Economie Basiskennis Mavo periode 1 en 2 leerjaar 3

Economie Basiskennis Mavo periode 1 en 2 leerjaar 3

Introductie

Introductie:

Wat leuk, dat jullie gekozen hebben om eindexamen te gaan doen in het vak economie. Hoewel het examen voor jullie misschien nog ver weg lijkt, gaan jullie deze komende twee periodes wel een basis leggen om goed voorbereid te starten aan het PTA traject naar het eindexamen.

Veel plezier!

Tijdbesteding

Je zult ongeveer 4 uur per week aan economie werken om een goede basis te ontwikkelen.

Begeleiding

Economie is een mooi vak, maar soms wat lastig. Het gaat om een combinatie van redeneren en rekenen. Als je vragen hebt zoek mij dan op, dan gaat het vast lukken om goede antwoorden (en misschien zelfs weer nieuwe vragen!) te vinden. Ik ben iedere dag op HVX, behalve op woensdag, dus kom gewoon even langs.

Mate van vrijheid

Dit is een gestructureerde quest. Deze quest wordt iedere periode afgesloten met een toets en geeft je een goede indicatie hoe jouw basiskennis economie ervoor staat. In deze quest vind je een weekschema. Als je je hieraan houdt, dan gaat het helemaal goed komen.

SE voorbereiding:

Het (school)examen is niet alleen maar begrippen kennen, maar (vooral) kunnen argumenteren, uitleggen en berekenen. Dát kun je trainen! Hoe je dat het best kunt leren? Je wordt beter in het maken van (school)examens door heel veel te oefenen!

  • Maak eigen aantekeningen tijdens het doorwerken van de modules en neem alle aantekeningen nog een keer door.
  • Bouw aan je eigen economische woordenlijst tijdens de modules en oefen of je de begrippen kent.
  • Maak van elk module nog een keer de (examen)opgaven. Zorg dat je ze goed nakijkt! Zo kun je zien welke onderwerpen je al beheerst en waar je meer in moet oefenen.
  • Maak minstens vier oude examens en kijk ze goed na!

Attitude:

Bij het maken van deze quest train je alle spieren van de Building Learning Power.

Voor de hele quest geldt, dat je goed moet plannen (=Reflectie) Er zijn opdrachten waarbij er van je gevraagd wordt om logisch te redeneren (Vindingrijkheid), maar bovenal heb je doorzettingsvermogen (Veerkracht) nodig om tot een mooi resultaat te komen.

SE of toetsen maken:

Wat is er belangrijk tijdens het (school)examen en bij toetsen?

  • Neem rustig de tijd.
  • Het (school)examen is altijd onderverdeeld in een stuk of acht verhaaltjes, waar telkens meerdere vragen bij horen. Neem tussen elk verhaaltje voor jezelf even een halve minuut pauze om weer fris aan de volgende te kunnen beginnen.
  • Lees de vragen goed!! Kijk bijvoorbeeld heel goed of bedragen per week of per maand zijn en of hoeveelheden in kilo’s of tonnen aangegeven staan. Er zitten altijd wel een paar instinkers in!
  • Let op afronden bij rekenvragen! Procenten op 1 decimaal en geld op 2 decimalen tenzij er in de vraag staat dat je anders moet afronden. Rond je verkeerd af, moet ik een punt aftrekken!
  • Schrijf netjes, iedereen moet het kunnen lezen!
  • Sla steeds één regel over tussen alle opgaven, dat staat wel zo netjes.
  • Geef bij een meerkeuzevraag altijd antwoord. Weet je het niet; gok dan gewoon!

 

Hoe moet ik mijn antwoorden op het examen opschrijven?

  • Antwoord op het (school)examen altijd met een volledige zin, welke dus begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  • Begin altijd met het herhalen van een deel van de vraag, geef dan antwoord en eindig met je conclusie.

 

Voorbeelden:
Vraag: Leg uit hoe gratis kinderopvang een oplossing kan zijn voor krapte op de arbeidsmarkt.
Fout antwoord: “Zo kunnen ze makkelijker aan het werk”
Goed antwoord: “Gratis kinderopvang kan een oplossing zijn voor krapte op de arbeidsmarkt, omdat ouders dan sneller hun kinderen naar de opvang zullen brengen. Hierdoor kunnen zij aan het werk gaan, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt zal verminderen.”

Vraag: Leg uit op welke manier hogere werkloosheid oorzaak kan zijn van een toename van de overheidsuitgaven.
Fout antwoord: “Dat kost veel geld voor uitkeringen”
Goed antwoord: “Hogere werkloosheid kan de oorzaak zijn van een toename van de overheidsuitgaven, omdat deze mensen een uitkering zullen ontvangen die door de overheid moet worden betaald. Daarom zullen de overheidsuitgaven dus toenemen”

Routeplanner

Deze routeplanner kun je gebruiken om te kijken welke opdrachten je per week moet afronden, zodat je jouw basiskennis economie goed opbouwt.

Let op: het is van groot belang dat je alle opdrachten maakt, omdat je dan oefent met de stof en dit zorgt ervoor dat je de basis legt die je voor je PTA nodig hebt.

Uitzondering vormen de Eindopdrachten en Terugkijken uit het onderdeel Afronding. Deze hoef je niet te maken (anders kom je niet uit met je tijd).

De Samenvatting maak je uiteraard wel! Als de Eindopdracht een TOETS is maak je die ook!

In de onderstaande tabel zie je welke onderdelen je per week moet maken om je goed voor te bereiden. Laat jouw leren zien door het inleveren van opdrachten uit de onderdelen in Seesaw

Kijk voordat je jouw opdracht inlevert goed of jouw post voldoet aan de eisen die wij hieraan hebben gesteld.

Week Data Welk onderdeel moet je doen? Laat jouw leren zien in Seesaw
1   Schaarste/Keuzes maken/ 3 Modules

 

2  

Schaarste/Consumeren/ 2 modules

Ruil/Produceren/1module

 

3  

Ruil/Produceren/1 module

Ruil/Geld/2 modules

 
4  

Markt/Vraag en aanbod/1 module

Markt/Produceren/1 module

Markt/Cons. en Prod gedrag/ 1 module

 
5  

Markt/Cons. en Prod gedrag/1 module

Ruilen over tijd/Levensloop/ 1 module

Ruilen over tijd/Geld sparen of lenen/ 1 modules

 

6  

Ruilen over tijd/Geld sparen of lenen/2 modules

 
7  

eXpo week TOETS

Schaarste, Ruil, Markt en Ruilen over tijd alle modules
8  

Samenwerken en onderhandelen/De overheid/ 2 modules

Samenwerken en onderhandelen/Samenwerken/ 1 module

 
9  

Samenwerken en onderhandelen/Samenwerken/ 1 module

Risico en informatie/Risico en verzekeren/ 2 modules

 
10  

Risico en verzekeren/Risico en beleggen/ 1 module

Welvaart en groei/Ontwikkelingsgebieden/ 2 modules

 
11  

Welvaart en groei/Belastingen/

1 module

Welvaart en groei/Economische groei/ 1 module

Welvaart en groei/Europa/ 1 module

 
12   Goede tijden, slechte tijden/Werk/3 modules  
13  

Goede tijden, slechte tijden/Werk/ 1 module

Goede tijden, slechte tijden/Wisselkoers/ 1 module

Goede tijden, slechte tijden/Tegen of met elkaar?/ 1 module

 
14  

Goede tijden, slechte tijden/Tegen of met elkaar?/1 module

 
15   eXpo week TOETS Samenwerken en onderhandelen, Risico en informatie, Welvaart en groei, Goede tijden, slechte tijden alle modules

 

Motivatiemotor

Passie uitoefenen

Naar een doel streven

Nieuwsgierigheid

Iets totaal nieuws leren

       

 

Zet in Seesaw welke van deze vier pijlers jou het meest motiveert om deze Quest tot een goed einde te brengen en waarom.

Reis(blog)

In dit gedeelte van de quest vind je de stof die je moet doornemen en alle opdrachten die ervoor gaan zorgen, dat je de stof gaat beheersen.

Het is belangrijk om te laten zien wat je leert van de onderdelen, dus plaats jouw gemaakte opdrachten in Seesaw

 

 

Schaarste/Keuzes maken

Keuzes maken

Kern: Schaarste

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.

Subkern: Keuzes maken

Tussendoel

Je begrijpt dat economie gaat over het maken van keuzes en je kan met voorbeelden toelichten dat je niet alles kunt kopen met een beperkt inkomen.

Leerlingdoelen

- Je kunt een definitie van geld geven en je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen dat bij veel economische onderwerpen geld een belangrijke rol speelt.

- Je kunt minimaal twee verschillende inkomstenbronnen noemen.

- Je kunt de begrippen behoeften en middelen omschrijven.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen waarom je niet alles kunt kopen met een beperkt inkomen en waarom je dus keuzes moet maken.

Bij Keuzes maken horen drie modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Geld en economie

Inkomstenbronnen

Inkomensverschillen

Schaarste/Consumeren

Consumeren

Kern: Schaarste

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat beperkte middelen dwingen tot het maken van keuzes.

Subkern: Consumeren

Tussendoel

Je kunt een huishoudboekje opstellen en dit sluitend maken.

Leerlingdoelen

- Je kunt een omschrijving geven van het begrip consumeren.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen goederen en diensten.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven.

- Je kunt bedragen per week omrekenen naar bedragen per jaar en je kunt bedragen per jaar omrekenen naar bedragen per maand.

- Je kunt de begrippen budget en begroting omschrijven. Je kunt een eenvoudige gezinsbegroting opstellen.

- Je kunt omschrijven wat bedoeld wordt met reserveren en bezuinigen.

Bij Consumeren horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Uitgaven

Budget en begroting

Ruil/Produceren

Produceren

Kern: Ruil

Leerdoel

Je begrijpt dat ruil arbeidsdeling mogelijk maakt en dat geld het ruilproces soepeler laat verlopen.

Subkern: Produceren

Tussendoel

Je kunt uitleggen dat er verschillen bestaan tussen productie en consumptie, je kunt het verschil uitleggen tussen goederen en diensten.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip produceren omschrijven en je kunt de vier productiefactoren noemen.

- Je kunt bedrijven onderverdelen in bedrijven die goederen produceren en bedrijven die diensten produceren. Je kunt van beide soorten bedrijven minimaal vier voorbeelden noemen.

- Je kunt (aan de hand van een voorbeeld) uitleggen wat een bedrijfskolom is.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat wordt bedoeld met investeren.

Bij Produceren horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Produceren en productiefactoren

Grondstof tot eindproduct

Ruil/Geld

Geld

Kern: Ruil

Leerdoel

Je begrijpt dat ruil arbeidsdeling mogelijk maakt en dat geld het ruilproces soepeler laat verlopen.

Subkern: Geld

Tussendoel

Je kunt uitleggen waar geld voor gebruikt wordt en je kan de rol van de Nederlandse Bank toelichten.

Leerlingdoelen

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen directe ruil en indirecte ruil en kunt uitleggen dat geld het ruilproces soepeler laat lopen.

- Je kunt drie functies van geld noemen: ruilmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.

- Je kunt (met een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld.

- Je kunt minimaal twee activiteiten van banken noemen.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat wordt bedoeld met De Nederlandsche Bank is de bank der banken.

Bij Geld horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Geld als smeermiddel

Banken

Markt/Vraag en aanbod

Vraag en aanbod

Kern: Markt

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat de keuzes worden gecoördineerd via de markt en dat dit leidt tot prijsvorming.

Subkern: Vraag en aanbod

Tussendoel

Je kunt uitleggen dat voor een succesvolle (ver)koop een koper en een verkoper nodig zijn.

Leerlingdoelen

- Je weet dat de producenten de aanbieders van producten zijn en dat consumenten de vragers van producten zijn.

- Je kunt uitleggen wat de invloed is van de prijs op het aanbod van en de vraag naar een product.

- Je kunt uitleggen dat de verkoopprijs van een product de prijs is waar vraag en aanbod samenkomen (= evenwichtsprijs).

- Je kunt voorbeelden geven van een succesvolle koop en verkoop op een site als marktplaats.nl.

Bij Vraag en aanbod hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Vraag en aanbod

Markt/Produceren: van kosten tot winst

Produceren: van kosten tot winst

Kern: Markt

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat de keuzes worden gecoördineerd via de markt en dat dit leidt tot prijsvorming.

Subkern: Produceren: bedrijfskosten, afzet, omzet en winst

Tussendoel

Je kunt de winst uitrekenen met behulp van de verkoopprijs, afzet en de kostprijs.

Leerlingdoelen

- Je kunt minimaal drie voorbeelden van bedrijfskosten noemen.

- Je kunt een eenvoudige kostprijs berekening maken en je kunt uitleggen waarom de verkoopprijs van een product boven de kostprijs moet liggen.

- Je kunt duidelijk maken wat het verschil is tussen brutowinst en nettowinst en je kunt een winstberekening maken.

Bij Produceren: van kosten tot winst hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Van bedrijfskosten tot winst

Markt/Consumenten- en producentengedrag

Consumenten- en producentengedrag

Kern: Markt

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat de keuzes worden gecoördineerd via de markt en dat dit leidt tot prijsvorming.

Subkern: Consumenten- en producentengedrag

Tussendoel

Je kunt laten zien dat je begrijpt dat het koopgedrag van consumenten te beïnvloeden is door producenten.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip koopgedrag omschrijven en je kunt twee factoren noemen die je koopgedrag beïnvloeden.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat het verschil is tussen commerciële en ideële reclame.

- Je kunt omschrijven (en voorbeelden geven van) wat een ondernemer bedoeld met zijn doelgroep.

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoelde met het marketingbeleid van een ondernemer en je kunt minimaal twee instrumenten van het marketingbeleid noemen.

Bij Consumenten- en producentengedrag horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Koopgedrag en reclame

Marketingmix

Ruilen over tijd/Levensloop

Levensloop

Kern: Ruilen over de tijd

Leerdoel

Je hebt inzicht in het gegeven dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt maar ook over de tijd.

Subkern: Levensloop: gezinnen ruilen over de tijd

Tussendoel

Je kunt de levensloop van een persoon/gezin indelen in drie fasen en de drie fasen beschrijven.

Leerlingdoelen

- Je kunt het leven van een persoon indelen in drie fasen: de fase voordat je gaat werken, de fase dat je werkt, de fase dat je met pensioen bent. Je kunt de inkomsten en uitgaven per fase vergelijken.

- Je kunt uitleggen dat scholing gezien kan worden als een persoonlijke investering.

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen hoe mensen die met pensioen zijn aan een inkomen komen.

Bij Levensloop hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Levensloop

Ruilen over tijd/Geld: sparen of lenen

Geld: sparen of lenen

Kern: Ruilen over de tijd

Leerdoel

Je hebt inzicht in het gegeven dat ruil niet alleen op één moment in de tijd plaatsvindt maar ook over de tijd.

Subkern: Geld: sparen of lenen

Tussendoel

Je begrijpt dat geld lenen niet gratis is en je kan dit met een rekenvoorbeeld onderbouwen.

Leerlingdoelen

- Je kunt uitleggen wat sparen is en wat lenen is en je kunt de voordelen en nadelen van sparen en lenen met elkaar vergelijken.

- Je kunt uitleggen wat rente is en je kunt uitrekenen welke rentebedrag je krijgt/betaalt als je geld spaart/geld leent.

- Je kunt twee factoren noemen die van invloed zijn op het bedrag dat je kunt lenen.

- Je kunt uitleggen waarom de meeste mensen voor het kopen van een huis een hypotheek nodig hebben.

- Je kunt de voordelen en nadelen van een huis kopen en een huis huren met elkaar vergelijken.

Bij Geld: sparen op lenen horen drie modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Lenen

Hypotheekvormen

Kopen of huren?

Samenwerken en onderhandelen/De overheid

De overheid

Kern: Samenwerken en onderhandelen

Leerdoel

Je begrijpt dat samenwerken en onderhandelen meer oplevert voor partijen (dan te vertrouwen op het nastreven van eigenbelang).

Subkern: De overheid

Tussendoel

Je kunt voorbeelden geven (uit je eigen woonomgeving) van goederen en diensten die door de overheid worden aangeboden.

Leerlingdoelen

- Je kunt met behulp van een voorbeeld duidelijk maken dat de drie overheden (Rijk, provincie en gemeente) een eigen taak hebben.

- Je kunt voorbeelden noemen van producten (goederen en diensten) die door de overheid worden verzorgd.

- Je kunt uitleggen dat de overheid doordat we belasting betalen geld heeft om de overheidsproducten te kunnen aanbieden.

Bij De overheid horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Overheid en economie

Overheid als producent

Risico en informatie/Risico en verzekeren

Risico en verzekeren

Kern: Risico en informatie

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat gezinnen en ondernemingen informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen.

Subkern: Risico en verzekeren

Tussendoel

Je kunt uitleggen wat een verzekering is, je kunt uitleggen waarom je een verzekering moet (of kunt) afsluiten.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip verzekering omschrijven; je gebruikt daarbij de woorden: premie, polis, eigen risico, verzekeraar en verzekeringsnemer.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen een schadeverzekering en een sommenverzekering.

- Je kunt voorbeelden noemen van verzekeringen die je moet of kunt afsluiten, denk aan WA-verzekering, fietsverzekering en inboedelverzekering.

- Je kunt uitleggen waarom mensen soms misbruik willen maken van hun verzekering. Je kunt ook een maatregel noemen waarmee een verzekeringsmaatschappij het misbruik kan proberen te voorkomen.

Bij Risico en verzekeren horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Verzekeringsovereenkomsten

Soorten verzekeringen

Risico en informatie/Risico en beleggen

Risico en beleggen & Ondernemingsvormen

Kern: Risico en informatie

Leerdoel

Je kunt uitleggen dat gezinnen en ondernemingen informatie verzamelen ten einde onzekerheid te verkleinen.

Subkern: Risico en beleggen

Tussendoel

Je weet wat beleggen is.

Leerlingdoelen

- Je kunt uitleggen wat een aandeel is en kunt omschrijven wat wordt bedoeld met de koers van een aandeel en je weet dat aandelen worden verhandeld op de beurs.

- Je kunt omschrijven wat beleggen is en je kunt uitleggen dat je een financieel risico loopt als je belegt.

Subkern: Ondernemingsvormen

Tussendoel

Je kunt verschillende ondernemingsvormen noemen.

Leerlingdoelen

- Je kunt aangeven bij welke instantie je moet zijn als je je eigen bedrijf gaat beginnen.

- Je kunt de ondernemingsvormen éénmanszaak, vof, bv en nv met elkaar vergelijken.

Bij Risico en beleggen & Ondernemingsvormen hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Ondernemingsvormen

Welvaart en groei/Ontwikkelingsgebieden

Ontwikkelingsgebieden

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Ontwikkelingsgebieden

Tussendoel

Je kunt voorbeelden geven van rijke en arme landen en je kunt omschrijven waarom dat zo is.

Leerlingdoelen

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met welvaart en je kunt het verschil tussen welvaart en welzijn uitleggen.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het nationaal inkomen van een land en kunt uitleggen dat het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking een maat is voor de welvaart van een land.

- Je kunt aangeven waar op aarde de meeste ontwikkelingslanden liggen en je kunt minimaal vier kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.

- Je kunt voorbeelden van ontwikkelingssamenwerking noemen.

- Je kunt uitleggen wordt wordt bedoeld met Fair trade en kunt uitleggen wat wordt verstaan onder 'trade not aid'.

Bij Ontwikkelingsgebieden horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Kenmerken van ontwikkelingslanden

Ontwikkelingswegen

Welvaart en groei/Belastingen

Belastingen

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Belastingen

Tussendoel

Je begrijpt dat de overheid voor haar inkomsten grotendeels afhankelijk is van (directe en indirecte) belastingen.

Leerlingdoelen

- Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen.

- Je kunt uitleggen wanneer je loon- en inkomstenbelasting en wanneer je BTW betaalt.

- Je kunt drie voorbeelden van overheidsuitgaven noemen die bijdragen aan de welvaart en groei.

Bij Belastingen hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Overheid: inkomsten en uitgaven

Welvaart en groei/Economische groei

Economische groei

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Economische groei

Tussendoel

Je kunt uitleggen waarom de economie van Nederland krimpt of juist groeit.

Leerlingdoelen

- Je kunt het begrip productiecapaciteit omschrijven.

- Je kunt het begrip economische groei omschrijven.

- Je kunt uitleggen dat een toenemende vraag naar producten kan leiden economische groei.

Bij Economische groei hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Economische groei

Welvaart en groei/Europa

Europa

Kern: Welvaart en groei

Leerdoel

Je begrijpt wat op nationaal niveau en op mondiaal niveau de oorzaken zijn van economische groei.

Subkern: Europa

Tussendoel

Je kunt omschrijven wat het betekent dat Nederland onderdeel uitmaakt van de EU.

Leerlingdoelen

- Je kunt een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.

- Je kunt minimaal 10 landen noemen die lid zijn van de EU en je kunt minimaal 2 Europese landen noemen die geen lid zijn van de EU.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met 'vrij verkeer van personen' en 'vrij verkeer van producten' binnen de EU.

- Je kunt een voordeel noemen van de invoering van de euro door een aantal EU-landen.

- Je kunt (aan de hand van een voorbeeld) laten zien dat er tussen de landen van de EU (economische) verschillen zijn.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen waarom de samenwerking binnen de EU soms op weerstand stuit.

Bij Europa hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Europese Unie

Goede tijden, slechte tijden/Werk

Werk

Kern: Goede tijden, slechte tijden

Leerdoel

Je kunt verklaren waarom er sprake is van schommelingen in economische activiteiten.

Subkern: Werkloosheid

Tussendoel

Je kunt uitleggen waarom iemand werkloos kan worden en wat gedaan kan worden om iemand weer aan een baan te helpen.

Leerlingdoelen

- Je kunt (met behulp van voorbeelden) uitleggen wat wordt verstaan onder de vraag naar arbeid (= werkgelegenheid).

- Je kunt uitleggen wat wordt verstaan onder het aanbod van arbeid (= beroepsbevolking).

- Je kunt twee voorbeelden noemen waardoor mensen werkloos kunnen worden.

- Je kunt twee maatregelen noemen die genomen kunnen worden om werkloosheid te bestrijden.

Bij Werk horen vier modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Arbeidsmarkt

Werkgelegenheid

Vormen van werkloosheid

Bestrijding werkloosheid

Goede tijden, slechte tijden/Wisselkoers

Wisselkoers

Kern: Goede tijden, slechte tijden

Leerdoel

Je kunt verklaren waarom er sprake is van schommelingen in economische activiteiten.

Subkern: Wisselkoers

Tussendoel

Je kunt de prijs van een buitenlands product in een andere valuta omrekenen naar euro's (of omgekeerd).

Leerlingdoelen

- Je kunt uitleggen wat vreemde valuta zijn en je kunt drie voorbeelden van vreemde valuta noemen.

- Je kunt het begrip wisselkoers omschrijven en je de prijs van een product in een vreemde valuta omrekenen naar euro als je de wisselkoers weet (en omgekeerd).

Bij Wisselkoers hoort een module. Deze staat hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Euro en andere valuta

Goede tijden, slechte tijden/Tegen of met elkaar?

Tegen of met elkaar?

Kern: Goede tijden, slechte tijden

Leerdoel

Je kunt verklaren waarom er sprake is van schommelingen in economische activiteiten.

Subkern: Tegen of met elkaar?

Tussendoel

Je hebt zicht op internationale handel.

Leerlingdoelen

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met internationale handel; je gebruikt daarbij de begrippen import en export.

- Je kunt omschrijven wat wordt bedoeld met een open economie en je kunt uitleggen waarom Nederland een open economie heeft.

- Je kunt (met behulp van een voorbeeld) uitleggen wat wordt bedoeld met internationale concurrentie.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met protectionisme en je kunt een voorbeeld noemen van protectionisme en je kunt uitleggen waarom een land zo'n maatregel neemt.

- Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met vrijhandel en je kunt een voordeel noemen van vrijhandel.

Bij Tegen of met elkaar? horen twee modules. Deze staan hieronder. Klik op de link om de module te openen en doorloop alle stappen t/m Afronding Samenvatting en Eindopdracht (als dit een toets is).

Handel met het buitenland

Tegen of met elkaar?