Door aan een plek (locatie) op aarde een eigen coördinaat te geven is het voor iedereen duidelijk waar die plek zich bevindt. Zo kun je een breedte- en een lengtegraad aan jouw huis koppelen. Aan een plek of locatie kunnen weer andere -extra- gegevens gekoppeld worden: de temperatuur van de omgeving, de hoeveelheid etage's van een huis, het aantal inwoners, het inkomen, leeftijden van de bewoners etc.
Gegevens (data), die gekoppeld zijn aan een locatie, noem je ruimtelijke (geografische) data.
Voorbeelden van ruimtelijke data zijn
GIS is een geografisch systeem: er wordt gebruik gemaakt van ruimtelijke data.
Met een GIS kun je verschillende lagen ('layers') van ruimtelijke data op elkaar leggen. Zo kun je gemakkelijk samenhang tussen ruimtelijke data ontdekken en verklaren. Kijk maar in het onderstaande plaatje: 'losse' straten, bodems en landschap vormen toch één geheel.

Oorspronkelijke BRON: http://www.co.ontario.ny.us/
Het is goed om je af te vragen 'wat heb ik tot nu toe geleerd?" Je helpt je geheugen namelijk om het beter op te slaan voor later. Door het nu kort op te schrijven gaat het van je 'werkgeheugen' naar je diepere geheugen. Je kunt het je dan later weer makkelijker 'herinneren'. Dat is leren...