Vwo bedrijfseconomie: wat moet je weten

Vwo bedrijfseconomie: wat moet je weten

Belangrijke begrippen tijdens jouw examen

Op deze pagina bieden we een overzicht van de begrippen die je moet kennen voor jouw examen. Weet je waar deze begrippen over gaan, herken je ze én kun je ze toepassen in een specifieke context? Dan ben je al een heel eind op de goede weg. De precieze leerdoelen voor dit vak staan in de syllabus.

Domein B Van persoon naar rechtspersoon

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • vraagstukken met persoonlijke financiële consequenties herkennen en financieel onderbouwde keuzes maken. Hij kan kenmerken van verschillende rechtsvormen beschrijven en, in het bijzonder, het proces voor en rond de oprichting van een eenmanszaak beschrijven en de rol van de ondernemer beoordelen.

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Begrippen en onderwerpen

Dit weet ik

verzekeren, levensverzekering, schadeverzekeringen

 

lenen, consumptief krediet, hypothecair krediet, interest verplichting, aflossingsverplichting

 

enkelvoudige interest, samengestelde interest, contante waarde, eindwaarde

 

direct opneembare spaartegoeden, niet-direct opneembare spaartegoeden

 

bedrijfspensioen, verplicht sparen

 

beleggen, vermogenstitels, aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, effectenbeurs, call-opties en put-opties

 

hypotheekadviseur, makelaar, notaris, taxateur

 

hypothecair krediet, lineaire hypotheek, annuïteitenhypotheek

 

Samenlevingscontract, geregistreerd partnerschap, gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden, partnerschapsvoorwaarden

 

partnerpensioenrechten, alimentatie, schenken

 

erven, schenkbelasting, belastingvrijstelling, vrijstellingen , ANBI

 

testament, erfgenamen, onterven, legitieme portie, verwerpen, aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving, beneficiair aanvaarden, zuiver aanvaarden, erfbelastingen

 

causation, effectuation

 

segmentatie, strategische partners, stakeholders

 

persoonlijk plan, marketingplan, financieel plan

 

SWOT analyse, product, prijs, promotie, plaats/distributie

 

investeringsbegroting, financieringsbegroting, exploitatiebegroting, liquiditeitsbegroting

 

oprichtingsverplichtingen, Kamer van Koophandel, Belastingdienst, vergunningen

 

rechtsvorm, natuurlijk persoon, rechtspersoon, eenmanszaak, vennootschap onder firma (openbare vennootschap), besloten vennootschap, naamloze vennootschap, stichting, vereniging

 

bestuur, raad van commissarissen, algemene ledenvergadering, algemene vergadering van aandeelhouders

 

beëindigen organisatie, surseance van betaling, faillissement, bedrijfsopvolging

 

absolute omvang, relatieve omvang, marktaandeel (afzet en omzet)

 

commercieel, niet-commercieel, controleverklaring, verslaggeving

 

Domein C Interne organisatie en personeelsbeleid

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • personeelsbeleid/HRM beschrijven en daarbij de relatie leggen met de doelstelling en de aard van de organisatie

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Begrippen en onderwerpen

Dit weet ik

arbeidsrelatie, individuele arbeidsovereenkomst, zzp, arbeidscontract

 

individuele arbeidsovereenkomst, gezagsverhouding, arbeidsverplichting

 

voor onbepaalde tijd, voor bepaalde tijd, oproep, nul-uren

 

wetgeving, ontslagrecht, arbowetgeving

 

personeelsvertegenwoordiging, ondernemingsraad, vakbond

 

beloningsvormen, beloning in geld, beloning in aandelen, carrièreperspectief

 

personeelsbeleid, functieprofielen, functiewaardering, personeelsplanning, werving en selectie

 

functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek, kernwaarden,  personeelstevredenheid

 

Domein D: Investeren en Financieren

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • bij een investeringsvraagstuk noemen welke gegevens relevant zijn,
  • uitleggen of een investering economisch zinvol is en hierbij verschillende investeringsselectiemethoden analyseren en beoordelen.
  • vanuit het perspectief van een organisatie de werking van de vermogensmarkt uitleggen
  • in de context van een financieringsvraagstuk de redenen voor het aantrekken van verschillende types vermogen noemen en uitleggen welke risico’s financiering met vreemd vermogen met zich meebrengen

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Begrippen en onderwerpen

Dit weet ik

financiering, vermogensverschaffers, leasemaatschappijen, eigen inbreng

 

vermogensmarkt, openbaar vermogen, onderhands vermogen

 

marktefficiëntie, effectenbeurs, aandelen, obligaties

 

beleggingsfondsen, koersverloop, volatiliteit

 

toezichthouders, Autoriteit Financiële Markten (AFM), De Nederlandse Bank (DNB), Autoriteit Consument en Markt (ACM)

 

koersbepalende factoren, bedrijfsnieuws, beursklimaat, marktrente, marktsentiment

 

netto contante waarde

 

aandelenkapitaal, maatschappelijk aandelenkapitaal, geplaatst aandelenkapitaal

 

aandeel, nominale waarde, intrinsieke waarde, emissiekoers, agio op aandelen, beurskoers

 

obligatie, nominale waarde, emissiekoers, agio op obligaties, disagio op obligaties

 

interbancaire interest, lang vreemd vermogen, hypothecaire lening, onderhandse lening, gewone obligatielening, converteerbare obligatielening, langlopende leaseverplichtingen

 

kort vreemd vermogen, bankkrediet (rekeningcourantkrediet), leverancierskrediet, afnemerskrediet

 

off-balance-sheet, off-balance financiering, hedgen, afdekken risico

 

call optie, put optie

 

winstverdeling, resultaat voor winstbelasting, vennootschapsbelasting

 

stock dividend, cash dividend, gewoon dividend, preferent dividend, dividendbelasting, reservering

 

vermogensstructuur, faillissementsrisico, hefboomwerking/hefboomformule

 

geëist rendement, vermogenskostenvoet

 

Domein E Marketing

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • uitleggen wat marketing inhoudt, kan marketingdoelstellingen opstellen en kan uitleggen op welke wijze deze doelen gerealiseerd kunnen worden en op welke wijze marketing uitwerkt op de consument en de maatschappij

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Begrippen en/of onderwerpen

Ken je ze?

marketingmix, productbeleid, merk, garantie, service, kwaliteit

 

prijsbeleid, psychologische prijs, afroomprijspolitiek, prijspenetratiepolitiek

 

plaatsbeleid, distributiebeleid pushen pullstrategie, distributiekanaal

 

promotiebeleid, sponsoring, reclame, marketingstrategie, push-strategie, pull-strategie

 

affiliatie, waardestrategie, klantwaarde

 

vijfkrachtenmodel van Porter

 

B2C (Business to Consumer), B2B (Business to Business), C2B (Consumer to Business) C2C (Consumer to Consumer)

 

e-marketing, social media

 

Domein F Financieel beleid

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • financiële feiten inventariseren en verwerken tot financiële overzichten.
  • financiële en niet-financiële informatie onderscheiden en het belang van beide uitleggen voor het besturen van de organisatie
  • voor een handelsonderneming of dienstverlenende onderneming de verschillende kostensoorten onderscheiden, de winst berekenen en de verschillen analyseren

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Begrippen en onderwerpen

Dit weet ik

inkoop goederen, ontvangst goederen, diensten, contant, op rekening, verkoop goederen, aflevering goederen

 

aflossing, afschrijving, aanschafwaarde

 

btw aangifte, privéontvangsten, uitgaven, overige ontvangsten, kas, bank

 

financiële overzichten, beginbalans, eindbalans, liquiditeitsbegroting, exploitatiebegroting

 

geprognosticeerde eindbalans, winst- en verliesrekening

 

afzet, verkoopprijs, omzet, kosten, opbrengsten

 

bedrijfsresultaat, financieringsresultaat, incidentele resultaat, resultaat voor winstbelasting

 

vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, resultaat na winstbelasting

 

eigen vermogen, liquide middelen

 

gerealiseerde balans

 

voorraadgrootheden, stroomgrootheden

 

overlopende posten, nog te betalen bedragen, nog te ontvangen bedragen, vooruitbetaalde bedragen, vooruit ontvangen bedragen

 

niet-financiële informatie, kritische succesfactoren / prestatie-indicator

 

assortiment, innovatiekracht, leveringstermijn

 

klanttevredenheid / klachten

 

constante kosten, variabele Kosten, toegerekende kosten, periode kosten,  proportionele kosten

 

te vorderen btw, te betalen btw, af te dragen btw

 

variabele kostencalculatiemethode, winstopslag

 

winstmarge, transfer pricing

 

break even omzet, break even afzet, dekkingsbijdrage

 

cashflow, verschillenanalyse

 

verkoopresultaat, budgetresultaat, prijsresultaat, efficiencyresultaat, bezettingsresultaat

 

afschrijvingssystemen vaste activa, vast percentage aanschafwaarde, waarderingsgrondslag activa

 

historische kosten, actuele waarde, herwaardering zonder inhaalafschrijving

 

voorraad goederen waardering, vaste verrekenprijs

 

prijsverschil bij inkoop

 

Domein G Verslaggeving

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • een eenvoudige jaarrekening van een organisatie analyseren

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Begrippen en onderwerpen

Dit weet ik

jaarverslag, bestuursverslag, jaarrekening, balans, winst- en verliesrekening

 

vaste activa, immateriële vaste activa, materiële vaste activa, financiële vaste activa, vlottende activa

 

voorraad, debiteuren, effecten, overlopende posten, liquide middelen

 

eigen vermogen, reserves, resultaat

 

schulden op lange termijn, hypothecaire lening, onderhandse lening

 

verplichtingen op korte termijn, crediteuren, rekening-courantkrediet

 

overlopende posten, transitorische posten

 

voorzieningen, onderhoudsvoorziening, garantievoorziening, pensioenvoorziening, niet uit de balans blijkende verplichtingen en risico’s

 

resultaat, EBIT(DA), resultaat voor interest

 

belastingen (afschrijving en amortisatie), waardering en afschrijving, actuele waarde, herwaardering en afwaardering

 

kengetallen, liquiditeitsratio, current ratio, quick ratio, solvabiliteitsratio’s, EV, VV, TV, Rentabiliteitsratio

 

resultaat per aandeel, cash flow per aandeel, REV, RTV, IVV

 

dividendrendement, beleggersrendement

 

hefboomwerking, interestmarge

 

DuPont schema, omloopsnelheid

 

resultaatmarge, controleverklaring, accountant, wet- en regelgeving

 

 

  • Het arrangement Vwo bedrijfseconomie: wat moet je weten is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-12-29 08:53:41
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Wat moet je weten voor het centraal eindexamen? Je kunt hier per examenonderdeel lezen wat je globaal moet kunnen. De begrippen, onderwerpen en/of opvattingen die je in ieder geval moet kennen, vind je hier. Maar let goed op! Deze begrippen, onderwerpen, en/of opvattingen moet je altijd kunnen duiden. Je moet de begrippen met elkaar verbinden, in een specifieke context herkennen en toepassen of elders weer gebruiken. Sec alleen het uit je hoofd leren van de begrippen is lang niet voldoende om je examen te halen. Vraag dus altijd aan je docent om je bij het leren te helpen.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    bedrijfseconomie, centraal eindexamen, eindexamen, voexamen, watmoetjeweten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Wat moet je kennen - LVHE. (z.d.).

    Disclaimer

    https://maken.wikiwijs.nl/176566/Disclaimer

    Wat moet je kennen - LVHE. (z.d.).

    Sjabloon wat moet je weten

    https://maken.wikiwijs.nl/174792/Sjabloon_wat_moet_je_weten