Ik kan de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
Ik kan verschillende soorten historische verandering onderscheiden.
Ik kan door het onderscheiden van continuïteiten van langere en kortere duur onderkennen hoe elementen afkomstig uit verschillende tijdvakken zich gelijktijdig in één tijdvak kunnen manifesteren (de gelijktijdigheid van het ongelijke).
Ik kan rekening houden met tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie ik zelf.
Domein B: Oriëntatiekennis
Ik kan bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken.
Ik kan uitleggen dat de betekenis die aan dit tijdvak wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit tijdvak 8 een rol:
Ik beschrijf de gevolgen van de industrialisering van de samenleving o.a. aan de hand van de discussies over de ‘sociale kwestie’.
Ik beschrijf de opkomst van emancipatiebewegingen van arbeiders en vrouwen. Ik beschrijf de voortschrijdende democratisering met de deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
Ik beschrijf de opkomst van de volgende politiek-maatschappelijke stromingen:
liberalisme
nationalisme
socialisme
confessionalisme
feminisme.
Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst.