Docentenhandleiding Portfolio

Docentenhandleiding Portfolio

Docentenhandleiding portfolio excellenten

Inhoud ontwerp

 

Dit didactisch ontwerp is een portfolio opdracht voor de excellente studenten. Het gewenste effect van het portfolio is dat de excellente student in zijn/haar eigen tempo kan werken aan een opdracht zonder te moeten wachten tot de rest van de klas ook klaar is. Carol Ann Tomlinson (2016) beschreef dat dit een veelvoorkomend fenomeen is bij studenten die een hoger dan gemiddeld denkniveau hebben.

Ook kan er in een portfolio worden gewerkt aan vaardigheden zoals regie nemen over het eigen leerproces, wat aansluit bij de behoefte van de excellent (Buurman, 2012). Een portfolio kan dienst doen als bewijs van bekwaamheid voor het beroep (Ploegman & de Bie, 2008). Ook kan het bewijs leveren voor zowel de student als docent voor het maken van beslissingen. ‘De beslissing’ zal in dit geval gaan over bijvoorbeeld de mogelijkheid voor het al eerder maken van examens, of in ieder geval voorbereiding op examens aan te bieden. Ook kan het zijn dat de student extra mogelijkheden krijgt binnen de organisaties die gekoppeld zijn aan het plan voor hybride onderwijs.

Dit zijn eventuele mogelijkheden die in een later stadium overwogen kunnen worden op het moment dat excellente studenten met  volledig aangevulde portfolio’s aantonen dat zij meer uitdaging aankunnen. Dit is voor nu nog niet vastgesteld, omdat het botst met het beleid omtrent examens en versnellen in leerjaar één. De excellente student wordt middels het portfolio naar verwachting gemotiveerd door een ‘beloningssysteem’, en op het moment dat zij alleen extra opdrachten krijgen zonder ‘beloning’, valt wellicht een stukje motivatie bij de student weg (Geerts & Kralingen, 2018). Daarom krijgt het portfolio de inhoud van de opdrachten die iedere student in leerjaar één moet doen, alleen dan krijgt de excellente student de mogelijkheid vooruit werken.

Het wordt dus een bundeling van alle opdrachten die in het onderwijsprogramma leerjaar één voltooid moeten worden, maar de excellente student kan deze eerder afronden dan de rest. Er zit één extra aspect in het portfolio gericht aan het portfolio, en dat speelt in op het in kaart brengen van excellentie, en het bevorderen van het leerproces. Namelijk dat de student naast de reguliere opdrachten ook kan aantonen dat hij/zij de vaardigheden beheerst waarover een excellent beschikt: reflecteren en regie voeren over het eigen leerproces. Na iedere periode binnen het eerste schooljaar schrijft de student een reflectie op zijn/haar functioneren met bepaalde vragen die opgesteld zijn in de studentenhandleiding van het portfolio.

Opbouw ontwerp

Allereerst zijn er drie doelen opgesteld voor het portfolio. Deze doelen komen terug in de beoordelingslijst, die achterin de handleiding van het portfolio is gevoegd. Deze beoordelingslijst kan zowel de student als docent gebruiken als checklist om na te gaan of de doelen zijn behaald (Jongerius, 2006). De doelen van het portfolio zijn als volgt:

  1. De student toont aan dat hij/zij de eigen regie over het leerproces kan houden door zelfstandig (vooruit) te werken aan het portfolio en zelf hulp te vragen aan de docent waar nodig.
  2. De student toont aan dat hij/zij kan reflecteren op zijn/haar vaardigheden, het eigen gedrag en de effecten daarvan middels de reflectieopdrachten.
  3. De student toont met het portfolio aan dat hij/zij alle opdrachten van leerjaar één op een zelfgekozen vorm (bijv: Wix, WordPress, Word) zelfstandig heeft gebundeld.

Daarnaast zijn er nog drie vakinhoudelijke doelen opgesteld:

  1. De student creëert door de opdrachten de basishouding van een Sociaal Werker. Dit betekent o.a. dat hij/zij kan aansluiten bij de leefwereld van de doelgroep, zich empathisch en onbevooroordeeld een gesprek aan kan gaan, en kennis heeft van het werkveld waar hij/zij mee te maken krijgt.
  2. De student leert de gesprekstechnieken LSD, Oplossingsgericht Werken en kan binnen een gesprek omgaan met weerstand.
  3. De student leert op een professionele manier samenwerken met zijn/haar medestudenten. Dit houdt in dat hij/zij feedback kan geven en ontvangen en kan reflecteren op zijn/haar eigen handelen binnen een groep.

Het didactisch ontwerp kan aan de studenten uitgelegd worden volgens het WWHHTUK model. Dit is een model dat de opbouw van een goede instructie in kaart brengt volgens de letters WWHHTUK (Ebbens & Ettekoven, 2005). De letters staan voor ‘waarom, wat, hoe, hulp, tijd, uitkomst, klaar?’.  

 

Waarom?: Omdat de excellente student de mogelijkheid krijgt vooruit te werken zodat hij/zij zich niet gaat vervelen, de motivatie behoudt en in eigen kracht gezet kan worden. Ook kan de student werken aan vaardigheden waar de reguliere student wellicht nog niet aan toe is, en zo kan hij/zij aantonen al stagerijp te zijn. Dit heeft te maken met ‘stagerijpheid’, omdat op het moment dat de student vaardigheden als zelfstandigheid, regie over het eigen leerproces, en reflectieve vaardigheden kan laten zien, hij/zij daarmee ook aantoont de basis van de eisen voor de beroepshouding binnen stage aan te kunnen. Daarnaast wordt het portfolio opgebouwd om de docenten een praktische tool te bieden om te differentiëren binnen een klassensituatie. In de praktijk blijkt namelijk dat differentiëren veel tijd kost, en door docenten als lastig wordt ervaren (Berben, 2018).

Wat?: De student krijgt een handleiding waarin per periode de opdrachten staan verzameld die iedere student binnen de klassensetting moet afronden. Hiermee krijgt de student inzicht in welke opdrachten hij/zij alvast kan gaan maken op het moment dat hij/zij vooruit kan werken. De opdrachten worden niet direct ingeleverd bij de docent, maar verzameld in een portfolio. Dit betekent dus dat opdrachten die normaal gesproken bijvoorbeeld pas in periode vier aan de student worden ingeleid, door de excellente student wellicht in periode twee al zijn gemaakt.

Hoe?: De student werkt zelfstandig aan het portfolio. De docent kan rond de herfstvakantie goed inschatten welke studenten een voorsprong hebben op de rest en na een evaluatiegesprek met de student bespreken of het portfolio een uitkomst zou kunnen zijn. Op het moment dat de student hier ook gemotiveerd voor is, kan hij/zij de portfolio handleiding in ontvangst nemen en een start maken. De studentenhandleiding voor het portfolio laat een verzameling zien van alle opdrachten die er in moeten staan. Omdat deze opdrachten soortgelijk zijn aan de opdrachten die de andere studenten uit de klas maken, leest ook de excellente studente de uitleg van deze opdrachten in (bijvoorbeeld) de projectboekjes.

Hulp?: De student werkt aan zijn/haar zelfstandige vaardigheden en werkt in eigen tempo door. Wel kunnen er vragen ontstaan, of extra uitleg. In dit geval is de betreffende docent de aangewezen persoon om de vragen te beantwoorden. Het is voor de docent wel aangeraden om bijvoorbeeld tijdens de standaard evaluatiemomenten met de student te bespreken hoe het maken van het portfolio verloopt. Dewki (2015) beschrijft dat de feedback van de docent een belangrijke rol kan spelen bij portfolio opdrachten, omdat de student meer motivatie krijgt als hij/zij weet wat er verbeterd moet worden, of dat het juist goed gaat. Het doornemen van de reflectieopdrachten kan de docent ook inzicht geven in het verloop van het leerproces. Het is goed om dit te doen, zodat beide partijen (docent én student) zeker weten dat de opdracht voorspoedig verloopt en het gewenste effect wordt bereikt. Dit, om te voorkomen dat de student het portfolio geheel zelfstandig maakt en aan het einde van het schooljaar het lang niet in orde blijkt te zijn.

Tijd?: De docent heeft ongeveer tot aan de herfstvakantie de tijd nodig om goed te kunnen inschatten welke studenten in zijn/haar klassen de ‘excellenten’ zijn. Dit betekent dus dat de student na de herfstvakantie kan beginnen met het portfolio. Dit staat niet vast, als de docent al eerder signaleert dat er een student in de klas zit die heel snel de stof oppakt, kan hij/zij eventueel ook eerder dan de herfstvakantie starten. Dit tijdsbestek is dus een schatting. Daarnaast bepaalt de student zelf zijn/haar tempo, maar de opdracht is gebaseerd op het onderwijsprogramma van jaar één. Dit betekent dus dat hij/zij vanaf na de herfstvakantie (schatting) tot aan het einde schooljaar (ongeveer juli) heeft om te werken aan het portfolio.

Uitkomst?: De uitkomst is een portfolio dat in een door de student gekozen vorm wordt ingeleverd bij de docent (slb’er). De student kan bijvoorbeeld een portfolio in Word maken, maar dit kan ook in een digitaal platform zoals een website (Wix, WikiWijs, Wordpress, etc). In het portfolio staan alle uitgewerkte opdrachten die de student in leerjaar één moet inleveren. Er is gekozen om de student dezelfde opdrachten te laten maken als de andere studenten, zodat hij/zij vooruit kan werken en de docent wel dezelfde uitleg kan geven. Uit gesprekken met docenten en uit ervaring blijkt dat studenten in leerjaar één over het algemeen behoefte hebben aan kaders binnen opdrachten. Dit komt omdat zij gewend zijn om op de middelbare school deze kaders duidelijk te krijgen. Daarnaast kan het inzetten van geheel nieuwe opdrachten voor de excellente student in het eerste jaar zorgen voor overschatting (Schagen et al. 2014). De student kan bijvoorbeeld stress gaan ervaren omdat hij/zij dit moet doen, náást alle reguliere opdrachten. Daarnaast hoeft de docent met dit portfolio niet een geheel nieuwe uitleg te geven, het is te combineren binnen de normale lessen. Hier kan de docent bijvoorbeeld het IDGI+ model voor gebruiken, zodat de excellente student al eerder aan de slag kan (zie onderstaand kopje ‘IDGI+ model’). Het voordeel voor de excellente student is hier dat hij/zij kan aantonen een hoger niveau te hebben en extra uitdaging aan te kunnen. Daarnaast heeft de student na iedere periode binnen het schooljaar een reflectieopdracht bijgevoegd die aantoont waar hij/zij zich bevindt in het leerproces. Dit is van belang omdat volgens Geerts & Kralingen (2018) leren tot stand komt door onder andere reflectie, en het binnen het huidige onderwijsprogramma volgens de docenten van belang is om te focussen op reflectie naast de aangeboden theorie. De uitkomst van dit portfolio is dat de student heeft laten zien dat hij/zij stagerijp is.Ten slotte is er naast de ‘reguliere’ opdrachten en de reflectieopdracht binnen het portfolio ook een betekenisvolle leertaak opgesteld volgens de principes van actief leren (Ebbens & Ettekoven, 2005). Dit is opgezet om aan te sluiten bij de behoefte van de excellent, actief leren op wendbaar gebruik (rol van de docent is een coach, student reguleert eigen leerproces, etc.). Ook deze opdracht is ontworpen via de WHHTUK-methode. 

Klaar?: Als de student klaar is met het portfolio, presenteert de student het portfolio aan de slb’er. De docent bepaalt of er is voldaan aan de beoogde doelen en of het portfolio dient als bewijsvoering voor het aantonen van de benodigde vaardigheden (Jongerius, 2006). Er volgt dus een assessment/presentatie. De student presenteert zijn/haar reflectieverslagen en het verloop van het portfolio om in kaart te brengen hoe het leerproces is verlopen. Er worden door de docent vragen gesteld waardoor duidelijk wordt of de beoogde doelen zijn behaald. Onderstaande voorbeeldvragen zijn onder andere gebaseerd op wat Geerts en Kralingen (2018) van belang is tijdens de conclusie van het portfolio:

  1. Wat heb je gedaan om dit portfolio tot een succes te laten maken?
  2. Door welke actie van jou liepen zaken minder goed?
  3. Waaruit blijkt dat het portfolio succesvol is geweest?
  4. Wat wilde je bereiken het afgelopen schooljaar?
  5. Welke vaardigheden/competenties heb jij ontwikkeld gedurende het portfolio?
  6. Wat zou je na afloop van het portfolio nog willen leren, waar zie je nog ontwikkelingsmogelijkheden?

Op basis van het assessment kan zowel de docent als student concluderen dat de student ‘stagerijp’ is. In overleg met M. Otten (persoonlijke communicatie, 10 maart 2021) is naar voren gekomen dat de conclusie ‘stagerijpheid’ centraal moet staan, omdat op het moment dat een student stagerijp is, dit betekent dat hij/zij beschikt over vaardigheden die normaal gesproken na schooljaar één ontwikkeld horen te zijn. Bij de excellente student zijn deze (dit kan geconcludeerd worden op basis van het portfolio) al eerder ontwikkeld, en dat betekent dat hij/zij extra uitdaging aan kan. Wat deze extra uitdaging ná het portfolio precies zal zijn, dat kan de docent afstemmen met de student. Wellicht kan er gekeken worden naar het versnellen van de opleiding, het eerder afronden van examens, het eerder aan de slag binnen stage (of binnen het hybride onderwijs), of kunnen er lessen gemist worden en in de plaats daarvan een vervangende uitdagende opdracht ingezet worden.

 

IDGI+ model (onderstaande afbeelding)

De docent kan het portfolio eerst één op één met de student bespreken, zodat beide partijen de verwachtingen helder hebben gemaakt. Vanaf dat moment, gaat de student zelf aan de slag. Aangezien de opdrachten binnen het portfolio dezelfde zijn als andere studenten uit de klas maken, kan de docent gebruik maken van het IDGI+ model tijdens de les (Geerts & Kralingen, 2018). Dit staat voor: interactieve gedifferentieerde directe instructiemodel. Er wordt binnen dit model rekening gehouden met de verschillen tussen leerlingen door hen bijvoorbeeld te verdelen in subgroepen. De docent zou dan een groepje kunnen maken van de excellente studenten, en een overige groep van instructieafhankelijke studenten. Eventueel zou er nog een derde groep gevormd kunnen worden, van studenten die een beetje instructie nodig hebben, maar minder als de tweede groep. Tijdens de instructie van de opdrachten/de les, gaan de excellente studenten direct aan de slag met het portfolio. Dit kan tijdens de les. Zij weten dan, als we klaar zijn met de eerste opdracht, kunnen we direct door naar de volgende. De instructieafhankelijke studenten kunnen tijdens het zelfstandig werken van de excellenten nog luisteren naar de uitleg en opstart.

 

 

Verwachte leerprocessen

 

Het portfolio zorgt ervoor dat vanaf komend schooljaar de docent een opdracht kan aanbieden aan de excellente student. Het verwachte effect hiervan is dat de excellente student zich niet meer hoeft te vervelen, en niet meer hoeft af te wachten op de andere studenten uit de groep. Door het aanbieden van een ander ‘programma’ voor de excellente student kan er beter aangesloten worden bij de behoeften van excellente en talentvolle studenten, zodat zij zich al eerder en ten volle kunnen ontplooien (Rijst & Wolfensberger, 2014). De student kan nu namelijk zelfstandig aan de slag, en heeft gedurende het grootste deel van het schooljaar de taak om hieraan te werken. Ook is de verwachting dat de studenten actief gaan leren, omdat het portfolio beschikt over de volgende punten (Ebbens & Ettekoven, 2005):

  1. Het zijn op praktijkgerichte situaties: de in de situatie te gebruiken kennis is terplekke functioneel en daarmee voor de leerling relevant.
  2. Het zijn complexe, divergente, niet versimpelde, open taken. Ze zijn gebaseerd op een grote vraag, maar sluiten ook aan bij de competentie van een leerling.      
  3. Leerlingen hebben invloed op de vormgeving van het leerproces tot aan het eindresultaat toe.
  4. Leerlingen hebben invloed op de vormgeving van het product
  5. Leerlingen mogen relatief lange tijd aan de complexe opdracht werken. Dat kan variëren van een week tot een aantal maanden.

De verwachting is dat de excellente student de opdracht zelfstandig zal oppakken, omdat hij/zij nu uitgedaagd wordt de regie over het eigen onderwijsproces te houden. Dit heeft te maken met de drie basisbehoeften: autonomie, competentie en verbondenheid (Geerts & Kralingen, 2018). De excellente student kan nu een eigen keuze maken, namelijk het zelfstandig vooruit werken en zijn/haar excellentie tonen door aan de slag te gaan met het portfolio. Daarnaast heeft verbondenheid te maken met de lesstof, de opdrachten zijn dezelfde als medestudenten, waardoor de student niet los komt te staan van het onderwijsprogramma. De basisbehoefte ‘competentie’ gaat erover dat de student het gevoel heeft de taak aan te kunnen. Het vertrouwen in de excellente student vanuit de docent, gebaseerd op ervaringen uit de lessen, prestaties en de cijfers, geeft de excellente student het gevoel vaardig genoeg voor deze opdracht te zijn.

Portfolio's geven de mogelijkheid om zowel het leerproces als leerprestatie in onderlinge samenhang te beoordelen (Huizing & Rijst, 2016). In dit opgestelde portfolio is de leerprestatie gericht op alle opdrachten die de studenten in het portfolio verzameld, de opdrachten die iedere student in leerjaar één dient af te ronden. Het leerproces wordt vooral zichtbaar in de reflectieopdrachten na iedere portfolio. De verwachting van excellente studenten is dat zij goed onder woorden kunnen brengen welke punten zij nieuw analyseren: wat hebben ze geleerd van een activiteit (Gorp et al., 2013). Ook zullen de studenten reflecteren meer als belangrijke vaardigheid gaan zien, en dus als een ‘tool’ die je nodig hebt en die je kan verbeteren. Volgens Wolfensberger (in Gorp et al., 2013) kan reflectie helpen om tot excellente presentaties te komen. Wanneer studenten de samenhang vinden tussen wie ze zijn, wie ze willen worden en hun eigen leerproces dan draagt dit bij aan de intrinsieke motivatie. Het reflecteren binnen het portfolio zal naar verwachting dus bijdragen aan de motivatie van de excellente student, en het in kaart brengen van de excellentie (o.a. het goed onder woorden kunnen brengen van het leerproces).

Beoordeling portfolio

In onderstaand bestand staat het beoordelingsformulier voor de docent. Aan de hand van deze criterea kan beoordeeld worden of het portfolio voldoet aan de eisen. Alle criterea dienen minstens een voldoende te zijn.

Studentenhandleiding

In onderstaand bestand is de studentenhandleiding toegevoegd. Deze kan de docent bespreken met de excellente student die in aanmerking komt om te beginnen met dit portfolio. 

  • Het arrangement Docentenhandleiding Portfolio is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ilse Feringa
    Laatst gewijzigd
    2021-06-01 00:23:52
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij deze een handleiding geschreven voor de docent waarin uitgelegd wordt hoe de portfolio opdracht in elkaar steekt. De portfolio opdracht is ontworpen voor de excellente student in leerjaar één om hem/haar extra uitdaging en mogelijkheden te bieden binnen het huidige onderwijsprogramma. Binnen de handleiding zijn bronnen toegevoegd ter ondersteuning van de keuzes binnen het portfolio. Veel leesplezier!
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.