zorg je dat je 'lagen vergrendelen' en 'stijlen voor lagen vergrendelen' aanvinkt. Dit is cruciaal om ervoor te zorgen dat je kaart blijft zoals die nu is. Later ga je een extra kaartje toevoegen aan je overzicht, waardoor deze kaart zou kunnen veranderen. Vergeet dit dus niet!!!
Om goed aan te geven waar in Nederland dit is, Moet je eerst in je hoofdkaart ('normale' kaartweergave, en niet je print layout) een laag gemaakt met daarin of een polygoon (voor bijvoorbeeld Noord-Holland, Friesland, Groningen, Waddenzee eilanden), of een symbool point (formaat: groot!) toegevoegd om een plek aan te geven.
Ga naar je 'normale' kaartomgeving, en zet alle kaartlagen uit behalve je topo laag en de laag waarin je polygoon of punten zitten om je locatie/onderzoekslocatie aan te geven. Zorg dat heel Nederland te zien is op je laptop.
Ga weer terug naar je print layout.
Voeg een kaart toe zoals je dat eerder ook hebt gedaan, met de knop 'add map'.
Maak een kleine rechtshoek aan de zijkant van je overzicht, bij voorkeur boven of onder je legenda.
Er komt hier een kaart in te staan, zoals je die in je hoofdvenster hebt achtergelaten. Deze kun je aanpassen (verplaatsen, in/uit zoomen) op dezelfde manier als hiervoor, met de knop 'move item content'.
Nu heb je een mooi overzichtskaart van Nederland, waarin precies te zien is waar je onderzoekslocatie/locatie zich bevindt.
Kaart exporteren
Tot slot is de kaart klaar om te worden geëxporteerd! Je zult de knoppen voor exporteren zien in de linkerbovenhoek van het venster Afdruklay-out:
Lay-out afdrukken: is verbonden met een printer. Omdat de opties voor de printer zullen verschillen, afhankelijk van het model printer waarmee je werkt, is het waarschijnlijk beter om de handleiding van de printer of een algemene gids over afdrukken te raadplegen voor meer informatie over dit onderwerp.
De andere knoppen zorgen dat je de kaart kan exporteren naar een bestand.
Als afbeelding exporteren: geeft je een selectie van verschillende algemene indelingen voor afbeeldingen om uit te kiezen.
Als SVG exporteren: SVG staat voor “Scalable Vector Graphic” en kan worden geïmporteerd in programma’s als Inkscape of andere software voor het bewerken van vector-afbeeldingen. Dit zul je als student niet vaak tegen komen, tenzij bijvoorbeeld een stagebieder hier om vraagt.
Als PDF exporteren: Als je de kaart naar een docent/peppels moet sturen, is het het meest verplicht om een PDF te gebruiken, omdat het eenvoudiger is om afdrukopties voor een PDF in te stellen.
Voor onze doeleinden gaan we een PDF gebruiken.
Klik op de knop Als PDf exporteren
Kies een locatie om op te slaan en een bestandsnaam, zoals gewoonlijk. Het volgende dialoogvenster zal worden weergegeven.
Je kan nu veilig de standaardwaarden gebruiken en klikken op Opslaan.
QGIS zal doorgaan met het exporteren van de kaart en een bericht sturen naar de bovenzijde van het dialoogvenster Afdruklay-out zodra het is voltooid.
Klik op de hyperlink in het bericht om de map waar de PDF is opgeslagen, in het bestandsbeheer van uw systeem, te openen
Open het en bekijk hoe je lay-out er uitziet.
Is alles OK? Gefeliciteerd met je eerste voltooide kaartproject van QGIS!
Is er iets niet naar je zin? Ga terug naar het venster van QGIS, maak de noodzakelijke aanpassingen en exporteer opnieuw.
Onthoud om je kaart regelmatig op te slaan.
Eindopdracht (oefening)
Nu dat je alle skills bevat om een echte GIS kaart te kunnen produceren, is het tijd om te oefenen met een eindopdracht zoals je die ook in de laatste weken zal ontvangen. Nu heb je tijd om hiermee te oefenen, in de laatste weken zul je dit in een lesuur moeten kunnen maken en afronden.
Dit is eigenlijk niks anders dan wat je hiervoor, stap voor stap, hebt uitgevoerd. Nu doe je het gewoon allemaal in een keer! Easy peasy!
Je opdracht is als volgt:
Maak een kaart als PDF:
Je krijgt de vraag van de Waddenvereniging, de VZZ, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer om een kaart te maken voor in het gezamenlijk adviesrapport dat ze aan het maken zijn over de bescherming en voorkomen van de bruinvis.
Dit moet gemaakt worden aan de hand van de waarnemingen die in de NDFF staan (zie bijlage). Maak hiervoor een PDF die ze in hun rapport kunnen invoegen.
- Vrijgemaakt (deel-)gebied van de Waddenzee met de eilanden en de provincies Groningen-Friesland-Noord Holland (2pnt) *killingpoint
- Een klein kaartje van heel Nederland ingevoegd waarin de verspreiding van de bruinvis duidelijk wordt (1pnt).
- Topo gegevens EN 1 andere relevante kaartlaag in elkaar overvloeiend (1pnt) *killingpoint
- Legenda, met daarin bruinviswaarnemingen, Pieterburen, Ecomare, reddingsbrigade Den Helder (1pnt)
- Schaalverdeling en kompasroos (1pnt)
- Logische titel, subtitel, datum en eigen naam (1pnt) *killingpoint
- Alle bruinviswaarnemingen in 2016-2017 in de Waddenzee (1pnt)
Het arrangement QGIS Leerjaar 1. Toegepaste Biologie is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Janine Wevers
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2022-04-06 16:18:45
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.