Vwo aardrijkskunde: wat moet je weten

Vwo aardrijkskunde: wat moet je weten

Belangrijke begrippen tijdens jouw examen

Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.

Domein B Wereld

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • de begrippen ‘mondialisering’ en ‘tijdruimtecompressie’ in onderling verband en vanuit een geografisch perspectief analyseren;
  • mondiale spreidingspatronen van economische, culturele, demografische, sociale en politieke verschijnselen beschrijven, in hoofdlijnen verklaren en aan elkaar relateren;
  • grootstedelijke gebieden in een nader aan te wijzen postindustrieel land analyseren in het licht van processen van mondialisering.

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

global village, mondiale en transnationale netwerken, globalisering

 

kapitaalstromen, internationale arbeidsverdeling

 

multinationale onderneming, productieketen

 

WTO, opkomende grootmachten (BRICS-landen)

 

multipolaire wereld, amerikanisering

 

cultuurgebied, lingua franca

 

geopolitiek, blokvorming, regionalisme,  anders-globalisten

 

semi-periferie, periferie

 

diffusie, fragmentarische modernisering

 

regionale ongelijkheid, sociale ongelijkheid

 

spread-effecten, backwash-effecten, afwenteling (in ruimte en tijd), ruimtelijke ongelijkheid

 

tijdruimtecompressie, absolute en relatieve afstand, absolute en relatieve ligging,

 

afstandsverval

 

transporttechnologie, transportnetwerk, informatietechnologie

 

reshoring, BRICS, BRICSMIT  

hegemoniale staat, europeanisering, kolonialisme, imperialisme, dekolonisatie,

 

triade, nieuwe industrielanden, uitschuiving,

 

nieuwe internationale arbeidsverdeling, global shift

 

Pacific Rim

 

cultuurgebieden

 

bevolkingsspreiding, bevolkingsdichtheid, bevolkingsgroei, demografische transitie, demografische druk, leeftijdsopbouw, kindersterfte, vruchtbaarheid

 

BBP, BRP, inkomen (per capita), koopkracht, beroepsbevolking,

 

democratisch gehalte, mensenrechten, samenwerkingsverbanden, analfabetisme,

 

verstedelijkingsgraad, verstedelingstempo

 

VN-ontwikkelingsindex (HDI), regionale ongelijkheid, sociale ongelijkheid

 

megalopolis, wereldstad/Metropool, Hub en spoke-netwerk, mainportregio

 

achterland, stedelijke geleding, edge city

 

CBD, gentrification, stedelijk netwerk, (economisch) cluster

 

mondiale financiële markten, creatieve stad, innovatie, kosmopolitisme, Urban Sprawl

 

ruimtelijke segregatie, sociale polarisatie

 

getto, ommuurde woonwijk, gated community, migranten netwerken

 

Domein C Aarde

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • de aarde als een uniek natuurlijk systeem beschrijven en deze kennis toepassen bij het analyseren van veranderingen aan het aardoppervlak op verschillende tijd- en ruimtetijdschalen;
  • de kenmerken van landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren;
  • de natuurlijke en landschappelijke kenmerken van een nader aan te wijzen fysisch-geografische macroregio in onderlinge samenhang en in relatie tot de samenlevingen in de betreffende macroregio analyseren.

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

actualiteitsbeginsel

 

endogene processen, geomorfologische verschijnselen

 

platentektoniek, asthenosfeer, convectiestromen, lithosfeer, (mid)oceanische rug

 

subductie, diepzeetrog

 

convergente plaatgrenzen, divergente plaatgrenzen, transforme plaatgrenzen

 

hotspot, vulkanisme, explosieve eruptie, stratovulkaan, caldera, effusieve eruptie, schildvulkaan, pyroklastica

 

aardbevingen, magnitude (schaal van Richter), intensiteit (schaal van Mercalli), tsunami

 

gebergtevorming, breukgebergten, horsten en slenken, plooiingsgebergten,

 

geologische tijdschaal

 

stroomgebied, rivierstelsel, estuarium, verwering, mechanisch (fysisch), chemisch, erosie, transport, sedimentatie, delta, morene, puinhelling, puinwaaier, massabewegingen,

 

gesteentekringloop, stollingsgesteenten, basalt, graniet

 

sedimentgesteenten, kalksteen, zandsteen, metamorfe gesteenten, leisteen, marmer

 

hydrologische kringloop

 

hoge luchtdrukgebied, lage luchtdrukgebied

 

ITCZ, corioliseffect

 

wet van Buys Ballot

 

passaat, moesson

 

thermohaliene circulatie, diepwaterpomp

 

warme en koude zeestroom, stralingsbalans, klimaatgebied

 

geofactoren, gesteente en reliëf, klimaat, lucht        

 

bodem, water, flora, fauna,

 

landschapszones, polaire zone, boreale zone,  gematigde zonesubtropische zone, (semi)aride zone, tropische zone

 

landdegradatie, (versnelde) bodemerosie

 

verzilting, verwoestijning, overbeweiding, ontbossing, klimaatverandering

 

alpien plooiingsgebied, subtropische landschapszone

 

mediterrane vegetatie, mediterrane landbouwtypen

 

(grond)waterproblematiek, waterbalans, duurzaam water- en landgebruik

 

natuurramp, milieuramp, hazard management

 

Domein D Gebieden (Zuid Amerika)

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • de afbakening van de betreffende macroregio analyseren, gebruikmakend van combinaties van relevante kenmerken;
  • een geografische vergelijking maken tussen de betreffende macroregio en een andere ontwikkelingsregio in de wereld op grond van relevante kenmerken;
  • de ontwikkelingsprocessen in de betreffende macroregio in hoofdlijnen aangeven en verklaren met gebruikmaking van economische, politieke, sociaal-culturele, fysisch-geografische, historische, interne en externe factoren.

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

perceptie, stereotypen, mental map, geografisch beeld

 

schild, hoogtezones, hoogvlakte/hoogland

 

ertsen / ertsvorming, fossiele energiebronnen, andesiet

 

tropisch regenwoud (selva), savanne (llanos, cerrado en caatinga), steppe (pampa), tropisch laagland, mangrove

 

bevolkingsdruk, gezinsplanning, natuurlijke bevolkingsgroei, sociale bevolkingsgroei /migratie, etniciteit, mestizering, latino

 

bevolkingsparticipatie, democratisering, sociale polarisatie

 

Gini-coëfficiënt/lorenzcurve, elite BBP per hoofd /BRP per hoofd, import- en exportpakket, handelsbalans

 

megasteden, sloppenwijken (favelas), informal city

 

informele sector

 

cliëntelisme

 

latifundia

 

grondbezitverhouding

 

El Niño

 

demografische transitie, demografische druk

 

etnische / religieuze conflicten, informele en formele machtsstructuur

 

dictatuur

 

oligarchie

 

populisme

 

neoliberalisme, good governance, De-agrarisatie, industrialisatie, tertiairisering

 

landroof (landgrabbing), duale economie

 

exportvalorisatie, importsubstitutie

 

cashcrops/foodcrops

 

waterkrachtcentrale

 

UNASUR, buitenlandse investeringen (Foreign Direct Investments)

 

BRIC(S)

 

etnische en culturele diversiteit, bevolkingsparticipatie, democratisering

 

Domein E Leefomgeving

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in Nederland;
  • actuele ruimtelijke en sociaaleconomische vraagstukken van stedelijke gebieden in Nederland;

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Onderwerpen en begrippen

Dit weet ik

duinen, wadden, estuaria, zachte kusten, harde kusten

 

zeedijken, waterkeringen, kustprocessen (opbouw en afbraak)

 

zeestroming, getijdenstroming, eb en vloed, springtij en doodtij

 

absolute zeespiegelstijging, bodemdaling, relatieve zeespiegelstijging

 

stroomgebied, stroomstelsel, waterscheiding, waterafvoer

 

debiet, regiem, vertragingstijd, (verhoogde) piekafvoer, verhang, verval

 

dwarsprofiel rivieren (benedenloop), uiterwaarden, zomerbed, winterbed, Lengteprofiel rivieren

 

bovenloop, middenloop, benedenloop

 

klimaatverandering, temperatuurstijging, neerslagregiem

 

verstening van het oppervlak, ontbossing

 

kanalisatie, stuw, krib, dijk(verzwaring)

 

Rijkswaterstaat, waterschappen, tweede deltacommissie, deltaprogramma, deltafonds, deltawet, nationaal waterplan

 

integraal waterbeleid, primaire waterkering, noodoverloopgebied

 

zandsuppletie, zandmotor

 

bolwerkvorming, slufter

 

ruimte voor de rivier, rivierbedverruiming, verdieping, verbreding / dijkverlegging

 

kribverlaging, nevengeulen, uiterwaardvergraving, drietrapsstrategie

 

rijnconferentie, overstromingsrisicobewustzijn

 

verzilting, verdroging, watertoets

 

groene daken, waterpleinen, retentiebekkens

 

noordvleugel, zuidvleugel, mainports, reikwijdte, verzorgingsgebied

 

groene hart, stedelijk netwerk, grootstedelijke functies

 

metropoolvorming, ruimtelijk beleid, ruimtelijke ordening

 

sectoraal beleid, groeikernen, VINEX-locaties, structuurvisie

 

creatieve stad, kenniseconomie, science parks

 

zakelijke dienstverlening, duale arbeidsmarkt, publiek-private samenwerking

 

duurzame stad (sustainable city), smart city

 

buurtprofiel, woningkenmerken, etniciteit

 

buurt- / wijkvoorzieningen, sociale cohesie

 

sociale (on)veiligheid, objectieve (on)veiligheid, subjectieve (on)veiligheid

 

openbare ruimte, toegankelijkheid, toezicht, stadsvernieuwing, herstructurering

 

  • Het arrangement Vwo aardrijkskunde: wat moet je weten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-12-29 08:39:00
    Licentie
    CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Wat moet je weten voor het centraal eindexamen? Je kunt hier per examenonderdeel lezen wat je globaal moet kunnen. De begrippen, onderwerpen en/of opvattingen die je in ieder geval moet kennen, vind je hier. Maar let goed op! Deze begrippen, onderwerpen, en/of opvattingen moet je altijd kunnen duiden. Je moet de begrippen met elkaar verbinden, in een specifieke context herkennen en toepassen of elders weer gebruiken. Sec alleen het uit je hoofd leren van de begrippen is lang niet voldoende om je examen te halen. Vraag dus altijd aan je docent om je bij het leren te helpen.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    centraal eindexamen, eindexamen, voexamen, watmoetjeweten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Wat moet je kennen - LVHE. (z.d.).

    Disclaimer

    https://maken.wikiwijs.nl/176566/Disclaimer

    Wat moet je kennen - LVHE. (z.d.).

    Sjabloon wat moet je weten

    https://maken.wikiwijs.nl/174792/Sjabloon_wat_moet_je_weten