Domein D: Investeren en Financieren

Als je alle examenstof hebt geleerd kun je:

  • bij een investeringsvraagstuk noemen welke gegevens relevant zijn,
  • uitleggen of een investering economisch zinvol is en hierbij verschillende investeringsselectiemethoden analyseren en beoordelen.
  • vanuit het perspectief van een organisatie de werking van de vermogensmarkt uitleggen
  • in de context van een financieringsvraagstuk de redenen voor het aantrekken van verschillende types vermogen noemen en uitleggen welke risico’s financiering met vreemd vermogen met zich meebrengen

 

De begrippen die je bij dit domein in ieder geval moet kennen luiden als volgt:

Begrippen en onderwerpen

Dit weet ik

financiering, vermogensverschaffers, leasemaatschappijen, eigen inbreng

 

vermogensmarkt, openbaar vermogen, onderhands vermogen

 

marktefficiëntie, effectenbeurs, aandelen, obligaties

 

beleggingsfondsen, koersverloop, volatiliteit

 

toezichthouders, Autoriteit Financiële Markten (AFM), De Nederlandse Bank (DNB), Autoriteit Consument en Markt (ACM)

 

koersbepalende factoren, bedrijfsnieuws, beursklimaat, marktrente, marktsentiment

 

netto contante waarde

 

aandelenkapitaal, maatschappelijk aandelenkapitaal, geplaatst aandelenkapitaal

 

aandeel, nominale waarde, intrinsieke waarde, emissiekoers, agio op aandelen, beurskoers

 

obligatie, nominale waarde, emissiekoers, agio op obligaties, disagio op obligaties

 

interbancaire interest, lang vreemd vermogen, hypothecaire lening, onderhandse lening, gewone obligatielening, converteerbare obligatielening, langlopende leaseverplichtingen

 

kort vreemd vermogen, bankkrediet (rekeningcourantkrediet), leverancierskrediet, afnemerskrediet

 

off-balance-sheet, off-balance financiering, hedgen, afdekken risico

 

call optie, put optie

 

winstverdeling, resultaat voor winstbelasting, vennootschapsbelasting

 

stock dividend, cash dividend, gewoon dividend, preferent dividend, dividendbelasting, reservering

 

vermogensstructuur, faillissementsrisico, hefboomwerking/hefboomformule

 

geëist rendement, vermogenskostenvoet