Kwaliteitszorg en Afstudeerproject OA lj3

Kwaliteitszorg en Afstudeerproject OA lj3

Kwaliteitszorg en afstudeerproject (specialisatie)

Examen : B1-K2-W2 Werkt aan het bewaken en bevorderen van kwaliteitszorg

Doel: Je kunt als onderwijsassistent vanuit je eigen deskundigheid een bijdrage leveren aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg.

Als toekomstig onderwijsassistent en misschien wel later als leerkracht of docent wil je natuurlijk kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden.
Maar wat houdt dat dan in?

Wat is kwaliteit en hoe kun je dat waarborgen en op peil houden?

Hoe wordt de kwaliteit gecontroleerd?


Door je te verdiepen in een visie van een school, de leerstof en bepaalde specialisaties (denk aan taal, rekenen, wereldorientatie, kunstzinnige orientatie, bewegingsonderwijs enz)  krijg je een grotere theoretische ondergrond  waar vanuit je jouw handelen kunt verantwoorden.

Je gaat je verdiepen in een aantal verschillende thema’s rondom kwaliteitszorg en leergebieden en kerndoelen van het onderwijs. Uiteindelijk ga je in de volgende periode 'je eigen school' presenteren aan je klas, waarbij jouw specialisatie en verbeterpunt rondom kwaliteitszorg naar voren komt.

Dit mag in tweetallen; de school bedenken jullie samen en ook het verbeterpunt rondom kwaliteitszorg, toch je bent uniek in je specialisatie en daarvoor is een eigen inbreng nodig binnen het verslag en de presentatie. 

N.a.v. het ingeleverde verslag : (de school , visie, organogram, rol onderwijsassitent, protocollen, verbeterpunten, discussiepunten, specialisatie(s), krijg je een GO voor de presentatie. Na deze presentatie, waarbij je feedback ontvangt van medestudenten volgt een eindbeoordeling op je examen kwaltiteitszorg en krijg je een cijfer voor je afstudeerproject.

 

Let op: dit vak wordt niet klassikaal aangeboden. Je gaat hier individueel en/of in tweetallen mee bezig. Dit betekent dat je de wikiwijs goed door moet nemen en kunt starten met opdrachten die je aanspreken. Uiteindelijk breng je zelf de juiste volgorde aan. De docent is er voor individuele begeleiding mbt de opdrachten en daar waar wenselijk volgt een klassikale uitleg. 

 

 

 

Deze periode maak je gebruik van het boek onderwijsassistent, school en didactiek

De opdracht in het geheel

De opdracht

Plan voor je eigen school

Voor kwaliteitszorg ga je alleen of in een tweetal een eigen school opzetten. Centraal daarin is een punt van kwaliteitsverbetering, dus waar gaat de school vooral aandacht aan besteden de komende 4 jaar en wat hoopt de school hiermee te bereiken?

Verder komt naar boven waarjouw specialisatie ligt, op welk gebied 'blink jij' in deze school uit? (individueel)

Voor het schrijven van dit plan begin je met de missie van school. Je ontwerpt een mooi logo van de school. Daarna komt de visie aan de orde. Verderop in deze wiki lees je het verschil tussen missie en visie.

Hoe gewerkt wordt aan de missie & visie van een school lees je altijd in het schoolplan. Iedere school is verplicht een up to date schoolplan te hebben. Een schoolplan is altijd vier jaar geldig en daarna wordt het weer opnieuw bijgesteld. Een schoolplan is vaak te vinden op de Internetpagina van de school en meestal veelomvattend.

Daarnaast heeft iedere school een schoolgids. De schoolgids leest vaak makkelijker en is bestemd voor ouders/verzorgers. Denk aan groepsindeling, vakanties, info over traktaties, info over voor- en naschoolse opvang enz. Soms worden delen van het schoolplan vernoemd in de schoolgids.  

Het schoolplan is vooral gericht op de kerndoelen van het onderwijs. Welke vakken worden aangeboden om alle kerndoelen die landelijk zijn vastgesteld te behalen? En hoe en door wie worden deze vakken gegeven? Hoeveel uur wordt er bijvoorbeeld in het lesrooster aan beweging ingeroosterd voor groep 1 t/m 8? Welke rollen zijn er binnen de school, denk aan coördinatoren en ook onderwijsassistenten.

Om de kwaliteit binnen een school te garanderen moet er dus gewerkt worden met een schoolplan, waarin echt alles wordt beschreven. De landelijke schoolinspectie checkt deze plannen a.d.h.v. kaders. Staat er genoeg in over de vakken, de opvang van kwetsbare leerlingen, over het leerlingvolgsysteem, over niveau's, over de veiligheid en wat is er te lezen over kwaliteitsverbetering? Denk aan inzet logopedie, dyslexie, dyscalculie of inzet zorgteam en wanneer wordt er doorverwezen? In welke 'keten' zit de school? Met wie werken ze samen?

In deze opdracht ga je niet een compleet schoolplan schrijven. Dat is werk voor de directeur. Wat je wel gaat doen is een klein deel ervan, waarbij je de vrije hand hebt omdat je je eigen school mag bedenken.

De volgende onderdelen moeten er wel in voorkomen. Je mag hier zelf onderdelen aan toevoegen:

  • Missie en visie van de instelling
  • Logo van de school
  • Kernwaarden; speerpunten en beleid
  • Organogram met toelichting van taken en verantwoordelijkheden medewerkers
  • Rol van de onderwijsassistent in het bijzonder; functie, taken, verantwoordelijkheden en inschaling
  • Protocollen (kies twee protocollen waar jouw school absoluut mee werkt rondom veiligheidsheidsbeleid)
  • Procedures (omschrijving van de procedure van de verplichte meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling op jouw school)
  • Benoemen van 1 verbeterpunt rondom kwaltiteitszorg passende bij eigen specialisatie
  • Eigen specialisatie (indien je met z'n tweeën werkt, zijn dit er dus 2)

 

Hulpmiddel voor het maken van deze opdrachten

Tijdens deze opdracht wordt er geadviseerd om gebruik te maken van het boek onderwijsassistent en didactiek en uiteraard kun je veel input vinden op het Internet. 

 

Je eigen specialisatie komt in verslagvorm naar voren en presenteer je in periode 12:

1. Inleiding: voor welke specialisatie heb je gekozen en onderbouwing (link met kwaliteitszorg)

2. Wat betekent jouw specialisatie voor de onder-, midden- en bovenbouw?

3. Leerlijn / Kerndoelen: onder welke leerlijn valt jouw specialisatie en welke kerndoelen

    horen hierbij? (groep 1 t/m 8: de hoofddoelen benoemen)

3. Uitwerking van drie verschillende lesactiviteiten passende bij jouw specialisatie

    (onderbouw - middenbouw - bovenbouw)

4. Stelling voor discussie met klasgenoten rondom jouw specialisatie

5. Afronding/conclusie & advies: welke conclusie(s) maak je, welke tips heb je?

 

Presentatie

De presentatie van de school met alle onderdelen en specialisatie wordt na een  ‘GO’ van de docent (als alles in verslag en in pwp is ingeleverd) gepresenteerd voor je klas in periode 12.

Tijdens deze presentatie van 30-45  minuten zorg je ook voor een prikkelende stelling (passende bij de specialisatie) waar je met de klas over gaat discussieren.

De voorbereiding, het verslag en de presentatie voor de klas zijn nodig voor de beoordeling van het examen: kwaliteitszorg (O-V-G) en het cijfer voor het afstudeerproject. (beoordeling docent)

 

Samenvattend: Kwaliteitszorg is onderwijsbeleid en heeft alles te maken met dat wat aangeboden wordt op een school en hoe de leerresultaten gemeten worden. Jouw gekozen specialisatie heeft dus altijd te maken met kwaliteitszorg. Bij welke leerlijn past jouw specialisatie? Wat zijn de kerndoelen hiervan? Wat wil jij verbeteren of waar wil jij de nadruk op leggen met jouw specialisatie en met welk doel? 

Het examen kwaliteitszorg is het vertrekpunt hiervoor. 

VB. Wil jij bijv. iets rondom muziek doen; dan valt dit onder de leerlijn kunstzinnige vorming, Je beschrijft de kerndoelen hiervan van groep 1 t/m 8, je 'zoomt' in op 3 hoofdoelen per bouw en bedenkt daar 3 lesactiviteiten voor. Je denkt na over hoe jouw school beschikking heeft over materialen en middelen rondom muziek (evt vakdocent) , je geeft aan hoevaak de lessen plaatsvinden, welke projecten rondom muziek, excursies enz. Je stelt voor hoe vaak het op de teamagenda komt  om te bespreken en wat vooral het eindstreven is. Waarin ga je de kwaliteitsverbetering van dit onderdeel zien binnen jouw school. 

 

 

Planning

Periode 11

Alle opdrachten maak je in tweetal, alleen opdracht 8 doe je indiviudeel. Deze individuele verslagen voeg je toe in het gehele verslag. Duidelijk wel benoemen wat van wie is.

Lees opdracht 8 daarom ook aan het begin wel door en niet pas op het einde, want dit is de individuele opdracht!

opdrachten Onderwerp
1 Uitleg opdracht kwaliteitszorg & afstudeerspecialisatie. Start Missie en Visie  & Logo
2 Kernwaarden: speerpunten
3 Organogram met taken en verantwoordlijkheden + vb 1 casus
4 Rol van de onderwijsassistent
5 Protocollen 2 belangrijke
6 Procedures ; meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
7 Wettelijke richtlijnen ; 15 items om regels en afspraken bij te bedenken.
8 Afstudeerspecialisatie. Verslag inleveren 20 april

 

Periode 12

Week Wat gaan we doen
1 Presentaties
2 Presentaties
3 Presentaties
4 Presentaties
5 Presentaties

 

Doelen

Deze doelen komen uit het examen en worden beoordeeld op basis van je afstudeerspecialisatie en de presentatie van 'jouw school'. 

  • Volgt nauwkeurig de voorgeschreven protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen in relatie tot het gekozen thema
  • Geeft knelpunten en gesignaleerde tekortkomingen in werkwijze door aan de juiste persoon
  • Zet haar deskundigheid in voor het verbeteren van de kwaliteit van de werkzaamheden
  • Past vergadertechnieken toe in relatie tot haar werkzaamheden
  • Onderbouwt met overtuigingskracht het verbetervoorstel
  • Beschrijft hoe volgens procedures rondom kwaliteitsverbetering wordt gewerkt
  • Formuleert argumenten uit het teamoverleg voor de keuze van het verbeterpunt
  • Beschrijft hoe zij de eigen expertise inzet voor het verbeteren van de kwaliteit van de eigen werkzaamheden
  • Levert een met argumenten onderbouwd verbetervoorstel naar aanleiding van kwaliteitsonderzoek

Opdracht 1: Missie & visie & logo

Werken binnen de doelen, missie en visie

Een organisatie streeft een bepaald doel na en van jou wordt verwacht dat je een bijdrage levert aan het bereiken van dat doel.

Als je niet achter de doelen, missie en visie van de organisatie staat, dan kunnen er problemen ontstaan. Je kunt kinderen dan niet de begeleiding geven die zij verwachten. Ook kun je conflicten met collega’s krijgen, want samenwerken gaat alleen goed als iedereen hetzelfde doel nastreeft.

Je voelt je waarschijnlijk ook minder prettig als je het niet eens bent met de doelstelling, missie en visie van de organisatie. Stel, je bent niet gelovig maar er wordt wel van je verwacht dat je kinderen begeleidt bij hun geloofsbeleving. Dan bestaat de kans dat je in conflict komt met je eigen normen en waarden. Het is dus niet zo gek dat organisaties al tijdens sollicitatieprocedures benadrukken wat de doelstellingen, missie en visie van hun organisatie zijn.

Opdracht

Missie

Een missie beschrijft kernachtig waar een school voor staat en waar het voor gaat in deze maatschappij.

VB: De opleiding Welzijn heeft de functie van een veilige toegangspoort (wifi) naar verschillende professionele werkvelden en /of nascholing. Studenten handelen vanuit een verhoogd bewustzijn (eigenheid) met hun verschillende talenten (diversiteit).

Een passende missie is kort en bondig en beschrijft letterlijk en figuurlijk het ideaal (wensdroom).

Elke medewerker begrijpt de missie, kan het onderschrijven en draagt dit uit in zijn werk.

Stap 1

Bekijk de missie van jouw BPV. Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw met argumenten waarom.

Stap 2

Bekijk de missies van minimaal drie andere verschillende bedrijven op die je aanspreken en onderbouw wat je aanspreekt.

Stap 3

Bedenk nu zelf een missie voor jouw school waar je een plan voor gaat schrijven. Bedenk er ook een mooi logo bij.

 

Visie

In een visie beschrijf je kort en kracht hoe je de missie wilt bereiken. Terug komend op het voorbeeld:

  • Eigenheid

Studenten zijn jonge adolescenten zoekend naar hun plaats in de wereld. Ze worden uitgedaagd om te onderzoeken op welke wijze ze kijken naar hun eigen handelen en dat van anderen. Ze ontwikkelen intra-persoonlijke vaardigheden die hen helpen keuzes te maken die hun persoonlijke welzijn bevorderen. Studenten moeten begrepen worden als kritische en creatieve professionals.

 

  • Veiligheid

De leeromgeving is sociale en veilige oefenplaats. Een open en veilige interactie met de studenten ongeacht afkomst. (rekening houdend met sociale- en culturele verschillen)

  • NIVEA: Niet invullen voor een ander & OEN:   Open, eerlijk en nieuwsgierig.
  • FEEDFORWARD: Opbouwende feedback voor de volgende te nemen stappen.

 

  • Diversiteit

Docenten richten hun begeleidingsgedrag op het betekenisvol maken van leerinhouden voor het maatschappelijke leven.  Ze vervullen de rol van kritisch klankbord; ‘oor’ voor leervragen van studenten. Ze begeleiden studenten bij de verdere ontwikkeling van hun ontluikende beroepsidentiteit. Nadruk op: het ontdekken van de verschillende talenten; diversiteit. Het gedrag van docenten is vooral gericht op coachen van studenten bij keuzes die richting geven aan hun leven met als doel zelfontplooiing en geluk.

 

Stap 1

Bekijk de visie van jouw BPV. Schrijf op waar je het mee eens bent en onderbouw met argumenten waarom.

Stap 2

Bekijk de visies van minimaal twee andere BPV en geef voorbeelden waar je achter kunt staan en beargumenteer.

Stap 3

Schrijf je eigen visie van de gekozen instelling.

Opdracht 2: Kernwaarden

Kernwaarden zijn van belang, omdat je zo duidelijker maakt voor ouders en kinderen waar je school voor staan. Daarnaast kunnen de medewerkers met kernwaarden beter werken. Het is daarom belangrijk voor elke organisatie dat de kernwaarden duidelijk en aanwezig zijn.

Kernwaarden zijn belangrijke waarden binnen een organisatie. Het kunnen eigenschappen zijn, maar ook drijfveren die laten zien waar de organisatie voor staat. Elke organisatie heeft drie tot vijf heldere kernwaarden die in één keer heel duidelijk laten zien waar de organisatie voor staat.

Je geeft met kernwaarden aan waarom en hoe je bedrijf dingen doet. Aan de hand van deze kernwaarden kun je heel gemakkelijk strategische beslissingen nemen. Wanneer iedere medewerker achter de kernwaarden staat is het voor iedereen helder hoe hij/zij dingen aan moet pakken. Dit voorkomt veel discussie en het is daarom ook een belangrijk onderdeel van het personeelsbeleid.

 

 

Opdracht

Kernwaarden

Tijdens deze opdracht ga je aan de slag met kernwaarden die jij belangrijk vindt binnen jouw school.

 

Stap 1

Ga onderzoeken welke kernwaarden jouw stageplek belangrijk vindt. Overleg welke kernwaarde(n) jij belangrijk vindt en beargumenteer waarom jij deze belangrijk vindt.

Stap 2

Onderzoek bij bestaande scholen de kernwaarden en probeer te selecteren welke kernwaarden jou aanspreken en welke je zeker wilt meenemen voor 'jouw school'.

Stap 3

Maak een keuze tussen alle kernwaarden en beschrijf minimaal zes kernwaarden op die terugkomen binnen jouw school. Beschrijf dan vooral waarom deze kernwaarden zo belangrijk zijn en hoe ze terug te zien zijn binnen de school.

Opdracht 3: Organogram

Structuur van organisaties

Als je in een organisatie gaat werken, krijg je te maken met collega’s.

Binnen een organisatie moet duidelijk zijn wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is. Een organogram laat zien hoe een organisatie in elkaar zit. De taken worden zijn verdeeld en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd.

Maar hoe richt je een organisatie handig in? Hierin zijn meerdere mogelijkheden.

De structuur is van grote invloed op de organisatie en het bereiken van de doelen.

Het bepaalt mede of werknemers goed kunnen samenwerken en of informatie op tijd bij de juiste persoon aankomt. Een school is bijvoorbeeld 'verplicht' om een vertrouwenspersoon te hebben. Ook een medezeggenschapsraad met ouderleden en teamleden. Wie zit voor bij de MR? Wie bepalen de onderwerpen? Waar staat de GMR? 

Zoek naar voorbeelden of vraag het op bij jouw stageschool. Noem dan per functie minimaal twee taken en verantwoordelijkheden. 

Tot slot geef je 1 praktijkvoorbeeld (mag je zelf bedenken) waarbij je een korte casus omschrijft, waarbij het duidelijk is wie wat moet doen en waar moet zijn. Denk bijv. aan ontruimingsplan, een leerling die gevallen is buiten op het plein en arm heeft gebroken, een agressieve ouder die de school binnen stormt, een nieuwe ouder die zijn kind wil aanmelden, een leerling die wat steelt van een ander enz. 

 

Opdracht

Organogram

Het is belangrijk bij een instelling dat je duidelijk voor ogen hebt hoe een organisatie in elkaar zit. Waar staat jouw school in een geheel? Valt de school onder een stichting? Heeft de school een bestuur? Een medezeggenschapsraad? Daarom gaan jullie deze week aan de slag met het maken van een organogram.

Stap 1

Eerst ga je kiezen wat voor organisatiestructuur je wilt hebben en dit onderbouw je door middel van theorie. Bekijk eens verschillende scholen met hun organogram. Dat kan op Internet. Welke structuur herken jij? Welke structuur spreekt je aan? Waarom kies je voor deze structuur.? In je theorieboek kun je hier meer informatie over vinden ook. Verplicht is om de onderwijsassistent weer te geven in het organogram. 

Stap 2

Wanneer je de opbouw een beetje voor ogen hebt ga je zelf een organogram maken voor jouw school. Waar staat de school, welke hiërarchie is er? En waar liggen medewerkers op dezelfde lijn?

Stap 3

Het organogram moet in schemavorm zichtbaar zijn en de onderbouwing komt in de presentatie kort naar voren. In het verslag schrijf je onder het schema voor welke structuur je hebt gekozen en waarom.

Opdracht 4: Rol van de onderwijsassistent binnen de school

Iedere functie in een organisatie bestaat uit taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Het is belangrijk dat je weet wat er van jou verwacht mag worden en wat je mag en kunt doen. Je kunt heel veel, maar mag dit ook altijd? Bij wie ligt welke verantwoordelijkheid? Daarom is het altijd belangrijk dat je verdieping zoekt in je taak- en functieomschrijving. 

 

Een taak is hetzelfde als de technische inhoud van de functie. De technische inhoud is dat wat je moet doen, dus de uitvoering van de taak.

Een bevoegdheid is het recht om in een bepaalde situatie zelfstandig beslissingen te nemen over de uitvoering van de taak. Welke bevoegdheden heb je als onderwijsassistent? 

Als je ergens de verantwoordelijkheid voor draagt, dan zijn de gevolgen van de taakuitvoering volledig voor jouw rekening. Zelfs als taken door anderen zijn uitgevoerd, kun je toch verantwoordelijk zijn. Gaat het fout, dan kan het je je baan of een promotie kosten of je een berisping opleveren.

Een functie bestaat uit drie onderdelen:

  1. taken (een of meer werkzaamheden);
  2. verantwoordelijkheden (je kunt aangesproken worden op het goed uitvoeren van je taak);
  3. bevoegdheden (het recht om zelfstandig beslissingen te nemen).

 

Functieomschrijving

Om duidelijk te maken wat de inhoud van de drie onderdelen van een functie is, wordt er vaak een functieomschrijving gemaakt. In een functieomschrijving staat wat de taken zijn die bij de functie horen. Het gaat dan om zaken als:

  • Je begeleidt en verzorgt leerlingen van groep 1 t/m 8
  • Je zorgt ervoor dat de leerlingen zich veilig voelen 

In de functieomschrijving staan ook de bevoegdheden en verantwoordelijkheden beschreven, bijvoorbeeld:

  • Je zorgt voor een goede communicatie en overdracht met verschillende collega's. 
  • Je kunt korte rapportages maken in het leeringvolgsysteem van onverwachte gebeurtenissen.

Je komt in een functieomschrijving ook vaak de plaats in de organisatie tegen. Bijvoorbeeld:

  • Je werkt in het onderbouwteam.
  • Je wordt aangestuurd door de taal- en rekencoördiantor.
  • Het onderbouwteam is een onderdeel van "Iederwijsschool" met meerdere bouwteams.

 

Functie-eisen

Functie-eisen zijn onder andere de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de uitoefening van de functie. Het gaat hier in principe om objectieve eisen als diploma’s, werkervaring, leeftijd, woonplaats en de bereidheid om te verhuizen of het bezit van een rijbewijs.

 

Functieprofiel

De functieomschrijving vormt samen met de functie-eisen het functieprofiel. De drie belangrijkste onderdelen van een functieprofiel zijn dus:

  • functieomschrijving (de inhoud van de functie: taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden)

  • functie-eisen (kennis en vaardigheden die nodig zijn voor de functie)

  • Loonschaal waarin je valt.

 

Persoonsprofiel

De meeste van deze vaardigheden of persoonlijke kwaliteiten kun je niet bewijzen met een diploma. Toch vinden organisaties het belangrijk dat je duidelijk kunt maken dat je aan die eisen voldoet. Deze 'subjectieve' eisen zijn opgesteld met een duidelijk beeld van de toekomstige collega voor ogen (denk aan de kernwaarden). Een beschrijving van deze eisen levert een persoonsprofiel op. Bijvoorbeeld:

  • Je kunt een goede vertrouwensband met de leerlingen opbouwen.
  • Je kunt goede contacten met derden onderhouden.
  • Je hebt goede communicatieve vaardigheden.
  • Je hebt verantwoordelijkheidsgevoel.
  • Je durft beslissingen te nemen.

Opdracht

Rol van de onderwijsassistent

In de vorige opdracht heb je een organogram gemaakt . In dit organogram heb je alle werknemers een plek gegeven. Je hebt daarook onderwijsassistenten in gezet. Deze werknemers hebben ook nog een functieomschrijving nodig, met bepaalde functie-eisen.

Stap 1

De opdracht die jullie krijgen is het maken van een functieprofiel van een onderwijsassistent. In dit functieprofiel komen de volgende onderdelen terug:

  • Functieomschrijving;
    • Wat houdt deze functie in;
    • Wat zijn de taken;
    • Welke bevoegdheid heb je hiervoor nodig;
    • Wat zijn de verantwoordelijkheden.
  • Functie-eisen;
    • Wat voor kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze functie
  • Persoonsprofiel: Naast het functieprofiel bestaat er ook nog een persoonsprofiel. Hierin staan meestal vaardigheden of persoonlijke kwaliteiten die je niet met een diploma kunt bewijzen (b.v. je durft beslissingen te nemen). Wel is dit voor organisaties enorm belangrijk.Voor deze opdracht gaan jullie naast het functieprofiel daarom ook een persoonsprofiel schrijven. Je benoemt minimaal drie subjectieve eisen waardoor je een duidelijk beeld van je toekomstige collega krijgt.
  • Inschaling CAO: welke inschaling kies je en wat is het brutoloon per jaar full-time ?

 

Tip : https://ambtenarensalaris.nl/wp-content/uploads/2019/12/CAO-PO-Bijlage-2-Voorbeeldfuncties-onderwijsassistenten-en-toelichting.pdf

 

 

 

Opdracht 5: Protocollen

In een protocol staat welke handelingen je in welke volgorde moet uitvoeren.

Er staat stap voor stap precies omschreven wat je in een bepaalde situatie wel en niet moet doen.

In een calamiteitenprotocol staat bijvoorbeeld precies omschreven hoe je moet handelen bij een ramp of noodsituatie; dit is verplicht bij iedere instelling. 

Er zijn ontzettend veel protocollen. Denk aan medicijnen toedienen, weglopen, agressief gedrag , drankgebruik, drugsgebruik , overlijden, terminale zorg , intimiteit, vertrouwenspersonen enz. Het gevaar is soms dat er door medewerkers door een 'overdaad' aan protocollen juist duidelijkheid ontbreekt. Protocollen kunnen hele boekwerken zijn, toch ze kunnen ook heel duidelijk en visueel zichtbaar zijn. Denk bijv. aan het ontruimingsplan dat vaak overal wel zichtbaar hangt. 

 

Opdracht

Protocollen

Protocollen zijn concreet en het gaat over een bepaald deel van het werk. Er staan ook regels over hoe je moet handelen in bepaalde situaties. Het zorgt ervoor dat jij en je medewerkers zo veel mogelijk op dezelfde manier werken. Nog niet iedere school werkt met protocollen, toch verplicht de onderwijsinspectie dat iedere school kwaliteit en veiligheid waarborgt. Dat kan bijvoorbeeld ook in het schoolplan staan dat verplicht is voor iedere school.

Voorbeelden van protocollen rondom veiligheid zijn:

wegloopprotocol

ontruimingsprotocol

pestprotocol

luizenprotocol

 

Stap 1

Ga op zoek naar twee belangrijk protocollen voor jouw school.  Bekijk enkele protocollen op Internet of op je huidige BPV. Noteer wat jij belangrijk vindt en beargumenteer dit. 

Stap 2  

Je beschrijft minimaal 2 protocollen die te maken hebben met de veiligheid op en rond jouw school.

 

Stap 3

Beschrijf per protocol wat de stappen zijn, zodat het voor elke medewerker helder is hoe ze moeten handelen.

 

Beschrijf en benoem in je presentatie duidelijk hoe deze twee protocollen de veiligheid waarborgen.

Tips daarvoor zijn deze onderstaande koppen te gebruiken:

  • Wat is het knelpunt en/of gevaar (waarvoor je dit protocol opgesteld hebt);
  • Beschrijf richtlijnen en regels die van toepassing zijn;
  • Beschrijf de relatie van dit protocol in relatie met veiligheid.

 

Opdracht 6: Procedures

Naast protocollen  zijn er vaak standaard procedures; richtlijnen van bovenaf die landelijk gelden en waar iedereen naar moet handelen.

Een voorbeeld hiervan is de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. 

In een protocol (of als deze er niet is, staat het in het schoolplan) lees je een procedure. Dus stap voor stap wat je moet doen en bij wie betrokken zijn.  Op deze manier is het voor alle medewerkers duidelijk wat je moet doen en kun je achteraf je eigen handelen toetsen aan de bestaande standaardprocedure. Een standaardprocedure geeft duidelijkheid en houvast.

 

 

Opdracht

Procedures

Procedures zijn gebaseerd op een richtlijn die je volgt bij je handelen. De werkwijze is vaak heel precies omschreven en zorgt ervoor dat jij weet hoe je moet handelen in bepaalde situaties. In deze opdracht gaan je in op de procedure van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. 

 

Stap 1

Onderzoek op jouw BPV-plek waar je deze meldcode kunt vinden. Schoolplan of protocol? 

Stap 2

Neem deze over en pas deze aan waar nodig voor jullie gekozen instelling. Misschien dat je bepaalde stappen onduidelijk vindt of het liever anders zult zien. Je maakt hiervoor zelf een 'infographic' of een schema. Je mag dus geen bestaand schema overnemen. 

 

Stap 3

Beargumenteer het belang van deze procedure.

Opdracht 7: Wettelijke richtlijnen

Wettelijke richtlijnen en de schoolinspectie  

 

Om te kijken of een school zich aan de minimale eisen houdt: de basiskwalificatie komt eens per 4 jaar de schoolinpectie langs. De inspectie onderzoekt de school met behulp van een onderzoekskader. 

 

Uitgangspunt daarbij is dat de inspectie drie hoofdvragen stelt:

1. Krijgen de leerlingen goed les?

2. Leren de leerlingen genoeg?

3. Zijn de leerlingen veilig?

Daarnaast kijkt de inspectie naar de kwaliteitszorg van een bestuur en of de financiën op orde zijn.

 

De inspectie heeft te maken met wettelijke richtlijnen. 

In de wet- en regelgeving staat aan wélke - minimale - eisen een school moet voldoen. Er staat niet HOE ze dat moeten doen, maar wel DAT ze het moeten doen. De keuze die een school maakt heeft te maken met wat het beste bij de school past qua missie & visie. 

 

Hieronder lees je een paar voorbeelden waar de school over moet schrijven in het schoolplan aldus de Wet op het primair onderwijs 

- Het schoolbestuur moet zorgdragen voor sociale, psychische en fysieke veiligheid van de leerlingen. (art. 4c)

- Het onderwijs wordt zo ingericht zijn dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in ontwikkeling. (art. 8)

- De school moet de voortgang van ontwikkeling toetsen. (art. 8 en 9b)

- De school hanteert de kerndoelen bij het aanbod. (art. 9)

- Bij de verzorging van de kernvakken neemt het schoolbestuur de referentieniveaus als uitgangspunt. (art. 9)

- Het schoolbestuur moet zorgdragen voor de kwaliteit van het onderwijs door een kwaliteitszorgsysteem uit te voeren. Het schoolbestuur beschrijft dit in het schoolplan. (art. 10 en 12)

 

Eigen ambities en de basiskwaliteit van een school

 

In de wet staat aan welke minimale eisen aan onderwijskwaliteit, kwaliteitszorg en financieel beheer een school minimaal moet voldoen. Dat wordt de basiskwaliteit genoemd.

Daarnaast stelt de school zelf ambities op, die verder gaan dan de basiskwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan iets waarin ze willen uitblinken. Extra 'groene school'. Een school die oog heeft voor 'talenten'. Een school die gaat voor een 'verkeersveilige' school enz. 

 

De school wil bijvoorbeeld leerlingen en ouders betrekken bij het opstellen van de doelen en gebruik maken van hun feedback. Zulke ambities staan beschreven in het schoolplan.

De inspectie kijkt ook vooral naar die eigen ambities, toch mag dit niet meenemen in de beoordeling over de basiskwaliteit. Je hoort wel eens dat een school bijvoorbeeld een 'certificaat' krijgt van 'de beste natuurvriendelijke school', maar dat wordt niet door de inspectie bepaald. 

Uiteindelijk is de beoordeling belangrijk voor de school. Een school kan onvoldoende scoren en dat betekent dat ze moeten werken aan kwaliteitsverbetering. De inspecite komt dan een jaar later weer langs om te kijken of de school zichtbaar heeft gewerkt aan verbetering. De beoordelingen van de inspectie kun je vinden op toezichtresultaten

Heb je al gekeken hoe jouw school beoordeeld is? 

 

Opdracht

Wettelijke richtlijnen

Het is enorm belangrijk dat een school goed functioneert, daarom zijn er voor scholen regels waar ze zich aan moeten houden. In deze opdracht kiezen jullie regels en afspraken die gelden voor jouw school en waar iedereen zich aan moet houden voor het goed functionere van de school.

Stap 1

Je bedenkt voor de volgende items regels & afspraken:

  1. Leerlingvolgsysteem; welk systeem gebruiken jullie en waarom?
  2. Het jaarlijkse rapport van de leerling: welk rapport gaan jullie gebruiken ? Staan hier cijfers in, verhaaltje?
  3. Groepssamenstelling en maximale groepsgrootte
  4. Hoe is de opvang van een leerling die langdurig ziek thuis of in het ziekenhuis is?
  5. Extra ruimte's : welke extra ruimtes zijn er en waarvoor bestemd?
  6. Meubels en klassenindeling: wat is er minimaal in iedere klas aanwezig? Illustreer het zitmeubel van de leerling met een afbeelding.
  7. Drie basisregels omgang met elkaar voor de hele school (incl. afbeelding)
  8. Wat is er geregeld binnen jouw school voor rouw & verlies? (denk aan leerling die plotseling overlijdt/ leerling met erge ziekte / ouder/verzorger die overlijdt of een collega die overlijdt?
  9. Traktaties; wat mag wel en wat mag niet en waar moet rekening mee gehouden worden
  10. Foto's & Filmmateriaal van de leerlingen; wat mag wel en wat mag niet
  11. Digitale middelen: wat is er minimaal voor iedere docent, leerling en wie onderhoudt dit? Wat te doen bij problemen?
  12. Mobielgebruik collega's (werktijd)
  13. Mobielgebruik leerlingen (schooltijd)
  14. Wat doe je met schoolreisjes van groep 1 t/m 8 ? (denk aan aantal dagen en tijdstip; begin schooljaar of einde)
  15. Hoe nemen de 8e groepers afscheid?

Opdracht 8: Afstudeerspecialisatie

Voor je afstudeerspecialisatie kies je uit een leerlijn waarvan jij denkt, daar ligt mijn kracht, daar wordt ik blij van als ik daar lessen in geef of leerlingen in kan begeleiden. Bovendien is het een specialisatie waarvan jij denkt, dit past echt bij kwaliteit van het onderwijs! Dit is belangrijk dat leerlingen dit leren, hier ervaringen mee opdoen voor nu en voor later.

Je kiest dan iets dat past bij een van onderstaande hoodvakken.

 

Kies je bijvoorbeeld voor sociaal en emotionele ontwikkeling, dan past dat bij het 5e item.

Kijk naar je eigen kennis en vaardigheden. Dus kies iets waar jij echt sterk in bent en waarvan jij denkt; hier ligt mijn specialiteit of dit vind ik zo belangrijk op een school, dit wil ik zeker dat de school dit goed op orde heeft.

Voor jouw specialisatie is het belangrijk dat je naar de kerndoelen kijkt die behoren bij het leergebied. Hiervoor kun je klikken op de volgende link: http://tule.slo.nl/

Je gaat dan de kerndoelen noteren van groep 1 t/m 8.

Je werkt voor iedere bouw een lesactiviteit uit (  onder-, midden- en bovenbouw). In totaal 3 dus.

Je gaat een onderbouwing geven voor je school waarom dit leergebied onder de loep kwaliteit moet vallen. Waarom het moet verbeteren. (Je moet dus nu 'fictief' stellen dat dit onvoldoende werd beoordeeld door de inspectie). Hiervoor zijn de volgende punten uit het examen kwaliteitszorg het uitgangspunt.

Opstellen en uitvoeren verbetervoorstel
● Verzamel artikelen, onderbouwingen waarom deze specialisatie zo belangrijk uit literatuur of Internet.
Dit doe je door te onderzoeken:
● Beschrijf wat er tot op heden wordt gedaan.
● welke evidence based/practice based en actuele artikelen er hierover
zijn.
● Doe een voorstel voor verbetering op grond van je onderzoek. Wat kan er nog beter op de school?
● Werk je voorstel uit, gebaseerd op evidence based/practice based en actuele
artikelen. Houd rekening met de protocollen en procedures van de
organisatie en de wettelijke kaders. Neem in je voorstel op:
● het knelpunt;
● de richtlijnen, voorschriften en regels die van toepassing zijn;
● de geraadpleegde evidence based / practice based en actuele
artikelen;
● gemotiveerd voorstel voor verbetering.
● Beschrijf kort hoe je dit voorstel in de teamvergadering gaat bespreken en wat je zegt om collega's te motiveren.
● Geef de voorbeelden van de drie lesopzetten.

Presentatie

Tijdens deze presentatie van 30-45  minuten zorg je ook voor een prikkelende stelling (passende bij de specialisatie) waar je met de klas over gaat discussieren.

De voorbereiding, het verslag en de presentatie voor de klas zijn nodig voor de beoordeling van het examen: kwaliteitszorg (O-V-G) en het cijfer voor het afstudeerproject. (beoordeling docent)

Voor de presentatie bedenk je 1 stelling, waar de groep op mag reageren. Jij leidt deze discussie. Bijv. " Geschiedenis gaat alleen maar over wat geweest is, je kunt beter tijdsuren steken in andere vakken".  Je hoeft het zelf niet eens te zijn met de stelling. Het gaat erom dat je klasgenoten prikkelt tot discussie. Uiteindelijk sluit JIJ INDIVIDUEEL kort af met onderbouwing waarom het zo belangrijk is.

De presentatie

Voor de presentatie doe je het volgende.

 

Je maakt een presentatie van jullie school met daarin alle punten.

1. Missie & Visie van de school en jullie logo

2. Kernwaarden en speerpunten van jullie school (kort maar krachtig, in verslag mag het groter)

2. Organogram (alleen schema; uitleg taken en verantwoordlijkheden zit in je verslag)

3. Rol van de onderwijsassistent in de school (taken-verantwoordelijheid en inschaling)

4. Twee belangrijke protocollen  + onderbouwing (hele protocol in verlsag)

5. Procedure meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (schema) (vb casus zit in je verslag)

6. Wettelijke richtlijnen : kies 4 richtlijnen die je wilt presenteren  (alle anderen in je verslag)

7. Afstudeerpresentatie: specialisatie persoon 1 + discussie punt (alles in verslag individueel)

                                       specialisatie persoon 2 + discussie punt  (alles in verslag individueel)

Je presenteert je specialisatie door te benoemen; welk vakgebied, welke leerlijn, waarom is het zo belangrijk voor de school? Je vertelt kort hoe je het team gaat motiveren/stimuleren en wat je einddoel is t.a.v. dit verbetervoorstel. Vervolgens de discussie. In de presentatie hoef je dus niet alle kerndoelen en lessen te laten zien, dat zit in je verslag.

 

Wanneer het verslag is goedgekeurd mag je presenteren. De presentatie is nodig voor het examen. De presentatie samen met je verslag bepaalt de onvoldoende - voldoende of goed

Lever je verslag in voor uiterlijk 20 april! bij de begeleidende docent.

Beoordelingsformat

Het verslag dat je gaat schrijven voor kwaliteitszorg en je afstudeerspecialisatie wordt beoordeeld op een aantal criteria. De criteria lees je hieronder.

 

Opdracht Eis Feedback docent
Missie Is duidelijk beschreven  
Visie Is duidelijk beschreven  
Logo van de school Is zelf ontworpen  
Kernwaarden & speerpunten Er worden zes kernwaarden benoemd en onderbouwing  
Organogram Er wordt schematisch aangegeven hoe de organisatiestructuur in elkaar zit en wat de taken en verantwoordelijkheden zijn. De onderwijsassistent staat er in.  
Rol van de onderwijsassisten Er wordt duidelijk beschreven wat functie, taken en verantwoordelijkheiden zijn en de inschaling  
Protocollen   Er worden twee protocollen gepresenteerd en onderbouwing mbt veiligheid.  
Procedures

Er is een duidelijke procedure in zelfontworpen schema opgesteld voor meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

 
Wettelijke richtlijnen Er zijn regels en afspraken gemaakt voor de 15 onderwerpen  
Afstudeerspecialisatie 1

De student heeft het belang van deze specialisatie aan kunnen tonen in het licht van kwaliteitsverbetering van de school. 

De student heeft de hoofdkerndoelen binnen de leerlijn voor groep 1 t/m 8 helder omschreven. 

De student heeft 3 lesactiviteiten ontworpen voor de onder-midden en bovenbouw

De student kan in woorden omschrijven hoe hij/zij collega's motiveert en stimuleert om aandacht te  besteden aan deze leerlijn.

De student kan middels onderzoek aantonen wat het belang is van deze leerlijn , dit vak, deze specialisatie voor de school en haar leerlingen. 

De student kan een discussiepunt samenstellen en een discussie leiden. 

De student kan omgaan met feedback

 

Afstudeerspecialisatie

2

idem   
Presentatie De presentatie voldoet aan de gestelde voorwaarden en er is feedback op de presentatie van medestudenten  

 

Het examen Kwaliteitszorg

Feedforward voor presentatie

  • Het arrangement Kwaliteitszorg en Afstudeerproject OA lj3 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    janny schinkel Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-02-07 12:20:59
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    schinkel, janny. (2020).

    Kwaliteitszorg en specialisatie MZ lj3

    https://maken.wikiwijs.nl/156839/Kwaliteitszorg_en_specialisatie_MZ_lj3

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.