08.1 Industriële revolutie v456

08.1 Industriële revolutie v456

Intro en probleemstelling

Daens

In 1890 werkte de bevolking van Aalst onder erbarmelijke omstandigheden in de textielfabrieken. Misbruikt en uitgebuit door de rijke fabrieksdirecteuren omwille van winst. Mannen werden ontslagen omdat vrouwen goedkoper werkten. Kinderen werkten dag en nacht en raakten zo vermoeid dat ze vaak in slaap vielen of dat ze bekneld raakten onder de machines. Daarbij vielen gewonden en zelfs doden.

Dat is de situatie die priester Adolf Daens aantreft bij de terugkeer in zijn geboortestad Aalst.
'Daens' is een Vlaamse film uit 1993, gebaseerd op het boek Pieter Daens (broer van Adolf) van Louis Paul Boon.

Bekijk de trailer van de film 'Daens'.

Zijn deze filmbeelden een realistische weergave van de werkelijkheid, denk je? Bespreek het met een klasgenoot.

Industriële revolutie

De industriële revolutie heeft de maatschappij ingrijpend veranderd. In de 18de eeuw leefde het grootste deel van de mensen nog op het platteland. De meesten hadden een bestaan als landarbeider.

Van het platteland naar de stad
De bevolkingsgroei en de mechanisatie in de landbouw veroorzaakten een hoge werkloosheid op het platteland. Daarom trokken veel mensen van het platteland naar de stad. Daar werden immers de fabrieken gebouwd die werkgelegenheid boden. Engeland was het eerste land waar deze ontwikkeling op gang kwam aan het einde van de 18de eeuw.

Industriële revolutie in Nederland
In Nederland kwam de industriële revolutie pas later op gang: in de tweede helft van de 19de eeuw. De gevolgen waren echter vergelijkbaar. Ook bij ons trokken mensen van het platteland naar de snel groeiende steden.

Probleemstelling

Leven in de stad
In de stad kregen de mensen te maken met andere omstandigheden. In deze opdracht onderzoek je hoe het leven van gewone mensen in de 18de en 19de eeuw veranderde als gevolg van de industrialisering.

De veranderingen voor mensen die het leven op het platteland opgaven voor een nieuw bestaan in de stad waren ingrijpend. Aan de andere kant was het leven op het platteland ook geen pretje. Je komt er in deze opdracht dan ook achter in hoeverre er sprake was van continuïteit en/of verandering (ook wel: discontinuïteit).

Industriële revolutie een verbetering?
Als eindproduct bij deze opdracht maak je een scriptie waarin je antwoord geeft op de vraag 'Ging de positie van gewone mensen in Nederland als gevolg van de Industriële Revolutie er op vooruit of op achteruit?'. In de scriptie verwerk je de gegevens die je hebt gevonden in de bronnen alsook een door jezelf geformuleerde hypothese.

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag:
Ging de positie van gewone mensen in Nederland als gevolg van de industriële revolutie er op vooruit of op achteruit?

Deelvragen:

  • Hoe waren de werk- en leefomstandigheden van gewone mensen in de tijd vóór de industriële revolutie?
  • Welke redenen hadden mensen om naar de stad te trekken?
  • Hoe kwamen de nieuwkomers in de steden aan woonruimte en werk?
  • Hoe waren de werkomstandigheden in de fabrieken?
  • Wat waren de positieve en negatieve gevolgen van de industriële revolutie?
  • Is er sprake van continuïteit of discontinuïteit als je kijkt naar de leefomstandigheden vóór en tijdens de industriële revolutie?

Colofon

Het arrangement 08.1 Industriële revolutie v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
2022-05-18 15:58:16
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

De opdracht 'Industriële revolutie' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.

Fair Use
In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
Meer informatie: Fair use

Vragen
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
helpdesk van VO-content.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor vwo, leerjaar 4, 5 en 6. Dit is tijdvak 8 met het onderwerp: Industriële revolutie. Het eind van de achttiende eeuw was een periode waarin de bevolking in Engeland door verbeteringen in de landbouw, zoals wisselbouw, nieuwe gewassen, ploeg en zeis en paard als trekdier, en door de koloniale expansie, enorm toenam. De vraag naar katoenen producten steeg snel, een vraag waar de ambachtelijk werkende wevers niet aan konden voldoen. De ontwikkeling van de stoommachine maakte het mogelijk om een weefgetouw machinaal aan te drijven. Dankzij deze machines werd het mogelijk om veel en goedkoop te produceren. Werkeloosheid binnen de landbouw steeg en dat dreef mensen naar de steden. Op die manier bevorderde de landbouwrevolutie de Industriële Revolutie. De aanwezigheid van kolen en ijzer, voldoende arbeidskrachten en katoen uit de koloniën maakte een snelle opkomst van de katoenindustrie in Engeland mogelijk. De impact van deze veranderingen was zo groot dat we deze ontwikkelingen samen een revolutie noemen. De revolutie startte in Nederland pas veel later dan in Engeland (rond 1870) en ook hier was de textielindustrie een drijvende kracht achter de industrialisering. Door de grote trek naar de steden, werden de steden groter maar de omstandigheden van de stedelingen bleven achter. De lonen waren laag omdat er veel arbeidskrachten waren en er was een gebrek aan wettelijke bescherming. Om rond te komen moesten ook kinderen werken. Door de lage lonen waren de leefomstandigheden zeer armoedig: kleine, donkere en tochtige woningen en kamers waar hele (grote) gezinnen in moesten wonen. Sociale wetgeving zoals uitkeringen bestond voor 1870 nog niet dus armen waren afhankelijk van eigen sociale kring of liefdadigheid van de kerk of particuliere armenzorg. Alcoholisme was een probleem en kinderen kregen geen scholing. De sociale problematiek werd in Nederland in de tweede helft van de 19e eeuw aangeduid als ‘De Sociale Quaestie’ en dit werd een urgent probleem. Na 1870 pleitten de links-liberalen voor een actieve overheid om problemen als woningomstandigheden, werkeloosheid, kinderarbeid en kindersterfte aan te pakken. Socialisten zagen de sociale kwestie in de eerste plaats als een gevolg van de onrechtvaardige verdeling van rijkdom en de rechteloze positie van de arbeidersklasse. Ook de kerk ging zich uiteindelijk bemoeien met de sociale kwestie. Het materiaal bespreekt verder nog een beschrijving van de Engelse textielfabrikant William Radcliffe (1761-1842) en een cholera-epidemie in Maastricht.
Leerniveau
VWO 6; VWO 4; VWO 5;
Leerinhoud en doelen
De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900); Geschiedenis;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
5 uur en 30 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, geschiedenis, industriële revolutie, kinderarbeid, landbouwrevolutie, sociale kwestie, stercollectie, stoommachine, textielindustrie, v456

Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

VO-content Geschiedenis. (2021).

08.1 Industriële revolutie h45

https://maken.wikiwijs.nl/100770/08_1_Industri_le_revolutie_h45

close
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open