Portfolio Peter Zijlstra M0vs4b8GEW

Portfolio Peter Zijlstra M0vs4b8GEW

Portfolio Peter Zijlstra

 

Welkom in mijn portfolio. Ik volg de studie Maatschappelijke Zorg, specifieke doelgroepen aan het Noorderpoort te Groningen. In dit portfolio hou ik mijn studievoortgang bij, verdeeld in overzichtelijke blokken.

 

Stage

Ik loop stage bij een beschermde woongroep van Factor 5 aan de Gaykingastraat in Ten Boer op woensdag en donderdag. Intussen loop ik hier al sinds september 2021 stage.

Voordat ik in Ten Boer stage kon lopen heb ik nog een half jaar stage gelopen bij de dagbesteding van Factor-5. Hier ben ik begonnen op 6 april 2021.

 

Misschien leuke dingen over mij:

 

Ik hou onwijs veel van sport. Ik sport sinds ik klein ben, ben hier dan ook meerdere dagen in de week mee bezig. In de afgelopen jaren heb ik meerdere sporten beoefend, en tijdens mijn studie Sport & Bewegen bij het Alfa College veel verschillende sporten gedaan. Voorbeelden hiervan zijn:
- Zwemmen
- Voetbal
- Shishundo
- Volleybal

 

Daarnaast ben ik enorm geinteresseerd in de geschiedenis, vooral rondom de Tweede Wereldoorlog. Hier besteed ik in mijn vrije tijd dan ook wel veel tijd aan. Denk hierbij aan onderzoeken lezen, documentaires kijken en boeken lezen.

Portfolio SLB

Handleiding van mijzelf

Schrijf een handleiding over jezelf. Hoe werk jij en hoe kunnen anderen het beste met jou omgaan? Enkele voorbeeldvragen zijn:

  • Mijn naam is Peter Zijlstra Wie ben jij?
  • Ik ben een open persoon, Wat moet iemand van jou weten wanneer hij jou leert kennen? Hoe maak jij het makkelijkste contact, met welke eigenschappen moet de ander rekening houden, hoe kan de ander jou écht raken?
  • Wat zijn jou sterke kanten minder sterke kanten?
  • Hoe ga je zelf om met jou kwaliteiten en minder sterke kanten?
  • Wat motiveert jou?
  • Hoe kunnen anderen jou motiveren?
  • Wanneer ben jij op je best, en wat doe jij om jezelf in topvorm te houden? Wat moet je vooral wel en niet doen? Hoe kun jij jezelf opladen? Hoe kunnen anderen jou helpen om in topvorm te blijven? Wat moeten zij juist en wel en niet van je vragen?
  • Hoe merk je bijvoorbeeld wanneer je het te druk hebt, wanneer je ‘batterij’ snel leeg gaat, wanneer je vastloopt? Wat doe je dan, wie kan je dan helpen en hoe kan diegene jou helpen?
  • Wat zijn “ik ben op de goede weg”-signalen?
  • Wanneer merk je dat je afdwaalt en moet bijsturen?
  • Hoe hou je jezelf scherp? Wie kunnen je daarbij helpen en hoe?
  • Wat heb jij nodig om goed te kunnen functioneren?
  • In welke omstandigheden was jij op je best?

Lijst gewenst gedrag

Cijfers en resultaten jaar 2

Behaalde cijfers & resultaten jaar 2:

 

- Nederlands

* Centraal examen 3F: 6,7

* Schrijven 3F: 9,3

* Spreken 3F: 7,6

* Gesprekken voeren 3F: 8,4

 

- Engels

* Centraal examen B1: 9,7

* Schrijven A2: 9,2

* Spreken A2: 9,1

* Gesprekken voeren A2: 9,1

 

- Rekenen

Niveau 3F centraal examen: 6,0

 

Periode 7:

- Project 7A : G

- Project 7B: G

- Veilig thuis: V

- Intervisie: V

- Reflectie: V

- Gesprekstechnieken: V

- Muziek, Beelden en Drama: G

 

Periode 8:

- Crisisinterventies: -

- Agressie: V

- Sociale problematiek: G

- Intervisie: V

- Reflecteren: V

- Overleggen en samenwerken: -

- Coördineren: O

- Professioneel handelen: O

Cijfers en resultaten jaar 3

Portfolio BPV

Urenverantwoording stage

Stagegesprekken jaar 2

Stagegesprekken jaar 3

360 graden feedback jaar 2

360 graden feedback jaar 3

Oefenopdrachten

Portfolio Burgerschap

Burgerschap jaar 2

Burgerschap jaar 3

Sociaal-maatschappelijke dimensie:

Economische dimensie:

Politiek-juridische dimensie:

Kieskompas Provinciale Statenverkiezingen
Kieskompas Provinciale Statenverkiezingen

Vitaal Burgerschap:

B1-K1-W1

1. Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?

Het begint bij het observeren van een cliënt. Dit gebeurt tijdens gesprekken met mensen die betrokken zijn en de begeleider. Na de observatie wordt er aan de hand van de genoteerde punten een beginsituatie geschetst worden. Vanuit de beginsituatie kan er een ondersteuningsvraag opgesteld worden en met de cliënt besproken worden welke doelen er gesteld kunnen worden.

 

Op stage werken wij met ONS. Dit is een systeem waarin genoteerd wordt hoe iemand zich gedragen heeft op de dagbesteding en of er specifieke noemwaardige gebeurtenissen zijn voorgekomen. Van tevoren vindt er een gesprek plaats met de begeleider van een cliënt en de cliënt zelf, waarin naar voren komt wat de ondersteuningsvraag tot nu toe is geweest. Deze wordt vastgelegd in het ONS systeem waardoor medewerkers van de dagbesteding kunnen inzien wie wat nodig heeft. Daarnaast wordt er tijdens de werkdagen gekeken of er aanpassingen moeten plaatsvinden aan de ondersteuningsvraag of dat er iets toegevoegd moet worden. Na een aantal weken vindt er een intake gesprek plaats waarbij de cliënt zijn werken tot dan toe wordt geëvalueerd en of de ondersteuningsvraag nog van toepassing is.

2. Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?

Observeren doe je in bijzondere situaties. Vooraf maak je een plan waar je in vermeld wat je graag wil observeren, waarbij er alleen wordt gekeken naar gedrag. Observeren gaat altijd doelgericht en methodisch. Het observeren moet altijd zo objectief mogelijk, en er mogen alleen feitelijke waarnemingen genoteerd worden.

Voor het verwerken van de observatie gebruik je een stappenplan. Dit plan bestaat uit de volgende stappen:

- Reden van observatie

- Het observatie doel

- De observatie vraag

- Deelvragen

- De gekozen observatiemethode

- Het plan van aanpak

- Evaluatiepunten

In het stappenplan noteer je de gegevens, en bepaal je tot slot welke gegevens je wil evalueren.

3. Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart?

Het sociale systeem van een client is een groep mensen die met elkaar in contact staan buiten de omgeving van de client om. Hierbij horen kleine groepen, organisaties of complete samenlevingen. Deze kan je samen met de client in kaart brengen, door gericht te kijken naar de betrokkenen in het leven van de client.

 

4. Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse?

Vanuit de analyse kan je alleen de belangrijke informatie noteren. Dit houdt in dat je alleen de informatie noteerd die een directe invloed heeft op de cliënt zelf. Voorbeeld hiervan is dat een cliënt in een gesprek aangeeft dat ze bij zijn/haar ouders is geweest, dat het goed gaat met de ouders, maar dieper in gaat op waarom hij/zij naar haar ouders is gegaan (niet goed voelen, steun zoeken).

5. Hoe rapporteer je?

Door feitelijke informatie, waarnemingen en belangrijke inhoud van een gesprek te noteren. Daarnaast wordt er gerapporteerd op doelen. Dit houdt in dat er gekeken wordt naar de doelstellingen van de cliënt, geobserveerd wordt op die doelen en dit weggezet wordt in het systeem.

6. Met wie werk je samen? (verschillende disciplines)

De disciplines waar je samen mee werkt zijn de beroepen waar je mee in aanraking komt tijdens het zorg verlenen. Dit kunnen zijn: Huisarts, Politie, VNN, GGZ, WIJ-team. Hierin kan je als begeleider een soort van vertaler zijn door de cliënt te vragen of hij/zij alles begrijpt en of het allemaal aangekomen is. 

7. Hoe stem je af in het multidisciplinaire team?

Door regelmatig vergaderingen te houden betreft de cliënt. Hierin bespreek je hoe het gaat met de cliënt en welke stappen er gemaakt kunnen/moeten worden en wie daar bij betrokken moet worden. Daarbij worden afspraken gemaakt welke partij welke taken op zich neemt. 

B1-K1-W2

1. Wat is ondersteunen? En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?

Ondersteunen is het begeleiden van een cliënt waarin de cliënt zelf keuzes en beslissingen maakt. Daarnaast grijp je in waar nodig, maar de cliënt zelf de beslissingen laat maken waar nodig. Verschillende vormen van ondersteuning kunnen zijn:

- Het motiveren om te wassen (lichaam en/of kleding)

- Het enthousiasmeren om de woonruimte schoon te houden

2. Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?

Persoonlijke lichamelijke verzorging is alles wat te maken heeft met je lichamelijke verzorging. Dit houdt onder andere in douchen, schone kleding en uiterlijke verzorging. Persoonlijke lichamelijke verzorging is dus alles wat te maken heeft met je lichamelijke welzijn.

3. Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud?

Door de cliënt zoveel mogelijk te betrekken bij het maken van keuzes en planningen, behoudt de cliënt de eigen regie. Hierin ondersteun je als begeleider wel, maar maak je niet de eindkeuzes. Door de cliënt te laten meedenken over zaken, kan de cliënt inzien dat bepaalde dingen misschien anders zouden moeten gaan. Hierdoor maakt de cliënt dan de keuze om er iets aan te veranderen.

4. Hoe bouw je een vertrouwensband op?

Het opbouwen van een vertrouwensband kan op meerdere manieren. Door interesse te tonen in wat de cliënt te zeggen heeft, een luisterend oor te bieden en actief te ondersteunen bij de behoeftes van de cliënt. Daarnaast kunnen algemene gesprekken ook bevordelijk zijn voor een vertrouwensband. Vooral belangrijk is is dat je eerlijk blijft.

5. Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?

Herhaaldelijk vragen of wat je doet goed is. Door open te blijven communiceren en het vragen van bevestiging verklein je de kans op ongemak.

6. Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?

Door te vragen wat de cliënt fijn vindt en wat de cliënt zou willen verbeteren. Tijdens deze gesprekken kan je kijken waar de cliënt minder goed in is, en kan je je eigen ervaringen delen over hoe een bepaalde vaardigheid zou kunnen aanpakken.

7. Wat is regie op eigen leven?

Regie op je eigen leven is het zelf kunnen maken van keuzes. Hierin kan je zelf bepalen hoe je leven eruit komt te zien en hoe je het wil invullen. Waar nodig kan je ondersteuning vragen, maar blijft de keuze aan jezelf.

8. Hoe – en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes?

9. Hoe ga je om met intieme situaties?

10. Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?

Door het gesprek open en luchtig te houden is het gesprek over intimiteiten niet zwaar beladen. Door te vragen wat een cliënt fijn vindt en wat juist niet, zal het gesprek ook geen onnodige ladingen krijgen.

11. Hoe waarborg je de privacy van een client?

12. Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?

B1-K1-W3

1. Hoe ga je in gesprek met de cliënt?

Theorie:

Het kijken naar de situatie en daarop inspelen. Kijken naar wat de client kan en gebasseerd daarop knoop je een gesprek aan en bepaal je wat de mogelijkheden zijn. 

2. Vanuit welke methodiek ga je het gesprek voeren?

Theorie:

Motiveren

3. Hoe zet je de cliënt in de eigen kracht?

Veel zelfstandigheid geven, de client laten doen wat hij al kan. 

4. Wat is een optimaal (huishoudelijk) leefklimaat?

Dat verschilt per client. Zo veel mogelijk zelf financieel beheer. Een schone, veilige ruimte waarin de client de mogelijkheid heeft om zo veel mogelijk zelf te doen. Koken, bed opmaken

5. Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen wonen en het huishouden te kunnen doen?

Theorie:

Het doen van inkopen, beheren van voorraden, het bereiden van maaltijden, opmaken van bedden, wassen en strijken van kleding. Het maken van schoonmaak schema's en kijken wat de client kan.

6. Welke mogelijkheden zijn er om een cliënt te ondersteunen/begeleiden in gedrag?

7. Hoe realiseer/stimuleer je ander gedrag bij de cliënt?

8. Hoe geef je feedback?

B1-K1-W4

1. Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?

2. Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?

3. Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?

4. Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?

5. Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?

6. Hoe motiveer je een cliënt?

7. Welke motivatietechnieken zijn er?

8. Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?

9. Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?

10. Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?

11. Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?

B1-K1-W5

1. Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?

2. Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?

3. Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?

4. Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?

5. Hoe maak ik een risicoanalyse?

6. Hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?

7. Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt?

8. Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega's en/of zichzelf?

9. Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?

10. Hoe observeer ik mijn cliënt als er signalen zijn van dreigende agressie?

11. Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?

12. Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?

13. Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie?

B1-K1-W6

1.1. Welke overlegvormen zijn er?

1.2. Hoe stem ik informatie op adequate wijze af?

2. Wat is effectief communiceren?

3. Hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen, rekening houdend met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen en behoeftes van betrokkenen?

4. Hoe voer ik tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen?

5. Hoe sta ik open voor meningen, ideeën en feedback van anderen?

6. Hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?

7. Hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit?

8. Hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking?

B1-K1-W7

1. Onderzoek verschillende methoden van evalueren

2. Hoe maak je een evaluatieverslag en wat staat daar in?

3. Hoe weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn?

4. Wat zijn relevante en wat zijn irrelevante gegevens?

5. Hoe structureer je de gegevens?

6. Maak een schriftelijke rapportage nav evaluatiegegevens.

  • Het arrangement Portfolio Peter Zijlstra M0vs4b8GEW is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Peter Zijlstra Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2023-06-19 09:34:02
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Welkom in mijn portfolio. Hier zal ik de voortgang van mijn studie inzichtelijk bijhouden. Stage Ik heb tot op heden nog geen stage, maar ik zit er boven op om dit voor elkaar te krijgen. Misschien leuke dingen over mij: Ik hou onwijs veel van sport. Ik sport sinds ik klein ben, en heb verschillende sporten beoefend. Voorbeelden hiervan zijn: - Zwemmen - Voetbal - Shishundo - Volleybal
    Leerniveau
    MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Zijlstra, Peter. (z.d.).

    Portfolio Peter Zijlstra M9vs4d8GEW

    https://maken.wikiwijs.nl/174837/Portfolio_Peter_Zijlstra_M9vs4d8GEW

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.