Domein A: Historisch besef A4 Verandering en continuïteit
Je kunt in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven.
Je kunt de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
Je kunt verschillende soorten historische verandering onderscheiden.
Je kunt door het onderscheiden van continuïteiten van langere en kortere duur onderkennen hoe elementen afkomstig uit verschillende tijdvakken zich gelijktijdig in één tijdvak kunnen manifesteren (de gelijktijdigheid van het ongelijktijdige).
A5 Historische vraag en bronnen
Je kunt een vraag en een daarop aansluitende hypothese formuleren.
Je kunt voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren.
Domein B: Oriëntatiekennis
Je kunt bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken.
Je kunt uitleggen dat de betekenis die aan dit tijdvak wordt toegekend mede afhangt van de tijd, plaats en omstandigheden waarin mensen zich met het verleden bezighouden.
Voor tijdvak 8 gelden de volgende kenmerkende aspecten:
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
(Discussies over) de ‘sociale kwestie’.
Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst: