De les DDG - Preventie van en omgang met dreigend en/of destructief gedrag, is praktisch en direct toepasbaar binnen je stage, later in het werkveld of je directe omgeving.
De les richt zich op de mogelijkheden die het contact met eventuele cliënten biedt, om bedreigende en destructieve situaties te helpen voorkomen. De visie: zoveel mogelijk regie bij een cliënt houden of deze zo snel mogelijk teruggeven.
Daarnaast leer je vaardigheden om dreigend en/of destructief gedrag te beëindigen op een manier die recht doet aan zowel de veiligheid bejegening van de cliënt.
Destructief betekent letterlijk; Vernietigen. (zo kun je stellen dat suïcide een destructieve vorm is)
Leerdoelen gekoppeld aan deze les zijn ook gekoppeld aan het kwalificatie dossier;
Kerntaak 1
Werkproces B1-K1-W5: "Reageert op onvoorziene en crisissituaties"
Gedragsindicator;
1. Geeft tijdig haar grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt
Leerdoel;
De student kan de STOP methode benoemen,door de letters te koppelen aan een actie
Gedragsindicator;
2. Observeert de cliënt systematisch als er signalen zijn van dreigende agressie
Signaleert tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega's en/of zichzelf
Leerdoelen;
De student kan tenminste drie vormen van agressief gedrag benoemen
De student kan onderscheid maken tussen de 5 bronnen van agressie
De student kan minimaal twee kenmerken per agressiebron benoemen
De student kan 4 basisreacties op agressie benoemen
Gedragsindicator*;
3. Bespreekt achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie
Kerntaak 2;
Werkproces B1-K2-W2: "Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg"
Gedragsindicator;
4. Zet functioneel de eigen expertise in voor het verbeteren van de kwaliteit van de werkzaamheden
5. Brengt verbetervoorstellen met overtuigingskracht
Leerdoelen**;
De student kan de vier fases van het crisisontwikkelingsmodel benoemen
De student geeft feedback op casuïstiek niveau en heeft verbeterpunten aangeleverd
(*Gedragsindicator*; 3. Bespreekt achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie, deze gedragsindicator is gekoppeld aan genoemde leerdoelen bij leerdoelen**)
Wat is destructief , dreigend en agressie?
Destructief omgaan met iets betekent dat je iets stuk maakt, uitstelt, onderdrukt, veroordeelt of afwijst in de hoop dat het nooit meer terug komt. Je neemt letterlijk en figuurlijk afstand van iets. Je wilt een natuurlijke verbinding of aanwezigheid teniet doen. Vaak doe je dit onbewust, soms bewust.
In het omgaan met emoties, gevoelens en pijn is het heel normaal dat je instinctief bepaalde prikkels onderdrukt. Je instinctenhelpen je om je te beschermen tegen alles wat (mogelijk) bedreigend voor je is. Dit kan een tekort aan eten of drinken zijn, maar ook een te grote hoeveelheid informatie, te intense emoties of te overweldigende indrukken. Je instincten helpen zo voorkomen dat je zenuwstelsel overbelast raakt.
Dreigend gedrag is een gedrag wat laat zien dat er iets staat te gebeuren. Dreigend hangt samen met agressie.
Agressie is;
'Agressie is gedrag wat iemand inzet om - bewust of onbewust - iets kapot te maken, een ander schade te berokkenen, en/of duidelijk te maken wat hij wel of niet wil. Het gedrag overschrijdt de grenzen van wat algemeen acceptabel is in dit soort situaties en roept gevoelens van angst, pijn, verdriet en/of boosheid bij de ander op'.
Vormen, achtergronden en oorzaken van agressief gedrag
Agressie omschrijven we als; levensenergie die mensen van nature bezitten en die zij kunnen inzetten in tal van situaties. We ervaren agressie echter vooral als grensoverschrijdend, beangstigend en verwarrend gedrag. Het komt vaak onverwacht, dus we voelen ons erdoor overvallen; vaak begrijpen we het ook niet.
Er zijn 3 vormen van agressief gedrag:
verbale agressie
psychische agressie
fysieke agressie
Vraag;Als je denkt aan je beroepspraktijk, waar zou je dan de meeste moeite mee hebben? Kun je ook verwoorden waarom dat zo is?
Even wat dieper de stof in!
De psychoanalytica Karen Horney opperde als theorie dat er 3 fundamentele (gedrags)posities zijn om te overleven in een potentieel vijandige wereld.
Deze 3 posities zijn:
moving towards people
moving away from people
moving against people
In de laatste positie herkennen we agressief gedrag het meest.
Vatten we agressie breder op – als levensenergie – dan herkennen we het ook in de andere posities. Stampvoetend weglopen, je stilletjes terugtrekken of juist op een warm-menselijke manier een conflict proberen op te lossen vraagt ook om een bepaalde mate van vastberadenheid (er-op-af- of van-weg-houding) die je kunt zien als agressie. Ieder mens kan boos en agressief worden als de juiste omstandigheden aanwezig zijn.
We onderscheiden 5 bronnen van agressie:
Frustratieagressie:vanuit angst of machteloosheid
Instrumentele agressie: als strategie om doel te bereiken
Verzet tegen autoriteit:vanuit machtsverhoudingen tussen professional (jij als persoonlijk begeleider) en cliënt
Als gevolg van psychische stoornissen: bijvoorbeeld PTSS, autisme, verslaving, persoonlijkheidsstoornis
Als gevolg van ziektes: bijvoorbeeld stofwisselingsziekte (schildklier, diabetes), dementie, NAH of pijn
5 Bronnen van agressie
We onderscheiden 5 bronnen van agressie:
Kenmerken van frustratieagressie (de emmer loopt over):
De reactie is niet in verhouding tot het gebeurde
Uiten van echte emoties
Onvoorspelbaar; kan iedereen overkomen
Zelfbeheersing is weg
Zwart/wit verwijten
Kenmerken van instrumentele agressie (om je zin te krijgen)
Doelgericht, weloverwogen en gecontroleerd
Geen sprake van authentieke (namaak) emoties
Herkenbaar patroon dat telkens opnieuw werkt
Dreigen, manipuleren, bruut of subtiel
De agressor heeft een reputatie
Kenmerken van agressie vanuit machtsverhoudingen (de ander eronder houden)
De agressor legt verantwoordelijkheid voor de schuld bij het slachtoffer; geen eigen schuldbesef
Onderliggende vooroordelen
Machtsverschil
Agressie kent een opbouw; er is een spiraal van geweld
Taboe; probleem wordt niet ernstig genomen
Kenmerken van agressie als gevolg van stoornissen, ziekte of verslaving
Reden agressie is niet duidelijk, geen logische oorzaak; obsessie, wanen, wantrouwen
Voorgeschiedenis: trauma’s, stigma
Bewustzijnsverandering
Let op: het gaat vaak om frustratieagressie en zo moet je het aanpakken, behalve bij verslaving. Daar kan het gaan om instrumentele agressie die uit de straatcultuur afkomstig is en frustratieagressie omdat er sprake is van afkickverschijnselen.
Je zult je realiseren dat mensen niet bij elk van deze bronnen evenveel controle hebben over hun gedrag. Trauma, ziektes of andere psychische aandoeningen kunnen agressief gedrag veroorzaken. Het is belangrijk om dit te weten en te begrijpen als persoonlijk begeleider.
externe escalaties (kort lontje): aanvallen, verdedigen, schreeuwen, willen overtuigen, zwart/wit, willen winnen, van alles erbij halen, exploderen
Het kan ook gebeuren dat spanningen zich intern opbouwen zonder dat je dit ziet. Iemand kan vervolgens toch ineens uitbarsten en dit kan dan onterecht gezien worden als een kort lontje. Zorg er dus voor dat je je cliënt kent, dat je weet hoe de spanning bij je cliënt opbouwt en waardoor dat komt.
Voorkomen is beter dan genezen
Dat geldt al helemaal voor agressief gedrag. Maar hoe doe je dat? En is het in alle gevallen te voorkomen?
Bij het voorkomen van agressie is het uitgangspunt dat je iemand met respect behandelt. Dit heeft te maken met de verschillende bronnen van agressie. Als je je cliënt niet als volwassen mens benadert, ontstaat er een hiërarchische verhouding waarin de cliënt zich de mindere voelt. Als jouw cliënt een persoonlijkheidsstoornis heeft of in het verleden nare ervaringen heeft gehad met ongelijke machtsverhoudingen (bijvoorbeeld als kind verwaarloosd, mishandeld of misbruikt) dan kan zo’n houding boosheid en woede opwekken. Dat wil je natuurlijk niet.
Deze houdingen en gedragingen roepen vaak weerstand op – en dus ook agressief gedrag:
De ander proberen te overtuigen
Haast en tijdgebrek
De expertrol nemen
Je eigen perspectief voorop plaatsen
Diagnosticeren (etiketjes plakken)
Kritiek uiten
Schuld en schaamte oproepen
Ook cliënten kunnen er wat van: ook zij kunnen weerstand (en boosheid en agressie) bij jou, als persoonlijk begeleider, oproepen door zich op een bepaalde manier op te stellen:
Argumenteren, jou overtuigen
Ontkennen en bagatelliseren (afzwakken / minimaliseren)
In de rede vallen
Negeren, niet luisteren, afdwalen
Sommige van deze gedragingen en houdingen leiden tot herhalingen waarin je elkaar meeneemt zonder ergens uit te komen.
Hoe doorbreek je dit?
Bijvoorbeeld;
door ervoor te zorgen dat je cliënt zich gehoord voelt, wat niet hetzelfde is als de ander gelijk geven. Laat ook blijken dat je de wens of grens van de ander respecteert, als dat mogelijk is uiteraard. Bij irritaties vraag je vriendelijk naar de redenen daarvan. Heel erg belangrijk is dat je je fouten gewoon toegeeft en je excuses aanbiedt.
Verder helpt het dat je cliënten zoveel mogelijk de regie geeft, vooral bij getraumatiseerde cliënten: laat ze zelf het tempo bepalen en hun behoeften volgen. Die regie zijn ze door hun trauma’s kwijtgeraakt. Door hen de leiding te geven werk je mee aan de ‘heling’, dus genezing!
Even terug nu...Kijken of je al wat hebt opgeslagen!
De STOP-methode
Wat doe je bij een dreigende escalatie?
De STOP-methode gaat uit van grenzen stellen om een conflict niet te laten escaleren.
Er zijn vier basisreacties op agressie.
Het zijn:
Vechten
Vluchten
Bevriezen
Toegeven/je ondergeschikt maken/meegaan
Geen van deze zijn heel effectieve reacties. Ze worden vooral ingegeven door je primitieve brein en je levenservaringen.
Wat helpt bij een dreigende escalatie is vertragen van je primaire reacties en goed reguleren van je ademhaling.
Zeg iets als: ‘Misschien heb ik u niet helemaal goed begrepen. Wat bedoelde u toen u zei…?’ Of: ‘Heb ik nu wel goed begrepen als ik denk dat…?’
Slaan de irritaties om in verbale of fysieke agressie?
Dan wordt het tijd om je grenzen goed aan te geven. Benoem wat de consequenties zijn als iemand doorgaat. Bij verbale agressie stel je duidelijk dat je zo niet aangesproken wilt worden, maar wel bereid bent om te luisteren.
Gaat iemand toch door, herhaal dan de boodschap en zeg dat je het gesprek wilt beëindigen, tenzij de cliënt alsnog rustig wordt.
Bij lichamelijke agressie geef je aan dat je zo niet langer in gesprek bent. En dat een time out nodig is. Als dat voorstel ook geen effect heeft geef dan aan dat je er iemand bijhaalt of achteraf aangifte doet.
Om escalatie te voorkomen is het belangrijk om vroegtijdig spanning bij jezelf of bij een klant te herkennen. Iemand mag best boos zijn, zolang dat is omdat hij of zij de behandeling of bejegening niet goed vindt. Daar kan je over praten. Wordt iemand persoonlijk, dan moet je stoppen. Je kunt zelfs letterlijk het woord stop gebruiken.
S – Stoom afblazen (laat iemand even uitrazen) T – Tot de orde roepen (zeg dat je niet op deze manier verder wilt) O – Opnieuw beginnen (begin het gesprek opnieuw) P – Passen (lukt dat niet, stop dan het gesprek en verzoek de cliënt de ruimte te verlaten of loop zelf weg)
WEETJE!!
Het is belangrijk om te weten dat dit weliswaar werkt bij frustratieagressie, maar niet bij instrumentele agressie. Het werkt ook minder bij agressie die het gevolg is van ziektes of beperkingen, waarbij de cliënt in (sterk) verminderde mate controle heeft over zijn gedrag.
De basisaanpak bij frustratieagressie is kalmeren, die bij instrumentele agressie is confronteren en begrenzen.
Richtlijnen voor de aanpak van frustratieagressie:
Zet in op kalmeren: benoem wat je onder het gedrag ziet en voelt
Vat het niet persoonlijk op: hou je eigen emoties onder controle
Laat de ander in zijn waarde
Reageer zo snel mogelijk
Laat stoom afblazen, laat uitrazen
Maak contact door actief te luisteren
Vraag naar feiten
Positieve lichaamstaal
Excuses voor fouten
Sturen: Ik kan niet, maar ik kan of wil wel…
Richtlijnen voor de aanpak van instrumentele agressie:
Zet in op confronteren
Beschrijf en confronteer met gedrag
Meeveren om spanning te reguleren
Grijp zo snel mogelijk in
Hou je eigen emoties onder controle
Congruente lichaamstaal
Maak duidelijk dat dit gedrag voor jou ongewenst is door het gebruik van ik-boodschappen (ik voel… )
Tot de orde roepen
Voor de keuze stellen
Herhalen; geef niet te snel op
Hulp inroepen
Vooral bij instrumentele agressie is het gevaar op escalatie groot. Als er een te zwakke reactie komt, zal de cliënt nóg agressiever gedrag inzetten totdat het doel bereikt is.
Afraders zijn:
Ontkennen dat er een probleem is
Ontkennen dat er fouten zijn gemaakt
Niet reageren, zwijgen
Zelf boos worden of schelden
De ander de schuld geven
Ontstaan van escalaties
Maar beter nog..Hoe ontstaat nou zo'n escalatie?
Onze hersenen bestaan uit 2 delen:
het primitieve brein, dit is actief als we steeds meer onder druk komen te staan en als ons iets ergs overkomt
de neocortex, dit is actief als we weloverwogen of gepland handelen
Als we toenemend onder druk komen te staan en ons primitieve brein ons gedrag meer en meer bepaalt, zijn er nog 2 andere factoren van belang:
in hoeverre we psychische problemen hebben en alcohol en drugs gebruiken of op dat moment hebben gebruikt.
In het escalatieproces schuiven we dan van weloverwogen handelen, via geprikkeld/waakzaam en boos/bang naar razend/paniek. In dat proces neemt onze hartslag toe, de bloeddruk gaat omhoog, we krijgen een hogere en snellere ademhaling en er komen stresshormonen vrij.
Vanaf een bepaald punt hebben we onze reacties en ons gedrag niet meer onder controle. Op dat moment ervaren we razernij en paniek. Dat is ook het moment waarop mensen letterlijk een ‘waas’ voor ogen krijgen en niet meer weten wat ze doen.
Bijvoorbeeld bij mensen met autisme is een agressieve reactie vaak het gevolg van overprikkeling.
Mensen met een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis of -trekken krijgen tegengestelde lichamelijke reacties: zij worden juist rustig of koel bij een heftig conflict.
Opbouwfase:
Mensen die agressief gedrag vertonen kondigen dit vaak aan. Zinnen als: ‘Nu moet je ophouden’, ‘Nog één opmerking en dan…’, ‘Ik heb al zo vaak gezegd dat ik dit niet pik’, ‘Als zij dat nog een keer doet dan…’. Ze laten zien dat er een grens is bereikt.
Crisisontwikkelingsmodel
Binnen allerlei instelling, organisaties of bedrijven binnen de hulpverlening, worden andere manieren gebruikt om voor een cliënt, bijvoorbeeld agressie, in kaart te brengen.
Je kunt het crisisontwikkelingsmodel toepassen in eigenlijk elke vorm van emotie. Maar laten we het nu even houden bij agressie.
De ontwikkeling van een conflict, crisis of emotie verloopt volgens een aantal fasen. Afhankelijk van de fase waarin iemand zich bevindt, zal men een specifieke interventie en bijbehorende vaardigheden en strategieën hanteren en bepaalde activiteiten ontplooien. Het is dus belangrijk de verschillende fasen goed te onderscheiden. De snelheid waarmee zij elkaar opvolgen is afhankelijk van tal van factoren zoals de impact van de interventie en de beleving van de cliënt in een bepaalde crisis, conflict of emotie.
Indien men de cliënt goed kent, is men in staat om gedragsveranderingen te bewerkstelligen. Hierdoor ben je als persoonlijk begeleider in staat om preventief te werken, door al in een vroeg stadium op de gedragsverandering te reageren om zodoende een escalatie bij en met de cliënt te voorkomen.
Hoe werkt zo'n crisisontwikkelingsmodel en hoe pas je dit toe?
Elke crisis, elk conflict en elke emotie heeft een fase - indeling, niets komt ineens! Dit model bestaat uit 4 fases.
Uitleg van de docent!
Casus 'Bart'
Tijd voor actie!
Evaluatie!
'Wat vond je van de les? Heb je iets nieuws geleerd? Was je ergens verbaasd over? Denk je dat je iets gaat toepassen in praktijk, als je in een soort gelijke situatie zou komen'?
Goh, een hoop vragen!
Allereerst.. zijn de leerdoelen behaald?
De student kan de STOP methode benoemen,door de letters te koppelen aan een actie
De student kan tenminste drie vormen van agressief gedrag benoemen
De student kan onderscheid maken tussen de 5 bronnen van agressie
De student kan minimaal twee kenmerken per agressiebron benoemen
De student kan 4 basisreacties op agressie benoemen
De student kan de vier fases van het crisisontwikkelingsmodel benoemen
De student geeft feedback op casuïstiek niveau en heeft verbeterpunten aangeleverd
Kun je naar de volgende link gaan en je feedback invullen?
Het arrangement Dreigend en Destructief Gedrag (DDG) is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Tosca van Erp
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-11-10 09:25:16
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
De les DDG - Preventie van en omgang met dreigend en/of destructief gedrag, is praktisch en direct toepasbaar binnen je stage, later in het werkveld of je directe omgeving.
De les richt zich op de mogelijkheden die het contact met eventuele cliënten biedt, om bedreigende en destructieve situaties te helpen voorkomen.
De visie: zoveel mogelijk regie bij een cliënt houden of deze zo snel mogelijk teruggeven.
Daarnaast leer je vaardigheden om dreigend en/of destructief gedrag te beëindigen op een manier die recht doet aan zowel de veiligheid bejegening van de cliënt.
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Dreigend en Destructief Gedrag (DDG)
nl
Tosca van Erp
2021-11-10 09:25:16
De les DDG - Preventie van en omgang met dreigend en/of destructief gedrag, is praktisch en direct toepasbaar binnen je stage, later in het werkveld of je directe omgeving.
De les richt zich op de mogelijkheden die het contact met eventuele cliënten biedt, om bedreigende en destructieve situaties te helpen voorkomen.
De visie: zoveel mogelijk regie bij een cliënt houden of deze zo snel mogelijk teruggeven.
Daarnaast leer je vaardigheden om dreigend en/of destructief gedrag te beëindigen op een manier die recht doet aan zowel de veiligheid bejegening van de cliënt.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.