Introductie
Big history probeert antwoord te geven op vragen zoals: waar komen wij vandaan? Hoe groot is het heelal? Hoe is de aarde ontstaan? Door middel van verschillende vakgebieden te combineren en hierbij de wetenschap toe te passen is er een groot verhaal ontstaan. Een verhaal gebaseerd op feiten die antwoord geven op de vragen die al eeuwen gesteld worden.
In het project big history gaan we kijken naar de meest ingrijpende gebeurtenissen in onze geschiedenis. Deze gebeurtenissen hebben zo veel veranderd, dat we niet meer naar de tijd hiervoor terug konden gaan. Neem bijvoorbeeld de eerste drempel, de big bang. Door de big bang veranderde het heelal en we kunnen niet meer terug naar de tijd voor de big bang. De gebeurtenissen zijn opgedeeld in 8 drempels. Tijdens de projectweek ga je over alle drempels wat leren.
Iedere drempel wordt gekenmerkt door toenemende complexiteit. Dit betekend dat alles steeds iets ingewikkelder wordt. De toenemende complexiteit kun je in drie onderdelen verdelen. Als eerste de hoeveelheid ingrediënten, of hoeveel deeltjes erbij betrokken zijn. Als tweede de volgorde waarop die bij elkaar komen (precieze opeenvolging) en als derde hoe de deeltjes met elkaar reageren.
Bijvoorbeeld: een eencellige is veel simpeler dan wij mensen. Mensen zijn ingewikkeldere wezens, omdat wij uit meer deeltjes bestaan. Het tweede onderdeel is de precieze opeenvolging. Als je alle delen op volgorde zet zullen ze iets kunnen doen wat ze op een grote hoop niet kunnen. Dit betekend dat alle ingrediënten op 1 manier bij elkaar moeten komen om tot het eindproduct te komen. Neem bijvoorbeeld het maken van een souffle. Als je alle ingrediënten voor een souffle in 1 keer bij elkaar gooit zal de souffle in elkaar zakken en niet lekker smaken, op het moment dat je het recept volgt en alles op de juiste momenten toevoegt, zal er een lekkere souffle ontstaan. Dus de volgorde van alle ingrediënten of deeltjes is erg belangrijk.
De complexiteit kan dus toenemen omdat alle ingrediënten aanwezig zijn en deze op een bepaalde manier bij elkaar komen. Deze voorwaarden noemen wij goldilocks of in het Nederlands goudlokjes, vernoemd naar het sprookje van goudlokje. In het sprookje komt goudlokje in een huis terecht waar 3 bordjes met pap staan. 1 bordje was te koud, het ander te warm, maar de laatste was precies goed. Bij iedere drempel kijken we naar de goldilocks, waardoor kon de complexiteit bij de drempel toenemen. Aan het eind van de drempel zul je een kadertje zien waarin de goldilocks beschreven staan.
In de wiki-wijs zie je verschillende hoofdstukken staan. Ieder hoofdstuk bestaat uit 1 of 2 drempels. In het hoofdstuk staat er uitleg over de drempel, ook staan er filmpjes die de uitleg geven. Je kan dus zelf kiezen wat je fijner vind, zelf lezen of een filmpje kijken. Vervolgens zie je een tabblad met opdrachten. Deze opdrachten maak je in een online werkdocument. Dit document maak je aan via de stappen onderaan deze pagina. Het werkdocument lever je aan het eind van de projectweek in.
De laatste dag van de projectweek ga je aan de slag met de eindopdracht. De eindopdracht bestaat uit 3 onderdelen. Een zelfgemaakte tijdlijn waarin je de drempels kort laat langskomen, bijvoorbeeld in een stripvorm of een tiktok. In tweede onderdeel ga je kijken naar de toekomst en hier een voorspelling over doen. Hoe zou de volgende drempel eruit zien of misschien leven we er zelfs al in die 9e drempel. het laatste onderdeel bestaat uit het kijken van een klein stukje film en aan je klasgenoten vertellen (met een PowerPoint of tiktok) wat er in dat stukje voorbij kwam.