Het keuzevak
Het keuzevak bestaat uit een stukje theorie en praktijk. Iedere donderdag ga je boodschappen doen en op vrijdag ga je de gerechten bereiden. Je sluit dit keuzevak af door een grote eindopdracht & het maken van een toets over de theorie.
Veel succes!
Groetjes mevrouw Haneveer
Boodschappen doen
De komende weken ga je op vrijdag een gerecht bereiden naar keuze (soms in een bepaald thema)!
Op donderdag ga je hier de boodschappen voor halen!
Week 1: Voorgerecht & nagerecht naar keuze
Week 2: Italiaans hoofdgerecht
Week 3: Gerecht met een gepocheerd ei
Week 5: Recept naar keuze
Week 6: Eindopdracht Voor- hoofd- en nagerecht.
Let op! Laat je recept controleren door mevrouw Haneveer
Trends op het moment
Maak een worddocument aan en verwerk hier alle antwoorden in van deze Wikiwijs.
1) Zoek op het internet naar de trends van dit moment op het gebied van voeding. Welke gerechten zijn op dit moment heel hip?
2) Lust jij deze gerechten? Waarom wel/niet?
3) Zoek 3 recepten op voor 2 personen.Let er goed op dat de duur van het gerecht, de ingredienten en de bereidingswijze worden genoteerd.
Seizoensgebonden producten
HORECA
De horeca is dus een bedrijfstak met verschillende soorten bedrijven. Als je aan je vrienden en vriendinnen vertelt dat je in de horeca werkt, weten ze nog niet in wat voor soort bedrijf je werkt. Het woord horeca is eigenlijk een afkorting. Een afkorting van de drie belangrijkste groepen bedrijven uit de bedrijfstak horeca.
Deze drie groepen bedrijven zijn:
– hotelbedrijven
– restaurantbedrijven
– cafébedrijven.
Er zijn nog twee groepen bedrijven die bij de bedrijfstak horeca horen. Dit zijn:
– instellingen
– cateringbedrijven.
Het horecaproduct
Hiervoor heb je gelezen dat er verschillende soorten horecabedrijven zijn. Het verschil tussen de soorten horecabedrijven zit in de producten die ze verkopen. Met een product bedoelen we: alles wat personen of bedrijven maken en kunnen verkopen.
Om te kunnen voortbestaan, moet een bedrijf geld verdienen met het verkopen van producten. Het horecaproduct bestaat uit:
– goederen
– diensten.
Voorbeelden van goederen zijn:
– de gerechten en drankjes die de gasten eten en drinken
– de verhuur van hotelkamers en zalen voor vergaderingen en partijen.
De goederen noemen we ook wel het tastbare deel van een product. Je kunt ze echt waarnemen.
Groetjes mevrouw Haneveer
Auteur: P Bron https://maken.wikiwijs.nl/122216/Intro_keuken#!page-colofon
Hygiene in de keuken
In de horeca ga je veel met eten en drinken om. Ook heb je veel contact met gasten. Om ervoor te zorgen dat je op een verantwoorde wijze gerechten kunt koken en serveren, moet je op de hoogte zijn van hygiëneregels.
Bij hygiëne denk je meestal meteen aan schoonmaken. Schoonmaken van je lichaam, je huis of je omgeving. Hygiëne is echter meer dan alleen schoonmaken. Je kunt zeggen dat hygiëne dient ter bescherming om gezond te kunnen leven.
Hygiëne verdelen we in drie groepen:
– persoonlijke hygiëne: verzorging van je lichaam en kleding
– bedrijfshygiëne: verzorging van de werkplek, gereedschappen
– levensmiddelen hygiëne: verzorging van grondstoffen en producten
Persoonlijke hygiëne
Een goede persoonlijke hygiëne is erg belangrijk. Op en in je hele lichaam bevinden zich veel bacteriën. Vooral in de mond, de neus en de keelholte zitten er veel. Denk daaraan als je eens hoest of niest. Ook in je darmen bevinden zich veel bacteriën. Darmbacteriën kunnen op je handen komen bij gebruik van het toilet. Als je je handen daarna niet goed wast, komen deze bacteriën gemakkelijk in producten. Ook als je een vuile handdoek gebruikt, kunnen er bacteriën aan je handen komen.
Belangrijke spelregels voor een goede persoonlijke hygiëne:
– Zorg voor schone handen.
– Was en desinfecteer je handen goed: vóór het bereiden van voedsel na aanraking van rauwe producten na gebruik van het toilet.
– Draag geen sieraden aan handen en polsen.
– Houd je nagels kort en schoon.
Gebruik geen kunstnagels of nagellak, want hierop kunnen bacteriën zich
prima hechten.
– Gebruik wegwerphanddoeken en luchtdrogers, deze zijn hygiënischer dan handdoeken.
– Verzorg je haar goed. Draag haar langer dan je schouder in een staart.
– Werk niet in een keuken of bakkerij wanneer je: puisten of zweren hebt zwaar verkouden bent
lijdt aan een besmettelijke ziekte een open wond hebt.
– Draag schone vakkleding.
Bedrijfshygiëne
Bedrijfshygiëne betekent het goed schoonhouden van de werkplek en bedrijfsruimte en daardoor voorkom je bederf en besmetting. Bovendien werkt hetprettiger in een schone omgeving.
Levensmiddelen hygiëne
Levensmiddelen hygiëne is de hygiëne doe moet voorkomen dat levensmiddelen besmet raken door micro organismen. Micro organismen zijn kleine met het oog niet zichtbare levende wezens.
We verdelen de micro organismen in:
- Bacteriën
- Schimmels
- Gisten
- Virussen
Maatregelen om besmetting en bederf te voorkomen:
– Houd rauwe en bereide producten gescheiden.
– Gebruik geen rauwe eieren als er geen verhitting boven de 75°C volgt.
Bij onvoldoende verhitting kun je in plaats van rauwe eieren gepasteuriseerde ei-producten gebruiken.
– Was groenten die rauw gegeten worden in water met azijn- of citroenzuur.
– Bereid voedingsmiddelen niet te lang van tevoren.
– Doe geen oude grondstoffen of producten bij nieuwe.
– Bewaar grondstoffen en producten op de voorgeschreven manier.
– Let op de houdbaarheidsdatum van voedsel.
Auteur: P Bron https://maken.wikiwijs.nl/122216/Intro_keuken#!page-colofon
Snijplanken
Om besmetting te voorkomen wordt er in de keuken gewerkt met verschillende kleuren snijplanken.
Zo is er voor elk product een andere kleur snijplank.
- Rood: Rauw vlees en wild
- Blauw: Vis
- Wit: Brood en kaas
- Bruin: Gaar vlees en wild
- Geel: Kip en gevogelte
- Groen: Groenten en fruit
Auteur: P Bron https://maken.wikiwijs.nl/122216/Intro_keuken#!page-colofon
Aangepast menu
In een restaurant krijg je te maken met gasten die een allergie hebben of intoleratie voor een bepaalde voedingsstof.
1) Leg het verschil uit tussen een allergie en intolerantie
2) Zoek 3 recepten op voor de volgende intoleranties/allergieën
- lactosevrij nagerecht
- glutenvrij hoofdgerecht
- koolhydraatarm voorgerecht
EHBO
Voor EHBO rond je het volgende af:
1) Maak een PowerPoint met uitleg over de volgende onderdelen:
-Bijensteek
-Tekenbeet
-Bloedneus
-Een brandblaar
Hoe kun je het het beste handelen? Werk dit uit
2) Maak in Word een stappenplan over hoe je het beste kunt handelen als iemand zich verstikt.
3) Maak een PowerPoint over een onderwerp naar keuze.
Verstuur dit via teams naar mevrouw Haneveer