Sociale verhoudingen |
Sociale kwestie Met de sociale kwestie bedoelt men de slechte woon- en werkomstandigheden, vrouwen- en kinderarbeid, hongerlonen en massale werkloosheid die in de 19e eeuw het gevolg waren van de industriële revolutie. Het wordt ook wel 'het arbeidersvraagstuk' genoemd. |
Industriële samenleving In een industriële samenleving worden de meeste goederen in fabrieken gemaakt en wonen veel mensen in steden. |
Politieke stroming Denkrichting over hoe de samenwerking van mensen in staatsverband georganiseerd zou moeten worden. |
Liberalisme Het liberalisme is een stroming in de maatschappij die ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw. Het heeft als uitgangspunt de vrijheid van het individu. Dit betekent dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de economie en het maatschappelijk leven. |
Socialisme Maatschappelijk systeem dat zich aan het eind van de 19e eeuw ontwikkelde en dat gebaseerd is op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit, met een eerlijke verdeling van macht en goederen en een sterke rol van de staat. |
Confessionalisme |
Communisme Politieke stroming die is bedacht door Karl Marx (1818-1883). Men streeft in een communistisch land naar een situatie waarin de productie- en consumptiemiddelen gemeenschappelijk eigendom van de burgers zijn. De productie wordt geleid door de staat. Dit zou een eind maken aan armoede en ongelijkheid. |
Nationalisme Sterke voorliefde voor het eigen volk en de eigen staat. Deze houding gaat vaak gepaard met een afkeer van of minachting voor andere volkeren. |
Sociaaldemocraten Gematigde socialisten. Zij willen gelijkheid in de maatschappij bereiken via het parlement en niet via een revolutie. |
Emancipatiebeweging Maatschappelijke groepering die streeft naar gelijkberechtiging op een bepaald gebied. |
Sociale wetgeving Wetten om de zwakkeren in de samenleving te steunen. |