Om je heen zie je dat er overal plastic wordt gebruikt: flesjes voor frisdrank, de verpakking van koekjes, folie voor groente en fruit, en ga zo maar door. Dat is niet zo gek, want plastic kan enorm handig zijn. Het is licht, goedkoop, en je kan het voor allerlei dingen gebruiken. Helaas zijn er naast de voordelen ook nadelen aan plastic; met name het plastic afval vormt een probleem voor mens en dier. Een hoop afval wordt namelijk niet gerecycled, maar weggegooid in de natuur, en dat is niet de bedoeling.
Wat weet je al?
Wanneer je denkt aan "plastic soep", dan zullen er vast een paar vragen en ideeën door je hoofd gaan. Wat is het? Kun je het eten, net als 'echte' soep? We beginnen bij wat jij al weet en kijken daarna wat de klas sámen weet.
In groepjes van vier neem je een vel papier en daarop teken je in het midden een groot vierkant of rechthoek. Daarna verdeel je de ruimte buiten het vierkant in vier gelijke stukken, zoals je hieronder ziet.
- Elk persoon krijgt een eigen vak om in te schrijven en het grote vierkant gebruiken jullie later samen.
- Jullie krijgen een paar minuten de tijd om in je eigen vakje op te schrijven waar je aan denkt bij het begrip "plastic soep". Overleggen doe je pas bij de volgende stap!
- Als de tijd om is ga je jouw antwoorden vergelijken met die van de klasgenoten in jouw groepje.
- De begrippen die door meerdere van jullie zijn opgeschreven noteer je nu in het grote vierkant in het midden.
- Als alle groepjes klaar zijn gaan we de antwoorden met elkaar vergelijken.
Boyan Slat heeft een uitvinding bedacht om te helpen met het opruimen van het plastic in de oceanen. Hij heeft "The Ocean Cleanup" opgericht en werkt met zijn team aan de zogenaamde Interceptor; een gigantische robotarm die helpt om het plastic bij elkaar te brengen zodat het kan worden opgeruimd.
Er moet goed worden nagedacht over machines die plastic uit de zee halen. Het plastic dat je ziet drijven is namelijk niet het enige plastic in de oceanen. Sommige soorten plastic zinken namelijk naar de bodem, of ze zweven in het water tussen de vissen. Maar hoe komt dat?
Wat ga je leren?
Tijdens dit thema werken we aan de volgende doelen:
- Je maakt kennis met het begrip "Plastic Soep";
- Je maakt kennis met het begrip "bioplastic" en waar het van gemaakt wordt;
- Je maakt kennis met scheikunde;
- je maakt kennis met chemisch rekenen;
- Je maakt kennis met het uitvoeren van scheikunde practica;
- Je schrijft een practicumverslag bij een uitgevoerd practicum;
Opdrachten
1. Welke organisaties ken je die afval uit de zee halen?
2. Stel je hebt 100 mensen die je 1 dag lang kan opruimen. Waar zou jij ze dan aan het werk zetten?
3. Hoe komt al dat plastic in de zee?
4. Wat doet het plastic voor de zeedieren?
En voor de vogels?
En voor de planten?
En voor de mensen?
Plastic en scheikunde
Plastic en Scheikunde
In de scheikunde of chemie heb je altijd met stoffen te maken. Een scheikundige of chemicus zoekt naar antwoorden op vragen als; Hoe maak je nieuwe of betere stoffen. Of; kun je plastic maken dat even sterk is als staal? Of; kun je plastic maken die niet schadelijk is voor het milieu?
In de scheikunde gaat het niet alleen om het maken van nieuwe stoffen. Soms wil je weten waarvoor je een stof kunt gebruiken. dan moet je op de eigenschappen van de stofffen letten. Stofeigenschappen helpen mee om een stof te herkennen. In de scheikunde moet je goed kunnen rekenen. Om de samenstelling van een mengsel uit te drukken gebruik je de term gehalte, massapercentage of volumepercentagen (zie chemisch rekenen).
Wanneer je wilt weten wat chemie is, kun je misschien het best kijken naar je eigen leefwereld. Kauwgum, zeep, shampoo, fietsbanden, bezine, verf, plastic zijn allemaal producten die gemaakt zijn met de kennis van de chemie.
Scheikundige zijn vaak nauwkeurige onderzoekers. Zo onderzoekt men ook de gevolgen van de Plastic Soep. Er zijn vogels die plastic aanzien voor voedsel. Wanneer een vogel te veel plastic op eet, sterft hij.
opdracht;
Bereken hoeveel plastic er in verhouding in jouw maag zou zitten.
In de maag van een overleden Stormvogel zat veel plastic; 0,312 gram. De vogel woog 700 gram. In de onderstaande tabel staat vermeld wat er in de maag van de Stormvogel zat.
Een gemiddelde leerling weegt 55 kg. Hoeveel plastic zit er in verhouding in de maag van deze leerling? Vul in;
In de maag van de leerling zou een plastic massa van ................gram zitten.
Je kunt het ook op de volgende manier berekenen;
massa plastic in een leerling van 55 kg; (m (plastic)/m (vogel))x m (leerling)=
m (plastic) = (37,9 g/700 g)x 5500 g=..........g.
Laat je docent controleren of je de opgaven goed gedaan hebt.
Stormvogel op Schiermonnikoog die overleden is aan plastic.
Van aardolie naar kunststof
Aardolie is een mengsel van allerlei verschillende stoffen, die allemaal voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Benzine wordt gebruikt als brandstof voor auto's, kerosine voor vliegtuigen, en asfaltbitumen voor wegen en dakbedekking. Zo wordt een verzameling stoffen bescheven als nafta gebruikt voor kunststoffen.
Deze stoffen in nafta worden eerst allemaal in kleine bouwstenen gebroken via een proces dat kraken heet. Deze kleine bouwstenen reageren vervolgens met elkaar om lange ketens te vormen. De bouwstenen noemen we monomeren (mono = één), en de lange ketens noemen we polymeren (poly = veel). Er bestaan héél veel soorten polymeren waaruit kunststoffen zijn opgebouwd.
Om in het kort op te schrijven welke monomeren met elkaar reageren, en welke polymeren er ontstaan, noteren wij dit in de vorm van een reactieschema. Waarom? Dat is sneller én overzichtelijker, kijk maar:
Tekst:
een aantal monomeren genaamd etheen reageren met elkaar en vormen een polymeer genaamd polyetheen
Reactieschema:
etheen ⇒ polyetheen
Je noteert reactieschema's als volgt: beginstoffen ⇒ eindproducten
Als er meerdere beginstoffen of eindproducten zijn noteer je: beginstof 1 + beginstof 2 ⇒ eindproduct 1 + eindproduct 2
Oefen nu zelf: maak de volgende vragen en lever de antwoorden in via Opdrachten in Teams.
Noteer het reactieschema van de volgende reacties:
De monomeren genaamd vinylchloride reageren met elkaar en vormen polyvinylchloride.
Suiker en water worden samen in een pan verhit en reageren tot caramel.
Als polyester verbrandt reageert het met zuurstof en ontstaat er water en koolstofdioxide.
Water wordt extreem verhit en valt bij hoge temperatuur uitelkaar in waterstof en zuurstof.
Chemisch rekenen
mengsels
In je omgeving kom je slechts enkele zuivere stoffen tegen. De meeste stoffen waarmeer je in aanraking komt, zijn mengsels.
Als je suiker in water doet, zijn de suikerkorrels niet meer zichtbaar. De suikerkorrels zijn uiteengevallen in losse suikerdeeltjes. Deze suikerdeeltjes zitten tussen de waterdeeltjes.
Aardolie is een mengsel van verschillende deeltjes. Aardolie bestaat uit een mengsel van vloeistoffen; nafta, kerosine, benzine, stookolie en bitumen. In het vloeistof nafta zitten deeltjes waar wij kunststof van maken maar ook andere deeltjes.
het gehalte of de concentratie wordt in vloeibare mengesels wordt uitgedrukt in volumeprocenten
voorbeeld 1
In 750 liter nafta
zint 105 liter vinyl. Bereken het volumepercentage vinyl in nafta.
Het volumepercentage vinyl in nafta is 14,0%
Je kunt de concentratie uitdrukken in massaprocenten. Het massapercentage geeft aan hoeveel procenten van het mengsel uit de opgeloste stof bestaat. Bij de berekening van het percentage druk je de massa bij voorbeeld uit in g of kg. Welke eenheid je gebruikt maakt niet uit. Als je voor beide massa`s maar dezelfde eenheid gebruikt. De formule die je gebruikt is:
Voorbeeld 2
Het suiker-thee mengsel in een theeglas, weegt gemiddeld 17 gram. Hier is 4,0 gram suiker in opgelost.
Bereken het massapercentage suiker in het suiker in thee,
Het percentage suiker in thee is 24%
wil je liever rekenen met verhoudingsformules bekijk dan eens de volgende uitleg film over rekenen met procenten
Heb je ondanks de hulp film nog hulp nodig? Vraag dan extra uitleg aan je docent.
Begrijp je rekenen met volumeprocenten en massaprocenten, maak dan onderstaande opgaven.
Oefen nu zelf: maak de volgende vragen en lever de antwoorden in via Opdrachten in Teams.
Vul het juiste antwoord in. In een fles wijn van 750 mL zit 82,5 mL alcohol.
n 100 g water wordt 25 g suiker opgelost.Laat met een berekening zien dat er zich in het mengsel 20 massa% suiker bevindt.
Een hoeveelheid van 250 g kunstof bevat 5 g weekmaker.
Wat is het massapercentage weekmaker in kunststof? A 0,25%, B 0,40 %, C 5 %, D 2%
Je verbrandt 1000 L stookolie, die 5 massa% zwavel bevat. De massa van 1 L stookolie is 0,95 kg. Bereken hoeveel kilogram zwavel er in 1000 L stookolie aanwezig is.
Vul het juiste antwoord in. In zeewater zit 3,00 massa% zout.
Bereken hoeveel kilogram zeewater je moet verdampen om 18,0 kg zout over te houden. Je moet ……… kg zeewater verdampen.
Bioplastic maken
Werken met de brander
Bij practica worden regelmatig branders gebruikt.
Hiernaast zie je alle onderdelen van de brander. De belangrijkste twee onderdelen zijn de gasregelknop en de luchtregelschijf.
Met de gasregelknop stel je in hoeveel gas er in de brander komt, dus hoe groot de vlam is.
Met de luchtregelschijf stel je in hoeveel lucht er in de brander bij komt. Meer lucht betekent meer zuurstof en meer zuurstof betekent dat de vlam warmer is.
Met een brander werken kan gevaarlijk zijn, maar je hoeft er niet bang voor te zijn zolang je er goed mee omgaat en veilig werkt. Het aan- en uitzetten van de brander doe je altijd op dezelfde volgorde, dus zorg dat je deze volgorde goed kent!
Bekijk onderstaande video en beantwoord daarna de bijbehorende vragen.
Lever de antwoorden in via Opdrachten in Teams.
Kijkwijzer:
0:00 - 1:58 Onderdelen en aansteken van de brander
1:59 - 3:28 Verschillende vlammen maken
3:29 - 3:58 Uitzetten van de brander
1. Het aansteken van de brander doe je altijd in een vaste volgorde. Zet de stappen hieronder in de juiste volgorde:
Steek een lucifer aan.
Draai de gaskraan open.
Houd de lucifer bij de schoorsteen van de brander.
Brander staat aan, dus de lucifer blaas je uit.
Sluit de slang aan op de gaskraan.
Controleer dat de gasregelknop en luchtregelschijf gesloten zijn.
Draai de gasregelknop open.
2. Kies bij elke stelling de bijbehorende vlam:
pauzevlam, blauwe vlam of ruisende vlam.
Deze vlam is het heetst.
Met deze vlam kun je een bekerglas met vloeistof verhitten.
Deze vlam gebruik je als je de brander even niet nodig hebt.
Als je met deze vlam een bekerglas verhit dan krijg je zwarte roetaanslag.
Deze vlam kun je horen.
3. Wat moet je als eerste doen als je de brander uit wil zetten?
Practicum: Bioplastic maken
Tegenwoordig wordt veel onderzoek gedaan naar bioplastics. Dit zijn plastics die gemaakt zijn van natuurlijke materialen. Doordat ze van natuurlijke materialen gemaakt zijn, zijn deze plastics beter voor het milieu. Om te kijken hoe dit soort plastics gemaakt worden, ga je zelf een bioplastic maken. Wanneer je het bioplastic hebt gemaakt controleer je het plastic op stofeigenschappen
Lees het voorschrift goed door. Maak een verslag van de proef en lever deze in bij opdrachten Teams.
MH practicum "Bio-plastic maken"
practicum 1 "bioplastic maken"
Plastic is eigenlijk een wondermateriaal: het is licht, sterk en gaat lang mee. Maar voor het milieu is het helemaal niet fijn dat plastic zo lang meegaat. Je hebt vast wel gehoord over de plastic soep in de oceanen.
De meeste plastics (ruim 99%) worden gemaakt uit aardolie. Gelukkig wordt er ook geëxperimenteerd om met andere gemakkelijker afbreekbare stoffen plastic te maken. Dat noemen we bioplastic. Ook van aardappel(zetmeel) kun je een bio-plastic maken. Dit gaan we doen.
Wat heb je nodig?
water
maatcilinder
bekerglas
aardappelzetmeel
pipet
roerstaaf
azijn
glycerine
kleurstof
aluminiumbakje
weegschaal
Zo maak je het
Giet 45 mL koud water in een bekerglas.
Voeg de volgende stoffen toe aan het water:
10 g aardappelzetmeel
9 mL azijn
9 mL glycerine
4 druppels kleurstof.
Roer alles goed door met een roerstaaf.
Breng het mengsel aan de kook. Als het mengsel kookt, moet het 2 minuten doorkoken. Blijf goed roeren. Het mengsel wordt langzaam dikker.
Giet het mengsel voorzichtig uit het bekerglas in een aluminiumbakje en spreidt het uit tot een dun laagje.
Laat het plastic drogen. Dit duurt zeker 24 uur.
Wat is er gebeurd?
Je hebt een bioplastic gemaakt! Een ideaal bioplastic is zowel sterk als een beetje vervormbaar en is biologisch afbreekbaar. Bioplastic kun je dus onder andere maken van zetmeel. In aardappelzetmeel zit iets wat amylopectine heet. Amylopectine is hard en niet vervormbaar. Azijn zorgt ervoor dat het amylopectine vervormbaar wordt. Door het toevoegen van de glycerine, dat van zichzelf soepel is, blijft het amylopectine, ook na het drogen, soepel.
MH practicum "Stofeigenschappen van plastic".
Practicum 2 Stofeigenschappen van bioplastic
Verschillende bioplastics hebben verschillende eigenschappen. Daarom kun je niet iedere bioplastic op dezelfde manier toepassen. Jullie gaan je eigen bioplastic op zijn stofeigenschappen testen.
Uitvoeren
Je onderzoekt de kunststoffen op;
Hardheid
Elastisch gedrag
Buigzaamheid
Doorzichtigheid
Elektrisch geleidingsvermogen
Hardheid:
Je bepaalt de hardheid van de bio-plastic met een spijker. Kras met de spijker op het plastic. Hoe gemakkelijk maak je een diepe kras in het plastic? Noteer de uitkomst in de tabel.
Elastisch gedrag:
Trek aan jouw stukje bio-plastic. Komt het stukje plastic weer in de oorspronkelijke vorm terug of blijft het stukje bio-plastic in uitgerekte vorm? Noteer jou waarneming in de tabel.
Buigzaamheid:
Buig jouw stukje bio-plastic voorzichtig. Hoe gemakkelijk buigt het stukje bio-plastic? Vul je waarneming in de tabel.
Doorzichtigheid:
Kijk goed naar jouw stukje bio-plastic. Hoe transparant (doorzichtig) is het stukje bio-plastic? Kan je door het stukje bio-plastic heen kijken? Noteer je waarnemingen in de tabel.
Elektrisch geleidingsvermogen:
Het elektrisch geleidend vermogen van bio-plastic beoordeel je met een lampje, batterij of een voedingskast. Maak een serie schakeling met een lampje en de voedingskast. Houd twee bananen stekkers vrij om de geleidbaarheid te meten (zie onderstaande figuren)
serieschakeling van lamp met batterij
serieschakeling met voedingskast.
Kijk of het lampje licht geeft? Noteer de waarneming in de tabel.
Uitwerken
Je voert bovenstaande practica uit.
Neem onderstaande tabel over en vul de tabel in. Voer bij elke waarneming in of het product dit goed, gemiddeld of slecht doet.
Werk de proef uit in je labjournaal. Voor de juiste uitwerking kijk je naar het kopje labjournaal.
Lever jouw uitgewerkte labjournaal in via Teams.
HV practicum "bio-plastic maken"
practicum "Bioplastic maken".
Plastic is eigenlijk een wondermateriaal: het is licht, sterk en gaat lang mee. Maar... voor het milieu is het helemaal niet fijn dat plastic zo lang meegaat. Je hebt vast wel gehoord over de plastic soep in de oceanen.
De meeste plastics (ruim 99%) worden gemaakt uit aardolie. Gelukkig wordt er ook geëxperimenteerd om met andere gemakkelijker afbreekbare stoffen plastic te maken. Dat noemen we bioplastic. Ook van aardappel(meel) kun je een bio-plastic maken. Probeer het maar!
Wat heb je nodig?
water
maatcilinder
bekerglas
roerstaaf
aardappelzetmeel
pipet
azijn
3 aluminiumbakjes
glycerine
kleurstoffen
weegschaal
De klas wordt in 3 groepen verdeeld. Iedere groep volgt zijn eigen practicum voorschrift.
Zo maak je het (groep 1)
Giet 135 mL koud water in een bekerglas
Voeg aan het water toe; 30 g aardappelzetmeel + 30 mL azijn + 30 ml glycerine + 5 mL kleurstof.
Roer alles goed door met een roerstaaf.
Breng het mengsel aan de kook. Als het mengsel aan de kook is, moet het nog 2 minuten doorkoken. Blijf goed roeren. Het mengsel wordt langzaam dikker .
Giet het mengsel voorzichtig uit het bekerglas in drie aluminiumbakjes en spreid het met een schone eetlepel uit tot een dun laagje.
Laat het plastic drogen. Dit duurt zeker een dag en een nacht (24 uur).
Bekijk je bio-plastic. Is het hetzelfde als het plastic dat je kent?
Zo maak je het (groep 2)
Giet 135 mL koud water in een bekerglas.
Schep in het water: 30 g aardappelzetmeel + 30 mL azijn + 40 mL glycerine + 5 mL kleurstof.
Roer alles goed door met een roerstaaf.
Breng het mengsel aan de kook. Als het mengsel aan de kook is, moet het nog 2 minuten doorkoken. Blijf goed roeren. Het mengsel wordt langzaam dikker .
Giet het mengsel voorzichtig uit het bekerglas in drie aluminiumbakjes en spreid het uit tot een dun laagje.
Laat het plastic drogen. Dit duurt zeker een dag en een nacht (24 uur).
Bekijk je bio-plastic. Is het hetzelfde als het plastic datje kent?
Zo maak je het (groep 3)
Giet 135 mL koud water in een bekerglas.
Schep in het water: 30 g aardappelzetmeel + 35 mL azijn + 25 mL glycerine + 5 mL kleurstof.
Roer alles goed door met een roerstaaf.
Breng het mengsel aan de kook. Als het mengsel aan de kook is, moet het nog 2 minuten doorkoken. Blijf goed roeren. Het mengsel wordt langzaam dikker .
Giet het mengsel voorzichtig uit het bekerglas in drie aluminiumbakjes en spreid het uit tot een dun laagje.
Laat het plastic drogen. Dit duurt zeker een dag en een nacht (24 uur).
Bekijk je bio-plastic. Is het hetzelfde als het plastic datje kent?
Wat is er gebeurd?
Jullie hebben 3 verschillende soorten bioplastic gemaakt! Een ideaal bioplastic is zowel sterk als een beetje vervormbaar en is biologisch afbreekbaar. Bioplastic kun je dus onder andere maken van zetmeel. In aardappelzetmeel zit iets wat amylopectine heet. Amylopectine is hard en niet vervormbaar. De azijn zorgt ervoor dat het amylopectine vervormbaar wordt. Door het toevoegen van de glycerine, dat van zichzelf soepel is, blijft het amylopectine, ook na het drogen, soepel.
Ga nu na wat het verschil in stofeigenschappen is van de drie verschillende bioplastics.
HV practicum "Stofeigenschappen van plastic"
Practicum 2 Stofeigenschappen van de verschillende bioplastics
Verschillende bioplastics hebben verschillende eigenschappen. Daarom kun je niet iedere bioplastic op dezelfde manier toepassen. Jullie gaan je eigen en elkaars bioplastic op stofeigenschappen testen.
Maak een plan van aanpak voor dit onderzoek. Bespreek jullie onderzoeksplan met je docent.
Uitvoeren
Maak een werkwijze voor een onderzoek van bio-plastic op;
hardheid
elastisch gedrag
buigzaamheid
doorzichtigheid
elektrisch geleidingsvermogen
Uitwerken
Neem de tabel over en vul in.
Bedenk een toepassing voor elk van de drie bioplastics. Licht kort toe.
Werk de proef uit in een verslag. Hoe je een goed verslag maakt, vind je terug onder het kopje labjournaal.
Thuispracticum Plastic Soep
Stofeigenschappen van plastic
Verschillende plastics hebben verschillende eigenschappen. Daarom kun je niet ieder plastic op dezelfde manier toepassen. Jullie gaan van een aantal plastic producten die je thuis hebt de stofeigenschappen bepalen.
Benodigdheden
- Verschillende plastics
> Verpakkingen
> Oud speelgoed
> Potten en bakjes
- Spijker
- Zaklamp (van je telefoon)
Uitvoeren
Je onderzoekt de kunststoffen op;
Hardheid
Elastisch gedrag
Buigzaamheid
Doorzichtigheid
Elektrisch geleidingsvermogen
Hardheid:
Je bepaalt de hardheid van het plastic met een spijker. Kras met de spijker op het plastic. Hoe gemakkelijk maak je een diepe kras in het plastic? Noteer de uitkomst in de tabel.
Elastisch gedrag:
Trek aan jouw stukje plastic. Komt het stukje plastic weer in de oorspronkelijke vorm terug of blijft het stukje plastic in uitgerekte vorm? Noteer jouw waarneming in de tabel.
Buigzaamheid:
Buig jouw stukje plastic voorzichtig. Hoe gemakkelijk buigt het stukje plastic? Vul je waarneming in de tabel.
Doorzichtigheid:
Kijk goed naar jouw stukje plastic. Hoe transparant (doorzichtig) is het stukje plastic? Kan je door het stukje plastic heen kijken? Noteer je waarnemingen in de tabel.
Uitwerken
Je voert bovenstaande practica uit.
Neem onderstaande tabel over en vul de tabel in. Voer bij elke waarneming in of het product dit goed, gemiddeld of slecht doet.
Werk de proef uit in je labjournaal. Voor de juiste uitwerking kijk je naar het kopje labjournaal.
Lever jouw uitgewerkte labjournaal in via Teams.
Verslaglegging
Het labjournaal
Onderzoek doen is nuttig, maar het is van belang om de uitvoering en de resultaten netjes bij te houden. Practica zijn namelijk zo betrouwbaar, omdat we deze meerdere keren (kunnen) uitvoeren op exact dezelfde manier.
Er zijn een paar regels voor de manier waarop we alles bijhouden en noteren in een zogenaamd labjournaal. Hoe jouw labjournaal wordt beoordeeld vind je hier.
Even herhalen hoe je alles noteert in het labjournaal? De indeling en manier van noteren vind je hieronder. Neem dit goed door; je zult het zelf op deze manier moeten bijhouden.
Kijk hier voor hoe het labjournaal wordt beoordeeld. Let erop dat wij het labjournaal niet invullen voor een cijfer maar dat wij werken met een voldoende/onvoldoende.
Voor het schrijven van een practicumverslag is het handig om te waten wat hier nu allemaal in thuishoort. Wat moet je allemaal in een verslag verwerken? Op welke volgorde hoort dit, en wat moet ik onder elk kopje schrijven?
Hiervoor een handige Wikiwijs-pagina die je dit allemaal vertelt!
Klik op deze link, of scan de QR-code hieronder.
Heb je tijd over?
Afsluiting: Poster
Na het afronden van de module 'Plastic Soep' maak je in groepjes een poster over dit onderwerp.
- Formaat A3
- Bevat afbeeldingen
- Bevat informatieve tekst
- Sluit aan bij het onderwerp 'Plastic Soep'
Met stof bedoelen we bij Mte: de materie waar alles om ons heen van gemaakt is. Een stof kun je herkennen aan de stofeigenschappen. Een paar voorbeelden van stofeigenschappen zijn: geur, kleur, smaak, brandbaarheid, oplosbaarheid, giftigheid, kookpunt, smeltpunt en dichtheid.
2. Welke stofeigenschap zorgt ervoor dat plastic blijft drijven?
3. Welke stofeigenschappen zorgen ervoor dat wij zoveel plastic gebruiken?
4. Welke andere eigenschap heeft plastic waardoor wij het zoveel gebruiken?
Voor de onderstaande vragen heb je de tabel nodig.
Stof
Dichtheid
Baksteen
1,6
g/cm3
Water
1
g/cm3
Glas
2,5
g/cm3
Hout
0,7
g/cm3
Beton
2,2
g/cm3
Ijs
0,9
g/cm3
Papier
0,8
g/cm3
Suiker
1,6
g/cm3
Alcohol
0,8
g/cm3
Benzine
0,7
g/cm3
6. Geef van elke stof aan of deze blijft drijven in water of dat deze zinkt. Sla water over.
7. Je hebt een blokje van 15 cm3 dit blokje heeft een massa van 24 g. Van wat voor materiaal is dit blokje gemaakt?
8. Voor in zijn openhaard koopt Jered een blok hout van 2 kg. Wat is het volume van dit houtblok?
9. Bas loopt met een grote stapel papier. Timothy loopt met een houtblok dat even groot is. Wie moet het meeste gewicht optillen?
10. Een visser wil dat zijn dobber rechtop blijft staan. Hierom hangt hij kleine bolletjes aan zijn visdraad. Welk van de materialen in de tabel kan hij hiervoor het beste gebruiken?
Extra oefening dichtheid
Met deze online oefening leer je wat dichtheid is.
Opdracht 1: vul de ontbrekende woorden en getallen in.
We bekijken een kubusje van ijzer en een kubusje van hout. Beide hebben een inhoud (met een ander woord: volume) van [?] cm3:
Je ziet dat het ijzeren kubusje een stuk [?] is dan het houten kubusje.
De dichtheid van een stof is de massa (g) van 1 cm3 stof. Je kunt zeggen: ijzer heeft een grotere [?] dan hout.
Natuurlijk heb je niet altijd een strak "kubusje" materiaal voorhanden. We gaan meten en berekenen wat de dichtheid van een (groen) stuk klei is.
Opdracht 2: vul de ontbrekende getallen in.
Kies uit: - 0,11
- 180
- 1,6
- 110
- 1,1
Eerst bepalen we de massa van het stuk klei. Lees de weegschaal af:
De massa van het stuk klei is (bijna) g. Herinnering: je moest kiezen uit een aantal getallen.
Het volume meten we op een slimme manier. We lezen eerst de maatbeker af:
In de maatbeker zit 5 dl water.
Nu gooien we het stuk klei erbij:
De maatbeker geeft nu 6,1 dl aan. Het stuk klei heeft dus een volume van [?] dl.
De maat deciliter gaan we omrekenen naar cm3:
1,1 dl = 0,11 l = [?] dm3 = [?] cm3.
De dichtheid bereken je door de massa te delen door het volume.
De dichtheid van klei is 180 : 110 = g/cm3. Rond je antwoord af op 1 cijfer achter de kommma.
g. Herinnering: je moest kiezen uit een aantal getallen.
Het volume meten we op een slimme manier. We lezen eerst de maatbeker af:
In de maatbeker zit 5 dl water.
Nu gooien we het stuk klei erbij:
De maatbeker geeft nu 6,1 dl aan. Het stuk klei heeft dus een volume van dl.
De maat deciliter gaan we omrekenen naar cm3:
1,1 dl = 0,11 l = dm3 = cm3.
De dichtheid bereken je door de massa te delen door het volume.
De dichtheid van klei is 180 : 110 = g/cm3. Rond je antwoord af op 1 cijfer achter de kommma.
Het arrangement Plastic Soep Copernicus is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.