08.2 Sociale kwestie v456

08.2 Sociale kwestie v456

Intro en probleemstelling

Werkomstandigheden in de fabrieken

Tijdens de industriële revolutie verschenen overal in Europa grote fabrieken. De werkomstandigheden voor de arbeiders waren in de begintijd erbarmelijk.
Zo werkten kinderen al op jonge leeftijd in de textielfabrieken en verdienden de arbeiders vaak net genoeg om hun gezinnen in leven te houden.

Sociale kwestie
Sociale wetgeving bestond in Nederland voor 1870 niet. Ook de huisvesting in de grote steden was slecht. Arbeidersgezinnen leefden samengepakt in kleine huizen en kamers. De sociale kwestie, zoals deze situatie werd genoemd, werd een van de belangrijkste politieke vraagstukken in de tweede helft van de 19de eeuw.

Probleemstelling

Discussies in de politiek
Over de leef- en werkomstandigheden van arbeiders werden in de politiek felle discussies gehouden. De meningen over oorzaken en de rol van de overheid liepen behoorlijk uiteen. Conservatief-liberalen, links-liberalen, socialisten, protestanten en katholieken hadden ieder hun eigen standpunten over de sociale kwestie.
Elke politieke stroming had haar eigen visie en leverde een bijdrage aan de oplossing van dit maatschappelijke probleem.

Van 150 jaar geleden naar nu
Veel politieke en maatschappelijke stromingen uit die tijd herken je nog altijd in hun hedendaagse opvolgers. Maar de tegenstellingen en scheidslijnen van nu zijn lang niet hetzelfde als toen.

Als eindproduct van deze opdracht schrijf je een artikel voor een opinietijdschrift.
Je verdedigt of verwerpt in het artikel de stelling dat het integratievraagstuk de sociale kwestie van deze tijd is.

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag:
Is het integratievraagstuk de sociale kwestie van onze tijd?

Deelvragen:

  • Hoe ontstond de sociale kwestie?
  • Wat waren de verschillende politieke standpunten over dit probleem?
  • Welke rol speelde de wetgeving bij de aanpak van dit probleem?
  • Hoe werd de sociale kwestie opgelost?
  • Wat wordt verstaan onder het integratievraagstuk?
  • Wat zijn de standpunten van de verschillende politieke partijen ten aanzien van het integratievraagstuk?

Colofon

Het arrangement 08.2 Sociale kwestie v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2022-05-18 16:00:23
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

De opdracht 'De sociale kwestie' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.

Fair Use
In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
Meer informatie: Fair use

Vragen
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
helpdesk van VO-content.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 8 met het onderwerp: Sociale kwestie. Door de grote trek naar de steden, werden de steden groter maar de omstandigheden van de stedelingen bleven achter. De lonen waren laag, woon- en werkomstandigheden waren slecht en kinderarbeid was nodig maar gevaarlijk. Sociale wetgeving zoals uitkeringen bestond voor 1870 nog niet dus armen waren afhankelijk van eigen sociale kring of liefdadigheid van de kerk of particuliere armenzorg. Alcoholisme was een probleem en kinderen kregen geen scholing. De sociale problematiek werd in Nederland in de tweede helft van de 19e eeuw aangeduid als de sociale kwestie. Na 1870 zorgden de politieke stromingen zoals de liberalen en de socialisten voor betere omstandigheden en ook de kerk moest zich er voor inzetten. Emancipatie is het streven van groepen in de samenleving om een achtergestelde positie om te zetten in een volwaardige positie. Arbeiders gingen zich organiseren om materiële en concrete verbeteringen te bereiken zoals betere werkomstandigheden, een eerlijk loon en betere huisvesting. Ze richtten vakbonden op en er werd een politieke partij opgericht die voor deze groep opkwam. Het verliep chaotisch en langs meerdere wegen. De emancipatie van vrouwen uit de arbeidersklasse ging op in de algemene strijd naar gelijke rechten en verbetering van de omstandigheden van de arbeidersklasse. Feministen gaven eigen kranten uit, demonstreerden, hadden eigen verenigingen, boden petities aan, enz. Het liep door meerdere lagen heen maar het zorgde uiteindelijk voor gelijk kiesrecht voor mannen en vrouwen. De katholieken streefden naar een volwaardige positie van het katholieke volksdeel in de maatschappij door actief te worden in de politiek en door het oprichten van de landelijke katholieke kiesvereniging. Hierdoor konden De emancipatie van de protestanten richtte zich vooral op de gelijkberechtiging van het confessionele onderwijs met het openbare onderwijs en dit werd vooral gedaan door het oprichten van een politieke partij. Zowel de katholieken als de protestanten konden door de acties eigen scholen oprichten. Over het algemeen is de grondwet aangepast waardoor er meer vrijheid kwam voor godsdienst en onderwijs. Het onderwijs zelf verbeterde ook. Personen die een belangrijke rol hebben gespeeld in deze periode zijn: Pieter Jelles Troelstra, Aletta Jacobs, Herman Schaepman en Abraham Kuyper. Ook ontstonden er politiek-maatschappelijke stromingen zoals het socialisme, nationalisme, feminisme, confessionalisme en het liberalisme. Het materiaal bespreekt verder nog 'fabriekskinderen' en 'vrouwenstaking'. Begrippen die nog in deze les worden horen zijn: sociaaldemocraten, communisme, sociale verhoudingen en industriële samenleving.
Leerniveau
VWO 6; VWO 4; VWO 5;
Leerinhoud en doelen
De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
6 uur en 0 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, demonstraties en stakingen, emancipatiebeweging, geschiedenis, industriële samenleving, politieke stroming, sociale kwestie, sociale wetgeving, stercollectie, v456

Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

VO-content Geschiedenis. (2020).

08.2 Sociale kwestie h45

https://maken.wikiwijs.nl/100771/08_2_Sociale_kwestie_h45

close
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open