Het portfolio zorgt ervoor dat vanaf komend schooljaar de docent een opdracht kan aanbieden aan de excellente student. Het verwachte effect hiervan is dat de excellente student zich niet meer hoeft te vervelen, en niet meer hoeft af te wachten op de andere studenten uit de groep. Door het aanbieden van een ander ‘programma’ voor de excellente student kan er beter aangesloten worden bij de behoeften van excellente en talentvolle studenten, zodat zij zich al eerder en ten volle kunnen ontplooien (Rijst & Wolfensberger, 2014). De student kan nu namelijk zelfstandig aan de slag, en heeft gedurende het grootste deel van het schooljaar de taak om hieraan te werken. Ook is de verwachting dat de studenten actief gaan leren, omdat het portfolio beschikt over de volgende punten (Ebbens & Ettekoven, 2005):
De verwachting is dat de excellente student de opdracht zelfstandig zal oppakken, omdat hij/zij nu uitgedaagd wordt de regie over het eigen onderwijsproces te houden. Dit heeft te maken met de drie basisbehoeften: autonomie, competentie en verbondenheid (Geerts & Kralingen, 2018). De excellente student kan nu een eigen keuze maken, namelijk het zelfstandig vooruit werken en zijn/haar excellentie tonen door aan de slag te gaan met het portfolio. Daarnaast heeft verbondenheid te maken met de lesstof, de opdrachten zijn dezelfde als medestudenten, waardoor de student niet los komt te staan van het onderwijsprogramma. De basisbehoefte ‘competentie’ gaat erover dat de student het gevoel heeft de taak aan te kunnen. Het vertrouwen in de excellente student vanuit de docent, gebaseerd op ervaringen uit de lessen, prestaties en de cijfers, geeft de excellente student het gevoel vaardig genoeg voor deze opdracht te zijn.
Portfolio's geven de mogelijkheid om zowel het leerproces als leerprestatie in onderlinge samenhang te beoordelen (Huizing & Rijst, 2016). In dit opgestelde portfolio is de leerprestatie gericht op alle opdrachten die de studenten in het portfolio verzameld, de opdrachten die iedere student in leerjaar één dient af te ronden. Het leerproces wordt vooral zichtbaar in de reflectieopdrachten na iedere portfolio. De verwachting van excellente studenten is dat zij goed onder woorden kunnen brengen welke punten zij nieuw analyseren: wat hebben ze geleerd van een activiteit (Gorp et al., 2013). Ook zullen de studenten reflecteren meer als belangrijke vaardigheid gaan zien, en dus als een ‘tool’ die je nodig hebt en die je kan verbeteren. Volgens Wolfensberger (in Gorp et al., 2013) kan reflectie helpen om tot excellente presentaties te komen. Wanneer studenten de samenhang vinden tussen wie ze zijn, wie ze willen worden en hun eigen leerproces dan draagt dit bij aan de intrinsieke motivatie. Het reflecteren binnen het portfolio zal naar verwachting dus bijdragen aan de motivatie van de excellente student, en het in kaart brengen van de excellentie (o.a. het goed onder woorden kunnen brengen van het leerproces).